DUITSCHLAND. GROOT-BRITANNIE. ken FRANKRIJK. Voo (S'enigi'ng van dorpjes of gehuchten met naburige gemeenten, wenscbelijic achten. De treurige toestand van Delftshaven is een onderwerp en overive ging bij het algemeen bestuur. Ook de verachting van Brielie en Hellevpe.t- sluis, voornamelijk door vermindering van het garnizoen, is bij dat bestuur genoegzaam bekend, F.er edicr.itOnderwijs, Kunsten en WetenschappenTen dien aanzien; wordt in het verslag, onder anderen, gezegd, dat in weer tv v^n de tnoeije- lijkheden, welke dikwerf aan het verkrijgen van de noodige fondsen ter verzé kering van de publieke dienst in den wegstaanmen toch de aangename vèrze kering jgeven kan, dat niet alleen voor de stoffelijke belangen vandjtgewest, maar ook voor de verbetering van den verstandelijken en zedelijken toestand der ingezetenen met ijver en veelal ombekrompen wordt zorg gedragen. Kerken en scholen, pastorijen en onderwijzers woningen,, zijn utt bijdragen van het rijk, de provincie, de gemeente, en uit andere fondsen, opgebouwd of hersteld, en ook onderwijzers, die zulks behoefden en verdienden, werden door toelagen van land of gewest ondersteund, of van nieuwe schoolmeu- belen voorzien of, na veeljarige trouwe vervulling van hunne betrekking, door eenig geschenk aangemoedigd, „Erkentelijk voor de aangenomen milde beginselen, omtrent de godsdien. tige denkwijze en belangen der ingezetenen, zullen, UE. G. A. voorzeker met ons prijs stellen op het eerbiedigen van elke zuiver 'kerkelijke verorde ningvan elk leerstellig begrip, zoo wel als op het te keer gaan dér aan matigingen van alle kerkelijk gézag, dat zich in zaken van ztiiver burgerlijk beheer tracht te doen geloen. „Inzonderheid vermeenen wij dezen regel op de aangelegenheden vdn het onderwijs te mogen toepassen. Het besluit des Konings van 4 Januarij II; N". 61is zoo verre mogelijk in werking gebragt. Omtrent de nadere regeling of bevestiging der schoold-stricten en het benoemen van honoraire leden der Provinciale Commissie van onderwijs ziet men Zijner Maj. beslis sing te getnoet op de voordrage van Gedeputeerde Staten van 25 Maart Ijs „Hoewel het verlangen naar eene nieuwe wetgeving tot regeling van het Jiooger, middelbaar en lager enderwijs, in onderling verbandzoo het schijnt, nog niet is kunnen bevredigd worden, doet het Gedeputeerde Staten toch genoegen UE. G. A. de verzekering re kunnen geven, dat aan de bestaande en door gemeia besluit eenigermate aangevulde verordeningen behoorlijk de hand wordt gehonden, en dat, naar onze overtuiging, de provincie Zuid- Holland in de behartiging van de gewigtigste belangen der menschheid(dé godsdienstige en wetenschappelijke opleiding der toekomstige staatsburgers} bij geene andere neboeft achter te staan. „Met heeren Curatoren der Hoogeschool te Leiden mag men zich steeds verneugen over den bloei en luister dier Vaderlandsche instelling, waaraan zoo vele roemrijke herinneringen zijn verbonden; over de ijverige pogingen der Hoogleeraren tot vorming van nuttige leden voor de maatschappij; en over de wijze, waarop de Studenten, die van hec gewigt hunner studiën en van bet oogmerk van hun verblijf aan deze Hoogeschool doordrongen zijn, daaraan wordt beantwoord. Het getal der Studenten bedroeg op den 31 De, cember 1841 in de faculteit der Godgeleerdheid 126, Wis- en Natnorkun. de 9, Wijsbegeerte en Letteren 53, Medicijnen 208 en Regtsgeleerdheid 2S2 te zamen 678; onder welk getal echter zijn begrepen 178 Studenten, die zich slechts tot het afleggen van hnnne examina te Leiden hebben laten inschrijvendoch aan de onderscheidene Athenea studeren. De Akademische verzamelingen en kabinetten zijn in voldoendes staat. De Directeuren maken van dezelve steeds een doeltreffend gebruikten nutte der wetenschappen en der studerende jeugd." Er wordt veel goeds gezegd van de bestaande Latijnsobe en middelbare scholen. In het gebied van kunst en wetenschap is weinig verandering te bespeuren. Handel- en Scheepvaart. Deze berigten luiden minder gunstig;ofschoon eenigc omstandighedenwordt in het verslag gezegd die tot de kwijning van den handel bijdragen, plaatselijk kunnen genoemd worden, zijn toch de meesten van algemeenen aard. Van daar dat hetzelfde verschijnsel zich in bijna alle commerciële Staten vertoont, en in de voornaamste (Engeland en Amerika} nog veel drukkender dan in Nederland wordt gevoeld. Bijna atle rakken van algemeenen handel bevinden zich in eenen verontrusten si.ac „a spanning. De gebeurtenissen in China en Engelsch-Indiëde gevolgen der kolossale veilingen van de Nederlandsche Handel-Maatschappij en de over, drevene ondernemingen, waartoe het crediet-stelsel verlokt, zijn niet ge« schikt om de uitzigten in de toekomst te verbeteren. Nogtans beeft de bezadigheid, welke den Nederlandschen koopman kenmerkt, hem meer dan de buitenlander voor overdrijving behoed, en vonden vele tnsschen-personen nog werkzaamheid en sommigen zelfs een ruim bestaan, ook dan wanneer de eerste handelaars zeiven, bij veel arbeid, eene karige belooning verwier. ven, of meer of min gevoelige verliezen ondergingen. Van de invoeren waren die van Nederlandsch Indië weder de aanzienlijkste. (JKervolg en slot hierna Uit 's Gravenhage meldt men van den isden dezer s Bij besluit van den I4den dezer n°. 61, heeft Zijne Maj. benoemd bij het corps Ingenieurs van den waterstaat: tot Hoofd-Ingenieurs der ede klasse, de Ingenieurs der iste klasse A. de Geus en J. IV. Conrad; tot In. genieurs der iste klasse, de Ingenieurs der 2de klasse D. J. Storm Bujsing en J.G. van Gendt; tot Ingenieurs der 2de klasse, de aspiranten-Ingenieurs B. P. G. van Diggelen en A. B. Mentztot aspiranten-Ingenieurs, de ka ders voor den waterstaat bij de Koninglijke militaire akademie J. G. IV. FynjeJ. Strooi man, A. C. Reut her en A. A. Ledeboer. Voorts heeft Zijne Maj. aan de Ingenieurs der isce klasse K. Schraver en G. J. Dibbets verleend den ticulairen rang van Hoofd-Ingenieur vso den waterstaat. Zijne Maj, beeft het bestaan van afgescheidene gemeenten te Dedems» vaart en Joure, in Overijssel en Vriesland, goedgekeurd. Gisteren morgen heeft de Graaf van Nassan weder een aantal personen ten gehoor toegelaten, waaronder al de Ministers van Zijne Maj. Koning Willem II. Gisteren middag is er groot familie-diner in het paleis in het Noordeinde gehouden. Na het diner zijn de Graaf en de Gravin in een open rijtuig uitgereden. Men verzekert, dat het verblijf van den Graaf alhier slecht» van korten dnur zal wezen. Ook Z. K. H. prins Alexander is thans van Soestdijk in deze Residentie teruggekeerd. Het is bekend dat in de laatstelijk gehouden zitting van de Staten der provinciën ontvangen is eene missive van Zijne Exc. den Minister van Bin» nenlandsche Zaken, waarbij het gevoelen dier vergaderingen, ten aanzien van verschillende punten, tot het stem- en kiesregt in verband staande, is ge vraagd. In de vergadering der Staten van Zuid-Holland hebben, naar men verneemt, onderscheiden leden doen opmerken, dat deze circnlaire niet van zoodanigen aard was, als door de grondwet wierd gevorderd, daar zij een. voudig van den Minister afkomstig was, zonder dat daarbij van's Konings verlangen gewag gemaakt werd. Andere leden hebben beweerd dat, na de herziening der grondwet, de Ministers verantwoordelijk waren, en dat zij het regt hadden, op zich zeiven, op dergelijke wijze, zich tot de Provin ciale Staten te wenden. Dat laatste gevoelen heeft echter niet gezegevierd en er werd integendeel besloten, dat men aan Zijne Exc. den Mislster van Binnenlandsche Zaken de redenen zou kenbaar maken, die de Staten verhin. derden zijne aanschrijving in naauwgezette overweging te nemen. Middeler wijl had eene bezending uit de Staten de eer bij Zijne Maj. den Koning reit gehoore te worden toegelaten. Onder de door Hooogstdenzelve met de bé. zending behandelde onderwerpen behoorde ook dat der ministeriële mhslve. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft van zijne zijde aan de Staten eene tweede missive doen toekomen, waarbij de misslag, dien men meende dat bij de eerste was begaan; hersteld werd. Op deze wijze zijn de Pro vinciale Staten thans grondwettig verpligt geworden hun gevoelen te doen kennen over het vraagstuk der verkiezingenhetwelk tot zoo vele uiteen- loopende beschouwingen aanleiding geeft. Daar dit advies aandachtige over-t wegingen vereischt, verwacht men dac de Stateh eene buitengewone bijeen komst zuilen bonden. Het nootlottige berigt van hec overlijden van Z. K, H. den Hertog van Orleans heeft ook in deze residentie een' zeer treurigen indruk te weeg gebragt. Het maakt hec onderwerp van alle gesprekken uit, en ieder neemt het grootste deel in de ramp, die Frankrijk en deszelfs stamhuis getrofLm heeft. Ons Hof is diep bewogen met deze verschrikkelijke gebeurtenis. Als Consul van Oldenburg is te Amsterdam erkend de heer W. Gi van Kempen. Te Baame is den ioden dezer overleden Grietje Veldhuijzsnweduwe van Willem van den Hoek, in den ouderdom vaD bijna 75 jaren. Zij was moeder, schoonmoeder, grootmoeder en overgrootmoeder van 79, nog in leven, zijnde kinderen. De Staten van Vriesland hebben benoemd als leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaalin stede van de heeren Binkes en van WelderetS Rengers, de heeren Jhr. Vegilin van Claerbergen Grietman van Haskerjand, en S. Brouwer, Oud-Hoogleeraar te Groningen. Beide de aftredende leden hadden te kennen gegeven, dat z(j niet weder als leden der Tweede Kamer verlangden te worden verkozen. RUSLAND. Uit Petersburg wordt van 28 Junij gemeld, dat Zijne Maj. de Keizer Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden benoemd had tot Commandant vin he Rusaiscbe linieschip Azof. Zijne Maj. zou den Prins zelf inscalleeren. De equipages der Nederlandsche schepen worden te Petersburg op eene bijzonder beleefde wijze behandeld en tot bezigtiging van alle publieke gebouwen toegelaten. Zijne Maj. de Keizer had eene order uitgegeven, aan welke me* die vriendelijke behandeling te danken had. Uit Wallachije, Momenegro, Bosnië en Macedonië komen berigten in welke van de ongunstige gezindheid der burgers in die gewesten getuigen. In de Pruistlsche Staats-Courant vindt men ,het volgend rescript des Kor nings aan den Minister der Geestelijke aangelegenhedent „Ik zend u hiernevens een schrijven van den Primas van Engeland, Aarti. Bisschop van Canterburyhetwelk zijne bepaalde voorstellen behelsc omtrent de betrekking van den Bisschop der vereenigde kerk van Engeland en Ierland in Jerusalem coc de Duicsctie gemeenten van de Protescantsche gezindheid in Palaestina, welke zich aan hec regtsgebied van dien Bisschop wenschen ts onderwerpen. Gij zult daaruit zien, dat genoemde Prelaat aan de gemeentes der Duitsch-Protestantsche gezindheid in Palaestina de bescherming en de herderlijke zorg van den Engelichen Bisschop te Jerusalem toezegt, zonder andere voorwaarden te stellen, dan de zoodanige, welke de uitoefening ditt bescherming noodzakelijk maakt. Eene openbaarmaking van die voorstellen zal het best geschikt zijn, om de verkeerde denkbeelden van welmeenenden weg te nemen, en de opzettelijke verdraajjingen en lasteringen van kwaljjk. gezinden onscbadelijk te maken. Oischoon er ook coc dus verre nog geene Duitsch-Evangelscbe gemeenten in Palaestina aanwezig zijn, maar de vor. ming derzelven onder invloed der tegenwoordige gunscige omstandigheden nog te gemoec gezien worde, zullen toch nu reeds Candidaten van de Duitsch. Protestantscbe kerk, welken de toenemende belangstelling in de zendingen tot bekeering der Joden naar Palaestina voert, het zeer wenschelijk achten, om van de aanbiedingen, verval 1» im «.„.hioel""" Ca». terburij gebruik te maken, zich onder de bescherming van den Bisschop d« djt vereenigde kerk van EDgeland en Ierland in Jerusalem te stellen, en daardoor gj ■an hunne werkzaamheid een ruimer veld en eene heilrijkere uitkomst it dik verzekeren. Ik ben gaarne bereid, om zulke Candidaten, wanneer zij dooi bel de bevoegde overheid onderzocht en geschikt bevonden zijnen inzondtt. Vo beid wanneer zij vooraf van hunne vastheid in het geloof naar de leerkt. bei grippen der Augsburgsche geloofsbelijdenis bewijzen gegeven hebben, oj we eene gepaste wijze te ondersteunen en noodig u uic om mij zulke persoon mj, voor te dragen." 1 gei De door den Aartsbisschop gedane voorstellen znilen wij in ons volgtoj bru Dommer mededeeien. J mai Van de Italiaansche grenzen wordt geschreven, dat in het begin deze maand, de Chriiteobewoners te Mantua tegen de aldaar wonende I ëliten eenen opstand begonnen hebben, waardoor verscheiden menschen leven hebben verloren. Het gemeen, eens opgeruid zijnde, bad niets zien, viel zelfs de soldaten aan en ontwapende dezelve. Onderscheid buizen van Israëliten zqn onder den voet gebaald. Het oproer beeft if dagen geduurd en kon niet eer gestild worden, voordat er een genoegt» aantal soldaten uit Verona was aangerukt. 3' 3! in G en t is wi te 'tUe dan dez beu Ven te 1 Den vrot ken Londen 13 Julij. Den inden heeft de Minister Peel in het Hnis dei doer meenie vrijheid verkregen, om in dit huis eene bill te mogeD inbrenj Hen.' welke de verdere bescherming vin Ilr. Ms. persoon een doel heeft. Bew: kaar bill, welke hoofdzakelijk de bepaling inhoudt, dat voortaan alle daden scho geweldenarij tegen Hare Maj., waarin dezelve ook bestaan mogen en »i oog uitsluitend de veronirustinu van Hare Mai. nf de irnnrni. A* -„ui «,ki o_0_.. ntwii.il uyevliG UC BV ad 11 UJtSgeil en Wil uitsluitend de verontrusting van Hare Mij. of de stoornis van de publl rust beöogen, behalve mee eene zevenjarige ballingschap, ook met 1 ligchamelijke kastijding zullen gestraft wordenis vervolgens door Sir R. onmiddellijk ter cafel gelegd en, na voor de eerste en tweede maal achten volgend gelezen te zijn, het nader in comité overwegen van dezelve 0; den avond (Woensdag} bepaald, Berigten uit Lissabon tot den 4den dezer, honden In, dat eiod het handelstractaac en dat betreffende de afschaffing van den slavent# door de Portugesche en Britsche gevolmagtigdenonder teekend zijn, Vo) blijkt nog oit deze berigten, dat de bijeenkomst van de nieuwe eorteij Hare Portugesche Maj. op den 10 in persoon zal geopend worden, eil allerwaarschijnlijkst kort daarna de Hertog van Palmel/a op nieuw als Mif van Buitenlandsche Zaken in het Portugesche Kabinet zal optreden. Parijs den 15 Julij. Een droevige tijding heeft zich gisteren 0 het buitenland verspreid, welke door nadere berigten maar al te; bevonden, namelijk hec overlijden van den Hertog van Orleans, op van Lodewyk Philips op den troon van Frankrijk. De oorzaak vau' dood is een val, welken hij den I3den des middags nic een rijtuig,' mede hij van Villiers naar Neuilly ging, om vervolgens naar Sc. Cl vertrekkenen waarvan de paarden re Sablonville op hol geraakten Fi heeft. Toen de Hertog zag dat de postillon de paarden niet meer J9™ was, is uit het rijtuig gesprongen, met het hoofd tegen de steens'"1' slagen en zonder bewustheid op weg blijven liggen. Dadelijk in"s wijl aard, dadig lijk 0 deelti naar I held z lukkig Slagen, heid, 1 Well nt zelfs w Vele beweer hengen ten tij noemde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2