A0. 1843. L E Y D S C H E N\ 83; COURANT. WOENSDAG, 13 J U L IJ. NEDERLANDEN. Levden, ia Julij. Heden avond na 8 ure is onze stad gepasseerd Zijne Maj. Koning ll'illem FrederikGraaf van Nassau, vergezeld van H D. Gemalin de Gravin cfOuitremontzich van het Loo naar 'sGravenhage begevende. M irgen middag om 3 ure passeert alhier Hare Maj. de Koningin, benevens Prinses Sophia en Prina Alexanderbomende van Soestdijk en zich naar 'sGraven- hage begevende. Gisteren ten 5 ore zijn hier doorgekomen de Kindeten van HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederikvan het Loo naar het Huil de Paauw terugkeerende. Morgen is er groot diner bij Zijne Maj. Ko. ning kViliem Frederik op het paleis in het Noordeinde. Gisteien had het Examen en de Prijsuudeeling onder de Kweekelingen van het Paedagogium voor het onderwijs der Oude Talen, onder het bestuur van den Wel Ed. Zeer Gel. Heer j. J. de Gelder, PhilTheorMagLit HumDoctorin de Stads Gehoorzaal plaats. Vier verdienstelijke Jonge lingen, die naar de (loogeschool vertrekken zullen, droegen door hen zei- ven opgestelde Declamatën voor; namelijk: B. M. Verbrugge, de Cata- togo navium Homerica; J. C. J- van der Schalk, de imprudenti Romatiorum studio antiquos piêtas Latinos legendi et imitandiF. A. Eckhart de Mes quit a de Thrasea l'aetoen J. B. Vos, de batrachomjemachia Homerica. Vervolgens werden aan dit viertal de volgende eereblijken uitgereikt, aan: B. M. Verbrugge, een prijs voor de Oude Talen en voor de Wiskunde lste klasse; aan J. C. J. van der Schalk, een prijs voor de Oude Talen, voor de Geschiedenis iste klasse door het lot tegen C. Cock, voor het Fransch, Duitsch en Engelsch iste klasse; aan F. A. Eckhart de Mes quita, een prijs voor de Oude Talen, een Getuigschrift voor de Wiskunde lste klasse, en buitengewone prijzen voor het Fransch en Duitsch; en aan j. B. Vos, een ptijs voor de Oude Talen, Daarna werden den jongelieden eenige vragen ter beantwoording voorgesteld, en eindelijk de overige eere. prijzen aan onderscheidene jongelingen in de verschillende klassen uitge. deeld, namelijk: Eerde Khsse. Aan J. van Andel, een prijs voor de Oude Talen, voor het Hollandsch iste klasse, een Getuigschrift voor de Wiskunde 3de klasse, en een Getuigschrift als prijs voor het Teekenen; aan J. Vos, een prijs voor de Oude Talen. Tweede Klasse. Aan w. p. A. Dozy, een prijs voor de Oude Talen; aan C. Cock, een prijs voor de Oude Talen, voor de Wiskunde 2de klasse, benevens een Getuigschrift, dat hij den prijs voor de Geschiedenis iste klasse door het lot verloor. Derde Klasse. Eerste Af deeling. Aan J. h. van Gorküm, een Getuig, schrift tot aanmoediging voorde Oude Talen; aan W. Terpstra, een prijs voor de Oude Talen, een Getuigschrift voor de Wisknnde 3de klasse, en e;n prijs voor het Fransch 2de klasse; aan F. C. Smulders, een prijs voor du Oude Talen en voor het Duitsch 2de klasse; aan F. A. VÉRSnT£R9 een pr is voor de Oude Talen en voor de Wisknnde 3de klasse. Tweede Afdeeling. Aan C. van Staveren, een Getuigschrifc tot aanmoe. dicing voor de Oude Talen; aan A. Nederburgh, een prija voor de Oude Talen. Kierde Klasse. Eerste Afdeeling. Aan L. J. Smulders, een prijs voor de Wiskunde 4de klasse, voor het Hollandsch en voor het Engelsch 2de klasse; aan S. C. H. Nederburgh, een prijs voor de Oude Talen, voor de Geschiedenis 2de klasse, door het lot tegen W. P. Wolters, een prijs voor de Cijferkunst en voor het Engelsch 3de klasse; aan W. P. Wol ters, een prijs voor de Oude Talen en een Getuigschrift dat hij den prijs voor de Geschiedenis 2de klasse door hec lot verloor; aan W. van der Veen, een prijs voor de Oude Talen. Tweede Afdeeling. Aan P. W. DiLLifeën Getuigschrift tot aanmoediging voor de Oude Talen. Voorbereidende Klasse. Eerste Afdeeling. Aan H. P. van Kaathoven, een prijs voor hec Cijferen, Fransch, Dnitsch en Hollandsch 3de klasse; aan P. F. Hubrecht Jr., een prijs voor de Wisknnde; aan J. C. M. Adriaans, een prijs voor de Vaderlandsche Geschiedenis; aan H. M. Adriaans, een prijs voor het Hollandsch; aan F. J. Tyndall, een prijs voor het Fransch. Bij de uitreiking dezer eereblijken werd deze geheele afdeeling cot de La- tijnsche klassen bevorderd. Tweede Afdeeling. Aan C. C. Stegerhoek, een prijs voor de Cijferkunst; san J. van Kaathoven, een prijs voor her Fransch. De navolgende jon gelingent N. de Keyzer, A. van Trotsenburg, O. F. U. J. Huguenin en W, F. U. Huguenin hadden de lessen te korten tijd bijgewoond om naar prijzen mede re dingen. Na den afloop van dit alles bedankte de verdienstelijke jongeling W. P. A. Dozv, mede uit naam zijner medemakkers, in eene korte door hem zei. ven opgestelde toespraakde talrijke toehoorders voor hunne tegenwoor. digheid, Hec volgende zijn de berigten omtrent de koloniën der Maatschappij van weldadigheid over de maand Junijr Ofschoon hec getal gestortenen voor Mei jl. nog al aanzienlijk is geweest, is de staat der gezondheid der koloniale bevolking, over hec geheel, vrij voldoende. De bevolking Is de vorige maand nog ten gevolge hec jaarlijksch ontslag, dat van de weezen voornamelijk eerst in die mtand heeft plaats gehad, mee 200 hoofden verminderd en tot even beneden de 10,000 zielen gedaald; doch van nu af aan zal de sterkte hoogst waarschijnlijk wederom toenemen, gelijk \t deze maand reedi begonnen Is. Het weersgestel is, tot voor ettelijke dagen, zeer droog en buitengewoon warm geweest. Van den 28 Mei jl. tot den 20Sten dezer maand Is alhier teen drup regen gevallen en klom de hitte nn en dan tot bijna 90 graden, hetgeen op de te veldstaande gewassen doorgtande een ntdeeligen invloed ge. had heeft. De rogge stond, vroeger reeds, ten gevolge den nttten zaaitijd en hec ichrale en drooge voorjaar dun, op zwaren of wel doormesten grond heefc die latere buitengewone warmte nog vele planten goed doen bijkomen, zoo. dat de halmen en aren lang en groot zijn geworden. Op het laatst evenwel, begon de rogge hier en daar veel re vroeg te verdroogen en wordt er thans op de aren het rood, zeker ongemak, dat dezelve bolvakkig maakc, ont dekt, hetgeen mede een verlies kan ie weeg brengen, daar de thsns vallende <egen te laac komt, om dac ongemak te doen herstellen. Het rogge-gewas ichijnc alzoo niet te groot zullen worden. De aardappelen daarentegen, ofschoon door de droogte hier en daar wal schterlhk en aanvankelijk mede iets geleden hebbende, staan thans uitnemend en beioven eene gtuote opbrengst, inzonderheid op eene brem-bemesting, zoo als meerendeels plaats heeft. Het is eene. lust die menigte schoone altkers veldvruchten te beschouwen. Hec zomergraan beeft mede eerst van de droogte geleden, doch hierop valt de tegenwoordige regen nog tijdig genoeg, on: de achterlijkheid behoor lijk te kunnen herstellen. Over het geheel staat de zomergerst, haver en boekweit dan ook zeer voldoende, niet minder de groene erwten en boonen. Ook de boekweit komt thans goed aan. Met het hooijen is vooral een goed begin gemaakt. De klaver en hec gras om te hooijen is in de meeste koloniën zeer voldoende. Overal is reeds een gedeelte hooi binnen en houdt de regen niet te lang aan, dan zal de hooijing van de eerste snêe spoedig binnen gehaald zijn, dac zeer vroeg in den tijd is en daarom uitzigc oplevert op eene groote tweede snede, als voor welke nog een even langen groeiiijd overgebleven is, als de eerste gehad heeft. De weide is op de meeste plaatsen schraal geworden en buiten de koloniën was dit zelf zoo, dat men verlegen raakte, om het vee te onderhouden. Ook die zal zich nu spoedig kunnen herstellen. Er stasn thans de volgende gewassen in de koloniën te veld; Rogge 941, z. gersc 75, haver 137, boekweit 69 erwten en boonen 31, aardappelen 546, tuin 53 en groealand 1065 morgen, rotaal 2917, waarvan de opbrengst met der tijd achtereenvolgende zal worden opgegeven. Het vee bevindt zich in goeden «taac. Het klaauwzeer en de tongbiaar of de mondziekte is onder de schapen te Wateren en bij het 30. gesticht te Veenhuizen geweest, maar heeft zeer weinig schade veroorzaakt. Thans wordt er veel zuivel van het rundvee verkregen. In de turfgraverijen staan de werkzaamheden zeer gnnstig, zoodat er, bij hec eindigen van hec graven reeds een gedeelte turf geheel en goed droog is en hec overige spoedig droog zal wezen. De kolonisten worden thans op veel plaatsen mee diep spitten, ter ontgin* ning van nieuwen grond, bezig gehouden: ook aan hec opschoonen en ver* diepen van vaarten en wijken, is eene menigte handen bezig. De fabrijk-werkzaamheden hebben in de laatste dagen wederom oponthoud gehad, door gebrek aan Jutegaren, voor de koffijzakweverij, die echter thang en, zoo wij mogen verwachten, voor langen tijd weerdruk aan den gang is. De Katoenweverij w^rkt thans aan andere soorten van doek, geregeld voort, gelijk ook de katoenspinnerij te Veenhuizen, waarvan de wekelijksche op brengst echter nog niet meer dan 1200 pond bedraagt, terwijl de fabricage van de eigen kleeding- en liggingstoffen eu de handwerken, in evenredigheid toe de behoefte, behoorlijk wordt voortgezet. Het Nederlandsch Godsdienstig Traccaac-Genoocschap, verschafte de ko lonisten dezer dagen wederom 300 exemplaren, van 3 zijne nitmuncende werkjes, die steeds met graagte worden gelezen en waarvoor wij hec Bescuur steeds onzen meesten dank betnigen. Sterkte der bevolking in de gewone Koloniën 2617; Ommerschans 2147; Veenhuizen, eerste Gesticht 1687; Veenhuizentweede Gesticht 2077Veen hui. zen, derde Geslicht 1310; fVdteren 99; Ambtenaren 37, te zatnen 9974. Sterkte van het voorhanden zijnde vee in de Koloniën, paarden 112, koel- jen 1115, jong vee 23, kalven 6 en schapen 2054. Uit 's Gravenhage melde men van den nden dezer: Gisteren avond laat is er eene serenade aan Zijne Maj. den Koning ge geven door verschillende leden van het orkest, hetwelk tot het luisterrijke Algemeene Muzjjkfeesc op Donderdag en Vrijdag avond jl. heeft medege. werkt, alsmede door onderscheidene leden van de Maatschappij tot Bevor. dering der Toonkunst, en door hec corps muzijkanten der 's Gravenhaagsche schutterij. Mee fakkellicht had men zich naar het paleis des Konings bege. ven, alwaar eenige muzijkstukken uitgevoerd en in koor gezongen werden. Die uitvoering heeft algemeen genoegen gedaan. Deze serenade werd mee hér aanheffen en zingen van de Volksliederen besloten. Vrijdag avond laat is er door eenige toonkunstenaren eene serenade aan den heere Lubeck, Directeur van het muzijkale gedeelte van het gehouden feest, gegeven. Het Staatsblad M°. 15 van 4 Julij jl. houdt thans de wettelijke toe stemming in, tot de echtverbindtenis van H. K. H. de Prinses IVilhelmina Maria Sophia Louisa der Nederlanden met Z. K. H. den Erf-Groothertog van Saxen Wetmar-Eisenacb. Het Staatsblad N°. 32 bevat de wet van 1°. Julij jl., houdende de bekrachtiging van de overeenkomsten van den 23/25 Julij 1840 en van 25/31 Maarc 1841, tusschen het Departement van Koloniën en de Nederl. Handelm.(ge. sloten zijnde deze wet, gelijk men zich herinneren zal, het gevolg van hec voorstel, tot dat einde in de Tweede Kamer gedaan.) In de vereenigde zitting van de beide Kamers der Staren-Generaal, welke heden onder het voorzitterschap van Mr. A. van Gennep alhier gehou- den is, heeft Zijne Exc, de Minister van Binnenlandsche Zaken op last des Konings, de tegenwoordige zitting der Staren-Generaalby de volgende aanspraak gesloten „Edel Mogende Hebren! De werkzaamhedenwelke gedurende deze zitting aan Uwe beraadslaging werden onderworpenzijn afgeloopen. „Steeds vertrouwendop de bereidwillige medewerking van U Edel Mogendenom 's lands belangen te helpen bevorderen, en bedacht om de onderscheidene takken van bestuur meer en meer te verbeterenheeft de Regering achtervolgens eenige belangrijke wets-ontwerpen ter tafel gebragt. U Edel Mogenden hebben zich beijverd derzelver toestemming te geven aan het voorgenomen huwelijk tusschen H. K. H. Prinses IVilhelmina Maria Sophia Louisa der Nederlanden en Z. K. H. den Erf-Groothertog Karei Alexander Augustus Jan, Zoon van Z. K. H. den Groothertog van Saxen-Weimar-Eisenach. „Eene wet,'vaststellende de uitgaven voor het Departement van BuitenlandscheZaken voltooide de begrooting voor dit en het volgende dienstjaar. „De overboeking der inschrijvingen van hypotheken en privilegiën, vóór de invoering van het Burgerlijk Wetboek genomenis op eene voldoende wijze geregeld. „Voor het loopende jaar werd voorzien in de behoeften der koloniën van weldadigheid. Het crediet van den Staat werd geschraagd door de goedgekeurde aflossing en intrek king van een gedeelte der schulden van het voormalig Amortisatie-Syndicaat. „Men achtte het doelmatig om het geldelyk beheer over de gevangenen en gevange nissen van het hoofdstuk der begrooting voor Binnenlandsche Zaken tot dat van Justitie te doen overgaan. De Fransche wet op het notariaat werd door eene oorspronkelijke Nederlandsche vervangen en daarmede een nadere stap gedaan tot de bevestiging onzer nationale wetgeving. „In den verachterenden toestand Van het fonds voor den landbouw is door het verlaten van een kortstondig aangenomen, door de ondervinding min doelmatig bevonden, stelsel grootendeels voorzien. De voorloopige beraadslaging over de ontworpen wetten omtrent de bevoegdheid om deel te nemen aan de provinciale en plaatselijke besturenalsmede omtrent de uitoefening

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1