vj'tgèrot,. GROOT.BRITANNÏË; rCl IS, of DJ* en tevemwF.N den 3 Mei. De herstelling van H. M. blijft voorspoedig voort. en ligt. M, in Julij of Augustus vertrekt het Hof naar Ierland, itslag belöftf De Regering heeft omtrent de kinderen, die in de fabrijken werken, |d, dat zij des Zondags die godsdienstoefening zullen mogen bijwonen, eid rer n,j h'onne ouders verkiezenen dat de hoofdonderwijzers in de scholen lit Castelliide Bisschoppen zullen worden aangesteld. vrienden wr Een voorstel van den heer Hume in het Lagerhuis, om aan Lord hen te lanjivrton dank te zeggen, wegens het gelukkig ten einde brengen van het inder fakke'it ®el de Vereenigde Staten, is met 238 tegen 96 stemmen aangenomen, et akademir 'Er 'n hec Hooger-Huis weder aangedrongen om maatregelen te len twee i|o tot bevrediging der kerkelijke twisten in Schotland, daar anders Ta5 m, allen tjjfte der bevolking gereed was, om zich met derzelver leeraars van de 'Ouwd aan af te scheiden, ceremonie Den ïSsten Mei zon er in het bisdom van Londen, in de kerken, half zwaricollecte gedaan worden, tot daarstelling van een fonds, tot voortplan. een sctierjler gevestigde kerk var, Engeland in de Engelsche bezittingen in China. Op de gr,[. De geschillen tusschen den Pansselijken Stoel en Portugal zijn bij st, en werd. en de benoeming van den Patriarch van Lissabon is door den Paus daarna eeugékeurd. igs deugdé F R A N K R IJ K. udencen g( Nuntius van den Paus heeft bij gelegenheid van den naamdag des eenen hoop,gS bet volgende tot Zijne Maj. gezegd: 8 zangen^/*, bijaldien de gevoeleos en de wenschen van het diplomatieke lig- De atoiip en van de souvereinen, welke het de eer heeft te vertegenwoordigen, réeds volledig bij Uwe Maj. bekend waren, zou ik, zonder verdienste e uitstekende waardigheid verheven, welke mij de verheven taak oplegt, |ve bij deze plegtige verjaring te betuigen, wanhopen, dat ik dien last waarde zou kunnen vervullen. Die gevoelens en die wenschen, Sire, steeds dezeifde en zullen het steeds blijven. Dat Uwer Majesteits geluk, van zjjigelult Uwer Doorluchte GemalinUwer Konlnglijke Familie, van langen raerheerei; en onbeperkte volkomenheid mogen zijn! De echt der Prinses, Uwe breden viger, deze zoo heilrijke gebeurtenis, die zoo van pas komt om de vreugd gehoudei;ow naamfeest te verhoogen, is een troostrijk voorteeken. Moge Uwe ic geknieli gelukkig zijn, ên als Vader èn als Koning! Aan de orde en de rust, idere bantoe Ü«e Maj., eendragtiglijk met de overige souvereinen, Zoo ijverig ijzer, dmet zoo gelukkigen uitslag heeft medegewerkt, is het zoo wenschelijke as, en dioo gewenschte welzijn van Frankrijk en van de wereld verbonden. God ngehoudegehadiglijk duurzaamheid daaraan verleenen. Even ais in zijne magt, in waardigio; wijsheid, in zijne regtvaardigiieidis God ook nog oneindig in zijne lij oogeubariigiieid. Het diplomatieke ligchaara verzoekt Uwe Maj., tevens met "ger, dit gevoelens en wenschen, deszelfs eerbiedige felicitatiën wel te willen het levetrmen," onderhoojerep heeft de Koning In dezer voege geantwoord: „Het is mij zeer bad, dienaam, uit uwen mond, ter gelegenheid van mijn naamfeest,de uitdruk te ontvangen van de gevoelens en de wenschen, welke gij mij in naam migenhuiihet diplomatieke ligchaam en van de souvereinen, welke liet bjj mij toodra degenwoordigt, hebt aangeboden. Ik hoop met u, dat de Hemet zijne uden hadhragen over Frankrijk zal blijven uitstorten. De bevestiging der rnst, 1 lastig itte het gepiej, stilt steeds meer en meer de bartstogceo, welker opbrui. esten ter bear zou hebben kunnen storen en het zoo gelukkigiyk aangroeijeod >od heeft'ouwcn op de duurzaamheid van den vrede der wereld en op de eensge. regt hadheid aller regeringen, om deszelfs handhaving te verzekeren, maakt hec |jo wreejia onzer popingen gemakkelijker en voegt jaar op jaar oieuwe voortgan- 'g en diebij die, welke de vootspoed der natiën gemaakt heeft. Ik dank u voor kt men, gelukwenaehen óver bet huwelijk mgner dochter. De KoDingin en mijn «Ie gezin vereenigen zich met mij, om n te betuigen boe gevoelig wij LlmagrlgeMn ui)»." tn Aartsr Den 3 Mei ia de spoorweg van Parijs naar Orleans in tegenwoordigheid lof, ceade Hertogen van Nemours en Montpensier plegtig ingewijd. Deze weg is 'iiasche uren lang. en in dt~ Veertig werklieden, welke aan de versteking v&n hec fort op den eft zicha-Vaierien aroeidden, zijn den 2 Mei des avonds door eene plotselinge 1 eenigeipstortiog overstelpt, Dertien zjjn kunnen gered wordende overigen I. H. de verstikt. 1 eenigt- De Messagen weerspreekt het verspreide gerucht, dat de Gouverneur K. H.du Marquesas eilanden met 14 officieren verraderlijk zou vermoord zijn. De Commissie; belast met het onderzoek der wet wegens een sup. idige egoir-crediët van anderhalf miilioen francs, tot daarstelling der graftombe en, ees Napoleon, beeft rapport Uitgebragt. Zij wenscht, onder anderen, dat ïvolkio^ zich daartoe van graniet of porphyr uit Corsika moge bedienen 4 dac mono toen t niet met vele sieraden zal overladen worden, eu, io stede le Itall.' talrijke opschriften, alleen den naam des Keizers zal vertoooen; dac de 100 zie.torlijke en ijzeren kroon, de zoogenaamde hiatoriache hoed en de grooce >ardisch>»de van het Legioen van Eer, [in het graf zullen worden nedergeiegd, Sardiniëtlodelijk, dat hef standbeeld uit ijzer, van door den Keizer op den vijand Modenti'etd geschut afkomstig, zal worden gegoten.' publiek— Den eersten Paaschdag heeft op weinig afstand van Cette een schip. Cor.lk plaats gehad, waarvan hec volgend verhaal door een ooggetuigen wordt i eilau-Jzieeld s teitien onzer medeburgers hadden zich in eene sin den oever der zee «ere hofstede verzameld om hun Paascblam te eten. De wind huilde eene vreesselijke wijze hun in bet oor, en de zee voorspelde hun onvelr. lelijke ongelukken. Met die denkbeeld vervuld, treedt een hunner, te thelm.iea van eenen plassenden storcregen, op het land, en wordt een vaartuig emaakt'.iar, door de golven gezweept en op het punc van te zinken. Hec was 'erhaali visschers stoep, van de Kalabtische kust komende, en die door den iedeD.n tegen hec strand werd voortgestuwd. Naar zijne medgezellen te loo- onder. j hen te waarschnwen, hen allen naar de plaats van hec gevaar met zich itscheloeren, dit was voor onzen stadgenoot hec werk van ééne minunt, en zij sischeimen in tijdi aan, om de vier mannen der ekwipaadje op te nemen, en r het.ens dit zwakke bootje te redden, hetwelk zij buiten hec bereik der gol- ij aan bragten; chrifclaar dit was slechts de voorbode van een veel meer ontzettend en vee! bt hij tr gevaarlijk schouwspel. Naauwelijks waren zij weder in de hofstede eden, «men om hunne kleederen bij het viiur te droogen, of een hunner, die zijn, den oever op den uitkijk was blijven staan, komt hen hec vergaan van n het 1 Fraosch schip berigten, oostwaarts van den post Germain, ter halver oude», en op een punt waar de hulp van één enkel man niets vermag. Deze haar jundlgheld maakte voor hen geene bedenking of zwarigheid, tegenover rands onmiddellijke gevaar, waarin de twaalf man van het gestrande schip ver vol. sden; het was de les Deux Steursdie naar Marseille was besceind en oroic lading aanbragt van zout en ectelijke vaten spriet. :ten, |tt was zeven uren 'savonds; de luebt werd mee nlgnwe wolken bedekt, n de dn zëè rolde met meerdere woede hare bruisende baren tegen hec scrand dom Zij besloten in hei eerst, een touw te nemen van het door hen geredde thter jibtische vaaruig; maar hoe die touw aan boord té krijgen? Herhaalde orde |hn beproefden zij te naderen, zich door de bemanning te doen opmerken, erde »at alles vruchteloos, en zij zouden verpligc geworden zijn, niets dan de droop te zamelen, indien niec de elementen, of liever de Voorzienigheid, «Hl higcbelljk oogenblik beslissend ware tusschen beide getreden. Terwijl ten. vier wakkere mannen zich in nuctelooze pogingen uitpucteden, rukte bet. J Vervaarlijke golfslag hec schip van de plaats, waar hetzelve scheen in den 1 Stond geboord te zjjn, en wierp hetzelve met een ontzettend gedrnisch gent "tljds eéne zankbank nader bij de kust. Hec schip wederstond dien gee ok niet; het opende zich in hec midden, en al de masten sloegen geluk, hwgie naar de landzijde af, zonder een enkel man te kwetsen,' Het gevaar werd dringender, manschap der ekwipaadje en dè zés pas. sagiers hadden geene wijkplaats meer te midden der golven en van deze wrak. ken. Nu varteden ónze brave medeburgers het denkbeeld op, eene keten te vormen, door elkander aan de handen vast te houden, en op deze wijze zoo digr mogelijk tot de schipbreukelingen te naderen. Dit middel, hoe gevaarlijk ook, gelukte hen. Vier passagieren wierpen zich dezer on. verwachte hulp te gemoet. Maar een smartelijk schouwspel paarde zich aan dit gelukkig begin. Ónzer die vier personen bevond zich een jonge Pool, die de wilde natuur op de Pyrenën had gestudeerd, en aan de stad Marseille de hulde zijher wetenschappelijke nasporingen kwam aanbieden. Alvorens in zee te springen, had nij, bij wijze van voorzorg, een kiel of blouze aangeschoten. De golvenstroom sloeg hém dezelve over het hoofd. In dit vreesselijk oogenblik greep hij wei een* zijner medezwemmers bij den schouder aan, maar deze, door zijn eigen gevaar verschrikt, boog zich achtetover, en, den ongelukkigen jongman geen houvast meer biedende, liet hij hem aan de zee over, die hem verzwolg.- De Kapitein Azibert was de vijfde die zich over boord wierp, doch met geen ander oogmerk, dan om op nog grootere jammer opmerkzaam re maken. Er bleef op de wrakken een jongentje van vijf jaren mee zijne moeder over, die zich niet van haar kind wilde scheiden. Men'beproefde, een touw aan boord te zenden, om beide, moe der en kind, aan vast te binden. Deze poging was vergeefsch. De Kapitein Azibert, eindelijk, met den moed, dien de wanhoop geeft, tot de plaats opnaderende, waar de masten en de tuigagie van bet schip dreef, slaagde er in, het tonw aan boord te krijgen. Het kind werd, in weerwil >van het geschrei der moeder, aan het touw vastgebonden, maar zij<tlemde het nog altijd aan zich vast, en beider behoud had men alleen aan de .bezwijming dezer vrouw te danken, die midden door de golven voortgetrokken en aan land gebragt werd, zonder eenig teeken van leven meer te geven. Zij kwam slechts coc hare bewustheid cerug, om naar haar zoontje te vragen; men bragt hec haar, en zij omhelsde het in de vervoering der vurigste dankbaarheid. Onze stadgenooten vergenoegden zich niet met deze redding, zij geleidden den Kapitein /Izibert met de manschap en de passagiers naar de hofstede, en deelden met hen hnn vuur en de weinige spijze en drank, welke zij der waarts eebragc hadden. Eere zij hunnen moed, en hunne menschlievendc zelfopoffering. De Cortes te Madrid hebben den heer Cortina met 93 tegen 57 stem men tot haren Voorzitter benoemd. Berigten uit Indie van 1 April melden, dat de Gouverneur den staac Seinde verklaard heeft te zijn grondgebied des Britschen Rijksde slavernij zal aldaar worden afgeschaft en de scheepvaart op den Indus voor alle natiën opengesceld worden. In de veroverde stad Hyderabad had men meer dan 1,000,000 gevonden Uit China loopen de berigten tot 22 February, doch melden niets bijzonders. B E L G I E. De belastingen hebben in hec eerste qnartaal van die jaar 24431,520 fre minder opgeleverd, dan volgens de raming moesc ingekomen zijn. Den 3 Mei heeft op den Belgischen spoorweg een treurig ongeluk plaats gehad. Nadat de wagentrein, die ten haif acht ure des morgens uic Luik vertrokken was, tot op de hoogte van Landen was gekomen, is er in een der wagens die met koopwaren was bevracht en de tweede in den trein was, brand ontstaan. Die braod is, waarschijnlijk omdat zich onder deze goederen flesschen met vernis of met geestrijk vocht bevonden, binnen wei nige oogenblikken onbegrijpelijk snel toegenomen, zoo zelfs, dat de door den wind voortgedrevene vlammen dadelijk de rijtuigen met reizigers schenen te bereiken. De wachters op den wagen, waarin de brand was ontstaan, gaven intusschen het gewone sein en de locomotive werd spoedig tot stilstaan gebragt. Ongelukkig echter hebben de reizigers, dat sein hoorende en de schijnbaar ook hen reeds dreigende vlammen ziende, zich bet ongeluk van Versailles te zeer herinnerd, en gaven zij zich aan zoo grooce vrees en schrik over, dat sommigen hunner onder luide noodkreeten uit het rijtuig sprongen. Twee der reizigers en twee der wachters behielden echter hunne tegenwoordigheid van geest, en beietteden aan de onder hun bereik staande portieren, dat iemand daaruit kwam. Had men dit ook aan de andere portie* ren gedaan, zou het ongeluk geenerlei gevolgen gehad hebben, daar na eenige seconden de wagentrein geheel stilstond, de brandende wagen was afgehaakt, en ieder zonder eecig gevaar kon afklimmen. Nu echter zijQ van degenen, die den heilloozen sprong hebben gedaan, hetzij door den val*, hetzij door dat zij onder de wielen geraakten, vier jammerlijk omgekomen en negen zwaar gekwetst geworden. Onder de omgekomenen behooren dè heer Henri Lambermont en mejufvrouw Counebeiden uic Luik, een Dnic- scher, en een der wachters, herkent geheeten. Men heeft dadelijk aan de slagtoffers van deze ramp de noodige geneeskundige hulp verstrekt. Sommige berigten spreken van een nog grooter aantal slagtoffers, en noemen 5 of zelfs 7 dooden. Een der Brusselsche dagbladen meent, dat sommige der wachters hier vooral schuld hebben, omdat zij, tegen hunnen pligt aan, het voorbeeld gegeven hebben van naar beneden te springen. Maar, zege dit dagblad, al ware dit niet het geval geweest, dan schijnt hec voorgevallene toch te getuigen tegen de inrigting der rijtuigen op onzen spoorweg, waar van de portieren door de daarin gezetenen zeer gemakkelijk geopend kunnen worden. Bij het ongeluk op den spoorweg van Parijs naar Versailles had, gelijk men zich herinneren zal, hec tegendeel plaats, en was het den beang sten reizigers niec mogenlijk, om de rijtuigen te verlaten. PRO MO TIEN aan de LEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 1 Mei de Heer D, Burger Jr,van Rotterdam, in de Letteren, na de verdedi* ging zijner Dissertatiede TheaetetoPlatonis Dialogo, Den 4 Mei de Heer A. van Eyk Bijleveldvan Warmond, in de Letteren, na de ver* dediging zijner Dissertatie: de Furti Delicto Jure Attico. Op dienzelfden dag de lieer H. C. Noltheniusmet Theses, MENGELINGEN. DE ENGELSCHE KOLONIËN ALS MILITAIRE POSITIEN BESCHOUWD. 2de Artikel. DE JONISCHE EILANDEN. Deze eilanden, want men kan niet zeggen, dat het eene groep eilanden Is, zijn onder de bescherming van Groot-Britahnie; eene bescherming in de aoort van die, welke Napoleon aan het bondgenootschap van den Rijn ver. leende. De gezamentlijke bevolking dezer zeven eilanden, welke naauwe. Iijk3 210,000 zielen beloopt, beeft eene vertegenwoordigende regering, eene soort van oligarchie, gevolgd naar de slechtste republiek, Venetië. Geheel vreemd aan de Engelsche wetten en instellingen, worden de vrije en verliche leden der wetgevende vergadering, door de verschillende eilanden benoemd; doch hunne verkiezing, om definitief te zgn, moet door den Lord Groot- Commissaris worden bekrachtigd. Men heeft zeker noodig geacht aan den onder-Koning dezer republiek dezen grootschen naam te geven, om hem van de menigte Commissarissen te onderscheiden, aan welke men in deze laatste tijden het beheer der kleinste koloniën heeft toevertrouwd. De Lotd Groot-Commissatts kan zich dus verbeelden, zoo bij dit goedvindt, dat hij een groot personaadje is; een der potentaten die dit rijk hebben geregeerdwas in de Middellsndsche zee algemeen bekend onder den niiia vaij Koning Tom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 3