De bevoegdheid om bij uitsluiting te dingen nair de Prijsvragen der Meer* iOhippijwelke met een vereerend getuigschrif en eene premie van 75 en f 05 beloond worden. Daar in het eerste jaar natuurlijk nog geene bekroonde stokken voorhan den waren, heeft het Bestuur eene aflevering, voor welke de platen vroeger reeds op last der Maatschappij ter aanmoediging der Bouwkunde gegraveerd waren, doen in orde brengen, en van dezelve een exemplaar aan elk lid doen toekomen. Die aflevering bestaat uit 4 platen en a bladen tekst in f", en bevqt het Project van eene overdekte Manege door den Archuekt A. E. Jolly Van de Bouwkundige Bijdragen, welke in 40 verschijnen, zagen reeds s atukken het licnt, het een met 2 liet ander met 3, waarvan 2 uitslaande, platen, en ruim <5 bladen .tekstheiden te zamen aan de leden, die zulks verkozen, voor den uiterst geringen prijs van 1.10 afgeleverd De in. houo wordt daargesteld door een Overzigt van de geschiedenis en ontwik keling der Bouwkunde bi] de verschillende volken der aarde} Beschrijvingen van belangrijke nieuwe gebouwenHerigtcn omtrent bouwwerken in ons Va der land ontgonneneene Wetenschappelijke be'chouwing over het noodzakelijke dat ook in de bouwkunst, theorie en praktijk hana aan hand gaan} en ein. deljjk ter,ite Korte Medcdeeïingcn omtrent ontdekkingen welke voor de Bouw kunst van belang zijn. De inzenders oer voor de Bijdragen bestemde, en door de Commissie ter. Redactie goedgekeurde lukken, kunnen, cjes verkiezende, een honora num van f 10 iot f 15, per vel druks, voor oorspronkelijkeen ƒ3 101/5, voor veriaalde Bijdragen genieten, terwijl nei honorarium voor teekeningen naar evenredigheid van de meerdere of mindere.belangrijkheid geregeld wordt. De in het jaar 1842 uirgeschreven .Prijsvragen, waaromirgnt nadere in lichtingen bij den Correspondent der Maaiscnappij alhier te bekomen zijn, betreffen de navolgende onderwerpen. EERSTE ONDERWERP. Een Schouwburg voor eene groote siad des rijks, geschikt zoowel tot vet toon mg van Treur- en Bijspelen, als van Zangspelen en Billenen. Belooning een verenend getuigschrift eo eene premie van 250. TWEEDE ONDERWERP. Eene Boeren Hofstede, uit oe uaartoe vereiscbte gebouwen eigenaardig zamengesieid. Belooning een vereerend getuigschrift en eene premie van f 75. 1 DERDE ONDERWÉRP. De Voorgevel van een Koffijhuu. p Beloontng. een vereerend getuigschrift en eene premie van 35. Tui mededinging naar de twee laatste prijsvragen, wo-den alleen de leden 'der Maatschappij toegelaten. De stukken moeten vóór i°. ftavember 1843 viaé'htvfjj worden ingezonden asn den Secretaris der iMaai'schappjj. Na in 'het bovenstaande de aandacht mijner stadgenooten op de Maarschappij 'gevestigd te hebben, zal ik op uirnoqdiging van eq namens het Bestuur, zooveel mogelijk ieder aan zijne woning in de gelegenheid stellen', om zich ces verkiezende tot het lidmaatschap te verbinden, en daardoor, cot het 'goede doel der Inr gting, wier nuttige werking ooit voor onze stad wel door 'niemand as onnoodig ral beschouwd wórden, naar vermogen mede te werken, Lejden jahuarjj 1843. De Correspondent der Maatschapbij voor Leyden. Dr. C. LEEMANS. MENGELINGEN. 'KARAKTER EN ZEDEN DER CHINEZEN. Vervolg en Slot van N°, 4.) Niet alleen Redurende zijn leven rekent een man op de hulp zijner zoneni 'maar het is een tróóst voor hem, wanneer hij oudt wordt, te denken, dat zij ra zijnen doud de lijkpleg igheden in ae zaal der voorvaderen en op de gra ven van het ges acht zullen vervolgen. Het Gouvernement hecht veel belang aan oe vervulling van dezen pl'gt; zijdie denzelven veronachtzamen worden aoor ae wetten gestuft. Weinig pligten vervullen de Chinezen ook met zoo veel zorg, want zij zijn overtuigd, dat de minste nalatigheid in dat opziet door aardzciie siraffen wordt gevolgd. Bij alle andere gelegenheden ireiki men nij hem een voisirekt gemis van godsdiensugen eerbied op. Wanneer een Cnine I een zijner bloedverwanten in de opgaande lijn ver groeit, word', deze gebeurtenis aan alle takken van het gezin verkondigd» 'uc be ue zijden der deuren worden met wilte opschriften voorzien, f Vit is oe rouwkleur.) De afstammelingen van den overledene, in grof wit laken gthiil'dg en het hoofd met oanden van dezelfde stoffe omwonden, weenen ro'd m hem, terwijl de vrouwen de lucht door akelig geachreeuw doen weergalmen. Gedurende dien tijd, komen zijne vrienden mei witte linnen of zijnen dekens, welke zij op het ligchaam plaatsen.—De oudste zoon, of de naaste mannelijke spruit, san beide zijden door bloedverwanten onder, sieund, en eene porCeleinen vaas, waarin.twee stukken koper, inde hand, gaan naar de rivier of de naasibijgelegen bron, of wel nog naar den stads regenbak ,01a water re koopen" zoo als men zegt, De plegtigheid moet door den zóón van den oudsten zo n, bij voorkeur boven den tweeden zoon uitgevoerd worden, en zij geeft hem regt op een dubbel deel der erfenis, welke gelijk tusschen de overige zonen verdeeld wordt. De plegtigheid van gelige en ligchaam met dit water te wasschen geëindigd zijnde, wordt de doode gekleed als gedurende zijn leven, vervolgens in eene uit- en inwen dig verniste kist gejplaatst, uit planken van vier tot zes duim dikte gemaakt i waarvan de bodem met ongebluschte kalk is bezet, en vervolgens zorgvuldig wordt gesloten; Men plaatse dan op net deksel een plaatje, waarop naam en titels van den overledene voorkomen, 100 ala die op zijn graf moeten worden gebiiield. Na driemaal 7 dagen, heeft de lijkoptcigt plaati, het plaatje wordtineenen vergulden draagstoel geplaatst, voor welke men wierook brandt. Men speelt te gelijkertijd op een muzijk-instrument, dat veel overeenkomst mee den ïcboischen doedelzak heeft, en van oogenbllk tot oogenblik staat men drie achtereenvolgende slagen op eene trom. De kinderen en bloedverwamen van beide gesiabhren, in hec wit gekleed, komen vervolgens, en loopen door elkander.Wanneer de lijkstatie het graf bereikt heeft, beginnen de cere- monien en offeranden. Daar het gebruikelijk is geld en kleederen te verbran den tot gebruik van den overledene in de geesten-wereld, stellen de Chi nezen, door eene welbegrepene zuinigheid, papieren geld en kleederen daar voor inde plaats. De vorm vsn het graf, hetzij groot, hetzij klein, isjuisc die vSn eene Grièksche 11hec kenkbeeld van einde, dat deze letter mede brengt, is, zoo als men denken Kan, slechts toeval. De graven der lijken zijn zeer groöt; zij bevatten eene enorme hoeveelheid metselwerk en steenen at beeidaels van dieren. Na de begrafenis brengt men in optogt het gemelde plaatje terug, en zoo het gezib rijk is, plaatst men hét in de zaal der voorvaderen, zoo het arm Is in eénig deel van het huis, en men brandt wierook voor hetzelve twee maal *a jaats. De lente en de herfst zijn de tijdstippen voor de ceremonie! ter nagedachtenis der dooden bepaald. De eerste is de voornaamste en worde ineeat algemeen waargenomen. Jn tegenstrijdigheid met de meeste der Chi resche feesten, welke door de maan geregeld worden en dus verschuiven, regelem ZiCh deze naar de zon, en vallen honderd vijf dagen na den winter- zonnestilstanddat is te zeggen, den 5den April, in. Omstreeks dien tijd tiet men de geheele bevolking van elke stad in menigte naar de heuvels trekken om de graven te herstellen, dezelve schoon te makenen er offerande it doen; Bi) hare terugkomst strooit zij langa den gehèelen weg kleine ,-t. ,itr stokjes »te «h ?aka papier, am san te taenen att ét ptecligWé 1» daisoen volbragc is. Geheele rijen heuvels, graven bevattende,, zijn zoodanige blijken van herinnering aan de dooden bedekt, en het is ,eip vreemd schouwspel af die kleine stukjea papier in het zonlicht te zien ronddraaijen. Gewoonlijk vervoert men het lijk van eenen rijken nnar de provincie zijner geboone, hoe verwijderd die ook moge zjjn, maar de optogt moet geene met muren orogvvene. stad doortrekken. Dezelve mag ook niet aan eene landingsplaats aankomen, noch, coder eene poort doorgaan, welke als aai» den Keizer behoorende beschouyvd wordr uit hoofde van hec slecht voor teeken. De Chinezen zijn zelfs zoo bijgeloovig op dat punt, dat zij., ver mijden' den dood anders dan met eene omschrijving zoo als onsterfelijk wordente noemrn, j Het belang, nat de Chinezen in de plaats der begrafenis stellen, veroor zaakt dikwijls veel vertraging in de plegtigheid. Men gelooft dat oe geluk, kige keuze van eenen. grond den grootsten invloed op het loc der o,ve,rblij,- venden heeftsoms gebeurt he.t hun na verscheidene jaren, den grond, op te graven, de beenderen met corg te verzamelen en dezelve op eene andere plaats te begraven, beter naar hunnen zin gelegen. Alle graven zijn onder de; bescherming van Heonton of de Koningin Aarde geplaatst. De duur van den rouw is volgens de kerkgewoonte .drie jaren voor hec verlies van eenen vader of eene moeder, maar inderdaad is dezelve slechts van driemaal negen maandengedurende welken tijd een ambtenaar van den hoogsten rang zien in ziln huis moet opsluiten, tenzij de Keizer hens daarvan vrijstelde. Drie jaren moeten t erloopen vóór dat de kinderen een huwelijk kunnen aangaan. Even als het wit is ook grijs de tou.wkleur, met roode kristallen of glazen in plaats van vergulde knoopen. De bal, welke de rangen aanwijst, wordt van de mott weggenomen, even als de rood zijden kwast. Daar de Chinezen zich het hoofd scheren, 13 een der teekenen van rouw, zich de haten te laten groeijen. Bij den dood des Keizers worden al deze ceremoniën door zijne tallooze onderdanen ten uitvoer gebragc, die honderd dagen doorbrengen zonder zich te scbe ren; al de ambtenaren nemen dan bal en kwasc van hunne mutsen af. Bij den dood der Keizerin, vrouw van Kang-hiwilden vier barer vrouwen levend met haar begraven worden, maar de wijze monarch liet zulk eene van de Scythen overgenomene barbsarsche daad niec toe, en schafte deze gewoonte voor altijd af. Wat de erfopvolging In de vaderlijke goederen betreft, Is de be-chikr king daarvoor tot de wettige erfgenamen bepaald, en wij hebben gezien dat er een zeer beperkt regt van eerstgeboorte bestaat, waardoor de oudste zoon, die het water bij de. begrafenis koopt, eene dubbele portie heeft. Men zoude met meer juistheid kunnen zeggen, dat de nalatenschap aap den oudsten zoon voor zijne overige broeders in beswaring overgaat; hij oefent een groot gezag over hen uit, en allen leven te zamen. Door dit middel kunnen de huisgezinnen in dit bovenmatig bevolkt land, veel ger makkelijker bestaan dan anders, en bet inkomen van een ieder wordt zoa> veel mogelijk ten nutte besteed. madera. Fragment uit een reis-verhaal. Den 2 September zagen wij het eiland Madera in eenen dikken nevel ger huid. In de verte schijnt dit zwaar en somber gordijn aan te groeijen, en zich uit te atrekken, gelijk eene windvlaag, welke aan den horizon klimt. Dezqlve trekc op of valt weder neder, naar mate de zon in het lichtroira fcnijnt, of het weder verlaat. Men weet dat, door eene vreesachtigheid, het bijgeloof der vijftiende eeuw waardig, de zeevarende Gonzelisdie hec anker voor Porto, dat is te zeggen op minder dan zestien uren afstand, had laten vallen,, drie jaren wachte, alvorena hij die dampen durfde trotseren. Zijn volk nam dezelve voor uitwasemingen welke uit het luchtgat der hel opstegen. De zonnestralen, die deze dampen van één scheuren, beurtelings de partijen van een zeer afwisselend geheel verlichtende, holt de baai ziel; uit en verwijdt dezelve in eenen halven cirkel: v. orgebergten teekenen zicli op het blaauwe der lucht. Aan den voet der basalc-rotsenwaarvan de platte toppen achtereenvolgend kerken, buitenplaatsen en kloosters door het groen opgevrolijkt vercoonen spreidt de heerfijke stad Tunchal, op den voorgrond deszelfs panorama, van witte huizen. De hellingen zijn mee dórpen bezaaid, en het prachtig (Lieve Vrpuwen-Kloostermet kastanje-boomen omringd, waarvan de toppen zich in de wolken verliezen, schijnt het geheel te be.- kroonen.want hqt voornaamste gedeelte van het eiland verliest zich in de breede schaduwen der dampen De rots Illieo, een lavaklomp, welke door .batterijen verdedigd wordtsteekt ver aan de r.eede uit opi de aldaar liggende schepen te beschermen. De baai van Funchal wordt echter voor zeer ge vaarlijk gehouden, waqt het anker houdt niet dan met moeite in den harden grond, en de hevige zuidenwinden veroorzaken een groot gedeelte vin hec jaar eene zeer onstuimige zee, De betoovering van dgn eersten aanblik verdween toen ik de stad binnen kwam. De huizen van nopgsiens twee verdiepingen zijn van hout en pleis ter met miradors of belvederes, maar zonder smaak daargesteld. De straten zijn smal, onregelmatig, en met puntige keijen bestraat, welke zeer ver, moeijend zijn. Door. deze smalle gangen loopen slingerend wateren welke naar zee ötroomen Deze wateren, uit bronnen voortkomende, zouden tot de zindelijkheid der straten moeien bijdragen, maar de nijverheid der hnisvron. wen houdt dezelve, ten gerijve van het huishonden, tegen, en herschept dezelve jn zoo vele stinkende poelen. In deze stroomen wasschen de meesstal leelijke meiden bet linnen, en zien de vreemdelingen luid lagchende aan terwijl naakte kindeten tusschen de varkens op den grond kruipen. Deze laatsten zijn zeer taltijk en kwaad, zoodat men aan alle kanten voor hen uic den weg moet gaan. De goede hutzen, welke zich in de stad bevinden en weinig in getal zijn, behooren aan vreemoe kooplieden, die hier den wijnhandel komen uitoefenen. Het paleis van den Gouverneur heeft nieis opmerkenswaardigs; niet ver van daar Is echter eene bekoorlijke hoewel kje'ne wandeling tusschen het gast huis, dat, zegt men, altijd vol is, en den schouwburg, die slechrs zelden wordt geopend. Het toeval begunstigde mij. Denzelfden avond kregen wij eene voorstelling: slechte Ftansche potsemakers, in kleeding van den tijd der régencespeelden een treurspel op de inneming van Troje; Hector en Mchiltes vochten dapper met het pistool en de Grieken trokken, na de over winning van Thetis zoon, Priam's stad met geweer en slaamrte trom binnen, Agamemnonde Koning der Koningen, was gefr seerd l'oiseau rojal. C/ljsses sprak verschrikkelijk door de neus. De mot der van den jongen Asteanax wal zwanger, iets waarvan de geschiedschrijvers geen woord reppen. De toeschouwers vertrokken zeer voldasn: ik was wel voldaan van te vertrekken. Den volgenden dag bezochten wij de kerken. Dezelve hebben niets merk» waardigs, ten zij men als zoodanig wilde beschouwen het dak en de spits der hoofdkerk, welke eene oude legende verzekert, dat uit eenen enkelen cederboom vervaardigd zijn, hetgeen mij echter ongeloofelijk voorkomt; even 1 Is die gewaande uitgerekte bosschen, wier brand zeven achtereenvol. gende jaren zoude hebben geduurd, met eene zoo dunne laag vegetale aarde als op bet eiland te vinden is, niet hebben kunnen besiaan. De vermeende cederen, welke de helling der bergen bedekten, zouden wel niet andera dan cijpressen en lorkenboomen kunnen geweest zjjn. De kapel der Scheden verdient melding: men vindt dezelve in het klooster der Franciskan.enen hec zoude onvergeeflijk zijn, dezelve niet te gaan hezigtigen. Onder de bescherming van een klein lampje, waarvin het zeer flaaiiw licit bliikoaar berekend is om op de vreesaentigheid van den aan* schouwer te weiken, trad ik een vertrek binnen, waarin nagenoeg drie dole zènd dooJshonoenschoen gepolijst, op eene sierlijke wijze zijn geranji

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 3