D q I T c H L A N D. F R A N K R IJ K. MENGELINGEN. iVan de grenzen meldt men, dat de vruchtbare omtrek van Valenciage woonlijk de tuin van Valencia genoemd, door een zoo hevig onweder, vergezeld van geweldigen hagelslag, is bezocht geworden, dat daardoor eene groote schade is aangerigc, welke op meer dan 8,000,000 realen ge. schat wordt; sommige hagelsteenen zouden, naar men meldt, het gewigt van 8 ponden gehad hebben. ITALIË. Uit Napels meldt men van den 18 September, dat het feest van de Ma donna di Piedigrotta ditmaal weder met den meest mogelijken luister gevierd is. Om dezen luister te verhoogen heefc de Koning zijne geheele beschik bare krijgsmagt, ten getale van 55 bataljons, 32 eskadrons en 20 batterijen artillerie, in de hoofdstad vereenigd, en over deze krijgsmagt eene wapen schouwing gehouden. Terwijl de Koning mee zijn gevolg naar de kerk der Madonna toog, deden 40 mnzijkcorpsen zich hooren en werden de kanonnen der forten en van 10 voor de stad liggende oorlogsvaartuigen gelosc. In weerwil van den overgrooten toevloed van toeschouwers uit naburige plaat, sen, is het feest in goede orde afgeloo'pen. -—Omtrent het instorten van de Magdalena-kerk teTivoli, (zie onslaatfcc voorgaand nommer,) worde uit die stad van den 5 September net volgende medegedeeld: Heden ochtend vroeg werden onze inwoners, uit hunnen morgenslaap met schrik opgewekt en op straat gedreven, .door het krakend geluid van instor tende muren en balkwerk. Het gedruisch kwam van de Roomsche poort, in welker nabijheid te Magdalena-kerk, ook Chiesa-Santacroce geheeten, met haren klokkentoren ingestort was. De porositeit van het Ripoli-Kalksteen waarop het vogtige Tibur ligt, als ook de aard van zijne andere grondlaag, het door dropsteen van den Anio gevormde, in den natten toestand niet zeer vaste travestijn, haddea in den laatsten tijd veel bezorgdheid voor den duur van verschelden groote gebouwen verwekt, die in gedeelten der stad liggen, door welke de* uit de rivier afgeleide cascadellen naar beneden stroomen. Het doorsijpelende water had hier vele onderaardsche gewelven onbruikbaar en huizen-tondamenten onveilig gemaakt. Evenwel kwam het instorten der kerk niet zoozeer door deze oorzaak, dan wel wegens eene ruime grot, welke een in de nabuurschap wonende wijnschenker tot onder haren voet had doen graven, Te Rome is de luchtgesteldheid dezer zomer bijzonder ongezond geweest, In Augustus waren er over de 1500 menschen aan koortsen overleden. In den schouwburg te Pisa is een muur ingestort, terwijl eenige hon. derde personen er zich tot een bal vereenigd hadden; een 5otal is deerlijk gekwetst en men wanhoopt aan hun leven. Te Bologna is men een staatkundig genootschap op het spoor geko men, hetwelk zich ondier den naam van Ferdinandea door geheel Romagna versprejd had en, e^n gewijzigd Carbonarismus was. De 20ste vergadering van Duitsche Natuur- en Geneeskundigen ij den ipden dezer te Mainz geopend. Het getal aanwezigen was zeer aan zienlijk. Te Frankfort werd den ipden onder de speculanten bet gerucht ver. spreid, dat er zich nieuwe zwarigheden hadden opgedaan tegen den voore gang der financiële onderhandelingen tusschen Nederland en België, en dat daarom belangrijke verkoopen van Integralen te Amsterdam hadden plaats gehad, hetgeen ten gevolge had, dat de Hollandsche effecten op de Frank- forier beurs zeer gedrukt werden. De stad Rheinbach, in Pruissen, is den ipden dezer door eenen hevigen brand geteisterd en de belft der stad, vooral door gebrek aan water, eene prooi der vlammen geworden. De boschbrand te Sebnitz op de Saksische grenzen is volgens berigten vsd 9 September gelukkig gebluscbc; dezelve had 8 dagen geduurd en de geheele omtrek stond als in eene vuurzee; de schade is nog niet te bereke» nen maar is alleraanzienlijltst. In de Noorweegsehe Storting is het gedane voorstel, om aan de Isra. êliten vergunning te verleenen zich in Noorwegen te vestigen, verworpen. GROOT- BRIT ANNIE. Londen den 21 September. Den ipden is alhier van Ihartsmouth aange komen, Z. K. H. de Aartshertog Frederik van Oostenrijk. Hij zal zich naar Windsor begeven, waar de Koningin zich bevindt, om bij Hare Maj. een bezoek af te leggen, en eenige dagen aldaar vertoeven. Er zal, gedurende het verblijf van dien Vorst, eene groote revue gehouden worden. -Zijne Exc. de Nederlandsche Minister, Dedei, is naar Dnitschland vertrokken en zal omstreeks 4 weken afwezig blijven. In den laatsten tijd zijn onderscheiden honderden landverhuizers van Amerika in Engeland wedergekeerd. Voorleden week waren 300 derzelven te Liverpool van New-York aangebragc, welke io eeneo hoogst armoedigen staat verkeerden. De klagten over den achteruitgang van de scheepvaart namen zeer toe, daar er moegelijk vrachten te bekomen zijn en dan nog tot den aller, laagsten prijs, zoodat het getal opgelegde schepen zeer aanzienlijk is. Parijs den 23 September. Z. K. H. de Hertog van Aumale vertrekt den t October naar Algiers, om aan den najaars-veldtogt deel te nemen. De rust in Algerie schijnt niet zoo zeker te zijn als in de laatste dagen in de berigten werd opgegeven,daar de Arabieren zich slechts nic noodzaak onder worpen hadden, om hunnen oogst binnen te krijgen en nn dac geschied is, zich weder als vijanden doen kennen. De Minister van Oorlog heefc bepaald, ten einde de landverhuizing naar Algerië aan re moedigen, dat de overvaart vtij zal geschieden op schepen en stoombooten van het Rijk. Omtrent den bekenden Deutz (van wiens verraad aan de Herrogin van Berrj gepleegd, wjj een uitvoerig stuk geleverd hebben, in ons Men gelwerk van 13 en 20 Junij I. I.), worde thans door de Gazette des Tribunaux gemeld dac hij door dionkenschap en een losbandig leven tot zulk eenen ataat van armoede vervallen is, dac bij door beedelen zijn onderhoud moet zoeken. Italiaan en Israëliet van geboorte, was hij tot de Christelijke gods dienst overgegaan, doch is in 1833 wederom Jood geworden. OVER HET ROMEINSCHE RIJK, DE OORZAKEN VAN DES- ZELFS VAL. EN HET DUBBEL KARAKTER VAN DE INSTELLINGEN DER MIDDELEEUWEN IN HET OOSTEN EN WESTEN. Toen de legioenen van Cesar den Rubicon overtrokken, kwamen zij voor hem ajle Romeinsche waardigheden veroveren; deze verovering, waarvan de eerste gunsteling der verraders gewordene soldaten niec lang genot had, werd door nieuwe daden van verraad In het vervolg aan hen verzekerd, die na hem de militaire gunst verkregen. Zoo was het dat de eenvoudige titel van Generaal door de troepen bemind, imperator, in zich alleen alle magc en regc bevatte; zoo was hec dat binnen Rome het gelukkig opperhoofd, dat de legioengp op hunne schilden hadden verheven, de eenige beschermer, de eenige wreker van alle burgerlijke belangen, de vertegenwoordiger d°r volksvergadering, de kiezer der Consuls, de Voorzitter van den Senaat werd; terwijl buiten af vertegenwoordiger van geheel Rome, hij alleen voor zijn belang het despotismus uitoefende, dat het sonvereioe volk zich op alle door deszelfs wapene overwonnen volken toegeëigend had. Hunne schattin gen kwamen in zijn fiscus, hunne armen waren tot zijne dienst. Nie.temin behield de Romeinsche burger, beroofd van het aandeel, dat hij in de tnagt van Rome had gehad, na deze verandering het lijdelijk voorregt der Ro meinsche conditie, den vrijdom van zijn persoon en goederen, de vrijlating van alle willekeurige schatting. De man der provinciën onderscheide zich nog van die der stad; maar deze onderscheiding dnurde kort. Een Anto ninus noemde onder het voorgeven van de wereld met eenen vleijenden titel te begunstigen, de schatpligtigen san hec Romeinsche rijk. dte mannenk welke een landvoogd wettig kon pijningen, geeselen, onder dienstbaarheden en schattingen kon verpletterenRomeinsche burgera. Aldus werd de magc van dezen voorheen onschendbaren titel, waarvoor de schaamtelooste dwin. gelandij stil stond, verloochend; zoo ver ging die oude veiligheidskreèc welke de beulen deed terugdeinzen: Ik ben Romeinsch burger. Van dien tijd af was er geen Rome meer, er was een hof en provinciën, wij verstaan door dit woord niet wat het thans in de volkstalen beteekent, maar wat daarmede oorspronkelijk in de Romeinsche taal bedoeld werd; een door krachc van wapenen veroverd land, wij willen zeggen dat het oorspron kelijke onderscheid tusschen het veroverende Rome en die volken, welke door hetzelve onderworpen waren, toen op de mannen, die zich in of buiten het paleis bevonden, werd toegepast; dat Rome zelf niec meer dan voor een gezin, voor eenige hovelingen leefde, gelijk voorheen de door hetzelve overmeesterde natiën, alleen voor naar hadden geleefd. Toen werd de naam van onderworpenen, subjects, onderdanen, welke de Fransche taal in sujeis verbasterde, van de overwonnen bewoners van het oosten of van Galltën, op de zegevierende bewoners van Italië overgebragtthans aan hec juk van een klein getal mannen gehecht, gelijk de anderen die aan het hunne geweest waren, eigendom dier mannen, zoowel als de anderen het hunne waren ge. weesc; waardig in een woord, van dien vernederenden titel van onderdanen, subjects, welke men hier naar den letter moet nemen. Deze is de staat van zaken, welke sedert Augustus trapsgewijze geboren werd; elke Keizer stelde er zich eene eer in, het oDgenbllk van deszelfs volmaking te verhaasten; Constantijn voleindigde het werk. Hij deed van de Romeinsche vanen den naam van Rome verdwijnen, en stelde in deszelfs plaats hec teeken der godsdienst, welke het Keizerrijk had aangenomen. Hij verlaagde de geëer- biedigde namen der burgerlijke overheids-beambten beneden de dienstbare ambten van zijn hnis. Een inspecteur der kleedingstukken had rang boven de Consuls. De aanblik van Rome hinderde hem; hij waande hec zinnebeeld der vrijheid nog op deszelfs onde muren gegrifd te zien; de schrik joeg hem er uit; hij vlugtte naar de oevers van Byzantium; hij bouwde er Constantinopel. Zoo Rome het vaderland der onafhankelijkheid geweest was, werd Kon. Stancinopel dac der slavernij, er was slechts één regt, dac van het Keizer schap; slechcs één pligcdie der onderwerping. De algemeene naam van Burger, welke, in de spreekwijze, de onder eene zelfde wee levende man nen gelijk stelde, werd door bijnamen vervangen, geêvenredigd naar den invloed der magtigen of de lafheid der zwakken. De benamingen van Emi ttencie. Hoogheid, Eerwaardigheidwerden aan de laagste en verachtelfikste wezens der wereld verkwist. Hec Keizerrijk werd als een particulier domein overgedragen: de wereld putte zich voor de vestiging van een geslacht uit; de belastingen stegen boven alle mate; KonscantiDopel alleen was er van bevrijd: die voorregt der Romeinsche vrijheid was voor hetzelve de prijs der schande. De overige steden en volken werden als lastdieren beschouwd, die men zonder medelijden gebruikt, die men slaat, wanneer zij niet voort willen, en doodc, wanneer zij zich doen vreezeo. Ten bewijze screkke de bevolking van Antiochië, ter dood veroordeeld door den vromen Theodosius, en die van Thessalonikadoor hem geheel van kant gemaakc voor eene ge weigerde schatcing, en voor eenen ongelukkige, die aan de regtsoefening zijner dienaren was onttrokken geworden. Inmiddels wapenden zich wilde en vrije volken tegen de slaaf gewordene wereld, als om haar voor hare laagheid te straffen. Icalië, door hec Keizer, schap verdrukt, zag weldra in haren boezem onmeedoogende wrekers. Rome werd door de Gothen bedreiga. Het volk, het Keizerlijk juk moede, ver. dedigde zich niet. De plattelandsbewoners, nog doordrongen van de oude zeden en de oude godsdienstdie mannen, de eenige, wier armen nog krach- tig waren, en wier ziel nog voor eergevoel vacbiar was, verheugden zich van in hun midden vrije mannen, en goden op de oude goden van Italië gelijkende, te vinden. De Generaal door het Keizerschap met deszelfs ver dediging belast, Stilicoverscheen aan den voet der Aipenhg riep te wapen, en niemand stond op; hij beloofde de vrjjheid aan de slaven, hij verspilde schatten; en uit de geheele uitgestrektheid van het Keizerrijk verzamelden zich slechts veertig duizend mannen, het vijlde gedeelte der strijders die Hannibal aan de poorten van het vrije Rome gevonden had. Het siaafsche Rome werd in den tijd van eene halve eeuw tweemaal genomen en geplun. derd. Weldra werd Italië in alle rigtingen door mannen van het Noorden doorkruist; zij legerden er zich, en vorderden het grootst gedeelte der gronden. Galliën, Spanje, Groot-Britannië, Illyrië, werden eveneen» inge. nomen en verdeeld; de Romeinsche naam werd in het westen afgeschaft. Alzoo was de heerschappij, waarvan het verraad van Julius Cesar de eerste grondvesten legde, en welke Octavianus instelde, ver van haren eersten zetel verbannen, en tot de kosten van GriekenlandKlein-Azië, en Afrika bepaald geworden. Weldra werden hare tweede grenzen overschreden, andere bar. baren, even zwak door de volken teruggeslagen als de Gothen en Franken dit geweest waren, namen Thracië in, en vielen het Keizerrijk in Azië aan. Belisariuswaardig om de Romeinsche wereld voor de vrijheid te heroveren, trachtte, in spijt der menscheiijke natuur, hetzelve weder voor zijne meestera in bezit te nemen. Overal vond hij de mannen bewegingloos op zijne stem. Italië zelf werd verontwaardigd over de pogingen, welke hij deed om hec met geweld weder onder hec juk te brengen, dat het niec boven het ander verkoos, en van deszelfs akkers slagvelden te zien worden, voor eene worste ling, welke het zich niet aantrok. Belisarius verwijderde zich, tranen stor tende over dit land, dat den Romeinschen naam afzwoer, met zooveel ijver als het voorheen aan den dag legde om denzelven te verkrijgen, toen die naam, die der onafhankelijkheid was. De Slavonische natiën bezetteden Thracië en Mezië; de Parciërs rukten voorwaarts: alle stammen van Arabië, onder dezelfde vanen vereenigd, door dezelfde dweepzucht bezield, geleid door hetzelfde opperhoofddac tegelijk krijgsman, priester en halfgod was, maakten zich meester van ge heel het land tusschen den Euphraat en de Roode zee. De natiën namen zonder weerstand deze nieuwe dienstbaarheid aan; en, zoo als Montesquieu zegt, het waren de bovenmatige belastingen en de kwellingen van hec Keizerrijk, welke de fortuin van Mahomet maakten. De legerhoofden die hem opvolgden, veroverden Phetiicië en Egypte, vervolgens Numidië en aangrenzende landen; hunne vloten verschenen op de kusten van Azië, in het gezigc van Konstancinopel. De Keizers, te raidden hunner wellustige vermaken, en der kuiperijen welke hen bezig hielden, verontwaardigden zich dat hunne onderdanen niet zoo dapper als vrije mannen waren. In hunne aanvallen van woede, martelden zij diegenen welke zich niet aan hunne zaak toewijdden, denkende dat de vrees de plaats van vaderlands liefde zoude vervullen. Maar, evenmin als de golven der zee onder de zweep van Xetxes bedaarden, zoo ook werden de slaven van hec Romein sche rijk niet getrouwer op den aanblik van hec schavot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 3