neder lande n. bij It ehowi or on; ij den K TEN NDRI, ej op i ten Éi huno; )OR Am anken; it zij e bevela k\ 1843* L E Y D S C O WOENS D AG, "0 A S t> »J> O U !l A N T. ie, het oo ven/ voor/ oortgti p hed: :ze zij t» dm ns zijl aanbei e re coi ;e zul/ ÏN. RD. ijul vt commr Wijt gerooi jc mie: IoCt: saisoei i bekoi iden. teden' van jt n won en. R, w« ks toe op ZIJN r-, p. Goi QüW: riefem rzafne oorbar orhan: Goedt len in: den Ei Veilen MS Rit ït alle 'an bof i Kopei t WOO! ALLIll en bin Juidsit; schrei ir de e de nat ARKi e Lef/: ren-Li ERVE fijeera: 8 N°I,I 14"li' 8 N°i, n de I aniore jp Dit RSTi van f .EN, )t des: Leyda Lpyden, 2 Mei. Iftj'ne Maj. de Koning fs gisteren avond omstreeks elf are van Hoo/etdes heli's reize naar Amsterdam, in de R-siden-.ie teruggekeerd. fljudii ..orden Hare Majesteit de Konmgih en HH. KK. HH. de Prinsen, van daar terug verwacht. De Staats-Courani deelt rie wei mede van den 2j Apri! 1843* omtrent de verdeeling oer gionuoelss ing tusvchen cie gebouwde en ongt "uwde ei gendommer.. Hei eerste artikel dezer wet bepaali dat de hoofdsom der grondbelastingvastgespeld op een bedrag van 7,983,25(5.84 tuucnen de gebouwde en ongebouwde eigendommen j volg* us de uitkomsten van hec kadaster verdeeld wordt* voor de gebouwde eigendommen f Z 0*5,659 9 en voor de ongebouwde eigendommen f 4,967.600.74 J-» H'ervan za: Z. lu - Holland, al« hoofdsom, beielen f 815,97 .72en voor ongebouwde eigen hommen 879,733 50 te zaaier. f 1,765,708.22en Noord-Holland 1 ge bouwde eigendommou 1,010.478*63, en ongebou wde 556 953te zaïtien f 1,567,431.74- - De Minister var, Financiën heeftbij resolutie van 11 April ji aan een der Gouverneurs, tot wegneming'van de bi) de ambtenaren bestaande verschillen van gevoelen nopens te veel en te min genevcne J verhooging fep den accijns op den mrf, te kernei) gegevens aDat de veer,lieden, die op den 31 December In het geheel geen turf meer voorhanden 'nebben, bevrijd zijn van het doen der opgave (zie de 7de imsnede van art. 5 der wet van 30 December 1839 Staatsblad f\°. 56), en de 5de zinsnede van artikel 33 der wet van dezelfde dagteeitening (jtaats* blad IV!0. 57). b. Dat, volgens de iste zinsbede van arr. 7 der ec-srgemelde en van art; 35 der laatstgenoemde wet, de verhooging verscnuidigd is door zoodanige veenlieder, we ker ondermaat meer dan 20 pCt, bedraagt, terwijl door onder maat naar dezelfde zinsneden, verstaan wordt zoowel het geval, dac de turl, die, volgens het slot der rekening, aanwezig moet zijn, er niet meer li, a.s bet geval, dat die tnrf slechts gedeeltelijk voorhanden is, en c. Dat de lasESte zinsnede van art. 7 der eerstgemelde en de de twee laatste zinsneden van art. 35 der laatstgemelde wet niet toepasselijk zijn op die veen- lieden, welke geenc opgave hebben gedaan, en evenwel nog turf voorhanden hadden. - Dat de duidelijke le.ter dier zinsneden medebrengt, dac zooda nige veenlieden onmiddellijk tot de aanzuivering hunner rekening worden ge noodzaakt, onverminderd de toepassing der boete van ƒ100, en, ingeval het sioc der rekening eene ondermaat van 20 pCc. aanwijst, o^k van de verhoogingb De Minister var. Financien, gelezen hebbende de missive van een der Gouverneurs, daarbij de beslissing des Ministers inroepende omtrent eene, de toepassing dér wet Op hec patencregt betreffende, vaaag; Heeft bij resolutie van 27 Maart ji., den Gouverneur te kennen gegeven, dat, voor zoo ver de Directeurs ol andere ambtenaren der posterijen, door zich re belasten met hec incasseren en overmaken van wissels, als ook mee het ontbieden, verzender» en debiteren van boekwerken, enz., eenig bijzon der voordeel geniéten, boven de bezoldiging uit 's Rijks kas, aan hunnen post verbonden, zy, zonder twijfel, voor zoodanige verrigtingen, geacht moeten wórden patencpiigtig te zijn. Uit het voorloopig verslag der centrale afdeeling van de Tweede Kamer der Staten-Generaalbetrekkelijk het ontwerp van wet op tie mid delen 'tot dekking der staatsuitgaven voor 1844 en 1845, blykc, dat som» tnige leden het gevoelen geuic hebben, dat bij dit on.werp onder de muf delen en inkomsten zou behooren gebragc te worden de oporengsc van de leges* welke bij de departemencen van algemeen bestuur en bij andere ad minUtrative collegiên worden geheven. Deze heffing toch is een last den ingezetenen opgelegd, welke al zoo elgenaardiglijlt onder alie andere belas tingen hare plaats behoort te vinden. Ook hebben velen verklaard van oordeel te zijn, aac onder de middelen zou behooren te worden opgenomen en bitgetrokken de opbrengst van de octrooijen, en voorts die van alle andere fondsen, welke mee de rijks inkomsten en middelen in verband staan. jVlet betrekking tot de raming heeft men opgemerkt, dac de Regering te dien opzigte geenszins naar een vasc stelsel te werk is gegaandaar zij bij die raming hu eens beneden de opbrengst der laatscvorige jaren is gebleven, dan weder, en in de meeste gevallen, die opbrengst verre heeft overschre» den. Wat die laatste betreft, zoo verlangt men te vernemen, waarop ae verwachting der Regering, dac de middeien meer en meer zullen opbrengen dan in de vorige jaren, coch wel gegrond mag zijn, en of zij eenige zeker heid bezit, dat zulks niet eene oorzaak van nieuwe teleurstellingen za! wezen. Uit aanmerking, eindelijk, dac de middelen, zoo als dezelve thans zjjn voorgedragen, en dus de veriioogingen daaronder begrepen, casa quo het gevolg der aanneming van de speciale financiële wetten zouden' zyn ter naauwernood de voorgedragene uitgaven kunnen dekken, hebben som mige leden er op aangedrongen, dac de Regering ten spoedigste moge be dacht zijn, om andere belastingen voor te dragen, welker opbrengst vol doende zal zyn, om bet verbroken evenwigt cosschen ontvangst en uitgaaf ie herstellen. -Gisteren heeft te 's Gravenhage de publieke aanbesteding plaats gehad van de nieuwe Roomsche kerk aan den Boschkanc bij de Casuariestraar. De aanneming is geschied door den heer Dollemanondernemer van publieke werken, voor eene som van 112,000 <- Uic Amsterdam meldt men van den tsten Mei: Gisteren morgen hebben HH. MM. de Koning en de Koningin, als ook de beide Prinsen, na het bijwonen der godsdienst-oefening, zich naar de Werkplaats van den heer-kunstschilder N. Pienemanaan de Leidsche Poort, hegeven en er met veel deelneming de door dien heer vervaardigde schilderij, ysn de Inhuldiging van Koning IVillem II In de Hoofdstad, bezigtigd, aan dit kunscwerk den verdienden lof toekennende. Vervolgens hebben HH. MM. den Zoölogischen Tuin der Vereeniging Natura Artis Magistrain de Plan- tflidje, bezocht, waar een uitgelezen gezelschap aanwezig was en alles mee belangstelling door de Koninglijke familie in aanschouw is genomen. Ook hebben HH. MM. in en buiten de stad op dien morgen een tour gedaan. De twee Prinsen hebben heden morgen, met de Harlinger stoombooc Frisó% ten watenogtje gedaan naar het in de Zuiderzee gelegene en door de eigen heden van deszelfs bewoners zoo opmerkelijke eiland Marken, hLaatstleden Zaturdag avond had de Koninglijtte familie ook den Fran- fifhen schouwburg bezocht, alwaar het puDliék ondubbelzinnige blijken gaf V-an het genoegen, hetgeen de tegenwoordigheid der Vorstelijke personen in veüèifs midden veroorzaakte. Onmiddellijk na de cantate werdonder het MEI, gejuich der aanwezigen* her Wilhet mus-lied aangeheven, hetgeen bij hè? V 'rek der Vorstelijke persten nerhaald wérd, Men verneemt dat door Hare Maj. de Koningin aan de vereeniging van kuitoefenaaronder de zinspreuk: Arts et Aüiicitiaeals Bescherm* vrouw der wirigcing de som van honderd gulden geschonken is, tot bijdrage in he. v. edu ven-fondsbij gemelde vereenaging bestaande Zijne Maj. is, zeg! men, voornemens nog dezen namiddag de Hoofdstad weder te verlaten Hare Maj, en de b'eide prinsen volgen morgen. De door de Tweede Klasse van het Koninglijk-Nederlandsch Instituut gedane verkiezing van den heer fl, d'e 1 Atnoriè van der fib even'ot har.etk vasten Secretarie, is, bil besluit van to April 1843, door Zijne Maj den Koning goedgekeurdAan den afgetreden SecretarisMr. S. Tpz. Hfiselim i.s bii hét eervol ontslag, op ziin verzoek verleend, door de Klasse een gouden coos, mei eene toepasselijke inscriptie, vereerd, als blijk van erken lelijkheid voor de, in die betrekking, gedurende eene reeks van zeven en twintig jaren bewezene diensten. Heden middag ten één ure heeft de Hooggeleerde heer PJ, Veth Phil. Theor. Mag. L'tr. Hum. Doet en Hoogleerasr in de Ooscersche Talen, de Hebreeuwsche Oudheden, de Uitlegkunde van het Oude Testament eri in de Bespiegelende Wijsbeheerte aan bet Athenaeum Illustre dezer stad, in de groocfe gehoorzaal van hec Athenaeum eene Lacijnsche inwijdings-rede gehouden. Na te heoben doen opmerken, hoe aan zijn enderwijs ongelijk soortige vakken van wetenschap zijn opgedragen, en hoe de s udie der Oostersche talen in den laatsten tijd eeneo verbazenden omvang heeft ver kregengaf de redenaar zijfi voornemen të kennen, om zich in de beoefening dier ialen meer bepaaldelijk te rigten naar de behoefce der Godgeleerde kwee- keliogen van het Athenaeum, en ten einde te doen zien, hoe zeer, ook mee die beperking, de Óoscersche letteren een wijd veld van studie voor den Godgeleerde opleveren, nam de redenaar aanleiding meer bepaaldelijk té spreken over de belangrijkheidwelke voor de Christelijke Godsgeleerden gelegen is in het onderzoek van de leerstellingen en ae geschiedenis van het hlamismus. Gepaste aanspraken oesloten deze rede, welke door eene uitgelezene schare geleerde mannen met grooce belanscelling is aangehoord, Te Nijmegen heeft iu den vroegen morgen van den 3oscen April in de Sociëteit de Harmoniede iste Luitenant der artillerie C. F. Poosden officier van gezondheid der 3de klasse Munnighr.a ontstane twist, met dé paiiast in ae onderbuik een stoot gegeven, waardoor hij eenige oogenblikken daarna overieden is. De Luitenant heeft zich in arrest begeven en de Policié heeft onderzoek naar de zaak gedaan. Onder de benoemingen in Julij I, I. door den Gonverneur-Generaal ad interim van Neérlands-ïndië geaaan, komt ook die voor van den Wei-* Eeiw. heer F. U. van Hengelals Predikant ce Makasserj, DENEMARKEN. Uit Kopenhagèn wordt van den !5den April gemeld; Te Aarhuus, provincie jutland, is een vonnis tegen Ï85 personen uitge sproken, hetwelk veel opzien verwekt. Sedert Mei 1841 werden de dorpert in het district Dronningborg door roovers onveilig gemaakt, zóodat er geen dag.voorbij ging, waarop de landlieden niet van hunne horologes, beurzen of andere goederen beroofd werden. Bij hunne afwezendiieid werdén hunne goederen uit de hnizen en stöilen gehaald, en haddën er zelfs nachcelijke aanvallen op de boerderijen plaats. Er werd daar*an behoorlijke aangifte gedaan, doch zonder eenig gevolg. Een groot geia! jonge boeren besloor. zich zelve regt te verschaffen. Zij wapenden zich me. geweren, pistolen, sabels, hooivorken, enz. en gingen uit, om de iooverS op ce sporen. Itl het dorp Tnorgelaage was eene kroeg, waarin vele ledigloopers bijeen kwa men, die waarschijnlijk riéc onwetend aan die diefstallen waren. In dei» nacht van 11 op 12 November trokken de boeren derwaarts, overvielen de zich aldaar t>evintiende personen, a;e ten getale vaa omstreeks 40 rondom verscheidene tafels zaten ie drinken en te spelen. Daar ingevölg een politie— reglement de deuren der kroegen om 9 ure moeten gesloten zijn, braken de boeren de deuren open, en sommeerden de spelers zich gevangen té geven. Deze weigerden 2ul.ts, waarop ecu schrikkelijk gevecht begon, waarbij de boeren met hun geweervuur 9 der aanwezige personen doodden of doodelijk wenden, en de oveiigen gevangen naar Aarhuus wilden voeren. De milicairë magt door het geweervuur gewekt, kwam toeschieten, en eskorceerde zoo we! de landlieden als de gevangenen naar Aarhuus. Na eene instructie van langer dan 5 maanden zijn de personen, die in de kroeg werden gevangen genomen, in vrijheid gesteld, vermits men hen van geene misdaad kon overtuigen, doch de 185 boeren, die hen gearresteerd hadden, werden voor de regtbank gevoerd, oeschuldigd van huisbraak en moorden té hebben begaan; van zich het regt van ambtenaren te hebben aangematigd en on wet tige arrestatien te hebDen gedaan. Den loden April heeft de regtbank een vonnis uitgesproken* waarbij 4 personen ter dood zijn veroordeeld, 10 tot de ijzers gedurende hun leven, 10 tot altijd durende gevangenis, 22 tot twintigjarige gevangenis en 139 tot eene gevangenis van i tot 10 jaren. Dè veroordeelden hebben allen zich in hooger beroep voorzien. DUITSCHLAND. In Hongarije bemerkt men sedert eenigeii tijd eenen sterken geese to; her-/ vorming, welken vooral door de Cotnliaats-vergaderjngen wordt aangekweekc en kenbaar gemaakt. In een berigt uit Weenea van den 13 April meldt meii dien aangaande het volgende: De steden trachten 2ich te emanciperen, gelijk de boeren reeds hunnd vrijheden hebben weten uit te breiden. De hooge adel en de geestelijkneid worden van alle kanten bedreigd met het verlies hunner hooge voorregten. In verscheidene Comitaten zijn reeds besluiten genomen, strekkende om de goederen van de rijke geestelijkheid san den Staat vervailen te verklaren, de kloosters te seculariseren en den adel, die tot dusver van alle belas, tingen vrijgesteld was, aanvankelijk ten minste in eenige lasten te doed deelen, In sommige vergaderingen hebben te dier zake hevige tooneeleu van wano.de plaais gehad en is het zelfs tot bloevergieten gekomen. Aan den anderen kant hebben eenige Comitaten vertoogen opgesteld, waarin ae Koning driDgend verzoent wordt, op eene meer vaste honding jegens Rus. land, met beirekking tot de vorstendommen van Donauaan te nemen. De ten deze in Hongarije heerschende stemming voorspelt duidelijk genoeg, da: vioeg of laat een kampstrijd me: den Noordscben kolossus onvermijdelijk zal gijn. Een oncegrensde nationale haat tegen de Russen, welke uog ver.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 1