grondwettige voorsdirifc worde gehandhaafd, dat de Staten der provincie^ bij volstrekte meerderheid beslniten. Op gevolgen heefi de Kamer hiér niet re letten. De heer Scheers van Harencarspel verdedigt het voorste! van de meerder, heid der Commissie. Deze is uitgegaan van deze twee beginselen j i'. dat de Kamer, volgens art. 95 der grondwet, bevoegd en veijsfigt isde ge loofsbrieven der nieuwe leden te onderzoeken en daarover re beéiisjeni en 2°. dat ieder lid der Kamer verpligt is, de grondwet van dei' Si^ac te ,Onj>si houden en te handhaven; dat zij, bij geene gelegenheid en onder geep voor wendsel hoe colt genaamd, daarvan mag afwijken, of toestétiwnë? -tljrtOblie van afgeweken worde. >Let vraagstuk der blanco-biljetten is; .géheel in bet midden gelaten. He: is de zaak Van de staking der scetrftnib, ónii iStike de meerderheid der Commissie zich tegen de toelating •aanzet. -Staking - van stemmen is geene beslissing, geen besluit; en dit wordt vlfljtóhs de grondwet gevorderd. De grondwet moet hier de onwrikbare regel uitmaken, en indien aan de staatsregeling te kort wordt gedaan, dan is het de pligc, het regt der Kamer daartegen te waken. De spreker jberoept zich ten slotte op het werk van den heer Thorbecke De heer van Dam van Isselt boudt de Kamer wel bevoegd om de ge loofsbrieven te onderzoeken, en deswege te beslissen; doch meent, dat men dienaangaande me: de uiterste behoedzaamheid moet te werk gaan. Tevens oordeelt hij het onbestaanbaar, dat de Kamer voor de Staten van Zuid-Holland ongrondwettig aou verklaren, wat zij zelve in haar eigeo reglement als grondwettig heeft gehouden. De heer Schooneveld licht zijne rede nader toe. De heer van Rosenthal meent dat de grondwet slechts regelen en alge- meene beginselen vaststelt, maar de wijze van uitvoering wordt bij regle menten vastgesteld. Dit ia hier ook geschied; hierin is niets ongrondwet tigs; er bestaat ook niets ondoelmatigs In, dal men bepaalt, dat bij staking der stemming de ouderdom zal beslissen. Ter stemming overgegaan zijnde, wordt; met eene meerderheid van 26 tegen 16 stemmen, tot de toelating van den heer Faber van Riemsdijk besloten. Foor de toelating hebben gestemd de heerent H'inlopenSnouck Hur- gronjè, Menso, liepciaerde BackerdcMan, Ujtwerjf Sterling, Telling, van Hec citerenden TexDt uyvcstsynt van Dam van Jsseltde JongCornell tnschedévan Nagcil, ven lieppard, ven Akerlaken, Brouwer, Gevers, van Hl'yswykvan Rosenthal, Schooneveld en van den. Bosch, Tegen de toelating hebben gestemd, de heeren: Ferwey-Mepan, Duymaer van Twistvan-- Göltsteinde MonchyLuzacAnemaetScheert van Haren c'arspei; Tresling, Rotmne, Nederburgk, van Panhuys Boreel van Hogelandcn, Bruce, Mufsam, Cost Jordens en Luyben. Daarna worden de beraadslagingen geopend voor het voorstel van den heer van Dam van Issell, strekkende om, ten aanzien van het ingekomen besluit des Konings, houdende benoeming van den Generaal de la Sarraz tot Mi nister van Buicenlandsche Zaken, over. te gaan tot de orde van den dag. De heer van Dam licht het door bem gedane voorstel toe. Er is daarin nieis gelegen, strijdig, met den eerbied aan het Hoofd van den Staat ver schuldigd. Het strekt alleen om te doen zien, dat de Kamer het beslnic niet voor regelmatig houdt. In eenen constitutionelen staat Is de Koning én orivërantwoordelijk én. onschendbaar. De Ministers zijn verantwoordelijk en tót dat einde dienen Zij alle de Koninglijke besluiten te onderteekeuen. Dat gewigtige constitutionele beginsel is aan geen twijfel onderhevig. De heer van Golstcin oodersteunt ten volle dat gevoelen. De mede-onder, teekening is een der grootste waarborgen, Door haar na te laten, miskent men den aard der grondwet en den geest eener constitutionele .regering. Dé beer Schooneveld hoopt dat de Kamer het gewigt van hare beslissing inzien en voor de beslissing niet terugdeinzen zal. In 1840 heeft men door. dc grondwettelijke invoering van het beginsel der verantwoordelijkheid een gtooien stap voorwaarts gedaan. Door bekrimping van dat voorname begin sel zal men in het ongerijmde vervallen. Soortgelijke beslniten, als waarvan Bier sprake is, moeten onderteekend worden óf door den Minister, die if- tfeedt, óf door een anderen Minister. De kenze des Koningis natuurlijk geheel vrij; daarvoor dienr ook de mede-onderteekening niet in het minste;, maar deze strekt om de zekerheid te bezitten, dat de benoemde het grond wettig radicaal heeft; daarvoor moet iemand aansprakelijk zijn; de Koning kan het niet Zijn; ergo moet het een ander of de aftredende Minister zijn. Er is hierin niets hoonends voor den Koning gelegen. Moge de Kamer, zege spreker ten slotte, dit, zoowel als het hoog gewigt der zaak wél inzien. Zijne Exc. de Minister van Justitie bestrijdc het voorstel. Indien het gevoelen der voorgaande redenaars zoude opgaan, dan zouden alle besluiten, betrekkelijk benoemingen van, ontslagen aan ministers enz., moeten gecon Irasigneerd zijn; intusschen zijn er reeds zoo dikwerf en nog gisteren, be- sluiten ontvangen, die dat contreselgn niet hebben, en welke nogtans door de Kamer voor kennisgeving zijn aangenomen. Zelis het besluit, houdende benoeming van den waardigen Voorzitter dezer achtbare vergadering, ia niet gecontrasigneerd. Die besluiten zjjn door de vergadering voor kennisgeving aangenomen ofschoon men de vergadering op deze zoogenaamde ongrond, wettigheid opmerkzaam gemaakt had. Zijne Exc. vraagtwat heeft da grondwec gewild, voorgeschreven? Dac palladium voor der burgeren regten én vrijheden behelst geene algemeene voorschriften of beginselen nopens de ministeriële verantwoordelijkheid, maar stelt, bij art. 75, vast, dat de hoof den der ministeriële Departementen verantwoordelijk zijn voor alle daden door hen als zoodanig verrigt, of toe welker daarstelling of uitvoering zg zuilen hebben medegewerkt, waardoor de grondwec of de wetten mogten geschon den of niet Opgevolgd zijn. En art. 76 bepaalt, dac, ten einde van deze medewerking te doen blijkenalle Koninglijke besloicen en beschikkingen vóórzien zullen zijn van de mede-onderteekening van het hoofd van het ministerieel Departement waartoe dezelve behooren. Uit deze artikelen vloeit niét voort, dat de beslniten, die tot geen eigenljjk Departement behooren, evenzeer zullen moeten onderteekend zijn. En dit Is door den geaéhten voorsteller zeiven erkend geworden. Zijne Exc. beroept zich ouder anderen cp den Höoglèeraar Thorbecke, tot staving zijner meening, en ataat stil bij de móérjélijlihédenwelke zich zonden kunnen opdoen, indien een Minister hét conitéselgn vooi een beslhlt weigerde, waarbij een ambtgenoot benoemd werd, die hem niet welgevallig was. In andere rijken, waar een Ministene bestaat, moge de mede-onderteekening gemakkelyk vallen; hier tg lande wordt geen Ministerie gevonden Zijne Exc. geeft inlichtingen nopens dg gebóórce-tplaats van den niéuw benoemden Minister enz., ten einde de Kamer deswege volkomen gerost te stellen. Hij acht het voorts ondoelma tig, dat de Kamer nópens een ingezonden Koninglijfc besluit zou overgaan rot de órde van den dag. De Koninglijke magc behoorc geëerbiedigd te «'órden. De héér van Dam van Isselt verklaart dat hij met leedwezen sommige begrippen van den Minister heeft hooren verkondigen, en dac door Zijne ÈXC. beginselen zijn bestreden, welke hij meende dat geene verdediging, gèene ontwikkeling behoefden. Met leedwezen heeft hij ook opgemerkt, dat telkens, wanneer er in deze Kamer sprake is van grondwec, de Ministers höög opgeven van de aanranding van het gezag of de regten van het geëer biedigd Hoofd van den Staac, of vao de Regering. Dan wordt het oog op de gevolgen gevestigd en van het vraagstuk eene levensvraag gemaakt, waarvan, naar het sehljnen zou, de ondergang van den Staat zou kunnen afhangen. De redenaar vreest die verregaande gevolgen van den a^oop Óézër zaak niet. Er wordt slechts met gematigdheid gehandeld over de bestaande grondwet en het opvolgen van constitutionele begrippen Het grieft hem, dat die begrippen bij de Natie in het algemeen nog weinig doorgedrongen zijnmaar dit achtte hijdat wel en degelgk bij iedereen èasytend, dat de Koning envérsrfwoor<Je1!.'!i en onschendbaar Is, tnur rijt,, Ministers aansprakelijk zijn. Het welgevallen ties Konings, waarvan art. ^.{5 tfer grondwet gewaagt, staat hier te lande niet gelijk met het welgevall^Iv 1 3ëS TurfüchéiVSultans; maar dat welgevallen is aan de voorschriften dt»° gVöndwef gélbónden. De Koning benoemt Ministers naar welgevallen, mii«t dit la daefpn^ toch onderworpen aan de wijze, bij de grondwet gewild 1 Igder njeuw b'enoemde Minister dient zijne burgerlijke en staatkundige te™"", te bezitten. Jtfen heeft gevraagd wat er toch gebeuren Zou, indien Mini! pi. tera, om bijzondere oorzaken, weigerden te contrasigneren. Miar htj «pfwoord féer eenvoudigs de Koning zou te regt van H. D. welgevilij lrtégeTt,jjebrjljf- maken, om deze Ministers te ontslaan, terwijl hunntij. opvolgers weïljjfet beier zouden weien te onderschelden waarom zij al di mee het CPDtreieinn zouden mogen weigeren. Hij heeft de Inliclitlngi fiöpéns' dé geboorteplaats enz. van den nieuwen Minister niet verlangi doch al is thans deswege grondwettig gehandeld, waar is de waarborg dit immer zal geschieden? Verre is het van den heer van Dam, eenii afwijking van den eetbied, aan den Koning verschuldigd, te willen vetoot! zaken; hij wil geene inbreuken op de regten en het gezag det RegerljjJ'L maar het is zijn eenig doel, dat de groote, gewigtige constitutionele beguj,^. selen door hec Bewind worden gehuldigd en erkend. 1 Mi De heer Luzac ondersteunt den voorsteller, en herinnert wat eè in |fe|je nopens de ministeriële verantwoordelijkheid is voorgevallen. Hij géloiL,,, dat het stelsel, om besluiten uit te geven, zonder mede-onderteekening JA een hoofd vaneen Departement, eene ongerijmdheid Is. Hij houdt heu, j, niet voor, dat het bestaan van een Ministerie met onze grondwec zou den. Overigens zijn de Staten-Generaal belast met de handhaving, mei L J, zorg voor net crouw nakomen der grondwet zij moeten zorgen, dato g bepalingen met worden overtreden. Maar hoe kan de vergadering dalrbtiz waken, wanneer het baar zelfs niet bekend is, wie zich tot verant\iooik,,| lijk persoon gesteld heeft. Des noods zon men in dit geval een adrej11 Zijne Maj. kunnen aanbieden. Zijne Exc. de Minister van Justitie hondt vol, dat de mede-onderteei^ 'j ning van besluicen van zoodaniged aard, als waarvan thans sprake il, grondwet niet wordt gevorderd. - Nog hebben het iwoord gevoerd de heeren den Tex, Fbrwty-Mcjan, ïel den Bosch en Rosenthal, jj(lj Ter stemming overgegaan zijnde, la het voorstel vin den President, C f het Koninglijk besluit voor kennisgeving zal worden aangenomen, goeiig j, kenrd met 27 tegen 15 stemmen. Fan den ai sten dezer. In de, zitting van de Tweede Kamer derStiiL,,,, Generaal van heden, wórde verslag gedaan, dac de Commissie, belast het opstellen van een ontwerp van adres, In antivoord op de ttoonr«|J zoodanig ontwerp in gereedheid gebrast heeft. Hij stelt mitsdien voor, ontwerp te verzenden aan de atdeelingen. Dien overeenkomstig wordtlgu; sjoten. De vergadering gaat daarop uiceèn en de afdeelingen vergadereii jj, mujdelük, om dac ontwerp te onderzoeken. |e ït Men verzekert, dat de tien regimenten infanterie op acht zullen «j en den gebragt, dat het 4de regiment ligte dragonders zal worden gesnpprimt&Kj,,, dac de regimenten grenadiers en jagers tot één regiment zullen worden eenigd; dac de tweede Luitenants der cavalerie minder tractement a >in bekomen men spreekt yaq 100 minder; en dac hec muzgk-corps derji|[u, 3 almede zal worden gesupprimeerd. -7In het IFeekblad van het Regt leest trien: Men verneemt, dat de Procureur-Genergal van het Provinciaal Geit| hof in Zuid-Holland, in eene, me: gesloten deuren, op 7 October gei»frac den vergadering, heeft gëreqiiireerddac de heer Sikkel Groos, vanIdanjv tableau der Advocaten bij gemeld Hof zon worden geroijeerd, op gttm dat Art. 3 van het reglement van orde en discipline voor de Advocate Procureurs, den Advocaten verpligt hunne woonplaats te hebben binf het. arrondissement, waarin gevestigd is het regterlijk collegie, waatbj zijn ingeschreven, en dac de heer Mr. Sikkel Groos niec in het Arrooi ment 's Grtvenhagemaar in het Arrondissement Leiden woonaciit!| Het Hof zoude dien conform, hec bedoelde royement hebben gelanf welnaar men verzekert, zonder dat de beer Mr. Sikkel Groot in? belangen, gehoord, of in de gelegenheid gesceld is, zicb over de 1 niet gegrondhejd van hec requisjcoir dés Procureurs-Generaal'ceti 1 opzigte genomen, uit te laten. Te .Delfshaven is in dep, nacht van den 2osten brand ontstaan I aan den dijk gelegen woonhuis en is hetzelve door de vlammen 1 beschadigd. i- Den I7den zijn de laatste schepen van het Nederlandscb im 1 la: onder Prins Hendrik aan den Helder, aangekomenzijnde de ffegatli ral" Jason en de Sombre, Kapiteins van der Plaat en Kist. ®er<! Uit Utrecht meldt men, dac op aanstaanden óden December, nings verjaardag-, de spoorweg naar Amsterdam zal geopend en waart! lfDen lijk die plegtigheld mee Zr. Ms. tegenwoordigheid zal vereerd word! tkoid - Van Benschop (kantqn IJsselscein) verneemt men, dat op laatni *<e Woensdag, de gewone JaariijkSche Najaars Beestenmarkt aldaar heeftI1 gehad, dat -niettegenstaande zoo irv dié contreiën, als eldèrs In onP'gi deriand, buitengewoon veel vee opgekqchc en buiten 'slands vervoerd li I «lórden, het getal ter markt gebragie wederom ruim 500 heeft bedrl en dat men naar genoegen heeft kunnen verkoopen. A's de oorzaak vi: opgegevene groot getal vee wordt toegeschreven: 1°. de zoo spoedig! yallene.en aanhoudende regens, n". hec verbazend getal muizen, bo *en zich gedurende dezen zomer in bet land heeft opgehouden, én 3°. di ongedierte zich thans in eene ontzaggelijke menigte in 'dé hooibergen det dat er dagen achtetéén meer dan 100 stuks is gevangen géwordén, et óp het voeder van zoodanigen grooten invloed is, dat vele beestèu lét te koop zijn aangeboden, -v ilscbe >«ej RUSLAND. [J? Zijne Maj... de KeUer l?e,èfcf na ptdersCh'eiifeil vesttó&ëfl tri Pole# bèl wapenschouwingen, ov..^/^è troe.{)ën gehtfudeü tip,tiebbénWa'rëchatf ei dér verlaten, en is den 30 September in welstand te Rieéir aangekomèii. ,fUr Va ft L J n 1 V. sh .'ia m ÓM rr lilt aL. 1. I ,1. 1 ^i.- .A !6D S Dt *i bij d rMi jd« ct lil De bui \z IM gel it dei (UK t Maj. had foien. apoedig'ét verlate# din mén gedacht had en trien ld 'tn du aan de Grieksche onw*"""•-» -iust-u J- oogenschouw genomen had, het Rijk verplaatst worden. dit aan de Grieksche omwenteling toe. Dé troepen, vgëlké Zijne Mi J"" zullen naar de zuideigte gOüverBemëoiiifJs" Tijdens Zijner Ma-js, verblijf ip Polen, heeft hij eene ukase nirgt' f «rfttf, waarbij de afkoop voor de militaire dienst der Israëilten in fUi! g0, (en bedrage van 105,299 roebels zilver, afgeschaft wordt, en alle Istjt vin den óriderdotri van 20^—25 jaren tot de militaire dienac verpligt wob ||c„ ook dë géhuwden in. die jaren vallende. Zij mogen plaatsvervangers stt we doch al een uit hunne geloofsgenooten, eD zoo een Israëliet zich ago dei le g 01 tirekt Of deserteertz»l eeo ander uit dezelfde gemeente zijne plaats! ,jn„ ten vervullen. 8 SPANJE. De volgende telegraphiscHe depeches wórden bekend gemialtt: Madrid, 15 October: Heden ten a ure heeft dè Président van den Raad voor de vereen Cortes bet decreet voorgelezen, wiitbi} de zitting geopend wordt vertin Do heer Onis is benoemd toe President van den Seout, de Hertog dt r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2