Voor het publiek is thans in het Colosseum te Londen, eene kunst, matige ijsbaan geopend, op welke men ten allen tijde kan schaatsenrijden, fte warmee der hondsdagen is niet in staat om dit kunstijs te doen smelten en de schaatsenrijder kan bal-costuum aantrekken. De ijsvlakte is met smaak Ineerigtvan sneemvklippen voorzien en omringd met allerlei aan den winter loiisendé bijzonde-heden. Dit kunstijs is zamengesteld uit zoucaardige be- «mideelenwelke de eigenschap hebben om snel tot een vast ligchaam te 1 wistalliserenzoodac aan de oppervlakte, wanneer zij krassen heeft bekomen dQor eene nieuwe overgieting van dit zoutde vorige gladheid wordt hergeven. FRANKRIJK. 1 Parijs den 02 Julij. Zijne Maj. heeft gisteren onderscheidene leden der Kamers ontvangen, die hem roet het verlies van zijnen Zoon kwamen con doleren. Ook ontvangt Zijne Maj, onderscheidene adresseD tot hetzelfde einde dienende. Het is eene treurige opmerking, hoe sedert vijftig jaren de Kroon- prinsen van het magtige Fransche Rijk door een droevig noodlot vervolgd worden. Men denke eerstelijk aan den ongeiukkigen Dauhpin, zoon van Uitwijk fPI, in verkeerden ijver door de oude Bourbons als Lodewijk XITI aangenomen; de volgende troonopvolger was de Hertog van Resihstadtor, t zoo als hij genoemd werd, de Koning van Rome, die, geheel vervallen van den troon, mede vroegtijdig overleed in ballingschap, even als zijn vader; 1Bodewijk XPII1, in 1824 kinderloos overleden, werd opgevolgd door zijn broeder, Karei X, die in 1830 van den troon vervallen zijnde, zijn zoon, den zoogenaamden DauphinHertog van Angoulbme, alle regten op denzel. ten zag opgeven, ten behoeve van den jeugdigen Hertog van Bordeaux, si wiens vader, de Hertog van Berry, in 1820 gevallen was onder oe hand it eens moordenaars; zijn zoon werd door de verbolgen natie verstooten van ijlden troon, die ontledigd was, door de misslagen en eindelijk de onwectig- >B heden van hen, in wie de Bourbons hun vertrouwen stelden, Het schijnt nog niet zeker of de begrafenis van wijien den Hercog \tvan Orleans den 3 Augustus of den 30 Julij zal piaats nebben. [j De aangelegenheid van het Regentschap, bij eventuele minderjarigheid H van den Graaf van Parijs, is een onderwerp van diplomatieke onderhande. lingen met de Mogendheden, ook met Nederland, 5r Bij gelegenheid van de opening der Kamers op den 2Öscen, zal de igeheele bezetting van Parijs van Neuilly af tot aan hec paleis Bourbon (de UK vergaderplaats der Kamers) te «eérszijden in driedubbele rijen geschaard vi itaan, ten einde de voksmenigte cp zekeren afstand van den Koninglijken j itoet te houden. n. Detachementen der nationale garde zullen op het plein van het Carrousel i ïd op de kaai langs de Tutleriëu post vatten. Zijne Maj, Lodewijk Philips uc en Zijne Maj. Leopold van Belgie zullen met de Prinsen, te paard gezeten, m van het kasteel van Neuilly afrijden. De Hertogin van Orleans, de Hertogin at [san Nemours en de Prinses Clementine znllen zich met den jeugdigen Graaf a van Parijs in een open rijtuig bevinden. Men weet nog niet, of de toestand lea der Koningin haar zal toelaten, om bij deze plegtigheid tegenwoordig te zijn. v,j De Hertog de Nemours is tor Opperbevelhebber der operatie-corpsen aider marine in het lege Kamp van Charlons benoemd. jj De Prins de Jcinville is den nisten te Toulon aangekomen, hij kan lat den 23 of 24?ten te Neuilly zijn.Ook wordt verwacht de moeder van n de Herrogin van Orleans, de Groothertogin-weduwe van Mecklenburg- jej Schwerin. hief Zoo ais berigt is, znllen de Julij feesten dit jaarg een plaats hebben, no1 alleen den sisten zijn de gewone zielmissen voor de overledenen gehouden, "H - Er loopt te Parijs wederom een gerucht van eene verandering in het "jMinisteriede heer Guizot zou hetzelve verlaten door anderen wordt dit Tgerucht echter stellig tegengesproken, die meenen, dat de aftreding van :eJden heer Guizot vóór de beslissing der zaak van het Regentschap een laf. 11 ihartig verraad jegens het land zou wezen. ejï "Een bijzonder berigt bevat het volgende over de tegenwoordige stem- 'U[itiling der onderscheidene partijen: jldl Alles duidr aan, dat de partij van den heer Thiers, bukkende, als naar hol gewoontevoor de wet der noodzadelijltheidtot het besluit is gekomen, «iuj cm over het regentschap met hec thans bestaande bewind te beraadslagen, I en, niet dan na het tot srand brengen van deze gewigtige aangelegenheid, V| de beginselen van de tegenwoordige Ministers, en wel inzonderheid die van ,n den beer Guizotte bestrijden. Men verzekert stellig, dat ook de aanhang van den heer Odillon-Barrotwel bevroedende, dat de bewindslieden in dat opzigt den aanhang van den heer Thiers op hunne zijde hebbendezich sterk genoeg zouden gevoelen, om een aanval van de overige deelen der itti: oppositie af te weren, almede tot het besluit is gekomen, om bet ministerie 8' Guizot niet te bestrijden, voor dat in het regentschap zal zijn voorzien ge- dit worden. Indien dit een en ander, zoo als het zich laat aanzien, bevestigd M wordt, zal de strijd alleen de personen betreffen, welke voor het regent- e 1 schap zullen worden aangewezen. Het doei der bewindslieden is steeds, T om deze gewigtige betrekking aan den Hertog van Nemours op te dragen v' maar aan de Hertogin-weduwe de voogdij over hare kinderen verzekerd te dee laten. Deze laatste bepaling is niet zeer naar den zin van dat gedeelte 'oo van de party der geestelijkheid, hetwelk zich in het belang der kerk, aan ®i het bewind van Koning Philips heeft aangesloten, en welks orgaan beweert, vi gat jn de eerste plaats behoort te worden gezorgd, dat de aanstaande Ko- n «1 ning eene kaïholijke opvoeding bekome, daar het, gelijk het zich uitdrukt mijl „niet zeker is, wie over vijftien jaren en bij het meerderjarig worden van odz den jongen Graaf van Parijs, nog leven zal, maar wel zeker is, dat de too zaak der constitutionaliteit alsdan een aantal aanhangers zal hebben verlo- 141 ren, en die der kerk een groot aantal zal hebben gewonnen." Her dag. mm blad, hetwelk zich alzoo uitlaat, doet zich steeds voor als den beschermer tndt der Roomsch-Katholijkendie zich beklagen van in andere lauden te wor- Suf den miskend, of verdrukt, en beweert, dat Frankrijk dan eerst zoo groot en veelvermogend in Europa zal worden, zoodra het zich de belangen dezer geloofsgenooten des noods gewapenderhand aantrekt. Men verwacht, dat de bewindslieden, met behulp van den heer Thiers, hunne voordragt nopens het regentschap zullen zien aannemen. De liberale ..opposanten beklagen zich, gelijk te begrijpen is, zeer ernstig over deze «ral. a! m na rl i itVi oirf 01 c \sr o 11.- a wnnr Ft a r nr 0 I er (z I n Irlz art nan ltn,n irlij. erk ied| e v wankelmoedigheid, als welke voor het welgelukken van hare ontwerpen, om hec bestuur des Rijks in eene monarchie, met demokratische vormen, Ju „u u1 r. iL..U:1 te doen herscheppen, weinig goeds belooft, en beschuldigen den gewezen Minister, dat hij er nu reeds op bedachc is, om, indien de Hertog van Nemours werkelijk tot de uitoefening van het regentschap mogt worden geroepen, zijn leidsman te worden. Hetgeen echter de liberale opposanten het meest hindert, is, dat, bij deze stemming der gemoederen, de geloofsbrieven der nieuw benoemde Gedeputeerden zullen worden onderzocht. Een zeker heer Harpen had aan eenen anderen, Desbtudois, 50 fr. 5RijÜ geleendwelke hij van hem terugvorderde en de zaak voor den Regeer had aoovf gebragt. Het volgende wordt van dit verhoor medegedeeld; kracht De Regter. Erkent gij de schuldvordering? Desboudois. Jazekererken ilt nieoeïe.... De heer Harpon heeft mij 50 fr. geleend, [k ben er hem niet moeije. nootn-lijk om, het is schoonhec is edelmoedig hec is heldhaftig, te meer omdat ik hem aezelve nooit zal terug geven, Men lacht.Harpon. Ondercusschen angughebt gij mij beloofdD. Andere tijden, andere zeden toen ik ze vr.n toleir u geleend heb, kon ik ze wedergeven gelachmaarthans, onmogelijk het >o hu wootd van eer, ik heb niets, volstrekt niets..,. H. Ondercusschen hebt gjj een bestasn, gij zijt opvoeder D. Dat is is waar, en ziet daar H wat hec verschrikkelijkste is Ik voed anderen en ik kan mij zelve niet voeden. GelachDe RegterGij hebc meubelen. D. Zij behooren mij niet toe.... Ik heb ze op crediet genomen en de eigenaèr zal ze binnen kort terugnemenIk ken dat soort van menschen, begrijpt ge. (Men lacht.*) H, Gij bezit een klein rijtuig meteen paard. DIk bezit... dac is eene wijze van spreken.... zij behooren mij niet, het rijtuig is van mijnen schoon broeder, die het mij heeft geleend, En hec beest? DHet is een van mijne ooms, die het mij heeft toevertrouwd. (Men lacht.) De RegterHoe komt hec dac een man als gij, geen 50 fr. kan betalen? Uwe kleeding kon digt eene zekere onbekrompenheid aanö D. Volstrekt niet, zij kondigt een zeker crediet aan.... dac is alles.... deze kleederen zijn niet van mij.b. het is een kleedermaker van mijne kennis, die mij dezelve iaat dragen, omdac hij zegt, dat ik eene goede houding heb en hem aizoo klanten bezorg. (Gelach.) H. Ondercusschen voedt gij uwe kinderen zeer goed opD. Mijne kinderen!Het zijn de mijne niet. (Prolijk gelach.) Ik heb te huis twee of drie kleine meisjes, voor welke mijne vrouw zorg draagt, maar zij worde er voor betaald. De Regter. Gij zijt dus gehuwd. D. Neen! Wanneer ik zeg mijne vrouw, zoo is zij mee stellig de mijne hec is een van mijne vrienden die mij dezelve geleend heeft. (Groot gelach.) De Regter. Draag zorg, deze handelwijze zou u voor de correctionnele Policie kunnen bren gen. D. Wat zee is er door op het spel, ik heb geene wezenlijke woon plaats.... De zevende Earner zal er mij een bezorgen Hec is waar oac dezelve mij niet zal toebehooren, maar wac er aan te doen? het is het nood lot ik heb geleefd en zal sterven in het vel van een' vruchtgebrui ker.... Ik zal nooit eigenaar zijn. (Lang gelach MENGELINGEN. OVER DE STAATKUNDIGE PARTIJEN DER ENGELSCHE REVOLUTIE VAN 1640, Wat is het taienc van Cromwell geweest; wat waren de fouten van KareiI? Hoe heeft de eene de magc gewonnen; de andere dezelve verloren? Is hec schijnheiligheid of dweepzucht, welke het fortuin van den eersten gemaakt hebben; is hec een te snel gepleegd geweld, of het slecht beraden gebruik van list, welke het fortuin van den tweeden hebben omvergeworpen? Zie daar vragen, welke men dikwijls hoort opperen als de hoofdpunten, welke de geschiedenis der Engelsche revolutie moet ophelderen. Deze verschil-, lende problema's zouden ongetwijfeld goede voorschriften geven omcrenc de kunst van willekeurig beheerscher te worden en te blijven, maar hec is moeijelijk te zeggen, welk voordeel er van zouden trekken, zij, die slechts in vrede mee anderen en met hen zeiven willen leven. Btticendien gold de Engelsche revolutie, noch Karei Stuart, noch Olivier Cromwell, maar hec Engelsche volk en de vrijheid. Dit volk had lang onder den druk van een Gouvernement gezucht, dac van hetzelve, maar niet vóór hetzelve leefde. Het bad om verligring en ontving slechts bedreigingen tot antwoord. Het deed pogingen, welke als misdaden werden gestraft. In 1640, sterk van deszelfs lange veroncwaardi. ging, stond het eindelijk op, zag zijne meesters in hec aangezigt en stelde van gelijken toe gelijken, in plaats van de vijandelijkheden der verdrukking, eene overeenkomsc van rede en billijkheid voor; hec werd bedrogen en coea beriep het zich op het zwaard als op den laatsten scheidsman. Men streed en de vrijheid zegevierde. Het hootd der openbare magc gaf zich over; hec werd toen handelbaarder en deszelfs overwinnaars begonnen met hem de voorwaarden van vrede te behandelen. Ziedaar bet eerste tijdperk der revo lutie van Engeland. Maar gedurende de verscrooijingen van den oorlog, werd de vrijheid ver geten door henzelven, die vóór dezelve streden. Zij wilden gewapend blij - ven en zich door de ingezetenen doen gehoorzamen. Men werd verontwaar» digd en toe éénig antwoord boden zij hunne hulp den vijand aan; zij stelden den Koning voor zijne geledene verliezen te herscellen, en hem de magc weder te geven, onder voorwaarde eener deeling. De geschillen door deze samenspanning te weeg gebragt, vervullen hec tweede tijdperk. Hec leger wilde zich duur verkoopen; de Koning wilde het voor spotprijs hebben. De Koning beproefde onder *s hands andere verbonden aan te gaan; maar hij wat zwak, het leger sterk; bet leger besloot hem te straffen, en alleen op zich de zorg netlende, de aangroeijende vrijheid te vernietigen, bragt het aan deszelfs plannen hem ten offer, mee ivien het zich eersc had willen verbinden. Van dien tijd af aan, regeerde het leger zoo als het hof geregeerd had; het heerchste met verschillende kansen van losbandigheid voorde soldaten, en van dwingelandij voor de opperhoofden; maar de onderdrukking der ingeze tenen was algemeen en aanhoudend: zoo was het derde tijdperk. Het vierde tijdperk opende zich, met den dood van Cromwell, door ver. deelcheden in het leger: de geesc van vrijheid verscheen weder bij het volk; maar het leger kwam, bij deze dreigende opstanding, weder tot het ond ontwerp eener vereemging met de Koningsgezindeneen opperhoofd had de eer hec te volbrengen, en tevens zich zeiven alleen in het tractaat te begrij pen, en zijne spitsbroeders benevens het volk te verkoopen, Ziedaar de daadzaken, welke achtereenvolgend de twintig jaren der revolutie van En geland vervullen, van af 164010c op 29Mei iööo.dagder intrede van KareiH. Het is in den kring dezer gebeurtenissen, dat de verschillende partijen gehandeld hebben, welke de geschiedenis heeft onderscheiden, te weten: de deïsten, de presbyterianen, de onafhankelijkende Koningsgezinden, de militairen, en eindelijk het volk, partij zamengesteld uit het gemeen der anderen, soorc van algemeen middenpunt waarop zij allen uitliepen, en zich door hunne zwakste schakeringen ontmoetten. De sekte der deïsten was de min talrijkste, de zuiverste in rede en niet de min krachtigste; dezelve telde Sidney in hare rangen. Het denkbeeld dat zjj zich van de vrijheid vormde, was verheven en uitgebreid. De vrijheid kwam haar te gelijker tijd als eenvoudig en algemeen voor; als tot geene bepaalde regering be- hoorende, maar onder verscheidene kunnende bestaan; als hec resultaat der rede en van den menschelijken wil; niet van eene toevallige en tijdelijke schikking. De presbycerianen meenden dat de vrijgeid noodwendig van een volk verwijderd was door de bisschoppelijke tncht, en vooral door de Cacho. lijke godsdienst; behalve deze uitsluitingenerkenden zij haar overeenstem, mend met verschillende vormen hetzij staatkundig, hetzij godsdienstig. Maar de puriteinen of onafhankelijken verleenden haar geene schuilplaats dan in eenen enkelen vorm, de godsdienst zonder priesterschap, en het Gouverne ment zonder eenzijdig hoofd. Van deze drie sekten, was de eerste altoos even kalm als srandva.stigen kon geene dweeperij bestaan bij hen die niets uitsloten. De leer der presbyterianen daarentegen was niet zonder gevaar voor de rede; hare uitsluiting van het bisdom maakte haar haatdragend en hartstogteiijkhare verdraagzaamheid omtrent alle andere punten, weinig philosophisch emdae zij niet algemeen was, ontaarde ligt in eene zorge- looze twijfelarij, en in eene laffe neiging om de fortuin te volgen, White, locke liep tot CromwellHollis tot Karei II over, terwijl Sidney, hooger ge- plaarst, niets van het toeval hoopte of vreesde dat over de magc beschikt; noch de Parlementen, noch de Dictator, noch de militaire Raden, noch de Koning, konden een oogenblik zijne aandacht bezig houden, welke alleen op de vrijheid gevestigd was. De puriteinen die het denkbeeld der onaf. hankelijkheid in den naauwen kring van één bepaald voorscnrifc sloten, en het, om zoo te zeggen, daarin gevangen hielden, moesten te ligevaardig de vaisclie gelijkmaking der vrijheid mee de uitsluitende geloofsleer, waarin zij haar eene piaats aanwezen, aannemen, Hec is waar, dat, gedurig naar een vast en tastbaar voorwerp strevende, de geest van de meesten dezer man.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 3