E Y D S C II E NEDER LANDE II* f Jewöoït ld C 0 IJ RAN Tl is septembe N. 5h\ 93', >34', 99,', .-II vrs >9 io6| 109 j ]Ol{ MAANDAG, Letoen, 17 September. AO?ê 1V*A\ jL ha Jkïsi N. Giicèren atnyatrdcJe de Hoog Eerwaarde Hoog Gel. Heer H. Schol- JriN, de betrekking alt Hoogleraar aan deze Hoogesch'ónlmet het hunnen eetier plegtige redevoering: De Keligione Christiana suae ipsa Divinitatis In animo hunsano fiosdice'} dat ia; «ver de Christelijke Godsdienst zoo als zij itlve in hare Goddelijkheid zich handhaaft in het gemoed des Menschen. In een uitvoerig artikel Vrijdag in bet Dagblad van 'i Gravenhage geplaatat en door Scfieveni'ngsche reders inge^pndenwordt geheel bevea- tigd, hetgeen wij in ohJ nummer van I. I. Waensdag, omtrent de door Scheaeningsehe bomnien te Vlaardltjg'en aangebragte haring, geÈegtj hebben-, namelijkdat dezelve gekeurd, goé'd verklaard en door het geheele land vartonden is* Uit '«Gravenhage meldt men van den I5<ien dezer: H. K. H. dè Prinsea va« Oranje, ii heden morgen te half zeven nre voor» ""spoedig van eenen Print verlost; het bulletin van dien dag meldde den wel llind van de Prinses Ën den jonggeborene. IIH. MM. de Koning en Koningin hebben heden morgen vroegtijdig een bezoek afgelegd bij de Doorluchtige kraamvrouw. Z. de Minister van Staat, belast met de generale directie voor de 1000.' (tSaken der Hervormde Kert;; enz., heeft, ter voldoening aan den last aan Zijne Exc. door Zijne Maj, den Koning opgedragen; de Leeraren van de -Godsdiensttot het Departement van Zijne Exc. in betrekking staande, de njpngeooodigd om, op den eersten Zondag na het ontvangen der aanachiijving genotr^j jjebedenwelke in de kerken hebben plaats gehad voor de gelukkige .^'fierlossing van H. K. H. mevrouw de Prinses van Oranje, thans, nu die P. i gebeden verhoord zijn, en de verlossing op de meest geweuschte wijze gevolg an dcHrJiecft genomen, te vervangen ooor eehe piegtige dankzegging aan den Aller,- irtatbongstevergezeld van de bede voor het spoedig en volkomen herstel van °s"de',";H. K. H en het welzijn van Haren Jonggeboren Zoon. m'op'l In de zitting vah de Tweede Kamer der Staten-Generaal vah heden an Win iceit de centrale afdeelrng haar algemeen verslag gedaan, ren aanzien van Luthend )e( omwerp van Wet. betrekkelijk de regterlijke organisatie. De beraad- '""tl"111 ihgingeti oker dat ontwerp worden bepaald op aanstaanden Maandag, na «Hoop van dlè over de voordrag! ten aanzien van het fonds der gevangenissen. Dtama zijn de beraadslagingen geopend over het ontwerp van wet wegeds Mkuegtv.n zegel; vaart ui De heer van Go/tstein vond dé wiet ui vele opzigten goed. Reeds is het "duS'ii'eene gunstige omstandigheid dat het geheéle onderwerp in ééoe wet vervat Is, en dus alle strijd over verschillende vérordeningen vervalt. Maar ook is r voomit meeue zorg besteed tot daarstelling vah het ontwerp, dat duidelijk in V. uitdrukking is en eene gelijdelijke opvolging heeft,. Het gemeén overleg 'volt dan ook rijpe vruchten gedragen en vèlé verbeteringen tot stand 1 het Pa len komen. Desniettemin, zegt de redenaar, is er eené bepaling overge- [k vin [tl.ven waardoor de wet hein onaannemelijk voorkomt, deze namelijk, geliootiiarpij aan den Koning het regt van kwijtschelding van het zégel wordt van InA'ileend. Het is eene grondwaarhéiddat allen gelijk voor de wet. moeten •™%a. Wat r'u is meer in strijd met. die gelijkheiddan dat de een aan de "sedurof" ""dertvorpen Is, terwijl de andere daarvan vrijgesteld wordt, al naar anderhiïo'hsioden der Regering? Zoodanig regt tot het verleenèn van vrijstelling zijn DirSitlli lot verwarring eb omverwerping van de bevoegdheid der verschillende en vtnliiiiieagteh. Hetzelve is in strijd met de grondwet, welke geen privilegie iMStÜ"1" vaD belastingen Wil, Welligt zal men daartegen aanvoeren, dat art. 67 Dingsdïj itpndwet bepaalt, dat door de wet aan den koning.de bevoegdheid tot 'hei veileenen van vrijstelling wordt gegeven. Welligt zal men ciok aaniner- 1 ornotellm, dit art. 24 der wet van 31 Mei 1822 gelijke bepaling inrtöüdt Dit is ttbier gemakkelijk op te lossen. In de eerste plaats wordt voorzeker bij ju. df der grondwgc aan de Regering het regt van vrijstelling toegekend, Jiir op die algemebne bepaling maakt het stuk van belasting eene Ulczonr Tlngi Hier mógeh er ^eene vdorregten.plaats hebben. Ten andere, is dè (user niet geroepen, de misslagen der vbrige Regerihg te volgen. Hare Kpicg is te verbeteren gn vorige misslagen te herstëllen. Er is aange. •erktdat de bepaling wel ongepast is, maar dat er geene misbruiken uit STEl' 0BI""n- Voor 's hands geeft de redenaar dit toe. Maar later welligt \i /frul™ k' v* eene 'idere begunstigde maatschappij van zegel kannen STELi 'H'hl Men zou een dégblad, uitsluitend bestemd, om de leerstellingen TEl,r ^gering ,e verkondigen, vrijstelling van zegel kunnén verleenen, ten het göedkooper algemeen te verspreiden. Men ziet daaromtrent een tvborg in de ministeriële verantwoordelijkheid, Hec is echter niet voor. |ilg gerst igts niet goed te laten verrigten, en daarna de ministeriële ver. ■woordelijkheid in te roepen. Hec is beter voor het begaan eener verkeerd. !M te waken. Op dien grond stemt hij tegen de voordrage. De heer 'Modderman heeft met genoegen de verbeteringen opgemerkt in het ontwerp gebragt zijn. Twee hoofdbedenkingen zullen hem echter '•Hen, zijne goedkeuring aan de voordragt te geven. Ten eerste betoogt 1 hit de belasting te hoog is opgevoerd. Zij zai in sommige gevallen ten zevende worden verhoogd. Die verhooging zsi de verwachting, f g m'l he schatkist wat meer gestijfd zal worden, verijdelen. Hij beschonwc tl opi1 loosing ongeraden, omdat dezelve verkregen moet worden uit kleinig. VERS!"re"ie op hec oogenblik dat zij door de ingezetenen moéten worden a|s vli SËgevenhen bijzonder knellen. De meeste acten, die tot nu toe op jEREÜW VJn '5 dénts konden worden geschrevenzullen, voortaan minstens een zegel van 25 èents, of 34} mee de opcenten, moeten worden gé tien 1 t verschil zal slzoo beloopen 13}- of 2j cents, of meer dan 60 pCt. hpoging. De redenaar noemt hog onderscheidene bepalingen of), waar. de B« ,B W "e® beswaren bestaan, omdat zij de ingezetenen zullen drukken. goeh| °°r<,eelt het ondoelmatig, de justitie-kosten te vermeerdereb. Het zou welkn W ziin, die kosten nog te verhoogen. Hij beeft nog bedenking tegen tenenl '.""'Bestelde wijze van j>röcederen. Eene eenvoudige behandeling der zaak groots.""".eétionele zoo veel, pm,slag voorkomen. Hij st^mt tegen het ontwerp. GI11C1 ,?er "ah Ryckeverseï meent, tjat het onderhavig ontwerp allezins de Mechi "id.ere overweging der Kamgr en der Regering verdiént. Hij beschouwd vanbeia--' ---i— -'£- - J— den roowC| ijlen 1 Pret REU Je Wel datu 1 [of dn YS lagelait nsiang, dat dé bepalingen wegens het zegel niét te drukkend ge- aar te *°rden voor den handel en de nijverheid. Men moet, zonder nut "be schatkistaan deze geen bezwaar opleggen. Uit dat oogpunt be. beeft hij nog eenige aanmerkingen tegen de gewijzigde voordragt,; velé vërbeteringen heeft ondergaan. HU beschouwt ondet anderen de boete van 200 en 400 malrn bet gefraudeerde regc veè! te «waar. Hé^e doet hetn leed, dat sommige riér bezwaren bij het ontwerp niet uit den weg geruimd zijn. Bij de aande behoefte der schatkist, nebben de lede^i waarschijnlijk over mindere punten h^n ge.stspt. Jndjen hrj ihs'ns voor heg ontwerp mogt stetnmen,, dan verwacht^ hij sieilig., dat iijne aantnerkinge'n met geheel verloren zullen zijn, maar bg eené latere wijziging der wet te passé zullen: konden. r - -si De heer Muisaers erkent, dat er eene drmgècde behoefcfe tot wijzigirt'^ der .wetgeving nopens het aeg.el en tot zamanvatten van al de daartoe be- irekkelgke verordeningen Jj.esoat, Hij verheugt zichdat zoo veie ver,-» bëierin&en in het ontwerfde vruchten van het gemeeo ovérleg tussehen Regering en de Kamer geweest zijn. Hij hoopt, dat het gemeen overleg pók ten aanzienvan andere on^wetpqn werken zaldat b. v, het ontwerp v wegens eene successie in dè regte. lijn zal worden ingetrokken en dat d^ voordrage wegens éene belasting op de inkomsten, die altijd aan gewigtige bezvyaren onderhevig blijft., door een gelijkmatiger en regtvaardiger vourstéi wierd vervangen. .Wat het önuerh'avig ontwerp betreft, nog eenige beden kingen zijn ef bij hetn tegen hetzélvè overgebleven. Indien de vrijstelling van het zegelregc zich alleen tot hec:dagboek of hec journaal der koopliedei.it bepaalt, dap zou er een gewigtig. bezwaar oR den.handel gelegd worden, bijwien toch dikwerf lijvige boekdeelen worden gevorderd,. Hij zal de inlichtingen des Ministers afwachten, alvorens zijne stem te bepalen. De heer van Rappard stelt, bij het onderzoek van dit ontwerp, twee punten op den voorgrond;, i°. dat elke belasting een kwaad is, en 20. déc geehe wet van eenigen omvang ooit tot stand gebragc zal kunnen wor den, wanneer ieder lid zijne persoonlijke gevoelens niet ten oiFer brengt. Hij vermeent, dat dè bepalingen van dit ontwerp niét in strijd zijn, maaf volkomen overeenstemmen met de gropdtvet» Wanneer het ia strijd was mee de grondwet, dat er eenige vrijstelling verteend \irierd, dan zouden er bjj dit ontwerp ook zoo vele vrijstellingen niet verleend kunnen worden. De jredenaar beroept zich óp de bestaande wet. De ondervinding heèfc het heil zame der bepaling geléérden aangetoond^ dat er geen misbruik van dezelve, is gemaakt. Zoodanige bepaling is nuttig, maar hèt is eene onmogelijkheidp d?t de wetgevef: alle gevallen kunne voórzieno Hij is ook niet beducht dat dè Minister van Financiën, te,Vrijgeving zal zijn in het verleenen var» Vrijstellingen en hij verwacht veeleer, dat £ijne Exc. de bestaande wetsbe palingen, streng zal handhaven. De heer van Go/tstein beantwoordt den vorigen spreker» Hij houdt vol dit er uit deze wet: nadeeiige .gevolgen kupnen voprespruirenhij wensciif het kwaad te voorkomen. Hij verlangt de wet Zoodanig gesteld te zien dat alle misbruik onmogelijk is. De heer Schooneyeld houdt zich overtuigd, dat hét odtwerp, hoefeer hec céet dè meeste zorg is onderzocht, gapingen en gebreken zal bevatten, die zich in het vervolg zullen openbaren. Hij heeft zich echter de vraag Vöo'rgesield, of ér eeriig; vitaal beZwa^r tegen het ontwerp bestaat? Hij beantwoordt die vraag ötitkennènd, [jij wederlege de bedenkingen tegeo bet grondwettig bezwaaj-, door een, afgevaardigde, uit Utrecht te kennen gegevend. Misbruik is iü alles, mogelijk. iHaar hij vreest dat misbriiik nie'c, Elke vrijstelling coCh moet door den verantwoordelijken Minister gecod« trasigneerd worden. Öe redenaar vindt de bezwaren uit hec verhoogd ré^g voor justitiële stukken zoo groot hièt, Flij vindt de voorgestelde wij^e van procederen in zaKe van zegel eigenaardig, doelmatig eo regelmatig. Hij stemt voor het omwerp. s v De heer vhn Dam vdi J.selt vraagt eenigè inlichting nopens het verband,1 heiweik er ,tUsscher« art 8 van het voorstel en art. 175 der gtondwet bestaat De heer Verwey-Msjan heeft met leedwezen ,de. opdrijving van het bedrag eer-belasting o;m Waard. Hij gelöofc, dat de opbrengst der belasting daardoor niet zal vermeerderen. Hm is vooral, fn het belang van den fiscusdar deze {vet gemaakt is. Élke •^cfboo^mg van hec regt is geene vermeerdering van oe opbrengst. Dit beef' de Graaf van Hogendorp reeds te kenden ^egeveif, toen die S aacsraan in 1823 eene voorgestelde wet, betrekkelijk bet zegel, bestreed. Hij deelt ook he nrondtvèttig bezwaar tegen het ontwerp geop perd. Het verleenen. van gratie behoort tdc- de regten der kroon. Maaz hec geldt hier eene kwijtschelding of vermindering van lasten. Men wil alzoo soms een vqorregceen privilegie, toekennen. Men is bij art. 44 te ver. gegaan. Dai art. is met de grondwet niet overéen te brengen. Hij sterile tégen dé voordragt.. De heer den Tex is van eèsi tegenovergesteld bègrip. Het is, aan geeti twijfel onderhevig, dat de wet aan den Kohin^ het règt. van dispositie kan oparagen. De grondwettige bepalingen beletten de aanneming van het tegen woordig wets-ontwerp nier. Hij scemc voor hetzëivé. De heer Luzac kan niet toegeven, dat de grondwet zou verhinderén de vaststelling der bepalingen, in art. 44 van wet ontwerp voorkomende, [n allen gevalle de groote meèrderhéid hee/*t dat gevóelen omhelsden hec langer volhouden van die meening kan tot geen gevolg leiden. Hij scemc vóór her ontwerp. De heer. Modderman licfic nog nadaf zijn gevoelen tóe. Zijne Exc. de Minister van Financiën heeft de eerste gelegenheid die zlchi aanbood, bij de Hand genomen., om de gedragslijn bloot te legge'n, die hij voornemens is, ten aanzien van 's Rijks financiè'n, té volgen. Órde, een voudigheid, openbaarheid en waarheid in alles wac de geldmiddelen'van dea Staat betreft. Zoo veel mogelijke spaarzaamheid in de Uitgaven. Het daar- stellen van. een evenwig' tussehen de pntvangsten en uitgaven; verevening) van den achterstand. Opheffing of wettelijke regeling van alle bestaand® Rijksfondsen.. Hét is verwezenlijking van dit alles, dat Zijne Exc. zich tén doel gesteld heeft. Ziine Exc. wenscht Ook tot êëne vermindering' vtfa lastert te kunnén geraken. De toestand echter waarin de Minister, bij de aanvaar* ding zijner betrekking de geldmiddelen van den Staat heeft gebonden-, maake eene verhooging van lascen onvermijdelijk. Hij zal steeds trachten de uit te schrijven belastingen, voor ?oo veel-mogelijk,'in verhouding te brengen mee het vermogen oer belastingschuldigen. Zijpe Exc. hoop cpic door bet stipt ia fiet.oog houden dézer gedragslijn te zullen verwerden, ëd dat, door de me« dèwerking der Kainër tot de tot .dtit; einde aan te bieden voorstellen, hij hi Staat kal zijn vel? moeijelijkhedeii uit den weg te ruimen, die zich mogcea hebben voorgedaan, Óyergaandé tot het ontwerp, hetwelk thans in beraadslaging is zegt de Mi nister in hec algemeen, dat het zegel eene der minst.drukkende belascingóti is, die aan de ingezetenen is opgelegd, daar zij bij kleine sommen worde, opgebragi. Zij is daar?nboven zoa gering, dat daaruit zeldzaam eenig be zwaar kan omstaan. Sedert gcruimen ty'd had men het oogmerk, dit icgi te J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 1