i
A0. 1843.
iLEIDSCHE
N°. 89.
C O U R A N T.
WOENSDAG^
NEDERLAND. EN.
O O S T - I N D 1 E.
PORTUGAL.
Gel
if JULIJ.
yn
bot
Leyden, i6 Julij.
j Naar wij vernemen heeft gisteren op den spoorweg van Haarlem naar
^>nze stad, de eerste proefrid plaats gehad, van Veenen&iirg onder Lisse tot
Tan de Leebrug te Warmond, en moet oeze proef goed uitgevallen zijn;
finnen lö dagen zou de weg voor het publiek Worden opengesteld. Óen
«^den van de volgende maand zal de Weg gereed wezen tot aan de Hiar.
•lemmer vaatt, een klein kwartier uurs van onze stad, en wordt aldaar een
^jroviaionneel station opgerigt, tot tijd en wijle de raoeuelijkhedendie nog
iinhangig ziinuit den weg zjjn geruimd en de spoortrein tot het station
nn deh Rhijnsburgsclien weg, even bliiten onze stad, zal kunnen komen,
ok schijnt het eind wegs van daar tot de brug, die aan de herberg de Pink
iver het Galgenwater gelegd wordt, bijna gereed re zijn, en is men druk
IC„jiezig aan het ophoogen van den weg van af de Pink naar Voorschoten en
i afJsGraVenhage.
Ook is gisteren voor het eerst eene proefvaart gedaan me: de ijzeren trek.
cauilalhier op de grofsmederij vervaardigd, in de vaart van hier iiaar Haar.
welke, zoo men ons mededeelt, niet zeer aan de verwachting beant.
oordtdezelve is bestemd om op Utrecht te varen.
Uit 'sGravenhage meldt men van den 25scen dezer:
Heden is er in her veld van de Maliebaan alhier eene zeer luisterrijke
^Énspcctie en wapenschouwing ona'er de troepen, die in deze Residentie in
e,-iraizoen liggen, voor Zijne Maj. den Koning gehouden. De grenadiers,
ryjdjtgers en lansiers hadden zich op, het veld geschaard. Ten half een ure
ichtireischenen Zijne Maj. met HH. KK. HH. de Prinsen van Oranje en Alexander
evolid door H. O. Adjudanten en een schitterenden staf. Toen Zijne Maj.
i troepen inspecteerde, werd H. D. met luid gejuich ontvangen. De troepen
lebben vervolgens door onderscheidene manoeuvres van hunne geoefendheid
is vlugheid doen blijken. Na den afloop daarvan, hebben de krijgsbenden
'oor deh Koning geotiiieerd. Ten twee ure verliet Zijne Maj. de Maliebaan
inkeerde H. D., met de Prinsen en gevolg, naar bet paleis terug. Eene
iroote menigte had zich rondom het veld vereenigd, om deze fraaije inspectie
is beschouwen. Bij, het of- en terugrijden van en naar het paleis is Zijne
«aj. mee vele blijken van geestdrift begroet door de talrijke zaarogevloeide
bevolking. Het fraaiste weder begunstigde deze wapenschouwing, waarbij
len de schonne houding der krijgslieden bewonderde.
De Staats-Courant van heden bevat het volgend Koninglijk besluit
in den i8den dezer, gecontrasigneerd door de Ministers van Koloniën en
iiocenlandsche Zaken
Wij WILLËM II enz.
Overwegende, dat sedert vele jaren een onderzoek aanhangig is omtrent
htglst geven van eene voorafgaande opleiding aan degenen, die zich bestem-
isn voor de burgerlijke dienst in 's Rijks Overzeesche Bezittingen, én dat
bij Ons bes uit van 8 Januarij II., N°. 73, bevolen oprigting te Delft
uc stkadcniie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs, zoo voor
lands dier.il als Voor de nijverheiden Van kvfeekelingen voor den handel
hoe geschikte gelegenheid aanbiedt, om deswege eene doeltreifende eindbe.
iiising te nemen;
Op de vourdragt van Onze Ministers van Koloniën en van Blnnenlandsche
lakenvan den aSsten Juni] II., N°. 47 en van den i3den dezer, N°, 133,
ie afdeeling
Hebben besloten en besluiten:
Art. i. De Koninglijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs,
z. te Delft, zal ook worden dienstbaar gemaakt aan het geven van een
mrbereidend onderwijs aan degehen, die zich bestemmen voor de burgerlijke
east in Nederlandseh Tndië, Behalve de onderwerpen, meer bepaaldelijk
gende in het doel der inrigting, zal dat onderwijs zich ook uitstreRken tot
Oostersche taal-, land- en volken-kunde.
Art. a. Tot het voorschreven einde zal aan de Koninglijke Akademie, ter
leiding van burgerlijke ingenieurs, enz. te Delft, worden toegevoegd een
loogleeraar voorde Oostersche raai-, land- en volkenkunde, op zoodanigen
t als nader door Ons zal worden bepaald.
Art. 3. De uitgaven, voor de opleiding der Oost-Indische ambtenaren
vorderd, zullen aanvankelijk worden gekweten uit de koloniale fondsen,
der voorbehoud, dat dezelve later geheel of gedeeltelijk zullen worden
bragt ten laste der Akademie zelve, zoodra hare inkomsten de uitgaven
lerscbrijden.
Art. 4. Onze Ministers van Binnefllandsche Zaken en van Koloniën, zullen
nr den aard der zaken, atzonderlijk of gemeenschappelijk, de noodige
orsiellen doen omtrent al wat tot de verwezenlijking van het bepaalde bij
li. 1 en a verder zal behooren te worden vastgestelddaaronder begrijpende
n ontwerp van bepalingen, betreffende de benoeming van ambtenaren voor
Oost-Indische dienst, ter vervahgiHg of wijziging van die, welke zijn
„zat in het Koninglijk besluit van den 4den Maart 1825. N°. 119.
e Onze Ministers vaü Koloniën en van Binneblandsche Zaken zijn belast met
uitvoering dezes, waarvan afschrift zal worden gezonden aan onzen be-
inden Zoon den Prins van Oranje,
Zijne Maj. heeft benoemd tot Wethouder der stad Delft, in plaats
IU11
'dei
n wijlen M. A, WtjnaendtJ, P, van Marselis BdrtsinkLid van den
ye;aad aldaar.
IMen verzekert, dat Zijne Maj. Koning iVillem FrederikGraaf van
3°Jnsauin October aanstaanden, bij gelegebheid van het sluiten van hec
n "welijk van H. K. H. Mevrouw de Prinses Sophia, in deze Residentie
gkeeren zal, en dat H. D. voornemens zou zijn, alsdan zijn vast ver.
if in deze Hofstad te vestigen.
Dezer dagen werd de attelier van onzen verdienstelijken stadgenoot,
heer J. Bosboom, met een bezoek van Z. K. H. den Pritis van Oranje
eerd. Na met veel belangstelling hec werk des schilders bezigtigd en
een geruimen tijd met den kunstenair onderhouden te hebben, heeft
Z; K. H. behaagd, door tusschenkomsc van H. D. Secretaris, defi Wel
il gestrengen heer van Bror.khorst, eene der schilderijenvoorstellende
binnengedeelte van eene kerk te Dixmuidenvoor H. D. kabinet te
_:n aankoopen.
jj-De sub-Commissie van beoordeeling jen regeling der tentoonstelling
,er_|i voorwerpen van nijverheid en kunst uit Overijssel, heeft, onder anderen,
£.1 kennisse van het kunstminnend en in de nijverheid belangstellend publiek
'bragt: i°. dat die tentoonstelling zal geopend worden op Maandag den
Ju lij 1843, en dat dezelve van den volgenden dag, 26 Julij af tot en met
,0^31 Augustus 1842, alle dagen (uitgezonderd des Zondags,) vost net
publiek zal openslaan, des voormiddags, Iran 9 tor 1, en namiddags van
tot 6 ure; 20. dat de voorwerpen geplaatst zijn in verschillende zalen van
het gebonw van het Athenaeum op den Poot te Deventer; 3". dat het voor
nemen bestaat, om, onder nadere Koninglijke goedkeuring, uit de voorwer
pen, ter tentoonstelling ingezonden, eene loterij te hopden, van welke hec
plan nader zal worden bekend gemaakt. De sub-Commissie heeft tevens
doen opmerken, dat de Ingezondene voorwerpen hare verwachting hebben
Overtroffen en dat derzelver getal en hoedanigheid een nieuw bewijs opleve.
hen voor de aanmerkelijke vorderingen van nijverheid en kunst in Overijssel.
Aan den Helder wordt de korvet Juno in orde gebragt, om den
nieuw benoemden Gouverneur van West-Indië, B. Elids, naar iijne bestem,
taing over te voeren.
Uit Groningen schrijft men van den 29sten:
Heden is hier gearriveerd Professor JSlich, Directeur van het bllnden-J
instituut te Hamburg, hetwelk bij de onlangs plaats gehad hebbende ramp
ook eene prooi der vlammen is geworden om met drie zijner kweekelingen te
weten: de jufvrouwen Pauline Brauns, oud 12 jaren, Eme/ie Leilich, oud
So jaren en Angelo Wdheroud 11 jaren, een concert te geven, ten einde
de opbrengst aaarvan te doen strekken rot opbouw van gemeld instituut.
Nog zeer onlang: liet zich de eerstgemelde te Parijs op de piano hooren,
en haar spel heefc aldaar veel geestdrift verwekt. Met eene bewonderens
waardige vlugheid, naauwkeurigheid en gevoel voert zij de moeuelijkste
compositiën van heden ten dage lévende meesters uit. De tweede gemelde
Emelie Leilich moet eene uitmuntende altstem bezitten, en met zeer veel
gevoel de gtootste aria's voordragen.
1De bevolking van de provincie Vriesland blijft steeds toenemen. Op
den isten Januarij des vorigen jaars bedroeg dezelve 229,093 zielen. Hec
getal der geborenen heeft over 1841 beloopen 7,688dat der gestorvenen
4,027, verschil 3,161; terwijl meer uit de provincie moeten zijn vertrokken,
dan van elders ingekomen 142. De bevolking is over 1841 derhalve ver
meerderd met 3,19, en heeft op den isten Januarij 1842 bedragen 232,712,
waarvan tot het mannelijk geslacht behooren 113,427 en tot het vrouwelijk
119,285, totaal 232,712; en waarvan aanwezig waren in de steden 758,640,
in de grietenijen 171,161 en op de eilanden 2,911, te ramen 232,712. Ge.
durende het jaar 1841 zijn in die provincie voltrokken 1,896 huwelijken;
terwijl er binnen dezelve 2 echtscheidingen hebben plaats gehad.
- Volgens rapport van de Groenlandsche visscherjj van 26 Junij hadden
de Harlinger Walvischvangers Dirkje AdomaCommandant O. Mehlen en
Spitsbergen, Commandant JBoth, de een 4,600 en de ander 3,600 robben
geslagen.
In 1841 heeft de waarde van den invoer in België, die van den uit
voer, met 55 millioenen franken overtroffen. In 1840 bedroeg die verschil
65 millioenen; in 1839, 37 millioenen; in drie jaren alzoo, gemiddeld,
ruim 52 millioenen 's jaars,
Den 25Sten dezer waren de Effecten aan de Beurs te Amsterdam,
ais volgt: de tj pCt. Werk. 5cb. 5i',5pCt. loof; Hand.-Maatsch 144,4
Ard. Coup. 26.
Berlgten van Batavia tot 29 Maart melden, dat toen te Java alles ruatig
was. In sommige gedeelten van het eiland, vooral inde residentie Bagelen,
hadden er zware overstroomingen plaats gehad, welke aan het land, brug
gen en wegen veel schade hadden veroorzaakt, maar ook tevens door hec
achterlaten van veel slip de hoop om groote vruchtbaarheid gaven,
Het verbruik van zout op Java, dat in hec jaar 1827 eene hoeveel
heid van 4I3 989 pikols van 125 oude Amsterdamsche ponden bedroegwas
in 1841 gestegen tot 538,638 pikols. In 1827 bragt hec middel van dcc
zout aan de koloniale kas 1,491,103 op; in 1841 ƒ4,065,670.
Bij besluit van den waarnemenden Gouverneur-Generaal van den
29 Januarijwordt, ten vervolge van de bepalingen op het vaste en tijdelijke
veroliif op Javavastgesteld bij publicatie van den 10 januarij 1834(Staats,
blad N°. 3,) in het algemeen bepaald, dat bij het indienen van verzoeken,
om acten van vaste en tijdelijke inwoning in Nederlandseh Indië, door de
belanghebbenden ook zal moeien worden worden overgelegd een door de
eerste civile plaatselijke aUtoriteic goedgekeurde borgtogc van twee ter goe
der naam bekend staande vaste ingezetenen, volgens een aan dit besluit ge
annexeerd model; zullende deze borgtogt voortdurend van kracht zijn, be
houdens evenwel in die gevallen, dat de persoon, ten behoeve van wieit
die is gepasseerd, bij een Gouvernements besluie in *s lands dienst moge
worden geplaatst, als wanneer de borgen van hunne verbindcenismet be.
trekking tot zoodanig persoon, zullen zijn ontslagen.
Onder andere bettoemingeh door den waarnemenden Gouverneur-Gene.
raai gedaan, treffen wij ook die aan Van den heer Mr. R. A. Messtot Fis.
caal en Magisrraac te Arabolna, van Mr. J, H. Spiering Jr.tot Secretaris
en Fiscaal bij de regtbank van ommegang in de Samarangsehe afdeeling, en
van Mr, J, A, A. Leeman, onlangs uit Nederland aangekomen, tot adjuncc
gezworen Klerk ter griffie van het Hoog Geregtshof van Nederlandseh Indig.
Dé korte aanspraak, met welke Hare Maj. de Koningin van Portugal den
io julij de Cortes geopend heeft, en waarvan wij reeds melding hebben ge.
maakt, was van den volgenden inhond:
„Waardige Pairs van het rijk en Afgevaardigden van het Portugesehe volk.
„Hec nationaal verlangen, hetwelk zich uit eigen beweging in dit rijk
heeft geopenbaard, noopt mij, om, zoo als een heilige pligt mij zulks voor*
schrijft, het constitutionele, van mijnen doorluchten vader, zalige gedachte-
nisse, Uitgegane charter, van kracht re verklaren als grondwet van hec rijk.
Uwe roeping is het, hetzelve te bevestigen, en ik hoop dat gij daaraan
zult voldoen.
„Van de verbonden Mogendheden blijf ik de verzekering van derzelver
goede Verstandhouding en vriehdschap ontvangen. Mijn Gouvernement is
steeds werkzaam toe het Uitbreiden van onze staatkundige- en handelibetrek»
kingen met de andere landen,
„Het is'met groot genoegen, dat ik den Internuncios van den Paus, aan
mijn Hof heb zien-aankomen. De verlichtheid en de deugden van den Op.
perpriester zijn een hechte v.-aarborg van eendragt, en veroorloven hoop
te voeden, dat de Portugesehe kerk, den vrede, dien zjj to; handhaving der