Cïïffièf («"Groningen»tn Ktmóóregtth en Griffiers ie Deiden 'proHoci# Overijssel; voorts een verzoekschrift Dit de grietenij West-Stellingwerf, betrekkelijk de belangen van Fredenks- en Willemsoord; en, eindelij», een (dies vsn boekhandelaren ie Amsrerdam en Haarlem, die hunfre betwaren doen kennen tegen eénige bepalingen van het tweede boek des wetbóees van "ttralregr. Verzendig aan de Comnvsaie. De Commissie tot de vettoekschttften doetbil monde van den heer Schrers 9en Hartrcarspelverslag op adressen vans i". Mr J L. Trio, c. s.. Aivo Catei. bi) het Provinciaal Geregtshof te Groninge-; a° W\ de la Hay. Griffier van hei Kantongeregt te Sitcard; 30. IJ'. J. IV. H'iiieketc s.Procureurs bij de Arrondissements-Regtbank te Haarlem; 40. C. /Hbarda e. Kan lonregters in het eerste arrondissement der provincie Vriesland; en 5*. O. Neuman, Griffier bij hei Kantongeregt te Schoonhoren, waartin bedenkingen woiden voorgedragen tegen de ontwerpen van wet, tot vas steiiing van de tarieven van jujtitie-kosten ent. Nederlegging van de adressen ter griffie CD drukken van het verslag De beraadslagingen worden geopend over het ontwerp van wet, omirent 'de verdeeling der grondbelasting tusschen de gebouwde en ongebouwde eigendommtn ent. De heer Star Busmann herinnert, dat de wet van 1834, houdende vist Stelling van den omslag der grondoelasting over de onderscneidene provinciën, door de grooie meerderheid van de Vertegenwoordiging aargenomen werd met het doel, om daardoor een einde te maken aan de jaarlijksche onaange name discussien, die er over dat onderwerp plaats tiadden. Hoeseer sommige gewenen tich over dten omslag bezwaard beschouwden, too bestond er hflop, dat de druk der belasting, ten gevolge van de opklimming der belaat bare waarde vin sommige grondenhetzij door droogmakingbebouwing ais anderzins langzamerhand zou worden verligt. Die hoop gaatbij eene aanremirg der tegenwoordige voordragt, verloren. Hij roetkt deze derhalve als o billijk aan. De- meerdere opbrengt voor de schatkiat, ten gevolge van dit onderwerp, zal zoo onbelangrijk niet zijn, daar het bedrag der gronabe listing, in de raming der middelen van 1844 en 1845, voer een hooger cijler uitgetrokken is. Hij gaat na de vete lasten, die op den grond-eigendotn gelegd zijn, en hij betreurt het, dat de hoop, die er bestaan heeft, dat die last allengs zou verminderen, verloren gaat. Door de aanneming van .die ontwerp, wordt de hxiteit der belasting op losse schroeven gezet. Men wijkt van bet eens aangenomen beginsel af. Hij stemt tegen de wet. De heer Muttaers verlangt eenige inlichtingen van den Minister, voorna melijk wat aangaat de tienjarige herziening van de belastbare waarde der perceelen. Hij is het eens, dat elke veranderlijke grondbelasting onbillijk of onregrvaardig is. De grondbelasting behoort zich door vastheid en onver- ahderljjkneid te kenmerken. Hij hoopt echter, dat de provinciale ongelijk- beid van sommige aanslagen zal opnouden. De beer van Hoorn van Burgh ontwikkelt de strekking van het ontwerp; gaat hetzelve vervolgens in de bijzonderheden na, en toetst het aan het kadastrale werk. Hij verklaart zich voor het ontwerp. *1 Rijks achatkist kil daardoor worden bevoordeeld, zonder iemand te schaden. Htj doet zien, dtt de grondbelasting in de laatste jaren aanzienlijk is verminderd. Dit blijkt daaruit, dat dezelve, blijkens de staatsrekening van 1807, ruim 11 mtllioenen beliep. Tot dus verre kon er niet gezegd worden, dat er eene splitsing van de belasting tusschen de gebouwde en ongebouwde eigendommen bestond. Dit tal het gevolg der aanhangige wet zijn. De heer van Rappari brengt den Minister vsn Finsntlen holde toe, dat Zijne Exc. de Vertegenwoordiging zoo ruiraichooit in sisat gesteld heeft rie financiële belangen des lands in overweging te nemen. Wanneer de over eensiemming tusschen de Regering en de Kamers mogt kunnen bestendigd worden, dan zal er veel tot neil van het Vaderland kunnen worden gedaan. Hij gsat mede de lasten na, die op de gebouwde en ongebouwde eigendom. men drukken. Het zijn niet alleen de opcenten, die de belasting verhoogeo, maar ook het regt van overschrijving enz. Men mag dan ook wel aannemen,. dat er voor die eigendommen, alleen, in het afgeioopen jaar 11 j mtllioenen gijn opgebtagt. Hij herinnert, dat toen in 1840, de benarde toestand van Rijles financiën bekend werd, de lalt, op den grondbezitter drukkende _...j —t dpch dit noen de rentheffer, noch eenig ander inkomen bezwaard weid. Hij nuonc zicu »c„,„,Vi oe ren,. heffer zoo getroffen worden, dit tot luide klagten aanleiding zou geven. Hu vreestdat, door eene goedkeuring vin het ontwerp, de eerste (tap gedaan wordtom op de wet van 1834 teiug te komen, die een eindpaal gesteld heeft san de onaangename discussien die er ten aanzien der grondbelasting jaarlijks in de vergadering plaats hadden. Hij treedt in beschouwingen nopent de herziening van de aanslagen, die mets, op grond eenet oude Franache wet schijnt te willen doen plaats hebben. Hij vermeent,dat er dienaangaande Diets buiten de Wetgevende Magt dient te geschieden. Er zal anders eene Onbeperkte magt aan de Regering worden gelaten. Indien dit niet van de Wet afhangt, dan is er geen waarborg hoegenaamd, dat er eenige gelijkheid tusschen de onderscheidene gewesten zal bestaan. Na nog eenige bezwaren In het midden gebrigt te heobenverklaart hij de inlichtingen des Ministeri té zullen afwachten, alvorens zijne item te bepalen. De heer Brouwer keurt de «trekking en bet doel der voordragt allezins billijk. Hij hoopt stellig, dat de eventuele vermeerdering van de hoofdsom der grondbelasting «trekken zal tot vermindering der drukkende opcenten, vcorat in de alsnog te hoog belaste provinciën. De heer Enschedé wenscht, dat er op de wet van 1834, waarhij een halve maatregel tot stand gebragt werd, teruggekomen zou worden, en dat de Uitkomsten van het kadaster geheel ten grondslag zouden strekken van den provincialen aarslag ia de veiponding. De lijd is thans daar, om de gelijk- matigheid der belasting, ter voldoening aan de grondwettige bepaling, daar te stellen. Hij begrijpt niet, waarom de Regering aarzelt, tot dat emoe een voorstel ie doen. Het denkbeeld, dat de hoofdsom der belasting nooit zoo mogen verminderd worden, kan bq hem geen ingang vinden, vooral wanneer hij nagaat, hoezeer die hoofdsom allengs verminderd is. Hij erkent gaarne, dat de voordragt eene nuttige strekking heeft. Hq hoopt echter,"dat de Kamer, floor eene verwerping van het voorstel, toonen zal, dat zij hoopt, dat er op tien tijdelijken maatregel des jaars 1834 worde teruggekomen. De heer van Nes merkt op, dat bij de tegenwoordige vootdragt, de ber. ziming van de aanslagen der gebouwde eigendommen met voorgesteld wordt. Hij acht het ontwerp, dat thans aanhangig is, noodig Naar zijne meening, is de splitsing der eigendommen vroeger niet daargesreld. Hu beschouwt dezelve gepast en nuttig. Juist dit ontDreekt aan de wet van 1834. Bij de wet, handelende over de inkomsten van den Staat, zal de vraag te pai komen, of ook de bezitters van het vermogen en portefeuillegetroffen zullen worden? Hij beschouwt het kadaster als een werk, dat in vele opzigten te verbeteren is, maar ook als een weik, waarvan men vele goede vruchten heeft verkregen. De heer ie Man vereenigt zich volkomen met de bezwaren van den spre. ker nit Gelderland, in het bijzonder wat betreft de herziening van de kadas. trale huurwaa de der geboowde eigendommen, waaromtrent deze de gerust. Stellende verzekeringen van den Minister zal afwacbieo De apreker zal daarom op die bezwaren niet terugkomen, maar zich bepalen met slechts ééne vraag aan den Minister te rigten, die met dezelve in verband staat. Een geheim is het thans vooi niemand meer, dat die herziening wel niet het onmidoelijke, maar dan toch het meer verwijderd groote doel dezer wet ia. Den tijd wanneer, de wijze hoe dezelve zal plaats hebben, verklaart de Rel gering niet onduiuelpk in hare antwoorden asn zich te houden, zonder tus schenkomst der wetgeving ;de spreker betwist dat regt aan deRegering niet; maar, in dat verondersteld regt, ia zijne vraag: zal dte herziening plaats 1 hebben gelijktijdig en algemeen over hét geheele Rijk, en in her bijzonder fuilen it uitkomsten vac die herziening het zQ voor de grond het t) perZomele, hnzii voor ren!ge sn/fere belasting niet worden toegepast, 1 dan gelitk'ijrfig over het geheele R'k. De aanle'dmg die de spreker ttit deze vraag heefrit nog versch i geheugen. )n de prnvnee. uaatpit bij 'S afgevaardigd, heeft de II Regeling in 1841 oe huiiruaa'tien Her geb uwen, wil ekenrig en eXCt opgedreven dóór middel van bedreigingen tegen de ambtenaren gerigi et deze weder tegen de hel'Sttn.schuli'igen, terwijl men in de provinciei wederom zeer verschillend heeft gehandeld. In de eene gemeenie pane die vootsch ifien in het geheel niet, in de andere met de grootste airengheifl toe. Dusdanig tetk dcet aan eene Regering meer kwaad din eene aanzie» verhoogtr-g van bel s mg, mus die algemeen en gelijk werkt. Over da: beurde* heeft de sp-ekrr reeds vroeger, ter gelegenggtd van de twerji begrooting zich beklaagd en hij ral tilt bij iedere geschikte gelegenheid) De Minister heelt hem toen met zijn gewone rondborstigheid geantwo ook nu verwacht hl) door Zijne Exc. te zullen women gerust gesteld, neer diarree de mogelijkheid hesiaa Hl) zal zone srem voorbehouden 'l ij re Excde Minister van Financien vangt aao met te kennen te ge dat ge ijkhetd in de veiueeling oer lasten het doei van elke goede Regt en eiken goeden wetgever moet zijn. Zi) is de grondslag onzer regents dtge grondwet. Hei is het streven geweest vin onderscheidene belast wetten, die hier te linde e kander heboen opgevolgd. Het was oor beginsel van de verdeeling der brondhelasting hier te lance Sedert 1 zijn er vele pogingen aangewend, om de grondoelasting gelijketna.ig tec slagen. De waarde der bezittingen heeft daarbij needs tot grondslag ges-s De toepassing van het beginsel is echter s ceds aan vele moeijeiijkheden 00. hevig gcweeac. Zijne Exc. gaat na, wai er zoowel in vroégeren als Int tijd, hier te lande en in Ftankrijk is voorgevallen Het verdient duro; merking, dat het kadaster, hecwek tot handleiding en regelmaat bp dei Stelling der grondbelasting strekken moest, nog niet geheel daargestelc flair, waar het ztjn {oorsprong genomen heef. Hier te lande heeft: dien zoo veel oor/aitende» arbeid tot een einde gebragt. Wat den laai tijd aangaat, herinnert Zijne Exc., dat de Rtgertng, ten einje uiteet pende meeningen, begrippen en belangen zoo veel mogeljjk te veteem, zich in 1834, ter bevordering der eensgezindheid, eene opoffering van 1 4 tonnen gouds heeft getroost. De schikking van 1834 kon, naar het voelen dei Ministers, slleen stian op de toen aanwezige waaiden 1 heeft zich niet tot de toekomstige uitgestrekt. Zijne Exc. zou vreet dat, zonder het bestaan der wet van 1834, de vroegete muepelpki» weder ondervonden zouden worden. De Minister heeft dan ook moed niet, op die wet terug te komen. Zijn eenig oogmerk was ,1e om de toekomst te regelen, zonder verkregene regten re scneoden, en de regtmatige belangen der schatkist te benartigen. Het stelsel in 1 asngenomen, werpt lilj geenszins inner. Zijne Exc. beschouwt net cc billijk, dat de drooggemaakte, bepo derde ot' beouuwde landen, bp Je Stelling van het bedrag der belasting in aanmeikmg komen, en dai du voordeeie der schatkist strekke. Zijne Exc. kan de betekeningen, door beer van Rappari bijgebtagtniet aannemen. Hier wordt alleen getpn van eene belasting op het goed zelf. Het registratie regt, waarvan die 11 naar sprak, is eene belasting op den o-ergang. De Minister etkent, dat nij in 1840 geschroomd heeft, de opvoerng opcenten op de grondbelasting voor te srelicn, en da dezelve nut up rentheffert van den S ast gelegd waren. Destijds heeft Zijne Exc. zijne loofsoeiljdents te dien aanzien afgelegd. Ook Zyoe Exc. is, «t>ur net irt: der rentneffets, maar geenzins dooi eene willekeurige inhouding van hetj men hun verscouidigd is. De vergadering is thans zelve in stal: hen rei- fen. Hoe hooger koers en hpe lagei rente >1 verkregen kan wotden, te aangenamer zal hei Zijne Exc. zpn. Hq dringt er op aan, dat de Ki spoedig met het onderzoek van het tot dat einje aangeboden wetaumwi een aanvang make. Hei iqdsttp Is rijp. De nisc iri)vingen in he. Belg; groo boek hebben plaats g bad. Daardoor is net gebruik vsn ae waai vrijgelaten. ,0,.. wo sommige vragen geeft Zijne EXC. te kannen, tlan er algemeene herziening van de eigendommen in Oei Rijk zal piats hete» dit Zijne E*c. onbeschroomd de verkilling aflgt, dat zoodanige herziet met ander» zal plant henben dan ten gevolge eener wet; dat de Ka tier zelve zal kunnen oordeelen over de bulqkhe'd en de tegtvaardigheid daan en dat zij alsdan de vraag zal kunnen onderzoeken ol' men ook tot de v F ansche wet van 1798 zou moeten teruekeeren, volgens welke de fihrt en ttsfij'aen siechts -oor de heilt van derzelvei aanslag in de belasting brieten. De Regering ehoudt z en echter eene pstiéele herziening vnt Zijne Exc. hoopt de vergadering overtuigd te hebben, dat het voui oveteenkomt met de voorschriften der grond we'; met liet bestaande att der grondbelasting en des kadasters; da. het ieders verkregene regten eei: digt; dat daaibij de billijkheid netraent wordt; dat de toekomst daart: verzekerd wordt; en dat de scna kst, door de goedkeuring van hetontwt in eene ondergeschikte mare wired bevoordeeld. Ter stemming overgegaan zijnde, is het ontwerp aangenomen met ci meerderheid van 35 tegen 4 stemmen. Tegen hebben gestemd, de heeren Enschedé, Star Busmanvan Rechtt en Lu-jbtn De vergadering wordt tot nadere bijeenroeping verdaagd. In de memorie van toelichting, hoofdzakelijk in onze vnorgin mededeeld, komt nog voor, dat over ae dier.» jaren 1841 en 1841, meer, hrbben opgeleverd, dan geraamd waa: dezegel regiai.aie-, g tifi--hy zneck en successie reg en ƒ489862; de regten op de g-anen f a8a J:, de scheepvaarttegren 136659; Je. t n- en bakengelden 5.829, .e zat hierop dus meer dan de unit ƒ715 251. Minder: suiker ƒ:6102090; wijn 17923091; binnenlsndsch gei. teleero 340.954.81bui.ei lanoscn gedisiel.ee-d ƒ63.03561; collectief n rvoerbiljecren ƒ9.354.33}; ge.iiagi 188.784.24; zt 7 2.93463!; neren en 11 lin 33 726 09 sreenkb, lef Zegel 49 313 01 lurt 372 !>33 19; collectief I ëe 37.28332; gemaal IC7.0SI 12; collectief zegel 10 708 II;. regi. op in-, uit- en doorvoer f 618,7+1.76}regt van waarborg op gouden, t Ivertn werken 38,760.11; postenjer. ƒ21 36034; lorerq 13,005.50; ji, en vljschertt ƒ96501:}; opbrengst van vernoopngen en vetacniliende 01 vangsten 160,551.68} du» zamen minder f 2 726 770 22. Hiervan altickkenoe de meerdere opbrengst ais noven, dan krjjgt c éen té kort op de r-ming van 2,011 518.81}. Hierbij komt tin eene mindere opbrengst op de gewone middelen, die 0- de bijdragen van de Oost- Indische geldmiddelen soa hebben moeien geve den word. n. van 7 485,262 53, Dien ten gevolge is net gciieele te kort der middelen over de dienst si, '843» 91496,781.34',. In den nacht van den 7den op den 8sten dezer is de woning, toeb hoorende aan den voerman Leendert van der Harst, en gelegen in de duint tusschen Scheveningen en den sirsatweg nair het Badhnis, brand ontstaii die aanvankelijk een ernstig aanzien had, doen, vooral door de moedi| hulp van den molenaar Burgersdifk, die zich op den hooizolder in de vla: men waagde, in den tijd van een nur gebluscht is geworden, nadat echt het bovenste en schterste gedeelte vin de woning veel geleden had. C brand is vermoedelijk ontstaan in eene schuur. De bewoners, waarondi eene hoogstgebrekkige vrouw, zijn gelukkig gered kunnen worden, geil mede bét weinige vee, d<t sich in den brmdenden stal bevond. Gebrt atn t moest nut h isren, Leeui Twee Dei der r taliijk ge vlo: bestai welke beid t De; desze ruim ten toege Naar Boscl als vt Aid. Vo hesio Rege Engel remfl gehad welkt aantal voor» gen v g-rn, hll we ge P' /ai h meidl aanee hannt Aagu De waart liikeli Ho <g isCrlS den, edelg zamc ins ge; groot genas toont! der was .wade geen .drceg klein kaste grooi leder werd heili; •in I gedrt 10. waar :ren i Crool 1 Wal laai si iegel den orde sacrii de vt welk vierd bluu ten, kapt dien» fame kape lijke gesel Keizi gen b voori de ki Ook, Ongel umw mede dader Vt dezei *che| den gehe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2