Yrt. t van Tiet ontwerp werd dan ook bij die memorie ter kennisse van de leden gebragt. j, Intusacben beeft juist die wijziging, bij gelegenheid van de jongste overwegingen in de sectiën, stoffe gegeven tot gewigtige bedenkingen. De zelve werd bijkans algemeen ongunstig beoordeeld. De groote meerderheid, welke de gehoudenheid van den Staat had erkend, om den jaaHijkschen in» koop, bij art. 5 van het besluit van 1830 toegezegdte bewerkstelligen, wilde dan ook dat die verpligting, welke haar voorkwam voor geene split -sing vatbaar te zijn, in haar geheel zoude worden nagekomen en verklaarde niet te kunnen begrijpen, hoe de thans voorgestelde wijziging, welke onte- genzeggelijk eene afwijking bevat van de bepalingen van opgemeld besluie, niet het beginselwaarop de voordragt zelve berustovereen te brengen zij. _En wat de denkwijze van die leden betreft, die den Staat tot den inkoop stiet verpligt achten, zoo behoeft het bijkans geene opzettelijke vermelding, dat zij zich door de gewijzigde voordrage aanmerkelijk in hunne meening versterkt hebben gevoeld en daaruit de gevolgtrekking hebben afgeleid, dat, in gelijker voege als thans wordt voorgesteld, om den inkoop zoo noo dig tlVee maanden later te doen plaats hebben, dan bij de voorwaarden de geldleening is toegezegd, ook door de wetgeving zon kunnen besloten wor den, om, uit aanmerking van den drang der omstandigheden, den geheelen maatregel tot na de ophanden zijnde vereffening van den achterstand en rege ling van de openbare schuld te verschuiven. „Bij deze toedragt der zaak is het te vermoeden, dat, bijaldien de Re- gering aan de laatstelijk voorgedragen wijziging mogt blijven vasthouden, daarop bij de openbare discussien over het wetsontwerp welligt door deleden zal worden teruggekomen, en Jat sommigen hunner, die aanvankelijk gunstig voor de wet waren gestemd, omdat zij daarin de vervulling eener op den Staat rustende verpligting hadden gevonden, ten gevolge eener wijziging, die hunnes eraebteos daarop inbreuk zoude maken, zich welligt tot liet uit brengen van een afkeurend votum gedrongen zuilen achten." Bij dit algemeen verslag is nog eene opgave eener nadere wijziging ge- voega, waarbij de bepaling der voordragt, dat er binnen drie maanden na dé uitvaardiging der wetenz., weder uit dezelve gelaren wordt. Zijne Exc. de Minister van Binneniandsche Zaken, is, na bij den Gouverneur van Utrecht gelogeerd re hebben, Donderdag morgen, met de spoor.rein van io ure over Amsterdam naar 's Gravenhage wedergekeerd. Uit Heerenveen, in Vriesland, meldt men van den isten dezer het volgende in onderscheidene dagbladen is melding gemaakt van een verglftlgings- gcvaJj hetwelk te Boornbergum zou heboen plaats gehad. Tot dus verre her stilzwijgen omtrent die zaak door ons bewaard zijnde, verheugt het ons thans re kunnen berigten, dat die mededeelingen als zeer voorbarig kunnen worden aangemerkt. Ofschoon de omstandigheden wel eenig vermoeden gegeven hebben, ten gevolge waarvan her lijk van den overledene naar her waarts is overgebragt, heeft echter een gestreng geneeskundig onderzoek, van wege de Arrondissements-RegtbaDk alhier bevolen eo hetwelk nagenoeg is afgeloopen, tot heden niet het minste bewijs voor de beschuldiging op. geleverd; zoodat de ongelukkige weduwe, die ook niet in hechtenis geno. men was, ais geheel onschuldig aaD den dood hares mans tnag gehouden worden. In sommige kleistreken in Vriesland klaagt men thans zeer over de buitengewone vermeerdering van den veldmuis en het groot aantal mollen} in het begin van den heifst had de aardvloo aan de met koolzaad bezaaide landen veel schade toegebragt. Uit Assen meldt men van den 4tlen dezer: .7. Km vervan Veere, in Zeeland geboortig, eerst kort geleden nit de kt-lo.ire Veenhuizen omslagen, vervoegde zich den 39 October bij de Policie alhier, om als vrijwilliger naar de Ommerschans te worden vervoerd. Zijn verzoek werd natuurlijk afgewezen, op grond van bet bekende besluit, waa.bij de opzending van vrijwilligers is geschorst Daar hem niets anders overbleef, besloot hu zich bij regterlijk vonnis daarheen te laten verwijzen, eu ging hij ten dien einde bij eenige ingezeteoen dezer stad bedeleo. Des wegens in hechtenis genomen, stond hij den 23 November teregt wegens het wanbedrijf van bedelarij, voorzien bij art. 374 wetboek van strafregt. De Regtbank heeft bij haar eeaige dagen later nltgesproken vonnis ver. klaard, dat deze daadzaken noch misdaad, noch wanbedrijf, noch overtre ding daarsteiden en bevoleD, dat de beklaagde in vrijheid gesteld werd. [n de overwegingen wordt als grond van die vrijspraak aangevoerd, dat er op dien tijd voer de stad Assen geene inrigting ter voorkoming van bedelarij bestond; dat wel is waar vóór 1 October als zoodanig voor het geheele Rijk waren aangewezen de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid, doch dat van af dien dag de werking van art. 1 van het Koninglijt besluit van 12 October 1825, Itrachtans hetwelk ieder die geen werk had en onvermo. genu was om in zijn onderhoud te voorzien, op zijn verlangen naar de koloniën kou worden vervoerd, geschorst was; en dat dus op dat tijdstip genoemde gestichten hadden opgehouden te zijn openbare inrigringen ter voorkoming van bedelarij. Evenmin kon art, 475 van ditzelfde wetboek toegepast worden, omdat niet bleek, dat de beklaagde van bedelen zijn werk maakte. Tegen dit vonnis heeft het Openbaar Ministerie zich in hon ger beroep voorzien. De Russische bark EntrepriceKapitein Tasbergvan New-Castle naar Marseille, is den 4den dezer op de Westplaat gestrand en verongelukt de eqnipagie is gered en de inventaris geborgen. De Engelsche brik ArbicularKapitein Stewardvan Sunderland naar Amsterdamis, volgens brief van Delfzijl, van 3 December, den 30 No vember op de Brouwersplaat, in de Eems, totaal verongelukt, doch do equipage gered en te Einden aangebragt. GRIEKENLAND. De aanspraakwaarmede Zijne Maj. de Koning den 20 November de Nationale Vergadering geopend heeft, is de volgendes Gevolmagtigden der Natie i Ik verschijn in uw midden met de streelende overtuiging, dat nit deze vergadering het welzijn van ons dierbaar Griekenland zal voortkomen. Van oe vestiging der monarchie af waren verscheidene liberale instellingen ge vestigd geworden, met het doel om de invoering eener bepaalde staatsregeling voor ie beieideD. De vrije gemeentelijke wetten, de provinciale raden en de regtspleging door gezworenen waren de voorloopers van de vertegenwoor» digende regering in Griekenland. Tnans is het onze raak, om het gebouw onzer instellingen door het tot stand brengen en invoeren eener staatsrege ling te volcooijen. Vereenigen wij dan onze pogingen om, mee den bijstand des Almagtigen eene grondwet te vestigen, die met de wezenlijke behoeften en den toestand van dit land overeenkomstig:en geschikt is, om de ware algemeene belangen re bevorderen en te verzekeren. Ja, dat wijsheid en geregcigheid hier in volle kracht regeren en dat de band eener wederkeerige genegenheid ons allen vereenige. Laat ons bij het zamenstellen der staatsregeling van ons gemeenschappelijk vaderland wederkeering aan het gevoelen van anderen weten toe te geven; maar dat toch de wensch om den voorspoed van den Staac te bevorderen en te verzekeren ons allen uitsluitend beziele en geleide! „Gij kent, mijne heeren, mijne liefde voor de natie; ik heb die, onder weike omstandigheden ook, nimmer verloochend, en door die gevoelens bezield, verlang ik noch meerdere, noch mindere magtdan ik voor het geluk eo de veiligheid van Griekenland beiioef. Laten wij een wederzjjdscb staatsverdrag sluiten, dn waarborgen van duurzaamheid en naarheid De beschaafde wereld heeft het oog op ons gevestigd, en de getchielijj,,,) tal on» werk uit de uitkomsten daarvan beoordeelen. Het ia met vo'ktn^. 0 vertrouwen in uwe verlichte vaderlandsliefde dat ik deze vergadering j, Mogt het God ih Zijne goedertierenheid behagen dat zij rot het voordes!, ,)n het heil van Griekenland uitloopt I De welvaart van Griekenland: zieri*Itj| mijn gebed, ziet daar mijn roem," je SPANJE. voegt Breedvoerig wordt het gebeurde tusschen de Koningin en Q/jaWigbt thans door de bladen medegedeeld; een derzelve, de HeraldoweikeXiire Olozaga is aangeklaagd, omdat het hem van majesteitsschennis beschuWÉrnl had, bevat er hei volgende over: fewege j, Deri 29tcen November, ten half vijf ure nadenmiddag, liet Hare vt den Voorzitter van de Kamer der Afgevaardigden, den heer Pedro PinalAiiirat zich roepen, en zeide hem, dat zij, den vorigen avond zich met denijjltens Olozaga in haar Kabinet bevindende, deze haar een besluit-tot ontbinding vin Cortes aanbood en de Koningliike onderteekening daarvoor vroeg. Hare hhuating oie mei den Minister geheel alleen was, was over dit besluit, waar«j,lHiei vroeger niets had laren doorblinkenzeer verwonderd, en vroeg hem didiljjel, o" waarom htj dezelfde Cortes wilde ontbinden, die haar meerderjarig verkl^en Si hadden. De heer Olozaga antwoordde, dat men met deze Cortes nietje heer regeren omdat de interpellation de vragen, de beschuldigingen [took nc de Ministers zoo veel tijd wegnamen en zoo veel moeijelpbeden aatjheeft hestour in den weg legden. In weérwil dezer bedenkingen, weigerde ll proef Maj. die in htar rein harte een gevoel van erkentelijkheid behielddit vrr degenen, die haar een blijk van toetreding en hulde hadden gegevenïw» herbal ng de onderteekening van het besluit. De Minister bleef aanhouskuchip en ziende, dat Hare Maj. opstond om bem te verlaten, !iep bij tuKtlt, kamerdeur, door welke de Koningin wilde heengaan, en sloot die taraan eet Toen wilde de Koningin door eene andere deur vertrekken, die zich iifa gebec Kabinet bevindt; de heer Olozaga sloot die insgelijks. Hare Maj. ging „pn er! zuien en bedekte het gelaat met beide handen. Op dat oogenblik mjtlte vat Minister vermetel genoeg, om de hand aan de Koningin van Spanje tesliioer i» b en haar het besluit te doen onderteekenen, door haar bij den arm te,Urcllim ren! De Voorzitter der Kamer hoorde dit verhaal aan, en ried fiwegmg Maj., uit hoofde der bedenkelijkheid van het geval, om andere acl»!"1"1" waardige personen, zoo als de onder-Voorzitters van de Kamer der lii" th vaardigden, bij zich te roepen. Werkelijk werden deze, de beeren MazarredoQuinto en Gozales Bravo, ontboden en begaven zich nurfheeft i paleis. De Koningin herhaalde in hunne tegenwoordigheid het verhul) steeds den aanslag. De Ministers Serrano en de Frias werden insgelijks geroI^S 0,1 en met de zeer ernstige mededeelingen van Hare Maj. bekend geaj Al die doorluchtige burgera verzekerden Hare Maj., dat, indien öl Spanjaard gevonden was, stout genoeg, om den haar verschuldigden eeitrent |<i uit het oog te verliezen, geene partij, en allerminst de edele en ridder onderst: Spaansche natie, voor dat misdrijf verantwoordelijk kon zijn. Zij u tia rche tot de Koningin, dat deze afdoende redenen bezat, om haar vertroi ilteiden i aan den heer Olozaga te onttrekken, en dat zij de ontzetting vaa t te b gepast achaen. Dit had ook dadelijk plaats; het besluit tot ontzetting] «torn, tr door den beer de Friai, en dat tot intrekking van het besluit wegtt de llgtz ontbinding der Cortes door den heer Serrano mede-onderteekend. Rtd&i,/; om van kieschheid alleen beletteden den laatsten, om ook aan de ontlek.; vindt van zijnen ambtgenoot zijne mede-ondeneekening te schenken. Intuit ivheid a trad de beer Olozaga, met zijne portefeuille onder den arm, in de vo« «aordig De dienstdoende kamerheer. Hertog van Ossuna, zeide hem, dat hij t lm tite had, om niemand in de kamer Harer Maj. binnen re laten. De heer 01 odheid de betuigde zijne bevreemding en hield aan, zeggende te weten, dat dt liet Jou de Friai zich in bet Kabinet bevond, en dat men hem dos kon aamig deKamei De Hertog van Ossuna verwittigde Hare Maj, dac de eerste Minister wen ijjehoo toegela en te worden; waarop de Koningin aan den heer Olozaga lier r/sdezel gen, dat zij hem had afgezet, en dat hij dienvolgeos zich te verwj u wil w en hare nadere bevelen af te wachten had. Toen dit bevel aan d:t Hertog vt O/ozaga werd medegedeeld, ging hij heen, bedaardeljjk groetende eo: der ksmi zich naar het Ministerie van Buirenlandsche Zaken. )IOo gr< In de dagbladen heeft Ologaza berigten doen plaatsen, winiVolgen: ontkent, der Koningin geweld te hebben'aangedaan, en betuigt dot it zich ontbinden dar Cortes de grootste dienst aan lijn vaderland te hebben ipgehoudt bewijzen. den Gou De volgende telegraphische depeche is over Parijs aangebragt: lij onwaar Bayonne, den 4 Decemba, De bank De heeren Serrano en Frias hebben insgelijks hunne dimissie aangebode au» de P Koningin beef: hun ontaiag, gelijk ook dat der overige Miniiten, de plaata genomen, 1 door |dt Bij decreet van 30 November ia de heer Gonzales Bravo benoemd gei straac St, tot Minister van Buitenlandsche Zaken. In hoedanigheid van Kanseliet [oningljjk hij aan de Cortes, in de zitting vin den men dezer, de verklaring de 578 fr. 8 ntngin voorgelegd, houdende, dat de heet Ologaza,na de Koningin in haril Itooijing t te hebben opgeslotenen In den nacht van den 28sten baarde handton bijv. vc ven houdende, haar gedwongen heeft, het decreet ter ontbinding der ftfr, 33 t te onderteekenen. Een voorstel, strekkende om den beer Ologaza tel verk 398,1 ten, in de wetgevende vergaderingen zitting te nemen, is met eene m: loonwerk herd van 79 tegen 75 «temmen aan het onderzoek der bureaux verzond 1 Item vi Madtid is in de urterate ongerustheid. ierwerk 90 idtn met 2 DUITSCHLAND. geroep U't Memel meldt men van 20 November, dac de blnnenvs». geneel uoor het |ijs gesnemd was. Ook uit Riga wordt van d(4 nlenw te nagteekening gemeld dat de Dwina boven en langs de stad geti^ KJmer" toegevroren. L. f De broeder van den Russischen Gezant te Athene, (welke, tful j,' gemeld is geworden door den Keizer is afgezet}, heeft bevel ontuL, om het Russische Rijk te verlaren, omdat hij de Grieksche om»tC.''„ ",n openlijk geroemd had. K'0'"" In de ie Rome den 22Sten gehöuden congregatie des H. AlViI,,,.,: de Paus met alle de ledeo den Jesuit Canisius voor heilig verklaard. F, Men verneemt uit Syrië, da: in Naplus, Jeruzalen en andere pL'v°° onlusten zun uitgebroken en dar de bevolking besloten heeft zich i# e weid tegen de rekrutering te verzetten. Deze tegenstand tegen de van deo Sultao openbaarde zich ook in Damascus en Aleppo. PROMO! f December p»g zijner E GROOT-BRITANNIE. Londen den <5 December. De Vorstelijke peraonen zetten hunne ken bi) onderscheiden sdelijke personen op het land voort. Bij eenN bij den Hertog van Rutland in Derbyshire, was bet oudste kasiedi nog bestaat en aan genoemden Hertog toebehoort, zoowel van bil# van buiten, met meer dan 12,000, groocendeels gekleurde limplw licht. De Hertog van Bordeaux ontvangt nog steeds bezoeken van ui Hjke Franschen, zoowel manneo als vrouwen. Eene deputatie uic dil denJe klasse van Parijs, aan Z. H. toegezonden, beeft hem voonl getroffen. De kapel waarin de Hertog I. I, Zondag de mis bijwonidl met Franschen opgevnldwelke hem doorslaande bewjjien van eer* verknochtheid hebben gegeven. [leichledeni Zondag I. I, heeft in eene der kerken van Norfolk eene as4mde zich 1 lijke plegtigheld plaata gehad, daar 69 vitscberliedendie gedurt^> maar dat JOD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2