"Naar men verneemt zal de Bondsvergadering den J7detl dezer een
verzoek in beraad nemen, door onderscheiden Duitscbe Staten gedaan, be
vattende, dat de Oostenrijkscbe en Prui'ssische troepen, die sedert 1833,
bet jaar dat te Frankfort onlusten plaats hadden, aldaar gelegerd werden,
naar Maints mogten verplaatst en door andere vervangen worden. Eenige
andere Bondsstaten zouden hiertegen opgekomen zijn.
Men meldt uit Manheim, dat de vaarc van en naar Nederland dit
jaar zeer levendig was geweest, daar door 62 schepen 240,000 centenaars
uit Amsterdam en Rotterdam waren aangebragt.
In Posen is een bevel uitgevaardigd, houdende, dat bij de scholen
voor hoog en middelbaar onderwijs inrigtingen voor gymnastische oefeningen
zulleii gevoegd worden.
Van de Turksche grenzen is met den laatsten post de tijding ontvan
gen dat de Gouverneur van Prevesa sedert eenigen tijd het eiland Vouvala
in de golf van Aria, in oezit genomen heeft, onder voorwendsel dat het.
zelve aan Turkije toebehoorr. Deze inbezitneming te midden van den vrede
is eene onregtvaardige en tevens ongerijmde handeling, niet alleen omdat
bet bedoelde eiland op de grenskaar: ais aan Griekenland behoorende voor.
komt, maar ook omdat het reeds reeds sedert 9 jaren in het bezit der Grie.
ken was, zooder dat een der vroegere Gouverneurs van Prevesa ooit eenige
aanspraak daarop heeft doen gelden. Reeds heooe.n de Turksche visschers
in die streken de Grielcsche visschers op genoemd eiland aangevallen ea hen
met geweld uit hunne woningen verdreven, met de bedreiging, dat zoo zij
terugkeerden, als Turksche onderdanen beschouwd en behandeld zouden
worden.
GROOT- BRIT ANNIE.
Londen den 31 Augustus. De inscheping van Hare Maj. en Prins Albert,
op de werf te Woolwich, heeft Maandag morgen vroegtijdig plaats gehad.
Reeds ten vijf ure hadden zij het kasteel van Windsor verlaten en kort na
half zeven ure de plaats der inscheping bereikt, waar Sir G. Cockburn,
eerste navale Lord der Admiraliteit, en een groor aanral andere voorname
zeeofficieren hen toefden. Ook Sir R. Peel, de Hertog van Cambridge en
anderen hadden zich derwaarts begeven.
De Vorstelijke reizigers werden in de rijk versierde sloep der Admiraliteit
naar het jagt Royal George geroeid, dat vervolgens, onder het bulderen van
het geschut en het presenteren van het geweer door de ter wederzijde ge.
scharde troepen, door eene der stooirbooten voortgesleept werd. Het we
der was somber en regenachtig, tnaar helderde kort daarna op, zoodat de
Koningin en de Prins zich op het dett vertoonen konden, waar hun het
gejuich der menigte van den wal en de vaartuigen op de rivier tegenklonk.
Ten elf ure bad het eskader de Nore oereikt en een uur later was het Ko-
ninglijk jagt uit het gczigt verdwenen.
Volgens nadere oerigten, bevond zich het jagt ten vijf ure voor de haven
van Harwich, waar de sioorabooten Oriot en Queen, rijk met vlaggen ver.
jierd, lagen, van wier dek het volkslied aangeheven werd. Des- avonds ten
tien ure zijn de onderscheiden schepen Yarmouth gepasseerd. Het Koninglijk
jagt werd toen nob altijd door de stoombooten Ligthning en Shearwater ge-
sleept. Het weder was schoon en de zee bijzonder kalm.
Hare Maj. zon Woensdag aan het havenhoofd te Granton, door den Hertog
van Bucckuch, Lord Luitenant van het Graafschap, verwelkomd worden,
eii daarna hare intrede te Edinburg doen. Op haren last is door den Minister
van Biunenlandsche Zaken aanschrijving gedaan, dat zij, gedurende haar
verblijf in Schotland, geene adressen persoonlijk zal aannemen, ten einde,
bij haar kortstondig bezoek, zoo veel mogelijk van alle staatsceremoniën
bevrijd te wezen.
Men zegt, dat Hare Maj. het verlangen te kennen heeft gegeven, om in
Schotland al de voornaamste tooneelen uit de romans van Sir Walter Scott
ic bezoeken.
Door de dagbladen is gemeld, dat de Koningin er In bewilligd had om
doopmoeder te wezen over het jongste kind van S. van de WeijerBelgisch
Gezant te Londen. Dit is een gunstbewijs eenig in de Engelsche hofge.
schiedenis. Zulk eene daad strekt tot eer aan dien Ambassadeur en aan
It,, door I. o m vertegenwoordigde tand. De Koning der Belgen, da doop-
vader, werd vertegenwoordigd door den Baron Stochaar en de Koningin
van Engeland door Lady Canning. Bij deze gelegenheid heeft Hare Maj.
aan haar petekind een fraaijen gouden beker met bijbelsche figuren vereerd,
vertoonende Simeon, het Christuskind in zijne handen houdende, en Chtistus
aan zijne Apostelen gelastende de kleine kinderen tot hem toe te laten. De
beker voert ten opschrift 1 aan Victoria Alexandrina Leopoldina v. d. Weijer,
van wege hare doopmoeder Victoria Regina, Op den deksel staat de beeldtenis
van den Heiligen Johannes den Dooper.
Te Londen is door zekeren heer William Lodge eene soort van lijm
uitgevonden, zoo vasthechtend dat, wat men er ook mede lijmt, hout,
metaal, of wat het ook zijn mag, op de plaats der zamenlijming niet weder
kan breken. De proef is met een' door midden gebroken kanonkogel geno
men, welken men aaneen gelijmd en vervolgens tegen een hard voorwerp
afgeschoten heeft: de kogel is niet gebroken. Deze lijm bestaat uit caout.
chouc of gom-elastiekgestampte oester-schulpen en nog andere bestand-
deelen, welke het geheim van den uitvinder zijn. De Engelsche Regering
heeft dit geheim voor 30,000 gekocht en is nu voornemens hetzelve bij
den scheepsbouw te gebruiken, daar deze, in het water niet smeltbare lijm,
bont en ijzer beter aaneen houdt, dan bout of nagel doen kan.
Men hoort (nergens meer van oproerige bewegingen, hoewel niet
overal het werkvolk tot den arbeid is wedergekeerd en dit op onderschei
dene plaatsen nog hooger loon blijft vorderen.
Langs den Londenschen en Zuidwestelijken spoorweg zijn gedurende
de 6 laatste maanden ruim 319,000 passagiers vervoerd.
F R A N K R IJ K,
Parijs den 2 September. Nadat de Kamer der Pairs den vorigen dag het
wetsontwerp over het Regentschap had aangenomen, zijn den 30 Augustus,
bij Koninglijk besluit, de beide Kamers verdaagd tot 9 Januarij 1843.
Dadelijk na de aanneming der wet op het Regentschap, is dezelve
door den Koning uitgevaardigd geworden.
r— Zijne Maj. is na het afvaardigen der wet naar het kasteel van En
wedergekeerd.
-iVolgens een bevel van den Minister van Oorlog, worden de soldacen,
wier diensttijd eerst In 1843 verloopen zou zijn, ihaus reeds met groot verlof
naar hunne haardsteden teruggezonden.
De bekende dichter Victor Hugo heeft een gedicht gemaakt, getiteld:
frankrijk in rouw, aan Mevrouw de Hertogin van Orleans, hetgeen zoowel
om deszelfs poëtische waarde, als daarin uitgedrukte gevoelens zeer ge
roemd wordt.
De Parijsche bevolking is van hare schrik voor het ongeluk op den
spoorweg voorgevallen, reeds lang teruggekeerd, waartoe als bewijs dient,
dat 1. 1. Zondig 18,000 personen langs den linkeroever der Seine naar Vet.
sailIes vervoerd zijn.
Op de langdurige droogte zijn thans geweldige cnweders en stortre.
gens gevolgden uit onderscheiden streken ontvangt men berigten van bran
dendoor den bliksem veroorzaakt; zoo onder anderen is nabij Aveyron
eene herberg met bare aanhoorigheden, ter waarde van 80,000 fr., afgebrand,
en zijn te dier gelegenheid twee menschen door den bliksem getroffen ge.
worden, ofschoon zij er het leven nog hebben afgebragt; en te Douat is het
weder in den stal der artillerie-paarden geslagen; zeven en zeventig paarden
zija ala door eene tooverroede geraakt, plotseling en gelijktijdig op den grond
nedergeslage», vijf en zeventig daarvan ziin echter Isrer weder' opgestaan,
maar de twee anderen hebben psar de irtirirerie vervoerd moeten worden en
het is cwijfeiachtig of zij het leven zuiien behouden. Van de artilleristen
zeiven, waarvan er zich velen in den sta! bevonden, is er slechts een enkel
op den grond geworpen; men hoop: hém r,og te zullen behouden. Te Epinal
en in den omtrek is het onweder van zoo zwaren hagel vergezeld geweest,
dat al de veldvruchcen vernield en in de stad over de óooo glasruiten inge
slagen zijn.
Dit een overztgt van den voerhandel, gedurende de zeven eerste
maanden van dit jaar, hetwelk tioor den Minister van Binnenlands:he Zaken
is publiek gemaakt, 'dikt van cie toenemende cotisumtie der meeste grond
stoffen. In den genoemden tijd zijn 34 millioen kilogrammes boomwol en ro
milltoen 256,000 kilogrammes wol aan de onderscheiden ffabrijken gelevere.
hetwelk op ieder dier artikelen een tiende meer is dan gedurende dezelfde
maanden van het vorige jaar.
-De berigten uit het zoo zeer door eene. aardbeving geteisterde H'-Ï.t
of Sr. Domingo, luiden altijd nog treurig, er werd nog gedurig gestolen en
geplunderd, geld was er met voorhanden om de ingestorte en beschadigde
gebouwen te herstellen.
B E L G I E.
De wet op het onderwijs is door de Kamer der Vertegenwoordigers in de
zitting van den 30 Augustus mee 73 tegen, 3 stemmen aangenomen. Men had
de tegenstemming groocer verwacht, omdat onderscheiden leden der libera'e
partij zich hevig tegen eenige artikelen verzet hadden.
Den 31 Augustus heeft de Kamer van Afgevaardigden het met Frank
rijk gesloten handelsverdrag bijna met algemeene stemmen aangenomen.
MENGELINGEN.
OVER DE GESCHIEDENIS DER ENGELSCHE CONSTITUTIE.
Vervolg van II.
Over de overdragt der Koninglijke magt.
De staatkundige beweging, welke de Koningen van het geslacht van Tudor
van hunne eigene natie, dat is te zeggen van den ooden adel hadafgeschei.
den, deze omwenteling, welke geheel de degelijke magt in hunne handen
stelde, en alle verdrukking van het Koninglijk prerogatief deed uitgaan,
had ook tot uitwerking,alle klagten der lagere klassen tegen hen tekeeren.
Veel meer, de, misschien onverschuldigde, volksliefde, welke het Koning
schap in deszelfs worsteling met den adel genoten had, dat gevoelhetwelk
de boeren van 1382, die tegen hunne leenheeren waren opgestaan, deed
uitroepen: „Laten wij den Koning gaan zien en hem onze grieven voor
stellen was verdwenen in de verwachting eener lotsverbetering, welke
niet kwam. Het Koninglijk zegel op alle geweldadigheden gedrukt, sederc
dat de Koninglijke mantel zich over alle magten uitstrekte, deed de over
geblevene erfelijke haat, door den drukkenden staat van zakenwelke de
verovering had daargesteld vereeuwigdalleen tegen het Koningschap ont.
waken. Toen Karei I als slagtoffer van de verschrikkelijke verantwoording
gevallen was, waaraan de Koninglijke magt zich onderworpen had, door alge.
meen en zonder contröle te worden, en zich aileen tegenover den haat, door
eeuwen verdrukking veroorzaakt, te stellen, nam zijn zoon, KareiIIden
titel van Koning aan, waar het beginsel, da: het Koningschap aan den regel
onderwierpvoor de particoliere erfenissen werd daargesteld (1). Deze inbe
zitneming beteekende niets, omdat de nieuwe Koning zich buiten Engeland
bevond; maar toen hij terugkwam, bestonden er, voor de eerste maal,twee
aristokratiende oude adel, en zij die, om zich tot den adel te verheffen,
de volkszaak hadden verraden (2). De ijverzucht verdeelde hen; maar het
Koningschap alleen eene partij hebbende willen uitmaken ,door dezelve beide
te vernederen, vereenigde eigenbelang hen onder den mantel der heerschende
godsdiensten, acht en cwlocig jaren na hare restauratie, werd de Koning,
lijke magt aan den tweeden zoon van KareiI ontnomen.
De overwinnaar van dien dag, Willem van Oranje, droeg denzelfden naam
als de overwinnaar van Hastingsmaar de nieuwe Willem was verre van in
eenen zoo eenvoudigen toestand als die van den ouden te zijn. Hij had zich
te voren aangekondigd als belangicoze bondgenoot der tegenkanters van
Jacobus II; hij droeg op zijne vanen de woorden: Je Maintiendrai. Er was
dus voor hem eea groote afstand tusschen het Koningschap in daad, dat htj
als zegevierend Generaal bezat, en het Koningschap van regt, dat hij ztch
de verpligting had opgelegd af te wachten. Sedert lang wetd dit Koningschap
niet meer opgedragen door een ligchaainvrij in deszelfs keuze, het behoorde
aan die daartoe door rang werd aangewezen, wanneer de titularis dood was,
en in het tegenwoordig geval gold het slechts den burgerlijken dood, daar
Jacobus II slechts verbannen was. De algemeenheid bestond wel is waar
tegen Jacobus, maar niet ten voordeele van Willem. In de eerste conferen-
tien tusschen de leden van het Parlement over hetgeen men met weinig
grond de vestiging der natie noemde, waren niet aiie opiniên gunstig voor
den nieuwen Candidaat. De regtsgeleerden vergeleken hem bij Hendrik VII,
die Richard III onttroonde, en raadden hem, om, naar het voorbeeld van
dien Vorst, de kroon, als overwinnaar van zijnen mededinger, te nemen.
Zich op zekere antecedenten grondende, hielden anderen vol, dat Jacobus II
door zijne slechte administratie bewijs van krankzinnigheid had gegeven, dac
er een regent, een bewaarder van het Rijk moest worden benoemd, maar
dat hij den Koninglijken titel moest blijven behouden. Anderen wilden dac
het Koningschap op den naasten erfgenaam, dat is te zeggen op Maria,
dochter van Koning Jacobus, en gemalin van den Prins van Oranje, zoude
overgaan. Anderen eindelijk, hoewei weinig in getal, spraken van voorstel,
len aan Jacobus II te doen, gelijk de adel der dertiende eeuw er aan Koning
Jan en zijnen opvnlger had opgelegd. Deze verschillende gevoelens bedek
ten sfgescheidene belangen. Zij, die de zee met den Prins van Oranje
waren overgestoken, die hem zijne toekomstige plannen hadden hooren ont
wikkelen, en zeker van zijne gunst meenden te zijn, begeerden hem toe
Koningmaar zij die hem niet vergezeld haddenwaren minder met zijne
belangen ingenomen, de hooge geestelijkheid vooral, en haar aanhang, ver
langde eenen Vorst, die hen niet vergat om den krijgsmans-adel te be
gunstigen; eenige mannen dezer partij waren op nieuw voor Koning Ja-
cobus geneigd, maar de meesten vereenigden zich tot de Prinses van
Oranje, die het voordeel op haren man had van niet calvinist te zijn.
Willem werd verontrust door den voorkeur aan zijne gemalin gegeven
door de Angelïkaansche kerk wier invloed onmetelijk was, en wier opstand
tegen Jacobus II de revolutie had voibragt. Hij hield Maria in Nederland,
om krachtiger in hare afwezigheid te kunnen handelen; hij dreigde zelfs
diegenen, welke toen weigerden, wat zij hem vroeger heimelijk tot belooning
voor zijne hulp beloofd hadden, van te vertrekken, en hen aileen tegen
Koning Jacobus te laten kampen. Geplaatst tusschen de vrees van door
zijne eerzucht hen te kwetsen met wien hij den degen getrokken had, en
het gevaar van lang zonder titel ce blijven, riep bij als eene soort van
Kamer der G«neenien, de leden der drie laatste parlementen van de Stuarts
met den major en andere municipale overheden der stad Londen bijeen:
hij vroeg aan deze Vergadering en aan die der Pairs van het Koningrijk,
CO 1649.
(2) 165ö,