A0. 1843. LEYDSCHE IN0. 115. O IJ R A N T. MAANDAG, 26 SEPTEMBER. KENNISGEVING* Burgemeester en Wethouders df.r Stad Leyden, seven bij de-'.en kennis aan de Ingezetenen dezer Stad, dat in de Vergadering van den Ed. Achtb. R. 1 dt»p heden gehouden, by stemopneming gebleken is, dat door de Stcmgeregtigden In ezcenen ter vervanging van het aftredende een derde deel der Kiezers, en ter vervuHng van eene opengevallen plaats, by meerderheid van stemmen zijn verkozen de Heeren h.aJ? rr........vft11ut.* i.ri Prof. Antonius Henrtcus van der Boon Mesch. Mr, Jean Corneille Bucaille Mr. Andries Abraham Dillié Benjamin Eigeman, Dièderik van Leyden Gael Mr. Hugo Gevers. Abraham HarteveltJz. CornellsIVillemHendrik van ICaathoven Dr. IVillem Pieter Kluit, Will m Leemans. Abraham Librecht Lez\vijn, Theodor Muller Mas sis. Herman Adriaan Nederburgh, Paul du Riem, Mr. Albert Otto Ernst Grave van Limburg Stirum. Gerard us Hubertus IJsselsteijn. Dr. Dr. Mr. wflk.e met de aangebleven ki zi rs de hherfnï Prof. Cornells Jacobus van Assen. Anthonij Bernardus Barkeij Nz. Abraham Blusse de Jonge. Fredrik HendrikLodewtjfqDonckerman. Mr. Jaques Leonard Dozy. Pieter yen Hameren. Jan van Heukelom Senior Dr, Paul Godfried van Hoorn. Mr. Paul Franpois Hubrecht, Jhr. Mr. Jean Gijsberto de Mey, Jbr. Mr. Leopold Petrus Adrianus van Put I- hammer. Prof. Gerardus Sandifort, Gijsbert van der Spruyt Willem Cecilius Baert, van den Mr. Isaac Lambertus Cremer Berch van Heemstede, Mr. Joannes Tiberius Bodel Nyenhuis, Mr. Pieter Buys hes. Mr. J man Bonefccius Cornells Peter Cau, Prof. Hendrik Cock. Caspar us de Fremery, Jhr. Willem Abraham Gevers, Cornells -Leembruggen. Mr. Corneille Jean Luzac, Mr. Guillaume Pierre van Outeren, Samuel Jacob Le Poole, Pieter Hendrik Baron Taets van Amerongen tot Natemsch. Prof, Johan Rudolph Thorbecke Prof. Jan Bake tot op den 30 September 1848, het Rieskollegie dezer Stad zullen uitmaken, behoudens echter de bepalingen, vastgesteld bij Zijner Majesteits besluit van den 224. December *829, N°, 123, omtrent de vervulling der buitengewone vacatures. Aldus gedaan en gearresteerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 21, September 1842. J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, V. PUTTRAMMER. NEDERLANDEN. Levden, 25 September. Onder de bijzonderheden, welke, omtrent buitengewonen groei van plan- ten en boomen, dit jaar reeds zijn medegedeeld, verdient ook nog gemeld te worden, dat in eenen tuin, binnen deze atadwaar de boomen, wegens nieuwen aanleg, eerst laat in het voorjaar geplant en opgekomen waren, echter daarna door de droogte en rups alle bladeren hadden verloren, dezelve nn wederom met nieuw loof beginnen te prijken en zelfs een morellenboom reeds onderscheiden opene bloesems heeft. Voor het overige staan de weilanden In den omtrek dezer stad thans uitnemend schoon, met overvloe dig gras overdektreeds op onderscheiden hooilanden is de tweede snee afgemaaid en zeer goed binnengekomen. Ook het volgende, hetgeen uit Oterdnm in de provincie Groningen, van den aosten dezer gemeld wordt, vinde hier eene plaats: ln dit dorp staat een pereboom (manneke peer), die voor de tweede maal van dezen zomer met vrucht is beladen. De eerste vracht is sedert eene week geschud en in den kelder geborgen, en de tweede, de halve groocte der eerste bereikt hebbende, groeit, ten getale van een groot twintig stuks, weelderig aan den boom, zoodat wij eenen tweeden oogst te getnoet zien. Dit verschijnsel is daarom des te merkwaardiger, omdat die soort van peer eene herfstvrucht is en zich in de lente later ontwikkeltdan wel vroegere soorten; alsmede, omdat dit dorp onmiddelijk aan zee is gelegen, waardoor alhier veelal een koelere, veranderlijker en meer met zeedampen bezwangerde dampkring heerscht, vooral in het voorjaar, ten gevolge waarvan de vrucht- boomen later uitbotten en bloeijen, dan op plaatsen, verder van zee afgelegen. Vervolg en Slot van het tweede wetboek van strafregtonlangs aan de Staren-Generaal aangeboden. (Zie ons vorig Nommer Art. 2. De straf op eenvoudige bankbreuk is correctionele gevangenis straf van eene maand tot twee jaren. Art. 3. Als schnldig aan bedriegelijke bankbreuk za! worden gestralt de koopman die bij regterlijk vonnis is verklaard te zijn in staat van faillisse sement en zich in een of meerder der navolgende gevallen bevindt, Is. Indien hjj in zijne boeken, op zijne balansen of op eenige andere wijze uitgaven of verliezen heeft verdicht. 2°. Indien hij eenig geld of papier, geldswaarde hebbende, eenige in schuld koopmanschappen, waren of andere onroerende goederen verduisterd of tin zijne schuldeisschers onttrokken heeft. 3*. Indien hjj verdichte aankoopen van roerende of onroerende zaken of ook verdichte geldopnemingen of schenkingen gedaan heeft. 4. Indien hij schulden heeft verdicht door het maken van bedriegelijke geschriften ten behoeve van derden of door zich zonder oorzaak of grootere waarde bij openbare of onderhandsche accen, met een bedriegelijk opzet lot schuldenaar te stellen. 50. Indien hij roerende of onroerende zaken voor zich of voor zijne vrouw of kinderen, doch onder eenen anderen en geleden naam heeft ge kocht. 6°. Indien hij in het vooruitzigt van zjjn faillissement wisselbrieven of andar papier, geschikt om in omloop te worden gebragt, heeft afgegeven op iemand in wiens handen zich het noodige fonds van hem niet bevond, of bjj welken geen crediet voor hen was geopend. j°. Indien hjj, in het vooruitzigt of bij gelegenheid van zijn faillissement opzettelijk den eenen zijner schuldeischers boven den anderen heeft bevoor. deeld door diens schuldvordering grooter te maken, vervroegde betalingen ie doen, of onverpligt hypotheek of pand te verleenen. 8°. Indien hjj zaken, onder zijn beheer of in zijn bezit zijnde doch aan anderen toebehoorendeheeft verkocht of verpand of aan anderen overge dragen, zonder daartoe de bevoegdheid te hebben, en de gelden daaruit voortkomende, tot eigen gebruik of voordeel heeft aangewend. 90. Indien bij, kassier zjjnde, over de gelden of geldswaarde aan hem als zoodanig toevertrouwd, tot eigen gebruik of voordeel heeft beschikt. 10°. Indien hij ter misleiding van zijne schuldeischers geene boeken of geene behoorlijk ingerigie boeken heeft gehouden, of deze heeft verminkt en geschonden, zoodat de ware staat zijn boedela niet is op te maken, of ook indien hij alle of eenige van zijne boeken, aantekeningen of papieren heeft verborgen of verduisterd of die ter Kwader trouw heeft aehrergehou. den of ve-nietigd. Art. 4. De bedriegelijke bankbreuk zal worden gestraft met enkele tucht huisstraf van drie tor tien |aren of met eerloosverklaring, ten ware de hij- zonnere misdrijven door den gefailleerden bedreven, met zwaardere sc.: Ir n mogten zijn bedreigd. In den twintigsten titel wordt onder anderen bepaald: Art. i. Al wie brand zal neboen gestichi in eenig bewoond gebouw of vaartuig ot in eenig gebouw, dat ofschoon onbewoond tot eene vereeniging van menschen dient, en waarin, op het oogenlslik da. de brano is ungebar steu, die vereeniging plaats had, en zulks met dat gevolg, dat een of meer dere der zich in die gebouwen of in dat vaartuig bevindende personen het leven hebben verloren of aan dezelve daardoor eene duurzame verminking is veroorzaakt of eene wonde, kneuzing 01 ander letsel, welke voor den be leedigden persoon eene ziekte van langer dan twintig dagen ten gevolge gehad of hem zal hebben verninderd zijnen gewonen arbeid, bezigheden of zaken gedurende langer dan 20 dagen te verrigten, zal met den dood gestraft wor den, en zulks zonder onderscheid of het gebouw of bet vaar.uig al dan niet aan den schuldige toebehoorue. Art. 2. Indien de brand in het vorige arc. vermeld, het daarbij omschre ven gevolg met gehad heeft, zal de schnldige gestraft woeden, met lang durige zware tuchthuisstiaf van ten minste vijftien en ten langste veertig jaren voorafgegaan door eentoonstelling onder de galg. Art. 3, Brands ichting in een onbewoond gebouw vaartuig, geboomte, hei develden enz., mee zware tuchthuisstraf van zeven tot twintig jaren, al of niet met enkele tentoonstelling. Art. 9. Het vernielen, beschadigen enz., van duinen, djjken of andere waterkeeringen, zal, indien iemand daardoor is omgekomen of verwond, zoodat deze langer dan twintig dagen ziek of verhinderd geweest is deszelfs gewonen arbeid te verrigten, zal met den dood gestrafc worden; de daad anders op zich zelve wat de zeeboezems en grootere wateren bederft met langdurige zware tuchthuisstraf van vijftien tot veertig jaren, voorafgegaan door tentoonstelling onder de galg. De bewerking van iedere andere over- strooming met enkele tuchthuisstraf van drie tot tien jaren. Art, 13. Met enkele tuchthuisstraf van drie tot tien jaren za! gestraft worden, al wie eenige vaartuigen, gebouwen, bruggen, sluizen, kanalen, voetpaden, rij- of spoorwegen, dammen, waterkeeringen of andere derge- lijke werken, aan hem niet toebehoorende, zal hebben vernield, onbruik, baar of voor een veilig gebruik ongeschikt zal hebben gemaakt. Ingeval dat iemand daardoor gedood wordt, kan daarvoor ook met den dood gestraft worden; bij duurzame verminking enz., langdurige zware tuchthuisstraf van vijftien tot veertig jaren, voorafgegaan door tentoonstelling onder de gi>!g. Bij de verdere art. wordt onder anderen met straf bedreigd het niet afzon, deren van besmet vee. De Staats-Courant van Vrijdag bevat twee Kon. besluiten van 20 Sep tember. Bij het eerste wordt het getal Notarissen in iedere provincie bepaald namelijk: in Zuid-Holland in 6 arrondiasementen 127 Notarissen, in Noord- Holland, in 4 arrondissementen 94, in Ucrecht in 2, 35, in Gelderland in 4, 79, in Overijsiel in 3, 41, in Vriesland in 3, 56, in Groningen in 3, 32, in Drenthe in 1, 13, in Zeeland in 3, 36, in Noord-Braband in 3, 94 en eindelijk m het Hertogdom Limburg in 2 arrondissementen, 44 N narissen. Bij bet tweede besluit wordt de dag van het ingaan van de wet op het No taris-ambt bepaald op den nacat van den 15 en 16 October met den KioKslag van middernacht. Verder bevat die Courant het volgende: Bij besinit van 19 September, N°. 65, beeft Zijne Maj. aan de Hoog. leeraren N. Cde Fremery te Utrecht, en G. Vroiik te Amsterdam, op der. zeiver verzoek, een eervol ontslag verleend van hunne benoeming tot leden der Commissie, ingesteld bil besluit van 21 Augustus j!.. tot vervaardiging eener nieuwe redaccie der Ph.irmacepoea Belglcaen in derzelver plaats tor leden derzelfde Commissie benoemd de heeren: C. Prujs van der HoevenHoogleeraar bij de faculreic der geneeskunde aan de Hoogeschool re Leydenen G. C. B. SurtngarHoogleeraar bij hec Athenaeum Mustre te Amsterdam. Door Zijne Maj. zijn benoemd tot ontvangers der directie belasting en accijnsen in Zuid-Holland: te Snedrecht, de heer 4. H. Lo.ierthans one vanger te Hazerswoude; te Hazerswoude c. a., de heer HZ. D. Versfeld, thans ontvanger te Oostvoorne; te Oostvoorne c. a., de heer J. IV. Spies, thans geëmploijeerde bij het departement van Financiente Spijkenisse c. a., de heer P. van der Tak, thans ontvanger te Geervliet; te Geervliet c. a., de heer J. J. Tomson, thans surnumerair der belastingen in de provincie Zuid-Holland. Zijne Maj. heeft benoemd tot Burgemeester te Reeuwijk, in plaats van Mr. L. A. de Grave, eervol ontslagen, C. BrackSecretaris aldaar, ten einde de beide functien te bekleeden; voorts heeft Zijne Maj. op ver zoek eervol ontslag verleend aan C. Hoop, Burgemeester en Secretaris te Zwijndrecht. De aanteekening van de aanstaande huwelijksverbindtenis tnsschen HH. KK. HH. den Erf-Grooihertog van Saxen-Weimar-Eisenach en Mevrouw de Prinses Sop/tie der Nederlanden, heeft den 24scen dezer te 'sGravenhage plaats gehad. Onlangs zijn de ambtenaren der belastingen opmerkzaam gemaakt, dat, voor zoo verre men de buitengewone ontvangsten, wegens de personele belasting, aan bet buitengewoon fonds voor kwade posten zou willen verant. woorden, in de meening, dat de resolutie van 23 Augustus 1824, N°. 92, als onder het beheer eener afgeschafte wet genomen, thans niet meer van toepassing zoude wezen, zulks verkeerdelijk zou geschieden, vermits de bepalingen, bij die resolutie omtrent het ten kohiere brengen der bedoelde ontvangsten gemaakt, bij voortduring moeten worden nageleefd. Men verneemt dat de taak der Commissie tot herziening der Indische wetgeving, aan welker hoofd geplaatst is de heer Scholten van Oud Haarlem, President der hoogste regterlijke collegiën in Indië, met rassciie schreden ten einde spoedt. De Commissie heeftbehalve het organiek reglement hetwelk bereids door Zijne Maj. is gearresteerd, reeds ingediend de ontwer. pen van reglement voor de administratie der politie, mitsgaders van de bur gerlijke regtsplegmg en strafvordering voor den inlander, het burgerlijk wet boek en het wetboek van Koophandel voor Neërlandsch Indië, alsmede hec ontwerp van reglement van strafvordering voor het geregtshof en de raden van justitie. Met de inlevering van een reglement van burgerlijke regtsvor. deiing voor de Europesche regterlijke collegiën, waaraan thans met ijver wordt gearbeid, en eenige transitoire bepalingen, noodzakelijk tot de regel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1