A0. 1843.
LEYDSCHE
148.
C O U R A N T.
Woensdag,
14 december.
NEDERLANDEN.
Leyden, i3^en December.
bezet dagen is het volgend Prospectus in het licht ver?chenen van
'de onlangs opgerigte Koninglijke Nede'rlanasche Maatscnappii rot aanmoedi
ging van den Tuinbouw, onder bescherming van Zijne Maj. 1-VilU m II.door
Professor C. L. Blume en Dr. Ph. Fr. von Sieboldalhier, waarvan wij in een
vorig notnmer reeds hebben melding gemaiki. In den aanhef van genoemd
Prospectus drukken zich HH. oprigcers in dezer voege uit:
Nederland bezat weleer den roem, dat hec in het aankweeken van vreem-
de gewassen voor geen der landen van Europa behoefde te wijken. Een
levendige handel in vreemde bloemen en planten, die voor de nijverheid
der ingezetenen rijke bronnen van welvaart aeed vloeijen, was de vrucht
van de kunde en de zorg, waarmede de tuinbouw in hetzelve beoefend
werd.
De wensch om dezen tak van nijveiheid te doen herleven, heeft ons
eenige jaren geleden de handen ineen doen slaanom eene vereeniging
tot stand te brengen welke door het invoeren en aankweeken van zooda
nige planten, die door nrtttige eigenschappen of schoonheid uitmunten, op
Hieuw den binnen- en buitenlandscben plantenhandei uic den staat van kwij.
öing, waartoe hij vervallen is* zou kunnen terugroepen.
Onze aandacht moest natuurlijk getrokken worden door den rijkdom van
gewassen, dien de uitgestrekte Nederlandsche bezittingen in den Indischen
Archipel opleveren. Maar vooral vestigde de belangstelling, met welke dé
in 1830 door den heer vort Siebold uit Japan ingevoerde planten zijn oncvan
gen, net boven verwachting welslagen van hare aankweeking, en haren
Weelderigen groei hier te lande onze opmerkzaamheid op een land, waar de
natuur en de tuinbouw zich vereenigen, om, ter vecsiering onzer planten -
huizen en lusttuinen een schat van gewassen voort te brengen, zoo als geen
inder gelest vermag. Of zijn het niet de bloemen uit Japan, die des
Winters de lente op het ryksc getooid voorscellen, terwijl haar altijd groe
nend loof in den herfst het koude jaargetijde doet vergeten?
Wij zagen dus een uitgestrekt veld voor ons, om de planten, welke ons
het meest geschikt voorkwamen, van daar over te voeren en in ons Vader
land aan te kweeken. Wij besloten eene proefneming te wagen en aan
onze vereeniging niet eer de uitbreiding, voor welke zij vatbaar is,
te geven, dan wanneer de uitkomst onze inzigien zou hebben geregtvaar.
digd. Tot hec welslagen van dezelve hebben wij moeite noch kosten ge
spaard, en reeds in de maand September van hec jaar 1840 reisde een der
leden van onze vereeniging, Dr. Pirotnaar Batavia af, om, na een kort
bezoek der bovenlanden van Java, naar Japan te vertrekken. Dit land,
hecweld eeo aantal planten bevat, die voor onze luchtstreek volkomen ge
schikt zijn, was het eigenlijke doel zijner reis; daarentegen zou hij van de
gewassen, die-in Oosc-I.idie te huis behcoren, alleen zoodanige overzenden,
welke door pracht van bloemen of liefelijkheid van geur die onderscheiding
verdienen, of hetzij door huishoudelijk nut, hetzij door geneeskrachtige
eigenschappen; op een gunstig onthaal konden rekenen.
De uitzigten, onder welke onze vereeniging haren werkkring opende,
beloofden een gunstig gevolg. De krachtdadige ondersteuning, haar door de
Hooge Regering en ook door de loffelijke Handelmaatschappij, zoo wel hier
te lande, als in Indië toegezegd en al dadelijk ondervonden, als ook de ijver
Waarmede de heer Pierot zijne taak aanvaardde, deden ons de beste ver
wachting van zijne zending koesteren. Die verwachting werd echter verijdeld.
Onze vriend viel als een slagtoffer van zijne werkzaamheid te Macao, waar
het schip, dat hem naar Japan overvoerde, door een noodloccigen orkaan
overvallenhad moeten binnenloopen. Grievend was deze teleurstelling,
jöaar de edelmoedigheid der Regering, die hare bescherming aan onze ndttige
pogingen bleef verleenen, stelde ons weldra weder in scaac om onze onder
neming rhet nieliwen moed door te zetten. Zij haastte zich om ons verlies
te herstellen, door de benoeming van den heer Texiordie waarschijnlijk
niet ver meer van de plaats zijner bestemming is verwijderd* om de taak van
onzen ongelukkigen Dr Pierot op te vatten.
Zoo vele blijken van belangstelling der Regering in onze onderneming
konden niet anders, dan onzen ijver voor dezelve doen toenemen, inzonder
heid nadat het Zijne Maj. den Koning, uit overweging van hec nuc,hecwelk
dezelve kan stichten, behaagd heeft, om ons met de oprigting van eéne
Koninglijke Maatschappij tot aanmoediging van den Tuinbouw ce belasten en
het beschermheerschap van dezelve goedgunstiglijk te aanvaarden. De be-
palingen; door Hoogstdenzelven bij besluit van 18 October 1842, N°. 58,
VOOr deze Maatschappij vastgesteld, zijn de volgeude:
(Deze bevatten de aanduiding van den naam der ^Maatschappijde vast
stelling der contributie op 5 'sjaars, welke dienen tot bestrijding der kos
ten en ter uitgave van eenen beredeneerden katalogus van oieuw ingevoerde
zeldzame en nuttige gewassen, met afbeeldingen naar het leven vervaardigd;
•s jaarlijks zal aan Zijne Maj. een verslag omtrent den ataat der Maatschappij
moeten gegeven worden; na de mededeeling van welke bepaliigen, hec
prctpeccus dus eindigt:)
Vereerd met deze Koninglijke goedkeuring van onzë pogingen, en over.
tUigd van de belangstelling onzer landgenootennoodigen wij alle liefheb
bers en kweekers van planten uit, om daartoe als leden dezer maatschappij
tnede te werken en bieden wij hun te dien einde het nevensgaande incee-
kening-biljec hetwelk wij hen verzoeken, eigenhandig onderteekendaan
een onzer te doen toekomen. Want toe verkrijging van de planten door de
vereeniging ingevoerd, is hec een vereischte lid te zijn van de Koninglijke
Nederlandsche Maatschappij tot aanmoediging van den TuinbouwWij ver.
bibden ons levens, om dezelve aan zoodanige leden der maatschappij, die
den tüibboow als beroep uitoefenen, mits binnen 's Lands gevestigd zijnde,
altijd 25 pCt. minder berekend dan aan buitenlanders af te staan. Zoodra
wij op deze wijze van hunnen wensch zijn onderrigtzullen wij ons haas
ten om hun het diploma als leden der Maatschappij ter hand ce stellen.
Wij rekenen op eene talrijke deelneming, daar de belangrijkheid van het
door ons uit te geven jaarboekjehetwelk pok de waarnemingen der respec
live leden dezer maatschappij nopens verbeteringen van den tuinbouw zal
bevatten, daarvan natuurlijk grootendeels zal afhangen.
Daar wij van den beginne af aan gewenschc hebben, om ook aan onze ver
eeniging eene grootere uitbreiding te geven, waardoor zij krachtdadiger tot
den bloei van dezen tak van nijverheid zou kunnen medewerken, bieden wij
aan elk, die daartoe genegen moge zijn, de gelegenheid aanom daaraan
mede deel ce nemen. Op deze wijze gelooven wij het best alle verdenking
van ons af te keerenals of wij hij het aangaan V2n dezelve, of bij,lef
opngren van onze Maatschappij, andere bedoelingen gehad hadden, dan V c
belarg van de zaak waarvoor wij ons vereenigd hebben. Hec welgelukketi
van onze eerste proefneming, om gewas.sen uit Japan en Java in te voeren
en aan ce kweeken, strekt tevens lot waarborg, dat die onderneming voor
de .deelhebbers geenszins onzeker or gevaarlijk ts. Wij noodigen dus ieder
een, die zich aan onze vereeniging zou willen aansluiten, uit, om zich bin
nen zes maarden dienaangaande aan ons ce verklaren, ten einde alsdan toe
het vaststellen van zoodan ge schikkingen en bepalingen over te gaan, als hec
welbegreepen belang der vereeniging zal medebrengen.
Uit 's Gravenhage meldt men van den J2den dezer:
Men verneemt dat hec Zijne Maj. behaagd heelt dezer dagen aan heereii
Regenten der Roomsch Katholijke weezen en armen dezer stad eene aan
zienlijke som ter hand te doen stellen tot viering van H. D. geboorte-ver-
jaardag. Deze som werd gisteren tot dat einde besteed en was coereikend
genoeg, om behalve den weeskinderen, meer dan ico oude bestede lieden;
door de zorg van voornoemde heeren Regenten, een aangenarrten en genoe-
gelijken dag te kunnen verschaffen. Behalve de gewone voeding, is eenè
uitdeeling van vleesch en bier toegediend. Algemeen werd de vreugde en
dankbaarheid der weezen en andere ongelukkige, die van deze gift genoten;
opgewekt, hetgeen zij dan ook na afloop van den maaltijd in een vurig en
hartelijk gebed toe den Almagcige te kennen gaven en waarin zij tevens de
verlenging der levensdagen van onzen beminden en liefdadigen Vorst afsmeekten.
Men verneemt, dat bij Zijner Majs. besluit van den 29November jl.
aan de heeren SmithGerdner enComp.y te New-York (Vereenigde Staten
van Noord-Amenkaeen octrooi verleend is tot invoering in hec Rijk van
een nieuw uitgevonden procédé, om in 24 uren zuiver en onvervalscht lood
wit te vervaardigen. Deskundigen en belanghebbenden kunnen de sraleil
bekomen om zich daarvan te overtuigen, en men moet verklaren, nimmer
zulk een sneeuwwit en fluweel zacht artikel gezien te hebben. Men verzekert;
dat er binnen kort eene dusdanige fabrijk in de nabijheid van 's Gravenhage
zal worden opgerigc, die met stoomkracht werkende, dagelijks duizende
ponden zal leveren.
Zijne Maj, heeft den jeugdigen toonkunstenaar Verhuistte 's Graven.
hage, benoemd tot Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Naar men verneemt is door Zijne Maj. den Koning, aan JJ. Hin-
nersvoormalig commissionnair alhier, die bij arrest van het Provinciaal hof
van Noord-Holland, van 30 September jj., ter zaak van moedwillige brand
stichting, veroordeeld is tot de straf des doods, gratie van die straf verleend
en dezelve veranderd in tepronkstelling op het schavotbrandmerk en twin*
tig jaren confinement.
Aanstaanden Woensdag of Donderdag wordt Zijne Maj. Koning Willem
FrederikGraaf van Nassau, met II. D. Gemalin in deze Residentie ver
wacht. Men wil weten, dat Zijne Maj. vergezeld zal worden door H. K. K®
Mevrouw de Prinses Albert van Pruissen.
Eergisteren avond heeft zich bij H. K. H. Prinses Frederik doen hoorert
de heer C. Heinemeijereerste solo-fluitist van Zijne Maj. den Koning vart
Hancver. Het buitengewoon talent van dezen toonkunstenaar heeft de be
wondering van de meest bevoegde beoordeelaren opgewekt. Het heeft H. K. Hè
Mevrouvve Prinses Frederik behaagd, Hoogstderzelver bijzondere tevreden
heid met zijn keurig spel aan dezen vircüoor kenbaar te makenten blijkè
waarvan H. K. H. hem met een zeer fraaijen met edelgesteenten omzetten
ring heeft begiftigd.
- Heden morgen ten tien ure is de centrale afdeeling van de Tweedé
Kamer der Staten-Generaal vergaderd over het ontwerp van wet, betrekkelijk
het tractaat. Ten 'half een ure heefc dezelve eene bijeenkomst gehouden
over de ontwerpen, nopens het wetboek van scrafregt. Ten twee ure heefc
er eene zitting van de Commissie tot de verzoekschriften plaais gehad.
-- Morgen ten elf ure zal de Tweede Kamer beraadslagen over het ont
werp van wet, tot verandering van art. 12 der wet op de regterlijke organi
satie en na die vergadering zal de Kamer waarschijnlijk eene zitting met ge-
sloten deuren houden, waarin andermaal over het voorstel van den heef
Schooneve/d zal worden gehandeld,
Aan Zijne Exc. den Minister van Financien is door een der heereit
Gouverneurs dé vraag gedaan of een zeepzieder de nommers der ketels*
die door hem rot bereiding van zeep zijn aangegéven, mag verwisselen; al
vorens de stoking van den ketel, welken hij verlangt te verwisselen, heefc
aangevangen; in antwoord op welke vraag gemelde Minister bij resolutie
heeft te kennen gegeven, dat het naar des Ministers inzien, volgens de uit
drukkelijke bepaling van art. 15 der wet op de zeep van 4 Mei 183& (Stadts
blad N°. 13), aan een zeepzieder niet vrijstaat, het nommer van den doof
hem tot zieding aangegeven ketel met een ander te verwisselen, zoolang
de stoking van eerstgenoemden ketel nog niet is aangevangen; te minder*
daar ook door deze handelingen zoude worden illusoir gemaakc de bepaling
van hec iste lid van art. 15, volgens welke de zeepmakers of zeepzieders
gehouden zijn, de aangifte der door hen te bereiden zeep te doen, daags
vóór dat het vuur onder den ketel kan worden gelegd; wordende aan de be-
bedoelde wets-bepaling geeozirs gederogeerd door c der resolutie van den
9 November 1839, welke alleen inlichtingen bevat, op welk gedeelte der
aangifte hec woord veranderenin de slotbepaling van gezegd art. 15 voor
komende, toepasselijk is.
-Van den \3den dezerIn de zitting van de Tweede Kamer der Scatert-
Generaal, van heden, is beraadslaagd over het gewijzigd ontwerp van wet*
bepalende de verandering van art. 12 der wet op de regterlijke organisatie
en hec beleid der justitie.
De heeren van Goltsteit, Neder burg h% Trompvan Akerlaken en den Tex%
hebben hec ontwerp verdedigd, hetwelk op verschillende gronden is bestre
den door de heeren: de ManLuybenvan NesMutsaersRomme(Jyt~
werf Sterlingvan Panhuys en Enscnedé.
Hec vervolg der beraadslagingen is bepaald op morgen ochtend ten u ure*
In dezelfde zitjting is ook verslag gedaan op twee requaescen aan gemeen*
te-besturen uit Limburg, tegen het tractaat met Belgie. Beide verzoek*
schriften zullen ter griffie gedeponeerd, en een afschrift daarvan aan Zijne
Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken gezonden worden, terwijl het
verslag zal worden gedrukt,
De Correctionele Regtbank te Parijs heefc alle bescbnldigden in de
zaak van het spoorweg-ongeluk van 8 Mei 11. vrijgesproken en de aanklager#
in de kosten van het proces veroordeeld;