A*. 1843.
L E Y D S C II E
N*. co.
C O R A N Te
•th
iH
f
KI|
en*
igiH
ert
fnië
dé
neö
dag
VRIJDAG,
19 MEI,
ren
gen
d
een
ch-
fiéi
laaf
c er
>d§-
airö
te
den
1 de
ek-
het
ver.
oor-i
mik
ans,
t
remie
16381
ijdefl
?der»
IK.
ren,
riE,
■ecnt
:ou-
dsei1,
Kan,
itiën,
It. Il
deur-
Mge-
vaat,
evem
ti dei
'AAT
dei
1.1
1 den.
1 een
aëct»
ragei
e vi:
>pe«.
Wet-
:iten,
JON-
volt
nsdif
Ie juf
dorp,
.EN,
isten,
eei
Kolf-
tenige
deoi
NEDERLANDEN.
LeVden, 18 Mei.
jZ(jne Maj. heeft tot Consul-Generaal der Nederlanden te Weenen benoemd
tien Ridder IV. von Henikstein.
Zijne Maj. de Koning wordt tegen het eind van de maand Junij in
het Groot-Hertogdom Luxemourg verwacht,
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van gisteren
xfln de beraadslagingen gehouden over het ontwerp van wet, strekkende tot
yoorziening van wettelijke verordeningen omtrent Limburg.
De beer van Goltstein kan zich, even als bij eene vorige gelegenheid, toen
ten gelijksoortig ontwerp behandeld werd, met de voordragt vereenigen.
Het komt hem voor, dat de grondwet alierwëge op eene eenvormige wijze
Boei worden toegepast, en dat alle ingezetenen des Rijks, wien dezelfde
tegten zijn toegekend, ook gelijke lasten behooren te dragen. Hij merke
op, dat verschillende wetten, die als bestanddeelen der grondwet moeten
beschouwd worden, zoo als daar zijh die der schutterijen, jagt en vissche.
lij, enz In Limburg nog niet Ingevoerd zijn, en de Ingezetenen aldaar aan
de verpllgtingen, die daaruit mogten voortvloetjenniet onderworpen zijn.
Het is geenszins zijn wensch, om Limburg meer te belasten, dan herdragen
kan. Hij hoopt ook, dat men alle middelen te baat zal nemen, om den
iegenwoordigen toestand van. het Hertogdom zoo dragelijk mogelijk te maken,
hiaat die beweegredenen kunnen hem niet doen besluiten om een ongrond.
■wettigen toestand voor langen tijd te bestendigen. Hij ziet er ook groot
bezwaar indat een deel van de wetgevende magt, bij het ontwerp, aan
het Opperhoofd van den Staat wordt opgedragen. Het oppergezag is bij de
grondwet in verschillende siaaismagten gesplitst. Aan elke derzelve ia haar
bijzondere werkkring aangewezen, die niet overschreden mag worden.
Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken verklaart, dat er geen
verschil kan bestaan nopens de beginselen die den grondslag van herontwerp
hebben uitgemaakt. Er bestaat eene grondwet, die allerwege op dezelfde
wjjze dient te worden toegepast. Maar de wijze van toepassing kan van
bijzondere omstandigheden at hangen. De grondwet geeft waarborgen en
Stelt regelen vast, maar een en ander hangt van bijzondere omstandigheden
ea behoeften at. De nationaliteit en de behoeften van Limburg zijn geheel
anders dan in sommige gewesten. Het is alzoo voorzigtig te dezen met be
daardheid te werk te gaan. Er .wordt slechts eene tijdelijke uitzondering
Voor eenige wetten bedoeld. Eene duurzame uitrusting kan er niet bestaan.
De wet, die cbans aanhangig is, strekt geenszins, om eene te onbepaalde
mage aan de Regering te verleenen; maar wel om de magt te beperken, die
z(j meende noodig te hebben. Ten bewijze van de noodzakelijkheid der
Voorgestelde wet, bragq Zijne Exc. onder anderen bij, dat, wat aangaat:
de wetten nopens de maten en gewigten, Limburg door derzelver invoering,
«eer benadeeld zou worden, zonder voordeel van eenig ander deel des Rijks;
dat, wat betreft de wetgeving betrekkelijk de schutterijen, het bekend is,
dat de wet van 1827 op dat stuk zeer gebrekkig is en dringend herziening
vereischt; dat men zich met de vervaardiging van een nieuw ontwerp te
dezen onledig hield, hetwelk, naar Zijne Exc. hoopt, in de eerstvolgende
vergadering det Kamera ter tafel zal worden gebragt; en dat het alzoo niet
san te raden ia, om de wetgeving nopens de schutterijen, voor weinige maan
den, met veel moeite en kosten in Limburg in te voeren; dat dit met
de provinciale en plaatselijke reglementen evenzeer het geval is; dat men
de algemeene beginselen, die te dezen in andere gewesten van kracht zijn,
in Limburg toegepast heeft, maar dat de Regering f in afwachting der daar
omtrent vast te stellen algemeene verordeningen, het ongeraden geoordeeld
heeft, te dien opzigte in bijzonderheden af te dalen; dat men door eene
plotielinge verandering deswege, de ingezetenen van Limburg noodeloos
zou verontrusten, en dit de Regering vertneenen zou, dat zij daardoor hare
3>1igten te kort doen, en dat zij onstaatkundig handelen zou; dat men hec
evenzeer ongeraden beschouwt, de wetten en verordeningen wegens de jagc
en visscherij in Limburg van kracht te doen verklaren; dat toch die wetten
vele en groote gebreken bevatten, die derzelver herziening noodzakelijk
maakten, waartoe later een voorstel Van de zijde der Regering zal worden
gedaan; dat het opmerking verdient, dat er tijdens de vereenigingmet Belgie
In de beide .groote deelen des Rijks afzonderlijke en onderscheidene wecge.
viDgen op het stuk der jagt en visschetijen bestonden; dat men des:ijds het
behoud dier beide wetgevingen uit een staatkundig oogpunt verdedigde; ert
dat Zijne Exc. het thans voorzigtig en staatkundig beschouwde, voorloopig
denzelfden weg ten aanzien van Limburg te volgen. Ten slotte zegt Zjjne
Exc., dat, hoezeer hij het alzoo met den redenaar, dien hij beantwoordt,
wat de hoofdbeginselen betreft, eena moge zijn, hij niec kan instemmen met
het door deozelven ontwikkelde gevoelen, dat de wetgevende raagt aan ver.
ichilleode staatsmagten is opgedragen. Zijne Exc. kent in dit Rijk slechts
ëéne wetgevende staatsmagt, die uit drie takken bestaat.
Ten stemming overgegaan zijnde, is het ontwerp aangetitmen met eene
meerderheid van 44 tegen twee stemmen, zjjDde die der heeren van Goltstein
en van Rosenthal.
De Voorzitter geeft te kennen, dat zich thans de gelegenheid aanbiedt,
Om te beraadslagen, over het door de Kamer te nemen besluit, ten aanzien
tlét twee verzoekschriften uit Zwolle, waaromtrent in de zitting van 8 dezer
verslag is geoaan en die betrekking hebben tot hec aanhangige wetsontwerp
tsegens het regc van doorvoer.
De heer va» Rjckcvorsel meent, dac In de vorige eeuw welligc niets zoo
Schadelijk voor het vaste land geweest is, dan de verderfelijke geest van
brovincialistnus. Welke rampen er ook nic de inlijving van dit land bij hec
Fransche Keizerrijk zijn ontstaan, die weldaad is daaruit voortgevloeid, dat
die ongelukkige provinciale geesc gefnuikt werd en dat allen zich als één man
vereenigaen, om het Fransche juk af te schudden. Hij heefc het steeds
beklaagd, dat er bij de oprigting van ons tegenwoordig staatsgebouw, aan
dltti geest voedsel gegeven is. Diezelfde geesc straalt toe zijn leedwezen
ook weder in hec adres van de Kamer van Koophandel enFabrijken te Zwolle
door. Ten bewijze echter, dat hij dac gevoelen van provlncialismus niec
tinkleefc, kan strekken, dat hij hec voorstel der Commissie, om de adressen
ter griffie neder te leggen, onderstennt; maar dac hij bovendien verlangt,
datdezelve bij afschrift aan Z.Exc. den|Minister van Financien worde gezonden.
Het komc hem toch voor, dac het billijk is, dat het doorvoerregc, uit de
Miintzer overeenkomsc voortvloeijeude, in hec algemeene belang tot meerdere
plaatsen worde uitgestrekt, al moge dit voor Amsterdam, Rotterdam en
Dordrecht schadelijk zijn. Hij acht de verzending der adressen bij afschrift,
ito den Minister, wenscheljjk, (en einde Zijne Exc. in de gelegenheid zij,
de argumenten daarin voorkomende, in overweging te nemen te gelijk met
die, welke in het voorloopig verslag, nopens de voordrage betrekkelijk hec
regt van doorvoer, zijn opgenomen.
De heer van Panhujs beschouwt de verzending van de adressen als geheel
onraadzaam. De plinten-, die daarin behandeld zijn, zijn reeds in aanmerking
genomen bij de overwegingen, welke er in de aldeelingen over het meer.
gemelde ontwerp hebben plaats gehad. De meerderheid der Kamer heeft
zich, ten aanzien dezer punten reeds vemlaard. Wanneer de adreasen nu
aan den Minister worden verzonden, zou dit den schijn kunnen geven, alsof
de Kamer thans een ander gevoelen voorstaat, dan in het voorloopig verslag
blootgelegd is. Een Afgevaardigde nic Ucrechc heeft de eenvoudige neder
legging ter griffie noodeloos geacht, omdat de adressen reeds aan de leden
der Kamer in hun geheel bekend zijn. Doch de heer van Panhujs meent,
dat de strekking der ulcdrukking van nederlegging ter griffie van ruimeren
aard is en dat deze te kennen geeft, dac de Kamer zich de zaak nu of in hec
vervolg op de eene of andere wijze zal aantrekken en dezelve tot hare
bevoegdheid beschouwt. Liggen de adressen eens ter griffie, dan kunnen zij,
wanneer men dit noodig acht, geraadpleegd worden.
De heer van Goltstein verdedigt nader het reeds vroeger door hem onr.
wikkelde gevoelen, dac de adressen aan Zijne Exc. den Minister dienen te
worden verzonden. Door die verzending prejndiciëerc de Kamer zich itl
geenen deele. Zij laac de gevoelens In de adressen vervat in bet midden.
Zij onderwerpt ze aan de aandacht des Ministers. Met hec voorloopig
verslag is de zaak nog geenszins geëindigd. Dat verslag kan der Regering
tot het doen van een nader voorstel aanleiding geven, bij welks vervaardiging
de adressen te stade kunnen komen. Hij blijft volhoudendac het nederleggeil
ter griffie thans niets meer beteekent,daar de leden, die de gedrukte adressen
ontvangen hebben, den tijd gehad hebben, om daaraan alle mogelijke gevolg
te geven.
Ter stemming overgegaan zijnde, is met eene meerderheid van 36 tegen
10 stemmen toe hec nederleggen der verzoekschriften ter griffie besloton.
Tegen hebben gescemd.de heeren van GoltsteinGouverneur ,Verwej-M-fan
Luzac, de Manvan Heiomavan Recht er en, Anemaet, de Backer e en
Kniphorst.
Daarna Wordt op voorstel van de heeren van Rijckeversel, van Goltstein en
andere leden in omvrage gebragc, of de adressen ook bij afschrifc aan Zijné
Exc. den Minister van Financien zullen worden verzonden? Mee eene meer.
derheid van 30 tegen 16 stemmen worde die vraag ontkennend beantwoord,
zoodat het voorstel tot verzending is verworpen.
Poor de verzending hebben gestemd.de heeren Petit, Star BusmanTromp
van Goltstein, van Sasse van Tsseit, GouverneurVerwey-MejanLuzac, de
Man, van Heioma, van Recht erenAnemaet, Mutsaers, Rjckevorsel, de
B acker e en Kniphorst.
De centrale stdeeiing heeft verslag gedaan nopens het ontwerp vin wee
s rekkende tot intrekking en vervanging van Titel I, Boek II, Wetboek van
Burgerlijke Regnvordering, betrekkelijk het vereffenen van kosten, schaden
en interessen, mitsgaders van de kosten van het proces, Wordt besloten
de beraadslagingen over dit ontwerp te doen plaats hebben op aanstaanden
Zaturdag 's morgens ten elf ure. Ten dien tijd wordt de vergadering gescheidens
De Regering heeft de inspeccie der in Engeland naar het Pennsyl-
vanisch stelsel ingerigte gevangenissen opgedragen aan de heeren J, G. van
Ger.dt, Ingenieur van den Waterstaat, en J. VVarnsinck, Architect, welke
eerlang derwaarts zullen vertrekken.
Den nden dezer is te Amsterdam de 17de algemeene vergadering van
het Genootschap tot zedelijke verbetering det gevangenen, onder voorzitting
van den heer IV. H. Suringar gehouden. Op de prijsvraag: Hoe behoort hei
schoolonderrigt in eene gevangeniszoo voor jeugdigen als bejaardente zijn
ingerigt; ten einde, overeenkomstig den toestand en de behoeften der veroor
deelden niet slechts bevorderlijk te zijn aan hunne ver stands-ontwikkeling
maar vooral ook aan hunne zedelijke en godsdienstige opleiding, waren 3
antwoorden ingekomen maar ter bekrooning niec voldoende gekeurd; de
prijsvraag zou niet weder uitgesenrevenmaar een geschrifc vervaardigd
worden, om het doel te bereiken met de prijsvraag beoogd,
Men meldt uit Westzaan, dat de puin van den ingestorten kerktoren
zou worden verkocht; de lijken van de vroeger bij het ongeval bezwekenen,
waren teeds voor eenigen tijd gevonden en behoorlijk ter aarde besteld.
Den I5den is aan den Helder uit zee binningekomen Zr. Ms. fregac
Jason, Commandant Kapitein ter zee van der Plaat. Het fregat zal zich
vereenigen met bec eXercitie-escader, dat in de aanstaande zomermaanden
eenen krniscogc in de Noord-zee zal doen.
Uit Groningen wordt van den i5den Mei gemeld, dat de tentoonstel»
ling aldaar geopend was van vrouwelijke kunsthandwerken en andere voor»
werpen, ingezonden voor de verloting, welke zou plaats hebben ten behoevé
van het ce Groningen tot verbecenng van hec lot det armen ingerigt genooc.
schap, genoemd vrouwen-vereeniging,
In de Provinciale Groninger Courant leest men het volgende:
Als een voorspook der poëtische harmonijen van D°. van Schaick, merketi
wij de volgende regels aan, voorkomende in de Drentsche Courant vaolaatsc»
leden Vrijdag, N°. 38:
't Was nacht; toen de schoonste Harmonij-muzijk in onze ooren drong!
een' levenskreet, terwijl de kerkklok tien uren sloeg. God had ong
een' Dochter geichonkenl Cs. van Schaick,
Dwingeloo, M. van Schaick,
8, 5, 43. Geb. van de Kamp."
Het Provinciaal Geregtshof van Noord-Braband heeft Peter Berken
verootdeeld tot tentoonstelling en 10 jaren confinement, wegens hec neder,
leggen van onderscheiden brandbrieven,
EGYPTE.
Uit Kaïro wordt nopens de reis van Prins Albert van Prnissen vin dett
Iïden April het volgende gemeld:
De Prins, die overal met onderscheiding wordt ontvangen, heefc Zondag
de godsdienst in de Koptische kerk bijgewoond, die veel overeenkomst heefc
met de godsdienst der Christelijke kerk in de eerste eeuw. en gisteren de
school van den Engelschen Zendeling Lieiereen geboren Pruisch, die 300
Koptische kinderen kosteloos onderwijs geeft in de bijna vervallene, doch
nour den ijver van den heer Lieier weder opgewekte Koptische taal, en in
andere vakkeu det Europesche beschaving. De Prins heeft de moskeen ea