groot-br1tannie.
Tswn vöorsrancïer '<5er hervorming* re versiert en en den inagtlgea Èd*a~
Pücha ten val te brengen.
PORTUGAL
Hare Maj. de Koningin heeft den 3 January de Cortes met de volgende
aanspraak geopend;
w Waardige Pairs van het Rijk en Heeren Afgevaardigden v^n de Porciige
^SCbe natie.
m Het is mij altijd eene reden tot groot genoegen, de VertegehWodrdlge^s
der natie op deze verheven plaars vergaderd te mogen zieiii0
„Ik wensch mij zelve en u met deze plegcigheid geluk,jdn ik vertrouw
dat gij, bezield met het ijverigst verlangen, om al uwe '?zcf%éo aan de' eéf
volle taak van het vertegenwoordigend stelsel te wilden-, tot bereiking vsn
dit doel al die maatregelen en voorzorgen zult nemen9 die uwe w^slrtid
2al kunnen opgeven»
„Met de aankomst in deze stad van de Ministers van Oostenrijk 'en van
Pruissen, en de eerlang verwacht wordende aankomst van den Vertegen
wcördiger van Zijne Keiz Maj, den Keizer van Rusland, zullen de staat
kundige betrekkingen van dit land met de Noordsche Mogendheden volkomen
hersteld zijn; en ik heb het genoegen u te kunnen mededeelen, dat ik vah
bevriende en verbonden natiën de meest doorslaande blijken van vriendschap
en overeenstemming blijf ontvangen. Mijn Gouvernement zal er zich met
ijver op toeleggen, oio deze staatkundige betrekkingen te handnaven, en
door middel van handels- en navigaiie-iraciacendie onverwijld in overwe
ging zullen worden genomen, de meeste geriefelijkheid aan den handel té
verschaffen,
„Ik vertrouw dat het passend oogenblik nier ver meer »f is. Waarop ik
11 mededeeling zal kunnen doen van den uitslag der onderhandelingen tus
icben mijn Gouvernement er» dat van den Paus, en waarop men de wijze
zal kunnen ontvouwenop wtIkezonder inbreuk te maken op de voorregten
der kroon de belangen van de Portugesche kerk sullen zijn verzekerd geworden.
^De begrootingen voor het aanstaande dienstjaar zullen u worden onder
worpen; ik moet uwe bijzondere aandacht inroepen pp de dringende nood
zakelijkheidom de inkomsten van den Staat gelijk aan deszeifs uitgaven
te maken.
„Mijne Miaisrers zullen u verslag doen van de maatregelen, die ik het
dringend geoordeeld heb te nemen gedurende het n et bijeenzijn van het
Wetgevend Ligchaam, en zij suilen u dé voorstellen onderwerpen, welke
ten opzigte van de onderscheiden takken van de openbare dienst, door dé
ondervinding zijn voorgeschreven.
De gewone zitting van het jaar 1843 is geopend.**
DIUTSCHLaND.
Uil Berlijn wordt gemeld, dst de Pruiss «che Regering voornemens is een'
Consul naar China te zenden. Te voren was er een Pruissizch Consults!
maar hei is sidert eenige jaren vervallen.
Zijne Maj. Koning Willem Freaetik, Graaf van Nassau heefi dé heer
lijkheid van Prins Pückler-Muskau voor 3 cóo.oco gekocht.
Uil Aargau, in Zwitserland, meldt men van den 5 januariji
De Regering van Aargau, niet tevreden met de weigering om aan hei bé
llnii van den Landdag wegens hare eigene kloosters te gehoorzamen, heeft
tich het legt aangematigd, om hoogst aanzienlijk sommen te heffen vin de
goederen, die de kloosters van Luzern op het Aargausche grondgebied be
zitten. De Regering van Luzern bereidt zich voor, om van deze nieuwe
overweldiging een bondgenoo.schappelijk vraagstuk te maken en door alle ie
htrer beschikking scatnoe middelen het sequester re doen opheffen, dat de
manneo van Aargau op de bezittingen der geordenue geestelijkheid van Luzeni
gelegd hebben.
De Bey van Tunis heeft den aö November een besluit uitgevaardigd*
waarbij bepaald wordt, dat alle slaven, die het gebied van Tunis betreden,
vrij zijn; aile slaven, d:e zich thans in het Tunerische gebied bevinden, zjjn
na 7 jaren vrij; aileen de famielje des Bejr's zal dezelve mogen houden*
Londen den 11 January. De Minister Peel heeft aan al de conservative
leden van het Lagerhuis eene circulaire gezonden, om hen dringend uit té
noodigen, den aden Februarij, bij de opening van het parlement tegenwoor
dig te zijn.
Door zware stormen, welke er in de laatste dagen gebeerscht heb-
ben, is de stoomboot Monk, den /den dezer bij Carnavon gestrand, en vart
de a8 personen, die zich aan boord bevonden, hebbén slechts 6 hec leven
benouden.
Nadere berigien van de Kaap de Goede Hoop melden, dat de Hol
landsche Boeren aan de overzijde der Oranje-Rivier de gehoorzaamheid aan
het gezag van Engeland opgezegd hadden, zoodat de Gouverneur het noö
dig had gekeurd, eene beduidende m litaire magt daarheen te zénden.
FRANKRIJK,
Parijs den 13 January. De Minister van Financiën heeft bij de Kamer vsn
Afgevaardigden het budget voor 1844 ingediend. De uitgaven worden berekend
op 1,404,500000 fr., de ontvangsten zijn beraamd op 1,347,000,000; zoodat
er du jaar weder een aanzienlijk te kon zal zijn; van de vorige jaren bedraagt
jiet te kort 252,500,000 fr.
Ook heeft de Minister de wet ingediend otn met 1 September 1844 de
vervaardiging van beetwortel-suiker geheel te verbieden, en aan de tabrij.
kanten eene schadeloosstelling van 40.000.000 fr. roe te kennen.
De laatste dagen hebben er in Frankrijk hevige stormen gewoed, dié
veel schade aan velden en gebouwen hebben te weeg geb agt. De rivieren
en onder anderen de Seine waren zoo zeer gewassen, dat men voor oVef-
stroomingen vreesde.
Den agsten October heeft een vreesse'ijke storm te Pondicherie ge-
heerscht, waardoor alle plantaadjes aldaar vernield, vele velden verwoest
en de meeste boomen ontworteld waren. De schade, bulten die, welke dert
handel getroffen beeft, wordt op 600,000 fr. berekend. Drie schepeil Wa.
ren op de kust vergaan,
promotie aan de leydsche hoogeschool,
Den 9 lanuarij, de Heer G. B. Emant.rvan 'sHaee, in de Regtenna de verdediging
zijner Dissertatiede Restitutions in integrum Jure Neerlando
MAATSCHAPPIJ tsr BEVORDERING der BOUWKUNST
te
AMSTERD A\t.
Hei zal wel door niemanddie de geschiedenis der kunst in ons Vaderland
met eenige aandacht heeft nagegaan, ontkend worden, dat de bouwkunst,
vroeger met zulk een uitstekend gevolg hier beoefend, in de vorige eeuw
en niet minder in die, welke wij thans beleven, tot een verval geraakt was,
tiieper dan men dit immer bij een handeldrijvend volk zonde hebben kunnen
vermoeden. Wij vinden van dien vroegeren bloei de bewijzen in zoo menig
terwaardig kerkgebouw, dat sedert eenwen aan den tand des tijds en de
vernielende handen der menschen wederstand geboden heeft. Het oog van
den vreemdeling rust or k bier met welgevallen op onderscheidene Raad,
huizen en andere openlijke gebenwen, die nog vele onzer steden tot Sieraad
strekken. Het vaderlandsgezinde hart ondervindt eene aangename aandoening,
wanneer, en dit is het geval nou in veie kleinere, meer afgelegene of thans
niet meer bloeijende plaatsen, 'de houw der woonhuizen nog getuigt van de
degelijkheid, den goeden en oen godjdieiisiig.cn tin onzer nijvere
Voorvaderen Her eentoonlge vsn een 'andvan nature ion weinig afwIiifeJ
ling aanbiedende*ats het onze, wordt hier en daar door bevallig aangelegde
buitenverblijven en schilderachtige dreven op eene aangename wijze gebroken
of verminderd. En in rii'ter overvloed ziin nog de bhdragen voorhanden toe
éëne geschiedenis der houwkunst 'n Noord Nederland, met welker bewerking
eene wezenlijke leemte in ónze letterkunde zoude aangevuld worden,
Msar die boirwstoffen blijven ongebruikt of veronachtzaamd liggén, of
'kómen niet ter algetneene 'kennis. De schoone modellen welke vroegere
-geslachten voof ons optrokken, werden bedorven döor doelloo'ze oi wanstal,
tige bijvoegsels en herstellingen; en liever dan dezelve na te volgen, df
overeenkomstig met de behoeften van latere tijden te wijzigen, liet men
zich eérsV door" den heerZcnenden geest mede slepen, en bukie'zich gelvlllig
ottdér dén sctiéjjrer eener verbasterde mode, die eeren weelderi'gén en eveil
-ontzenuwden ais smakeloozen Rococo* 01 Pompadour stijl te voorschijn had
■g'ëföépén. En toen andere naburige volken reeds ia 1 g tót de eenvoudige-,
onveranderlijke beginselen van eenen zuiveren bouwtrant tergggekeerd waren*,
len de beate meesterstukken der Grieksche en Romeinsche kunst, of de meer
met ors noordelijk klimaat, onze zeden en gebruiken-, onze godsdienst eb
ons nationaal gevoel overeenstemmende gewrochten van den zoogeniamdeh
Gothischen-, Doitsche- of spitsbogen sttjl tot voorbeelden stellen; liepéti
wij nog Weifelende en wankelende rond, en putten ónze kennis uit flaauwe
en bedorven herinneringen df ontaardingen van hetgeen zoo te onregt eeii
Klassieke stijl genoemd werd, en waarvoor de regëls en voorschriften nimmer
behoorlijk en met genoegzaam opraeel aan de overblijfsels van den echteil
klassieken stijl getoetst waren Zoo deden Wij gebouwen verrijzen, dié
fici,.s! maar al te lang ue bewijzen zuilen leveren, hoe lang eene der edelste
Runs en bij ons als in eenen doodslaap verzonken lag. En evenwel zal nie
mand durven Deweren dat het onze P-itie aan liefde voor Knnsten én
Wetenschappen ontbreekt, of dat hier het goede en Wezenlijk schooné;
eenmaal gekend en begrepen, niet ook algemeen erkend en bij voorkeur
aangenomen zoude worden. Niemand zal Kunnen ontkennen, dat ook hier
miigtit gen bloeijendie den smaak en het verstand van het algemeen tot eer
verstrekken.
Het ligt niet in ons plan hier al de redenen op te zoeken en éit een tè
zetten, me Voor de bouwkunst en ook voor de beeldhouwkunst* voor zoover
die aan dezelve verbonden is, hier te lande zulk een ongelukkig lot ftebb'éé
te weeg gebragt. Maar éé.ie hoofdoorzaak wa» het gebrek aan goedé, we-
terichappeliik opgeleide AiChitekten, die 2oowel door hunne kennis als
door hunne beschaving, mee regt eene eervolle plaats onder de fatsoenlijkste
star,oen oer zaoenleving konden innemen, en zich genoegzame acnting.
genoegzaam vertrouwen en gezag verworven hadden* om onafhankelijk van
de luimen en den dwang van een onkundig piibliek, hunne ontwerpen in
wezen te roepen, en den Smaak hunner landgenooten te leiden e'fl te vormen.
Gelukkig dat in de laaiate jaren, althans in enkele steden, minnen van
gevoel, van kennis, van invloed, zien der ongelukkige hebben alngetrok.
ken, en zich boven de vooroordeelen eener onkundige menigte verheffende,
de kunst* die hun geene eer of merkelijk voordeel nog kon aanbieden, maar
om wter wil zij zich menige opoffering, menige teleurstelling, menige
onaangenaamheid moesten laten welgevallen, in hunne bescherming namen*
en aan hare uitoefening li hunne krachten toewijdden. Bescheidenheid ver
biedt Ons hier namen te noemen; doch wij behoeven oiet ver te reizen, om
ons te overtuigen* hoe reeds in korten ijd weinigen veel vrrotogcen om eene
gunstige verandering te bewetken; en wij roemen de Stedelijke Revering dié
ztch van den ongeschikten kunstbederver ontslaat, om, met op< ffenng via
betrekkelijk aanzienlijke sommen, en door het aanoiedén van eervolle voor
egten zich de diensten van een ijverig, wetenschappe ijk, en in alle ópeigted
geschikt kunstenaar te verzekeren
Ook in de nieuw opgerigte Akademle te Delft vinden wij een bewijs, dat
de Hooge Regering van hare zijde wil medewerken* om den toestand waarin
de bouwkjrjjsi bij oré verkeert, te verbeteren; en dat die medewerking op
den regten prijs gewaardeerd zal worden, meenen wij eenlgzihs gewaarborgd
te zien door den aanvankelijken bloei eener Maatscnappjjwie ke zich dé
bereiking van hetzelfde doel heeft voorgesteld.
Het is omtrent deze Maatschappij dat ik de vrijheid neem mijne Stadgé
nooten eenige inlichting te geven.
Hét Zil velen niet onbekend wezen, dat nu twaalf jaren geleden, dé
voormalige Maatschappij tot aanmoediging der Bouwkunde hare werkzaanihe
den gestaakt had, en sedert als ontbunden kon oescnaüwd worden. De
ongunstige omstandigheden waaronder toeh bet vaderland verdrun lag kon
den niet andets dan nadeelig werken op de beoefening der fraaije kunsten;
en toén ieder zich wederom aan zijne gewone werkzaamheden kon teiog
begeven, moest er een gerunhen tijd vetloopen, voordat de wensch vad
vele beoefenaars of beminnaars der bouwkunst levendig of verwezenli kt
kon worden, dat eene diergelijke tnrigting wederom mogt Wordén tbr itand
gebragt.
Dit laats e geschiedde in de maand Februarij van het laatst vérloopeli
jsar, wanneer in eene vergadering van 41 leden het be« uur gek >zen, en
de wetten en bepalingen voor de hernieuwde Maihthappij ter bevordering
der bouwkunst vastgesteld werden. Die wetten etiii-n me' uegele tjgnU
schrijven van het bestuur, bestaande uit de Heeren D D BüchLer Pre
sidentC. W. M. Klijn, Pice-PreiidentJ. van Str aten. Penniegmees*
ter, J. WarnsimI, Secretaris, M. g. Tótar van Elven, A. C. Fier.-Ön,
g. MoeLe Jr. en E S. HeynincX Mz naar verscnuléhdé plaatsen aan
eenige peisonen toegezondenbij wie men belangstelling in het oor oe
Maatschappij beoogde doet kdn veronderstellen bh door wier tusschen.
komst het Bestuür de Iurignng meer tef llgetheene kennis we schte té
brengen* Het is aan die tusibhérkomstmaar vooral aan de ijve'ige po
gingen van het Bestuur der Maa schappij* en aan de op nieuw Sangewak*
Kirde zucht vouf de bouwkunst, dat wij Het mögen dank weten, dat de
Maatschappij reeds op het einüé van Het jaat eên aantal van meer dan 40Ö
leden telde.
Het hoofddoel der Inrigiing is vooral bm de Burgerlijke Bouwkunst Ié
al derzelver vakken en onuerdeélen. door allé onder naar bereik staande
middelen, zooveel mógelijk te bevorderen; ambachtslieden en kunsienairl*
die tot de Bóuwklinst in betrekking staan, aan té moedigen, en héb op
de hoogte te houden van hetgeen in hun vak zoowel binnen- als buitenland!
Ontdek en vetrigt wordt; terwijl de Water eh Pelting-Bouwkunde vart de
Bemoeijihgen der Maatschappij niet zullen zijrt uitgesloten.
Tot dat doél verleent men zijne medewerking s
1«. ij oor zich als lid aan de Maatschappij aan te slüitén* ski ar voor
men éene jaarlijksche bijdrage van vijf'gulden en eéne entrée van
van l Jo betaalt.
2°. door hét inzenden van opstellen, oorspronkelijke of vërttalde, Bé-,
rigten, enz*, welke uit een gésfchtedkundig, Wetenséhappeiyk of
kunstmatig oogpunt voor de bouwkunst van eenig belang zijn;
ontwerpen* plans, afteekenlngen van geboüweO enz,
3°. Door bet beantwoorden der prijsvragenWelke jaarlijks ddér dé
Maatschappij worden uitgeschreven*
De voorregten aan het lidmaatschap verbonden zijn de volgendes
Kostelooze toegang tot al de tentoonstellingen, kunstbeschouwingeha ver.
gaderingen en voorlezingen der Maitschappij,
Het kosteloos en vrachtvrij ontvangen van dé lil platc gebrigté of géi
drukte, door de Maatschappij bekroonde stukken.
De bevoegdheid om zich één exemplaar der afzonderlijke door de Mest*
schappij, ouder den titel van Bouwkundige Bijdragen, uitgegeven stukjes*
tegen eenen verminderden prij» ian te schaffen.