A". 1843.
LEYDSCïIÉ
MAANDAG)
N\ 97. f
COURANT.
15 AUGUSTUS.
BuRGéMEEst&R èn Wethouders der Staü LEYDEri, ontvangen
hebbende eene circulaire missive van den Heer Staatsraad, Gouvemedr van
dé Provincie Zuid-Holland van den aösten Julij jl. Provinciaal Blad N° 95).
betrekkelijk het deelnemen in een ontwerp tot oprigting van een Standbeeld
ter eere van Frins WILLEM den EERSTEN.
NEDERLANDEN.
R E N N I S G E V I N G.
tëuRGBMEESTER EN WETHOUDERS DFR STAl5 T.KYDF.N, gelét hehlietldè Op het 2ÓC
én 3de Hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stadgearresteerd bij Zi*.
Ms. besluit van den 4den Januarij 1824, Na. io3, brengen bij deze ter kennis van der-
keiver ingezetenen, dat, ten einde het Kies-Kollegie voor het, ingevolge Art. 22 van
genoemd Reglement, op den 3osten September aanstaande aftredende een derde gedeelte
der Kiezers, eh tèvfens ingevolge Art. 20 voor eeiife buitengewone vacatüre weder aan te
vullen, op den 3istèn Augustus aanstaande, aan de stemgeregtigdenbiljetten tel* invul
ling zullen Wotdert rdndgezonden; benëvens eene naatiilijst der personettdie de Véreisch
ten bezitten öm tot kiezers te kunnen worden benoemd; welke stembiljetten, 11a behoor-
Ujk tc zyn ingevuld, eigenhandig geteekeild en, gesloten, op den vierden dag na de
rondzending, van vvege dit Collegie, door dé Stads hodeuaan dë huizen zullen worden
Opgehaald In ëfiné gesloteiie jtistterwijl dengëen, welke zijn b'iljet biet gereed ter
afgifte zal hebben gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien van de Uitoefening vari
zijn sterbfegt;
Dat gemelde naamlijstfijowèl als dié der stemgeregtigdenvan lieden töt den igden
Augustus aanstaande, de Zondagen uitgezóhderd'smorgens van 10 tot 1 uur, tfer visie
zal leggfeti ter Secretarie dezer Stadten einde pan è^n ieder, welke vermeeiléii mógt ten
onregte daarvan té zyn afgelaten, geiegëriheld tot doleantie te gevenén alzoo zijnen
haam nóg op dezelve, of op fcénfe vflii bfeide, zonden kunnen worden geplaatst; doch
V/elke lijsten op den gfetnelden igden Augustus filiaal zullen worden gesloten;
En opdat niemand onwetend zoude zijn, zoo van hergeen yereiscliet wordt orii stemge-
fegtigd te zijn, als om tot kiezer te kunnen wórden benoemd, wordt bij dezen herinnerd
San de navblgende artikelen van liet mëergerioeihd Regiement;
Art. «2. Voor stemgeregtigden wofden gehouden zij, die ten minste gedurende)hét
laatst verloopene jaar ingezetenen der stad of van derzelver grondgebied geweest; en nog
werktlfik op het oogenblik zelve ingezetenen daarvan zijnde; den ouderdom van 23 jaren
hebben vervuld, jaarlijks irt d$ verponding en verdere, beschrevene Rijksmiddelèn buiten
net patentrègi:, betalen niet beneden de zeven en twintig guldensaan de wettelijke
verpligtingen aangaande de nationale miiitie, naar aanleiding der grondwet, op hun ge
legd, tot op het oogënblik tóe, hebbefl völdsdtl, ëri ïiiet óalleri in de termen vën uitslui
ting bij het volgende artikel bepaald.
Art 3. Van de Uitoefening van het stèmregt zijd uitgesloten, zij, die lil dienst zijn,
of pensioen genieten van eenlge vreemde Mogendheid, buiten autorisatie des Konings;
die zich 111 staat van geregtelijke interdictie bevinden, alsmede die, aan welke geregtèlijk
een raadsman is ió'fegevoegddie iri staat van faillissement zijn; die éen crimineel vonnis
hebben ondergaan, doof geerie nadere uitspraak of beslissing krachteloos gemaakt; die
ten tijde van de stemopneming nog in staat van crifninelè beschuldiging zyn.
Art. 4 ln de beoordceling der al.of niét bevoegdheid tot uitoefening van het stemregt,
haar gelang der betaald wordende jaarlijksche som in de bovengemelde belastingenzal
alleen in aanmerking worden genomen het montant, waarop men in die belastingen is
aangeslagen, onvèrSfchllIig. of de goedereri iri de Stad Zelve, öf elders binnen het Ryk
gelegen zyn, en of de daarvoor te betalene belasting al* of niet, in eene andere gemeente
ivordt völdaan; zullende eèhter die genen, welke derzélvea belasting-betaling in eens
andere gemeente ten deze zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daarvan voorafgaan
het Stedelijk Bestuur kennis te geyéó, en des gevorderd, aan dat Bestuur de béwyzen
Van die betaling te verróoneri.
Aru g. De belasting wegens panden, in compagnieschap bezeten, opgebragt worden
de, zal aan ieder eigenaar voor zyn aandeel worden toegerekend, mits de personen
welke daaruit huijne stemgqregtigheid of bevoegdheid tót het kiezerschap zouden willen
öntleeriën, Werkelijk als liiede-eigenaars van z'ooaan'ihè panden op dé règisters dér Ontvan
gers van de dirfcete' belastingen bekend staan.
Art. 6. Wat aangaat het bedrag van b'elastJngert wegens verhuurd wordende huizen, of
andere eigendommen, waa^vöor de eigenaars 2ijn aangeslagen, dqch door de huurders aap
hun restitutie geschiedt, zal dk Bedrag onder den opbrengst dèr eigenaren blij'zp, ais
■Jleen dösrfVóqr.tjV uc óBtv»»,..'.! - -
'Art. 7. weMce gehuwd zij'ri. pel zij ih gemeenschap vaft goederen c/f otóf bui
ten met vroüwén die de bepanfdè scmime in de bervengfemel de belastingen optft-engen
zullerf, ofschoon t€f zake van hunnén eigén aanslag niet bevoegdniet te min tér uitoe
fening van het stemregt worden toegelaten yvanneer. zij de. overige verpischten in fcicl»
vereènigènzoo als ook de vader van ;een minderjarig kind, hetwelk dé bepaalde soninïe
in de belastingen opbrengt, wanneer hij uit eigen aanslag niet reeds tót het stemregt mogt
bevoegd zyntöt de uitoeferfih'g van hétéclve zal toegelaten worden, indien hy de overige
verefschtèn bezit, hetgéeri even irei liét geval za! zijn ten opzigte van een meerderjarigen
zoon, of eène/ï def meerdeijarige zoons van eene moeder-weduwe, welke zich in geiyk
geval bevinden mogt.
Art. 8. Zoodanige moeders weduwen, welke verjangen zouden, dat die uitoefening
geschiedden, zullen verpligt zijn dengenen van derzelver zóóns, doör wïen zij by voor
komende gelegenhedende uitoefening tót weder opzegging^ tóe zouden begeef en vérrigt
te hebben, aan bet Stedelijk Bestuur kenbaar te maken, om daarvan? de noodige aantee-
kening te kunnen houden tot narigt; terwijl het voorschreven Bestuur.de moe.ders-weduwen,
voor zoo verre dje aan hetzelve inogten bekend zyn, of door hetzelve.ondersteld.worden
in de termen té dezén te verkeerenmet de vorenstaande bepaling zal bekend maken.
Art. 9. fret zal onverschillig zijn, of de opgegevene zoon gehuwd of ongehuwd is',
tn al, of niet, bij dè moéder-WedüWe inwone, mits hij den ouderdom van23 jaren vervuld
hebbe, etï alle verdere vereischten (dat omtrent de belastings-betaling alleen uitgezonderd)
in de stemgeregtigden gevorderd wordende, bezitte, voor zoo verre by namelijk niet
reeds uit ejgen hooide het Stemregt uitoefent, daar éf door eenén pefsoón niet meer diïn
eene stem kan worden uitgebragt.
Art. to. De zes vóórgaande artikelen zyn ook tot de bévoégdheid, óm tót hètkiezéf-
échap te worden benoefad, toepasselyk behoudens dê verdere vereiscliten der kiezers,
Volgens de bepalingen van art. 33 van dit Reglement.
Art. 20. Inaien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter vervanging van
het gewone aftredende een derde f ook tevens voor de vervulling van buitengewone
•vacatüfè'é in het Kiezérs-collegie wórdt gestemd, eh ér dus wórdt gestemd voof éen getal
kiéaers-plaitsen dat der gewone aftreding te bovengaande, zullen de pefsónénten getarte
als de gewone vacatures bedragen, welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen
beschouwd wordën als ter vervulling derr gewone vacatures te zyn benoemd, en.diegenen
welke op dezelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgen ten
fetalle als de buitengewone .vacatures bedradenworden beschouwd ter vervulling dier
uitengeWorië vacaturés te zijn benoemd, met dién vefstandé, dat wanneer de nog over
geblevene téritiijh van 2ltting van de géwezéne kiézers door wier gemis de buitengewone
Vacatures z^n orttstaah verschillend mógt Zyïials dan diegeen dér benoemden voor deze
buitengewone vaéatüres, welke het eerst invoege vorengemeld de betrekkelijke meerderheid
.zal hebben bekomengeacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de buitenge
wone vacature, waaraan nóg de langste térmy'n is verknocht, en zoo vervolgens bij
«fdaling.
Art. 22. Eén defdë déél def kiezers zal om de driejaren naaf tóefbéurten aftreden; de
aftredende zijn éehtef wedér verkiesbaar, enz.
Art. 28. Niemand 'kan binnen de Stad kiezer zijn, ten zij by den ouderdom van 25
jaren heeft vervuldbinnen het Rijk of deszelfs koloniën geboren is, óf brieven van
batüraïisatie bekomen heeft, of wél bij wetduiding voor Néderlandef gehouden wordt,
"bilinèn de Stad stémgeregtlgd is én voor eén inboorling der Stad of met eerié burger
dochter gehuwd zijnde, gediiréndé de laatste drie jafen, en voor een inboorling van het
Rijk of genaturallseefden gedurende de laatste zes jaretiStads ingezéten is gewees,t,
.(zonder dat echter afwezendheid ten gevolge van bedieningendoor of van wege den
Koning opgedragen in deze hinderlijk zal kunnen zijn) en voorts jaarlijks in de verponding
éii verdere beschrevene Rijksmiddelenbuiten het patentregt, óp den vóèt der stemgerè'g-
figdehbetaalt eene som van ten minste honderd en vijf guldens.
Tot kiezers zullen daarenboven niét kunnen Worden benoemd zij, die van eénig ambt,
yost of bediening, door den Koning mogten zyn ontzet, ofwel ontslagen, anders, dan
inet vermeldingdat zoodanig ontslag op bun verzoek of honorabel is gegeven, zoolang
zij door dén Koning van de onbevoegdheid ora benoemd te wórdenniet zullen zijn
óntheveh.
Ook zal fot kiezer niét kunnen benoemd Worden hij, die aaft eénérl reeds' bénoemden
iie/er in deri eersten of tweeden graad van bloedverwantschapof zwagerschap bestaat.
Twee personen, zich zoodanig bestaande,, te gelijker tijd wordende benoemd, zal het lot
fusschen hun beslissenterwijl voorts de bepalingen van art. 48, 49 en 50, ook in deze
iullen toepasselijk zijn.
Art. 48. Voor aan elkander verzwagerden zullen té dézen opzigte niet gehouden
zyr wier huisvróüwcn dkander in een der gemelde gpaden bestaan enz.
Art. 4.9; Opkomende tfer/;wagering gèiiurendè hét zitting hebbenzi\ van liet gevolg
Zijn, drit Hij, die de verzwagering vëruoffcaaktzal nloeten ophouden vefdfere zitting
ie hebbed.
Art'. 50. Indien de vrouw door welke de verzwagering is ontstaan, overleden is, zal
de zwagerschap, gerekend worden op tc honden.., -
Aldus gedaan en gepubliceerd by H. fl. Burgemeester én Wethbuaers der Stad
Lëydeh, öb deri i. AugtiScus 1842.
G. DE ME y,
Ter ordónriantfe'van dezelve,
v. puttkaMmer.
BuRbEMRESTER N WeT«OUDERS BeR Sf AD LEYPEN, -
Gehad hebbende het verzoek van Corneüs Kerreweer, wonende alhier, strekkende
ter becoming van de vereischte verdunning om in de huizinge, staande en gelegen binnen
deze Stad, Óp de Hooigracht, Wyk 7 N#. 748, ëenè Schoorsteen öf Stnidse te mogen
daarstellen.
Gelét dp Zijnet Mèjeètèlt bésltiit vari deh giéten Januarij 1824, rakende vergunningen
ter oprigting van sommige Fabrijkeri en Trafijken.
Brengen bij.deze ter kennis van alle daarbij belarighëbberide* dat tot het hooren der
Eigenaars eri Bewonèrs der belendende Panden ten opzigte der lnformatiën de Cammotfó
et Incomm'od'odoor de Commissie van Fabricage zal worden gevaceerd op het Raadhuis
dezer Stad, bp Dingsdag dèn jöden Augustus aanstaande, des middags ten twaalf'ure;
Zullende dè belanghebbenden -éefpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemeld verzoek
r.p dien tijd bij genoemde Commissie in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan zij
gehouden zullen wordentegen de inwilliging van hetzelve zich niet te hebben verzet.
Ley'denden ii Augustus 1842.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. G. DE M E y.
Ter ordonnantie van dezelve
v. PUTTKAMMER.
Wetièchendè door gepaste middelen het doel des Konings te bevorderen
kenbaar gemaakt door eene in de Sfaats-Courabt geplaatste aankondiging
van Zt(ne Exc. den Minister van Elnnenlandache Zaken.
Brengen bij déze ter keiinis van de ingézétenën dér Stad, dat van hedeS
af tot den laatsten der maand, ter Secretarie dezer Stad zal kunnen bezig,
tigd worden de Schetiteékening, oppervlakkig aanduidende den stand en de
houding van het Standbeeld, hetUrelk tér eere van den genoemden Vorst op
een der pleioen in de Residentiestad 's Gravenhage zal worden opgerigt
alsmede aat gedurende dienzelfden tijd aldaar Inteekënlijsten zullen worden
nedergelegd, ten behoeven van allen, die daartoe mogtén genegen zijn.
Burgemeester en Wethouders vérmeéaen; dat de Herittnéring aan hetgeen
Pilna WILLEM DEN EERSTEN voor deze Stad In de zorgvolle tijden
waa en gedaah heeft, op zibh zelve reeds genoegzaam zal zijn, om toe
aansporing eener ruime Intekening te ^z^geene „bijzondere
"n^oS^'J^óvSr^riiegger vsn Neérlands vrijheid én dé Stichter der
Leydsche Hoogeschool door hun in dankbare gedachtenis wordt gehouden.
Lejden, den 10 Augustus 1842;
J. G. dé MEY,
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTRAIilMËR.
Léydén", 14 Augustus;
De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij zal dén 2 September In
het lokaal: hetlVapen van Amsterdam, buiten de Willemspöort te Amster
dam, aanbéstedèn: het maken van tweè si4tio'iisgébouweneen op het plein
buiten de Willemtpoort aldaar, en een buiten de Rhijnsb'urgerpoort alhier;
{Zit verder dè Advertentie.')
Zijne Maj. zal aanstaanden Dingsdag, haar Gelderland vertrek'lren.
Men verneemt, dat het Zijne Maj. behaagd heeft, tijdens H. 0.
jongste verblijf ifi Medemblik te benoemen tot Ridders der Orde van deti
Nederlandschén Leeuwdé hèeren: P. C. CrombeiKapitein-Luitenant ter
zee titulair J. N. Calrén, ide Kapitein der Artillerie, en J. C. Pilaar l
Luitenant tér zee iste klasse titulair; welke drie officieren tot de militaire
beambten van het aldaar gevestigde Koninglijke Instituut behooren.
Bij besluit van den 8 Augustus, hééft Zijne Majesteit aan Antonids
Romboutsschipper, ütonende té Zandvliet, en Jan de Jageronderbaas,
wonende te Sloten, toegekend de bronzen medaille, vastgesteld bij Koning
ljjk besluit van 1 December 1^41 met eeu loffelijk getuigschrift, en aan
Matt hijs Thomas, Benedictus Gtvers, Francis Kloek, Petrus Seks, Cornells
Brears en Petrus Rombouts, wonende te Zandvljet, een loffelijk getuigsèhiifr,
als een blijk van H. D, góedkeuring én tevredenheid wegens hét door hen
gehouden menschjievend gedrag bij het met levensgevaar rédden en h'elpen
redden van schipper P. de Kwant eb diens huisvrouw tiit de mast van hun
vaartuig, hetwelk op den 2<5sten Junij jl, in het Haarlemmermeer, bij storm*
acfitig weder, zinkende was,
Bij Koninglijk besluit VaU 30 Junij jl„ is, nopens het contingent voor
het Óuitsche Bondslegér, voor Limburg, onder anderen bet volgende in
overweging genomen: dat krachtens art. t van de Grondwét voor het
Koningrijk der Nederlanden, het Hertogdom Limburg eene provincié van het
Rijk uitmaakt, behoudens de bétrekkingen van dat iJertogaommet uitzon
dering van de vestingen Maastricht en Venlo en derzelver rayons, tot Hét
Duitsch-Verbond; 2°. dat de betrekking, welke dat Hertogdom tot hét
Düiisch Verbond heeft behouden medebrengt, het disponibel houden van een
Contingent tot het Duitsdhe Bondsleger; en 30. dat bij de atatuten en bjj.
verschillende besiuitén van de Duitsche Bondsvergadering, voor de' zamen*
stelling dér contingenten tot bet Duitsche Bondsleger, beginselen zijn aan*
genomen, welke het vaStktejien eener bijzondere formatie voor de gedeelten
vah 'ons leger', dié eventueel als contingenten voor Limburg zulleflOptreden,
noodzakelijk maken, Bij hef besluit, wordt bepaald1°.dat de contin
genten der verschillende wapéns, voor het Duitsche Bondsleger disponibol
te houden, uit het' 7de regiment Infanterie, het 4de regiment ligte dragon
ders, het rste regiment artillerie en bet bataljon mineurs en sappenrs zullen
worden getrokken; 20. dat te dien einde het 2de bataljon van het 7de regi
ment intaniene,' het 4de eskadron van het 4de regiment ligie dragonders,