t E Y D S C II
COURANT,-
JOANNA
LI RIVIÈRt
eldheid onre
ALI
van ruim 70
KLU IT,
'Ier Naam.
MAANDAG',
KENNISGEVING,
f ïtvtkt burgemeester kn wethouders dfr stad leyden, gelet hebbende o?
JLI N N Jl. ade en 3de Hoofdstuk ven het Reglement voor het bestuur dezer Stadgearresteerd
bij fijner Maje'steits besluitvan dén 4 Jai.uarij 1824, N". 108, alsmede op de dièpu
omstandig,ajL vail HH. Gedeputeerde Staten van 2uid-Hollandvan den 8. ]anuarij 1830, waarbij
|s medegedeeld 's Konings besluit, van den 24. December '1829, N3 123, houdende
bepali»»en omtrent de jaarlijksche vervulling der buitengewone vacatures in de Kies?
Kolleg ënbrengen bij dezen ter kennis van derzetver ingezetenendatten einde het
Ries-Kollegie, op den 30'. September aanstaandevóór de dairin Veroorzaakte buitenge-
w
IF.l'VO
TX
neo met
voor
met
voor I
DAlketiedenbiljetten ter invulling zullen worden rondgezonden benevens eene naamlijst
met rand der personen, die de vereischten bezitten om tot Kiezers te. kunnen worden benoemd
r«»,t «elke stembiljetten, na behoorlyk tb *yn iiigevuld, eigenhandig geieekend ert, gesloten,
toegevallec Re vierden dag na de ro»d2ëri'dlngvan wegè dit Rollëgië* door dè A'tads-bóden
ioohsVi:Jjn je huizen zullen worden opgehaald in eene gtslotene kiitr; terwiil/digeenf weike zijn
ve ter deze; biljet niet gereed ter afgifte zal hebben geliouaen wrodt ditmaal te hebben afgezien van
Uk ie Re, 'de uitoefening van zijn stemregt.
e Dat gemelde naamlijstzoowel als die der Stemgeregtigden y\ an beden tot den 14. Au
«ustus aanstaandede zondagen uitgezonderd\s morgéns, vah io tót i uurter visie
vereert, jj^ publiek zal liggen ter Secretarie dezer St'aaten einde aan,een' ieder, welke
vermeenen inogt ten onregie daarvan re zijn afgelaten, gelegenheid tot doleantie te geven,
en alzoo zijnen naam nog op dezelve, of op eene van beide zouden gunnen worden
prijs geplaatstdoch welke lijsten op den gemelde» 14. AÜguStus finaal zullen worden geklote».
voor E» opdat niemand onwetend zoude zyn, 200 van hetgeen veieischt wordt otn Stemge.
regtigd te zijn, als om tot Kiezer benoemd te kunnen worden,wordt bij dezen herinnerd
'fin de navolgende artikelen van het meergenoemd Reglement
Art, 2. Voor Stemgeregtigden worden gehouden zy die ten minste gedurende liet
laatst verloopene jaar Ingezetenen der Stad of van derzelvèr grondgebied gewèeSt, en nog
m werkelijk op het oogenblik zelve Ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren
hebben vervuld, jaarlijks in de verponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten
het patent-regtbetalen niet beneden de zeven en twintig guldensaan de wettelijke
verpligtingen aangaande de nationale militie, naar aanleiding der grondwet, op hen
igvlegd, tot op het oogenblik toe, hebben Voldaan, en niet vallen inde termen van
-uitsluitingby het volgende artikel bepaald.
12 J Art. 3. Vatl de uitoefening van het sremregt zijn uitgesloten zij,die in dienst zijn,
of'pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid, buiten autorisatie des Konings;
die zich in staat van geregtelyke interdictie bevinden, alsmede d:e, aan welke geregielijk
Cc" raadsman IS toegevoegd; die in staat van faillissement zijn; die cessie van hunne
jjoedcen gedaan hebben; die eeti crimineel vonnis hebben ondergaan, door geene nadere
enz,,; ^t8praak 0f beslissing krachteloos gemaakt; die ten tijde van de stemopneming nog in
stut van criminele jeschuldiging zijn.
«Art. 4. In de beoordeeling aer al of niet bevoegdheid tot uitoefening van her stem-
I PersODf re^lt naar gelang der betaald woidende jaarlijksche som in de bovengemelde belastingen,
rden thir ia\ alleen in Aanmerking vVórden genomen het monrant. waarop men in die belastingen is
aangeslagenonverschilligof de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk
gelegen zijn, en of de daafvoor te betalene belasting al, of niet, in eene andere gemeente
lid wordt voldaan; zullende echter diegenen, welke derzelver belasting-betaling m eene
f 6a r >ni^ere gemeente ten deze zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daarvan vooraf
V aan het Stedelyk Bestuur kennis te geven, ert des gevorderd aan dat Bestuur dé bewyzen
van die betaling te vertoonem
emden ei „Art. 5. De belasting w-gens panden, in compagnieschap bezeten, opgebragt wor#
OCht »of dendezal aan ieder eigenaar voor zijn aandeel worden toegerekend, mits de personen,
welke daaruit hunne stemgeregtigheid of bevoegdheid tot het kiezerschap zouden willeb
ó.itleeneuwerkeiyk als medé eigenaars van zoodanige panden op de registers der Ont-
m Erf rfe Vingers van de directe belastingfetl bekend staan
k „An. 6 Wat aangaat her bedrag van belastingen wegens verhuurd wordende huizen,
of andere eigendommen waarvoor de eigenaars zyu aangeslagendoch door de huurders
ail ZUlvgi >an ben restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder de opbrengst der eigenaren blyven, als
alleen daarvoor by de Ontvangers bekend staande.
„Art. 7. Zij, welke gehuwd zijn, het zij in géiheenschap van goederen, of daar
III buiten, met vrouwen, die de bepaalde sotnme in de bovengemelde belastingen opbrengen,
rullen, ofschoon ter zake van hunnen eigen aanslag niet bevoegd, niet te min ter uitoefe-
Ze« Uri umK van het stemregt worden toegelatenwanneer zij de overige vereischten in zich
1 veteer.igen; zoo als ook de vader van feen minderjarig kind, hetwelk de bepaalde somme
i' inde belastingen Opbrengt, wanneer hij uit eigen aanslag niet reeds tot het stemregt inogt
"t! tevoegd zijn, tot de uitoefening van hetzelve zal toegelaten wordenindien hy de overige
K vereischten beZithetgeen even zeer het geval zal zijn ten öpzigie Vah een* meerderjarigen
en daar .zoon, of eene» det meerderjarige zoons van eene moeder-weduwewelke zich in gelijk
joven-i' #eval bevinden mDRt
«Art. 8. Zoodanige moeders-weduwen welke' verlangen zouden, dar die uitoefening
1 j ?eschiedc» zullen verpligt zyn dengenen van dèfzelver zoons, door wien zij, bij voor-
komende gelegenhedende uitoefening tot weder opzeggings toe zouden 'oegeeren verrigt
poort: te bebbena^n het Stedelyk Bestuur kenbaar te maken, 0111 daarvan de noodiee nantec-
Uis on| ^tening te kunnen houdeli tot narigt; terwyl het, voorschreven Bestuur de moeders wedu-
nd Se: w^nvoor zoö verre die aan hetzelve mogten bekend zijn of door hetzelve ondersteld
worden in de termen te dezen te verkeeren, mét de vorenstaande bepaling zal beicend
maken.
An. 9. Hét zal onverschillig zyn of de opgegavenë zoö'n gehuwd of ohgehuwd i';,,
zn alof niet, bij de moeder-weduwe inwone, mits hij den ouderdom van 23 jaren ver
vuld hebbe, en alle verdere vereischten (dat omtrent de belastings-betahng alleen uitge
zonderd) in de Stemgeregtigden gevorderd wordende, bezitrevoor zoo verre hij namelijk
niet reeds uit eigen hoofde het stemregt uitoefent, daar er dooi" eenen persoon niet riieer
dan eene stem kah wbrden uitgebragr;
„Art 10. DeZe voorgaahdè attikelen zyn ook tot de bevoegdheid, om tot het, kiezef.
schap te worden benoemd, toepasselykbehoudens oe verdere vereischten der Kiezers,
volgens de bepalingen van aft. 23 van dit Reglement
„Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor Kiezers, ter vefvanging van
let gewone aftredende eèn defde, ook tevens voor de vervulling van buitengewone
vacatures in het Riezers Köllegie wordt gestemd, en er dus wordt gestemd voor een eethl
kiezers-plaatsen dat der gewone aftreding te bovengaande, zullen de personen, ten getalle
als de gewone vacatures bedragen, welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen,
beschouwd worden als ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemd, en diegenen
^elke op dezelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgentèn
'getalle als de buitengewone vacatures bedragèn, worden beschouwd ter vervulling dier
'buitengewone vacatures te zyn benoemdmet dien verstandedatwanneer de nog over
geblevene rermyn van zitting van de gewezène Kiezers door wier gemis de buitengewone
'vacatures zijn ontstaan, verschillend mogt zyn, alsdan diegeen der benoemden voor deze
buitengewone vacatures, welke het eerst invoege vorengemeid de betrekkelijke meerderheid
zal hebben bekomen, geacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de buiten
gewone vacaturewaaraan nog de, langste terrayn is verknochten zoo vervolgens bij
afdalihg,
4,Art. Een derde deel der Kiezers zal om de drie jaren naar toerbeurten aftreden;
de aftredenden zfy'n echter weder verkierbaar enz.
,t Art. 23. Niemand kan binnen de Stad Kiezer zijn, ten zij hy den ouderdom van
'b$ jaren beeft Vervuld, binnen het Ryk of deszelfs koloniën geboren is, of brieven van
laturalisntie bekomen heeft, of wel by wetduiding voor Nederlander gehouden wordt
igj jol tinnen de Stad stemgëregtigd is, et> vöor een inboorling der Stad. of met eene burger-
dochter gehuwd ziinde, gedurende de laatste drie jaren, en voor een* inboorling van het
1 10 fcyk of genaturaliseerden gedurende de laatste zes iaren. Stads ingezeten is geweest,
(2ondef dal echter afwezendheid ten gevólge van bedieningen, door of van wege den
Koning opgedragenIn deze hinderlijk zal kunnen 2yn) en voorts jaarlijks in de verpon
ding en \erdere beschrevene Ryksmiddelen, buiten het Patenregt, op den voet der Stein*
geregtigdën, betaalt eene som van ten minste honderd en vijf guldens,
„Tot Kiezers zullen daarenboven niet kunnen worden benoemd zij, die van eenig amht,
bost of bediening, door den Koning mogten zijn ontzet, ofwel ontslagen, anders, dan
met vermeldingdat zoodanig ontslag op bun verzoek of honorabel is gegevenzoo
lang z^j door den Koning van de onbevoegdheid om benoemd te worden, niet zullen zyn
Ontheven.
Ook zal tot Kiezer niet kunnen benoemd worden hy die aan eenen reeds benoemden
Kiezer In den eersten of tweeden graad van bloedverwantschap, of zwagerschap bestaat.
awee personenzich zoodanig bestaande, te gelyker tijd wordende benoemdzal het
rootte1
Put n
t ƒ28.1
onder i
te zi:
fn de'
'oor
kunn:.
t en Di
gs teil
a tore f
nre.tf
ek Ve.»
S en
HO;
woe;.'
E 3 Ifl
den N'
KHl'l
alK,l
r e« t
)e I»:'
B.'
ia
S •- i s' f' X; A .5»
AUGUSTUS.
CP;!.'
•20
lot tusschen hen beslissen; terwijl voorts de bepalingen vnn ait. 48, '49 en 50, ook i
deze zullen toepasselijk zijn.
Art. 48. Voor aan elkander verzwagerden zullen te dezen opzigte niet gehouden
worden 2ijwier huisvrouwen elkander in een' der gemelde graden bestaan," enz.
Art. 49 Opkokende,verzw.ngering gedurende het zitting hebben 2al van het gevolg
zyn, dat bij, die de verzwagenng veroorzaakt, zal moeten ophouden verdere zitting te
hebben -
a Art^ 50. Indien de vrouw, door welke de Verzivagering is ontstaan, overleden is,
zal de zwagerschap gerekend worden op te houden." 1
extract uit het Koninglijk besluitvan den 24. December
1829, n°. 123.
Ge buitengewone .vacarures, welkehet- zij door overlijden, vertrek, of andere omstan
digheden. in de stedtlijke Kies KoJegiën, mogten ontstaan telken jare in den loflp der
maand September, genoegzaam, tydig. vóór het tijdstip bij art. 20 der Stedelijke Regie
menten, tot de bijeenroep.? ng der Kiezers bepaald, en al zoo vóór de eerste week van de
jnaand October, zullen moeten worden vervuld, op de wyze, voorgeschreven by art. 12
en vólgende va» die Reglementen.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der
Stad Leyden; op den 31. Tulij 1843.
D R I U.
Ter ordonnantie.van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
NEDERLANDEN.
Leïden, ab Aognstns.
Uii Dordrecht wordt geschreven, dat Ds. W, R. Veder,Theol. Doe!.voof
de op hem door den Kerkenraad alhier uitgebragte beroeping tot Leeraar
bed.nkt heeft. j
rUit 's Gravenhage meldt men van den iSden deaer:
Bii gelegenheid van den verjaardag van Zijne Maj. Koping tTilltm Frederii^,
Graaf van Nassau, zal de geheele Koninglijke famielje zich uit 's Graveo-
hage naar het ,L°°. begeven,
Ih de zitting van de Tweede Kamer der Staren-Generaal van heden I,
irieekomen en naar de Commissie ad hoe verzonden een adres van den stede -
lijken raad te Brille tegen de adngeDodene vbordragttoe wijziging der wee
op de régtêrljjke brganigatie.
De Voorzitter heeft kennis gegeven dat tot rapporteurs nopens die voor,
draet benoemd zijnde heeréns van Rosenthal, van /liertakenden Texvdü
Goltstem eo van Heioma,
Daarna is beraadslaagd over het ontwerp van Wet nopens de scheepssoldijen.
De heer vah Reehteren: Er bestaat,7 zoo veel ik uit de verslagen dezer
Kamer en de beantwoording der Regering heb jtuhnep ontwaren, geen ver
schil van meening oVerde nuttigheid van de wijze van uitbetaling der icheeps-
aoldijen maar wel hoedanig de oicbetaling dier soldijen, die in den loop van
verscheidene jaren bjj gedeelten plaats vindt, in verband is met de wer, hou
dende instructie voor de Algemeene Rekenkamer.
De Regering zoekt liet middel |n art. I der aangebodene wet. uitgedrukt;
door de scheepssoldijen, te rekenen tot bet dienstjaar, in hetwelk dezelve
aan de geregtigden werkelijk worden uiibeiaald, met andere woorden^ door
de posten van dé staatsbegrooifng van 2 tot jaren (over zoodanig tijdvak
toch kan de betaling volgëni de toelichtende memorie zich uitstrekken
te doen openstaan. De groote meerderheid van U Edel Mog. had verlangd,
'dat vooraf de Rekenkamer mogt worden gehoord. De Regering hééft niet
temin zwarigheid gemaakt aan dit verlangen te voldoen, en daarin eene mee.
de grondwet strijdige handeling vermeenen te iien. Het zal zeker elk Uwer
Edel Mog aangenaam moeten zijn, na de vele onregelmatigheden en ongrond.
wettige handelingen, die, vooral met bétrekking tor het beheer van '1 landt
financien hebben plaats gehad, te ontwaren, dat de Regering het voornemen
iin den dag legt. zich thans aan dé grondwet te willen honden. Maar
daaruit volgt geenszinsdat dè Regering, in dit geVal, volgens mijn Be
scheiden oordeel, te regt de grondwet zonde hebben ingeroepen, aangezien
ik integendeel vérmeén, dat de Kamer, door het advijs der Rekenkamer te
verlangen, wel verre van de Regering tot eene ongrondwettige daad aan te
sporen; niets anders heeft gedaan, dan dac te vragen, waarop zij regt had,
namelijk, inlicnringen van dat staats-collegie, hetwelk inlichtingen in deze
geven konde. Ik wil hier niet inde quaestie treden, of de Kamer door
tie grondwet al dan niet de bevoegdheid bezit, zich regt«'reeks door Com.
inissieo uit naar eigen boezem, die iniientiogen te verschaffen, die.zij noodig
acht, of zijin één woord, het onder de meeste constitutionele Regeringem
bestaande aroit d'enquête bezit, en behonue mij voor, bij de eerste gelegen
heid, waarbp dit te pas zal komen, op de beslissing daarvan terug te komen.
Vermeende ik, zonder de nadere toelichting der Rekenkamer, het wets,
ontwerp, thans aan onze beraadslaging onderworpen, niet genoegzaam toe
gelicht te zijn, om door mij te worden beoordeeld, dan zoude ik, of die
beoordeeling hebben moeten opschorten, of het weti-ontwerpten gevolge
der niet verkregene inlichtingen, naar den regel: dans te doute abstiens tot
moeten afstemmen.
Dit Is het geval echter nfet. Zoowei de inhoud van het wers-ontwerp
zelf met de tbelichtende memorie, als de antwoorden der Regering op de
bedenkingen der Kamer, hebben mij de overtuiging gegeven, dat hetzelve
zoodan'g afwijkt van de algemeene en onveranderlijke regelep van goed
finantiëel beheer, dat hetzelve ia onaannemelijk. Het wets-ontwerp wettige
vermenging van uitgaven van verschillende dienstjaren. De soldijen toch
zullen gerekend worden tot het dienstjaar te behooren, niet over hetweljc
zij werkelijk verschuldigd zijn, maar in hetwelk zij worden uitbetaald. De
uitbeialing zal kunnen loopen over een tijdvak van 2 tot 8 jaren. De ver
menging van diensijaren brengt oniekerbejd en verwarring in de geheele
dienst te weeg; en het grondbeginsel van scheiding der fondsen van de
verschillende jaren ligt tot grondslag van alle comptabiliteit, zoowel hij de
kleinste als grootste gemeenten bij provinciën en Rijken. Men kan dit grond,
beginsel fundamenteel voor elk goed finantiëel beheer noemen. Art. 27 der
wet op de Rekenkamer stelde dan ook ontegensprekelijk in de tweedé aline*
vast, dat ef geene vermenging van fondsen over verschiltendé dienstjaren,
of zelf» van verrchillende hoofdstukken hét gevolg vati de verevening kan
zijn. De Regering heeft; bij de behandeling dezer wet, dan ook, ih der
zelver antwoorden op de bedenkingen der Kamer, her navolgende gezegd:
in het grondbeginsel vin niet-vermenging vin dienstjaren is dit een ander
geval; wint de aard der uitgave kon aan de omschrijving vah den post be.
antwooiuen. tetwijl niettemin de verevening op een ander dienstjaar worde
aangevraagd dan waartoe de uitgave behoort. Dit moest dus uitdrukkelijk
worden verboden, zoo als de vermenging van hoofdstukken, waartegen do
Algemeene Rekenkamer waakt, ter voldoening aan eene grondwettelijke
bepaling. Zie art. iiy der grondwet, 3de alinea. En thans stelt de Regefinj