BYDS'C3 8 IS\ 14 C O R A N T. WÖ E N S D A G* ai J U N I]. NEDERLANDÉN, bs t b E N i so Junij. Naar men verneemt. Is door het Hof van Zuid Holland opgemaakt de Volgende lijst van Candidatestot vervulling van de opengevallene plaata )n gemeld Hof, te wetens de hee.ren Mrs P. Bujskes, P esident bij de Arrondissefnents-Regtbank alhier; iV. C. ti. H'iirtgens, Advocaat te 's Gra- venhageB. v. si. KeldsnOfficier bij de Arrondtssements Regtbank te 'i Gravenhage; P. J. Elètst, Regter bij evengetuelde Regtbank; S. Sckmolck, Procureur te 's Gravenhageen 71. J i.He Bordes, Regter bij de Arron. 'dissements Regtbank alhier Uit *s Gravenhage meldt men van den ipdetn Gisteren avond zijn HH. KK. HH. de Erfgroothertog en Ërfgroothértogin Van Saksen-Weitha'c-Eisenachin deze Residentie aangekomen. Zijne Maj. de Koning en Z. K. H. Prins Hendrik, die de Vorstelijke personen waren te gemoet gereisd, zijn met HH. KK. HH., in de Hoofdstad teruggekeerd, De Staats courant van Maandag bevat een Konlngltjk besluit van 35 Mei I. I;, waarbij eenige percelen land, behoórende aan J. Hamêrs te Sparendam, ten dienste van de droogmaking van het Haarlemmermeer ontei» gelid worden; als zijnde die droogmaking ten algëmeenen nutte. Naar men verneemt heeft liet Zijne Maj. den Koning behaagd bij besluit van den I4den dézer, aan J. 'van de Laarschot kwijtschelding te verleénen van de doodstraf met den kogelwaartoe hij ter zake van insubordinatie is veroordeeld door den krijgsraad in Noord-Holland en die straf veranderd in ten confinement van 15 jaren, Zijne Maj. heeft Ds. J. C. Loman, Predikant der Evangelisch Luther, iche Gemeente en Secretaris van de Synode bij gezegd Kerkgenootschap benoemd tot Ridder der órde van den Nederlandaclien Leeuw. Zijne Maj. heeft den heer S. A. Ruet, observator bij de sterrewache vin de Hoogeschool te Utrecht, benoemd toe Lector in de sterrekunde al* daarbuiten bezwaar van 's Rijks schatkist. Zijne Maj. heefc de oprigting van eene afgescheidene gemeente toé- gestaan te Giesseu in Nóord-Braband, Op een, door den bakker A. Berends en eenige andere ingezetenen uit Arnhem, bij Zijhe Maj. ingediend adres, het verzoek bevattende, dat zij, hoezeer zich niet van de Hervormde Kerk afscheidende, nogtans als een afzonderlijk godsdienstig gezelschap inogten worden beschouwd, is, dezer dagen, te kennen gegeven, dat de Hó'oge Regering geene termen gevonden heeft, om hun verzoek in te willigen. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heefc zich in hare zitting van heden vereenigd met het uncwerp van wet strekkende tóe tijdelijke voor. liening in de behoeften dér schatkist, 17/r het thans opgemaakt voorloopig verslag der centrale afdeeling vati de Tweedé Kamer dér Stacen-Generaalbetrekkelijk het ontwerp van wet; nopens het rekenpligtlg beheer der scheepssoldijen blijkt, onder anderen: Dat de leden met de Regering de wenschelijkheid erkend hebben dat de thans gebruikelijke wijze van voldoening der scheepssoldijen, waarvan de ondervinding de nuttigheid' heeft aangetoond, geene verandering onderga, en de administratie alzöo van die gelden, voor zoo veel de verhouding tusscheo het Departemenc van Marine en de schepelingen aanbelangtop den tegen- woordigen voet behouden moge worden. Dat derhalve hiervan uitgaande, de gfoöte meerderheid tevens heeft erkend, dal de wij zewaarop die uicbetaling tot dus verre geschiedde, niet wel is oaereen te b'rehgen niét de bepaling van art. 27 der inscructie voor de Algemeene Rekenkamer, waarbij aan dat Collegie is opgelegd, om toe ce ziendat er geene vermenging van fondsen over verschillende dienstjaren plaats hebbezoodat er hares inziens noodzakelijkheid bestaac, om daarin h|j de wet té doen voorzien. Dar her intusschen aan veleii eenige bevreemding heeft gegeven, dat uit de memorie van toelichting van het ontwerp, waarbij zoodanige voorziening wordt voorgesteld, niet blijkt, dat het gevoelen der Rekenkamer omtrent dezé zaak is gevraagd, hétgeen men nogtans wenschelijk had geachc, zoo wel uit hoofde dat Collegie regtstreekS bij de zaak betrokken is, en hetzelve ook in der tijdblijkens de memorie van toelichting, heeft medegewerkt tbt vaststelling van de bestaande voorschriften betrekkelijk de controle der scheepssoldijen, als voornamelijk, wijl het geheel in den geest ligt van de instructie van de Rekenkamer (men zie de art. 13, 14, 15, 16, 17 en 65 dier instructie,^ dat zij in de gelegenheid worde gesteld, om aan de Rege ling al zoodanige voorstellen te bunnen doen, als zouden kunnen leiden tot Vereenvoudiging en verbetering van 's Rijks geldelijk beheer. Daar te boven is, naar het gevoelen van de meerderheid, dat Collegie op het ware stand punt geplaatst om de middelen te doen kennen, door welkein overeen, stemming mét de voorschtiften barer instructie, de geregelde gang der admi nistratie vèrzékerd zou kunnen worden. Die meerderheid verklaarde derhalve ér groot belang in te stellen j oto te vernemen; boe de Rekenkamer over de zaait denkt, én voor hec geval dat men toe dus verre dat Collegie té tfétef zake niet mogt hebben gehoord, verklaarde zij er grooten prijs op te jiiellehdat zulks alsnog moge plaats Hebben, en dac van hec advies van hec Collegie aan de Staten-Generaal mededeeling worde gedaan. Dat terwijl alzoo de groote meerderheid, in het Vértrouwen dat de Rege ring geene zwarigheid zal tnaken om te dien opzigte aan haren wensch te voldoen; middelerwijl heeft gemeend, haar oordeel omtrent de tegenwoor. Bige wetsvoordragt te moeten opschorten, onderscheidene leden nogtans iri Ben loop der beraadslagingen hebben doen gevoelén, dat zij er noode toe Zonden kunnen besluiten, om, zonder volstrekte noodzakelijkheid, hunne goédkeuring te verleenen tot hec daarstellen van eene afwijking van een zoo gewigtig beginsel, als die Vervat in are. 27 van de instructie voor de Reken kamer; en dat ook het voorgestelde middel, hunnes inziens, daarom minder aanbeveling Zoh verdienen, omdat het zoo hoogst moeijelijk icheehdé tamingen wegens de werkelijk benoodigde gelden met juistheid op te maken. Bij die gelegenheid zfjn tevensmet opzigc toe de wijzewaarop in de bestaande moetjélijkheld gevoegelijks! zoü bunnen voorzien worden; eenige denbbeel. den tér sprake gekomen, Welker vermelding, schoon de meerderheid zich daaromtrent niet bepaaldelijk verklaard hebbe; evenwel aan de cencraie af deeling niet ongepast is voorgekömen. Dat de groote meerderheid intusschen van gevoelen was, dac, In afwaeh tihg eeher voordrage tot definitieve regeling van het onderwerp voor het vervolg, Inmiddels bij eene transitoire bepaling zoude behoorèn gezorgd te worded voor den geregeldeii gang van zaken, met bëtrefcklfig tot allescheeps. soldijen, die tót en met hec loopeüde dienstjaar verschuldigd zoudeii zijn, terwijl voorts door vele léden, eer bevordering van regelmatigheid, nondlg werd geacht om eené splitsing daar te stellen insschen de it'lieep--n'M!] vóór en na i°. Jannarij 1841, ten getto.ge van dood of ontslagopvortien -r geworden 'en om de eerstgeulelden te brengen tot den staat van 's P. nu ach ersiand Dat eindelijk nog in alle afdeelingen de vraag Is behandéld of hec t u-t: dcélcnatig zoude Wezen, om den terttiiiri vari verjaring, welke ihana - geng de gewone regelen van het burgerlijk regt, op dertig jaren gi.«re-d ter bevordering van regelmatigheid öenigzins aanmerkelijk te verkorten, i.» gelïjker voege als zulks ten aanzien van de renten der nationale schuld her plaats gehad Omtrent de toestemmende beantwoording dier vraag, wvc-f bijkans alle leden het eens, doch bestond er eénig verschil van gé-v ten aanzi'én van de lengte, welke aan dien termijn zou beliooreh gë^evml te worden; dé meeiderheid meende, dat de verjaring zoowel ten aanz-te-i van de schepëlingén zelve, als ten aanzien van hunne erfgenamen', tt--: 5 jaren 2ou kunnen worden ceruggebragt. Dat de slotsom van hét onderzoek van liet onderhavig wees-ontwerp du* geweest is, dat de trieerderheidonbekend gebleven met hec gevoelen v,-; de Aigemeené Rekenkamer omtrent hec voorgestelde voorziemngs n-ido mitsdien huiverig is geweest ooi deswege een bepaald Oordeel aan den i.' te leggen; dat echter dié meerderheid heefc verklaard, ongaarne eene c.t zondering te zullen toelacen op het zoo heilzaam verbod var. dienstveuri ging, en dat overigens men is overeengekomen, om wenscheliik te a-chre? a dac er eene transitoire bepaling worde voorgedragen tot opheffing van ree. 3 ontstane inoeijelijkheden, en dat er voorts een voorstel worde gedaan r verkorting van den bestaanden termijn van verjaring der scheepssoldV'u premien, tractementen en dergelijke. Tèn slotte heefc de centrale afdeeling vermeend, dén wensch te nUevl Uitdrukken, voor zooveel, mee betrekking tot andere gedeelten va-» dv dienstmcieijelijkheden uit hec vérbod van dienstvermengiiïg ohderyondcd tnogten zijn, dac ook dienaangaande gelijktijdig de noodige middelen van voorziening tïiogen worden voorgedragen. - Uit Rotterdam meldt men van den 19 Junij: Zijne Maj de Koning Hoogstdeszelfs verlangen te kennén hebbende -:n - geven, om HH. KK. HH. den ferf-Groothertog cn de Ërf-GrootHertogm -si Saksen-Weimar Eisenach, de rivier per stoomjagt van Maintz at komend^ welkom te heeten, hadden de Directeur-Generaal van Marine én de Kap? ter zee, Ver HuellDirecteur der Marine alhier, den last gegeven "I stoomjagt de Leeuw tot dac einde gereed te doen liggeh. Nadat vooraf Z, Exc. dé Directeur-Generaal van Marine, Schouc-bij-nachc Rijk, gisteren 's Rijks werf was aangekomen arriveerde aldaar omstreeks half drie n Ztjne Maj. de Koning, vergezeld van Z. K. H. Prins Hendrik der Nedzils» den, en van Hoogstdeszelfs Adjudant, den Kapitein-Luitenant ter z o vj Kdrnebeck, en werd gerecipieerd door den Directeur der Marine alhier, ó-u heer Burgemeester dezer stad, den Commandant, de hoofd- en verdere o'ii eieren der schutterij, den Commandant van hëc corps mariniers en ver-Pri booge autoriteiten. Zijne Maj., Z, K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, als mede fop u?r. noodiging van Zijne Maj. de Directeur-Generaal van Marine), begaver, >..0 dadelijk aan boord van het stoomjagt de Leeuw, het welk de haven uitkomen Jc dnder een Koninglijk salut van Zr. Ms. op de rivier liggende brik Pegasns* welke geheel en al mee vlaggen bedekt was, naar boven stoomde; terwj de talrijke koopvaardijschepenlangs de Boompjes liggende, met vlagü-.-d versierd waren, en èen aldaar liggend schipj coebehoorende aan den he r van Hoboken van Rhoöh en Pendrechc, een Koninglijk salut deed. Nabij Krimpen san de Lek verwachtte bet stoomjagt de afkoiheridesc?vt1«! boot, en Zijne Maj. de Koning haalde in persoon Hoogstdeszelfs Doorluchtig* Schoonzoon en Dobhter, mee eene sloep, van die stoomboot af. Omsteek half vijf ure kondigde een Koninglijk 9alut van Zr. Ms. brik Pegassïs de <e komst van het stoomjagt aan, dat weldra aan hec Hoofd der haven van's--Rijks werf aanlag, onder hec spelen der muzijk van de schutterij, en hec parade- ren van een detachement marinierö. Zijne Maj. de Koning, HH. 'KK. I!-"; de Erf-Groothenog en Erf-Groothercogin van Saksen-We»mar Eisenach n' Z, K. H. Prins Hendrik der Nederlanden werden op het hoofd door dé aldaar aanwezende hooge autiriceiten plegtig gerecipieerd, en vertrokkenor» ?- het gejuich der te zamebgevloeide menigte, naar de Residentie. Zijne Mi;, gaf Hoogstdeszelfs hooge goedkeuring te kenneu over ailes vvac bij cc/- plegcigheid was in acht genomen. Te Hoogvliet in hec Overmaasscheis in den nacht van Vrijdag •op' £arurdag een hevige brand uicgebarscen, waarbij 12 woningen, allen nfët ne: gedekt, eené prooi der vlammen geworden zijnen 21 huisgezinnen van wmihi-z en tnëerendeels van hunnen inboedel beroofd zijn. De algemeene liëfdahj heid wordt voor die ongelukkigen ingeroepen. Uit VlissiHgen wordt vermeld, dat men aldaar binnen kort Zijne M o den Koning verwacht, om hec exercitie-eskader, vóór hec üicloopenir> oogenschouw te nemen. Men schrijft uit Goes van den i4den Junij: Er wordt dezer dagen hier en in ons eiland openbaar rondgevenr én !ar. v de straten opgedreund een geschrift in proza en poëzij, inhoudende e. o opwekking tot bekeering van hec Nederiandsche volk wegens de zw oordeden Gods in en buiten Nederland. Behalve hec ongerijmde van de. titel en het ongepaste van het gansche bedrijf, zoo is de inhoud van geschrift leugenachtig en opruijend. Er wordt onder anderen ia ge.°r ^,dat alle levensmiddelen duur zijn, en het onder zware lasten geriru volk brood noch werk heefc." Hec ware te wenschen, dac hec publiek aan zulke prullen geen oor (ec f èn er geen cent voor over had. De verkiezing coc ïeden der Kamers in Belgïe, heefc geen mW'-wpi onderscheid aangebragc in de verhouding der twee hoofdpartijen, de L: len en de Kacholijkeu, alleen zjjn van de laatsten eenige hoofden niet wwL* ingekozen. SPANJE. De iaa-stè berietén bevatten weinig zekeré tijdingen omtrent den toer-: van den opstand in dit land; onder anderen werd medegedeeld, dat de in ners van Barcelona zich van het onlangs versterkt fort Monjoich iia- meester gemaakt, hetgeen van zeer veel belang zou wezen, omdat dit k teel; zoo als bij het vorig oproer gebleken is, de stad in bedwang hield;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 1