L E Y D S C II 0 RAN T;' WOENSDAG, 6 JU Lij. Burgemeester en Wethouders der Stad Lryden, brengen mits deze ter ken- nisse van de belanghebbenden, dat Inj Hun £d. Achtb..van den heer Controler der Di recte Belastingen is. ontvangen liet eerste gedeelte van het Primitieve kohier, der. Personele Belasting dienst 1842*1843, welke op den 28 Junij jl, is executoir verklaard, cn dat dezelve op heden aan den Heer Ontvanger is verzonden. Ley den den 5 Julij 1842. J. G. DE ME Y. Ter ordonnantie van dezelve v. PUTTt; A MM ER. N E D E R L A N D E N. Leyden, 5 Julij. Donderdag 1. I. werd alhier de jaarlijKsche promotie en prijsüir'deeling aan de leerlingen van het Stedelijk Gymnasium, volgens het daarvan uitgege ven programma, in de Stads Gehoorzaal gehouden. Na eene korte voorafspraak van den Rector, waarbij deze de benoeming van den Hooggeleerden heer Prof, N. C. Kist tot Curator des Gymnasiums, in plaats van wijlen den Hooggeleerden heer J. H. van der Palm, bekend maakte, en Zijn Èd. zoowel als het Gymnasium met deze benoeming geluk wenschie, traden de Deide verdienstelijke leerlingen P. H. Berkhout en J. W. Felix, welke eervol tot de Academische lessen werden bevorderd, achtereenvolgens op, en namen, met bet houden eener Declamatie, de eer ste de C. Laetio Sapientede tweede de itheniemium Hegemoniaafscheid van het Gymnasium. Bij de Prusuitdeeling, welke vervolgens plaats had, werden uitgereikt: In de eerste Schbol, aan P. H. Berkhout, de tweede prijs in de Geschiede, nis, en de eerste in de Wiskunde, aan J. W. Felix, de eerste prijs in de Geschiedenis, en de tweede in de Wtskünde. In de tweede School, aan E. L. van Emden, de eerste prijs in het vak der Oude Talen, in dat der Moderne Talen en in dat der Wiskunde, en de tweede prijs in dat der Geschiedenis; aan A. A. P. Schmidt, de tweede prijs .in bet vak der Oude Talen, en de tweede prijs in dat der Wiskunde; aan P. L. Landt, de vierde prijs in het vak der Wiskunde; aan J. W, G. van Qohdtde eerste prij'v in het vak der Geschiedenis; aan A. A. Scherff, de derde prijs in het vak der Wiskunde, en èene eervolle vermelding in die der Oude- en der Moderne Talen; terwijl aan W. J. A. Bake, eene eervolle vermelding te beurt viel in de vakken der Moderne Talen en der Wiskunde. In de derde School aan L. A.- J, Burgersdyk, de eerste prijs in het vak der Oude-, en in dat der Moderne Talen, de tweede prijs in dat der Ge. sctiiedenis, en de vierde in dat der Wiskunde; aan G. Uilenbroek, de derde prijs in het vak der Oude Talen, de eerste prijs In dat der Wiskunde, •gn eervoile vermelding in de vakken der Moderne Talen en der Geschiedenis; iisn P. P. P. Kist, de vierde prijs in het vak der Oude Talen, de vijfde in dat der Moderne Talen, de vijfde in dat der Wiskunde, en eervolle vermei- iing in dat der Geschiedenis; aan L. C. du Rieu, de vijfde prijs in het V,lr der Oude Talen, de tweede in dac der Wiskunde, en eervolle vermelding in dat der Moderne Talep; aan G. P. J. van Moerkerken, de derde prijs in het vak der geschiedenis, en eervolle vermelding in die der Oude- en der Moderne Talen, aan M. Andreson, de zesde prijs in het vak der Wiskunde, en eervolle vermelding in die der Oude- en der Moderne Talen; aan H, N. Neeï, de vierde prijs in het vak der Moderne Talen; aan J. I. Bake, de derde pi ijs in het vak der Wiskunde, en eervolle vermelding in dat der Mo derne Talen, In de vierde School, aan D. J. Braakenbürg de eerste prijs in de vakkên der Oude Talen, der Moderne Talen, en der Geschiedenis, en de derde in dat der Wiskunde; aan G. J. Krukland, de tweede prijs in de vakken der Oude- en der Moderne Talen, de eerste in dat der Wiskunde, en de vijfde in dat der Geschiedenis; aan M. D. Deeleman, de derde prijs in het vak der Oude Talen, de vierde in dat der Moderne Talen, en de derde in dat Geschiedenis; aan A. H. Eigeman, de vierde prijs in het vak der Oude Talen, de derde in dat der Moderne Talen, de vijfde in dat der Wiskunde, en eervolle vermelding in dat der Geschiedenis; aan J. H. Kropff, de vijfde prijs in het vak der Oude Talen, de zevende in dat der Moderne Talen, de tweede in dat der Geschiedenis, en de tweede in dat der Wiskunde; aan J. G. de Sain, de zevende prijs in het vak der Oude Talen, de zesde in dat der Moderne Talen, de zesde in dat der Geschiedenis, en eervolle vermelding in dat der Wiskunde; aan W. B. Graas, de zesde prijs in het vak der Oude Talen, de vijfde in dat der Moderne Talen, eu de vierde in dat der Geschiedenis. Volgens oud gebruik betuigden de leerlingen hunnen dank voor de ont, vangene belooningen, en werd de plegtigheid met Otchest-Muzijk geopend, afgewisseld en besloten, De zonneklips, welke Vrijdag aanstaande zal plaats hebben, en de 'grootste is, die men in eene geheele eeuw heeft op te merken, zal begin- nen 's morgens 5 ure 3 minuten en eindigen 6 ure 55"minuten, de geheele Verduistering heeft plaats 5 ute 59 minuten, -Uit 's Gravenhage schrijft men van den ^.den dezer: Zijne Maj. heeft benoemd tot Gouverneur van Drenthe L. N. Grave van Randwjck, lid van het Collegie van Gedeputeerde Staten. -Zijne Maj. heeft benoemd tot Commandeur de orde van den Eiken K'ro'ön den Ridder de Bazod|e aan Zijne Maj, voor den Prins van Oranje van wegens den Spaanschen Regent, de orde vin hec Gulden Vlies heeft bverhandigd. Éijne Maj. heeft benoemd tot Ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw de heeren cTHerbignj, te Loos, bij Rijssel, den Burggraaf de Beau 'morst Vassy, en den gepensionneerden Colonel IV. A. Roest. Zijne Maj. heeft den héér A. Hoogendijk Jz. te Vlaardingen vergun. Mng verleend tot het dragen van de versierselen van Ridder der Christus- érde, hem door Hare Maj. de Koningin van Portugal geschonken. Hare Maj, de Koningin wordt tegen den 11 Julij, van Soestdijk alhier ieruggewacht. -- De Eerste Kamer van de Staten-Generaal heeft, in hare zitting van heden, aangenomen1°. het ontwerp van wet, houdende toestemming tot <fé efchtvérbindtenis van H. IC. li. Mevrouwe de Prinses Sophia der Neder Isnden met Z. K. H. den Èrf-Grooihertog van Saxen Weimar Eisenach en 2e. het ontwerp van wet betrekkelijk de overbrenging der onder de vroegere Wetgeving iiigèschrevene hypotheken en privilégiën in de thans bestaande irieUwe registers, In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden is door den schrijver, den heer L. Drukker, aan de Kamer aangeboden een geschrift, getiteld: De ware beginselen van het Staats-credietbijzonder met betrekking tot Nederland. Plaatsing in de boekerij. Is ingekomen een adres van Notarissen in her arrondissement Eindhoven', die herwaren voordragen leger, bet ontwerp van wet nopens het Notariaat. Reed» is dat adres ut handen der Commissie gesteld, die bij monde van den lieer SchoereYald, deswege verslag duet. De Commissie stelt voor, dat requaesc ter griffie neder te leggen, op grond, dat hec mogelijk kan zijn, dat er in het vervolg ver.andcriogen in dat, ontwerp worden voorgedragen. Dien overeenkomstig wordt besloten. De centrale afdeeling doet verslag: op het ontwerp van wet tot wijziging cn aanvulling der. wet van 30 Mei 1840, houdende eene belasting op de runderen enz.; en a°. op dat tot af- en overschrijving van geldsommen op de Staats-begrootingen over 18411842 en 1S43. De beraadslagingen over die beide ontwerpen worden bepaald op morgen ochtend ten 11 ore. Tot dien tijd wordt de vergadering gescheiden. Morgen zullen de laatste beraadslagingen bij de Tweede Kamer, ge. durende- de tegenwoordige Zicting, worden gehouden. Wanneer de Eerste Kamer, zoo als men verwacht, in deze week hare werkzaamheden ren einde brengt, dan ziec men de sluiting der tegenwoordige zitting nog voor hec einde cerzelve te getnoet. Reeds heefc een groot deel van de leden der Tweede Kamer deze Residentie verlaten. Gisteren namiddag ten 4 ure is te Vlaardingen aangekomen de eerste haring-jagerwelke den 27sten nic de vloot naar hec Vaderland zeilde, mee 364 tonnen haring; de gewone geschenken zijn daarvan dadelijk, per expres, sen gezonden aan Zijne Maj. den Koning en Hoogsdeszelfs Koninglijke farai, lie, waarna de eerste openbare verkoop is geschied tegen ƒ700 de ton. Ten half 7 ure werden deze geschenken in deze Residentie aangebragt. De haringvloot, welke dit jaar in HollandIs uitgerust, bestaac uic 129 zwaargebouwde hoekecschepen (waaronder slechts enkele ligter gebouwde zoogenaamde buisschepen), als: van Vlaardingen 81, van Maassluis 16, van Amsterdam 7, van Enkhuizen 6, van de Rijp, van Zwartewaal 5van Mtd. delhartis 3, van Delfshaven 2, van Scheveningen 1, van Pennis 1 en van Schiedam l. Van den $den dezer. In de zitting van de Tweede Kamer derStaten- Generaaal van heden. Ten half 12 ure wordt de vergadering geopend. Le zing en goedkeuring der Notulen van gisteren. De heer Hooft biedt, namens den schrijver, den heer van Hasselteen werk aan over de wetgeving op de scheepvaart.Plaatsing in de boekerij. De heer Schottneveld doet, namens de Commissie tot de verzoekschriften verslag op een adres van eenen Notarisklerk in Noord-Brabannhoudeade bedenkingen regen hec ontwerp van wet nopens Jhet Notariaat.Neder legging ter griffie. De beraadslagingen worden geopeud over het ontwerp van wet tot af- en overschrijving van geldsommen op de Scaacsbegrootlngen over 1841 1842 en 1843, ten gevolge der overbrenging van de afdeeling Gevangenissen, van hec Deparcemenc van Binnenlandsche Zaken naar dac van Justicie. De heeren Modderman en van Panhujsdoen de noodzakelijkheid zien dac dé gevangenis in WiijdscVsotooverbotviing ondsig». 33<» J«o» g«vimT genis moec ellendig en niet overeenkomstig de menschelijkheid zijn. Zij vestigen de aandacht der Regering op dit puur. Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken verklaartdat de nood* zakelijkheid, om op den slechten staat der gevangenisaen hec oog te vesti» gen, door de Regering sedert lang wordt ingezien en erkend, doch dat de staat der schatkist niet veroorloofd heeft, voorloopig in de meest dringende behoeften te voorzien. De Regering heefc zich beijverd, in het bijzonder sdbs'idien toe te staan voor gevangenissen, gelegen in provinciën of steden, waarvan de besturen van hunne zijde ook daartoe hebben bijgedragen. De stad Amsterdam heeft tot dat einde ƒ70,000 verstrekt. Intusschen zal Zijne Exc. de aandacht der Regering, nog nader op dit punt vestigen. De heer Gevers meent, dac-de huizen van Arrest, volstrekt voorziening vorderen', maar dat, men daarbij naar een vast stelsel behoort te werk ;te gaan. Het is een groot gebrek in de Huizen van Arrest, dat voorloopig in hechtenis genom.eneninet alle boosdoeners in dezelfde vertrekken werden; op-gesiocen. Het komt hem voor, dat de groote gevangenissen het eerst verbetering behoev.en. Ter stemming overgegaan zijnde, is dit ontwerp met algemeene stemmen aangenomen. Daaarna is beraadslaagd over het ontwerp van wet tot wijzigingen aan vulling der wet van 30 Mei 1840, houdende eene belascing op de runderen enz. De heer van Hoorn van Burgh heefc hec ontwerp, beschouwd als strijdig mee verkregene regten; als nadeeljg voor den landbouw en de veeceelcen als in strijd met, hec algemeen belang. Hij zal daartegen stemmen. De heer van Goltstein meent, dat de voordragt op behoorlijke grondslagen gevestigd is, en dac zij noch onbillijk, noch onregtvaardig is. Hij zal voor hec ontwerp sceuimen.. De heer Gevers oordeelt, dat het voorstel is onstaatkundig, ondoelmatig.» onbillijk en onvoldoende, zijns inziens mag de landman aanspraak maken op hec hem gegeven vooruitzigt tot het bekomen van schadevergoeding. Hij meentj, dac de heerschend.e longziekte onregelmatig is. behandeld., en, dat men niec genoeg toe derzelver stuiting gedaan heeft. Men had tot eene verhooging der belasting moeten overgaan. Hij schetst hec gèwigc van het behouden yan het hoofdbeginsel der tegenwoordig bestaande wee in. hec belang; van de veehouders in die gewesten, alwaar tot dus verre de ziekte nog niec ontstaan is» De heer van Heioma is steeds de oprigting van eene belasting voor hec veefonds geweest. Door de omstandigheden gedrongen, neemt hij thans de voordrage aan. Na. twee jaren.zal op dit geheele onderwerp terug gekomen, moeten worden. Hij beschouwt de voordragt derhalve slechts als een voor- loopige maatregel. /4 1 De heer Frets zal vóór hec ontwerp stemmen. De maatregel is slechts; van tijdelijken aard. Hij ziec er bezwaar in, de belasting op het veefonds te verhoogen. De heer Luzac verklaart zich vóór het. ontwerp. Hij beschouwt de voor gestelde wee als billijk en regevaardig, Wanneer men op den tegenwoordi. gen voet zou voortgaan, zou het fonds, dac. door alle gewesten is bijeen, gebragc, te niet gaan, en de .instellingen moeten vervallen, die in het be lang van den landbouw zijn. opger.igtp Öe heer Romme spreekc in denzelfden geest. De heer van Panhuys spreekc tegen het hoofdbeginsel in de bepalingen der voordragt. Hij dringt er op aan, dat de bestemming van hec fonds voor kwade posten bij de wet worde geregeld. De heer Tromp juichc de voorzigtigheid der Regering toe, om hec fonds voor verderen achteruitgang te behoeden. Doch hij meent dat de voordrage onvolledig is en zal dus de nadere inlichtingen afwachten, alvorens zijné stern' te regelen.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1