7 duimen onder den derden rand me: drie massive randenwaarvan de binnen- en buitenrand ineengewerkt zijn, de middelste rand ter dikre van achttien strepen en zoo laag geplaatst, dat die gelijk komt mét het bombeer- eel van de tong, de buitenwijdte van den Cirkel 14 duimen, massive gouden of zilveren tengen ter breedte van 67 strepen, aan beide zijden met een blokswijze gewerkt ranuje, de lengte dezer tongen geëvenredigd aan de breedte der schouders; zullende de epaulet zoo gedragen worden, dat de long op één duim afstand van den kraag verwijderd, en de passant op gelij ken afstand van hec uiteinde der randen geplaatst zij. De epauletten en passanten zullen voor rie officieren der infanterie (met uitzondering van de jagers), zoo mede voor die van de artillerie, genie en geneeskundige dienst, met ponceau rood laken gevoerd worden. Passanten. Ter breedte van 16 strepen en ter lengte van 91 strepen, ge borduurd van matte cantille met acht evenwijdige scnuinsloopende gepail- leerde streepjes. SjerpVan oranje zijde, ter breedte van vijf duimen, met twee rondé kwasten, ieder voorzien van een rond knopje, en vijftig van onder toege draaide dikke franjes, ter lengte van 224 strepen. De sjerp zal zoodanige lengre hebben, dat zij, ééns om hec lijf geslagen, met de kwasten 4 pal men afhangt. Degendragon. Ter breedte van 56 strepen, de bouillons ot torsade ter lengte van 43 strepen, van onderen zamen geregen, voorzien van drie massive randjes, de band breed 18 strepen en lang uit de bovenste schuiver 47 duimen. Het is de intentie, dat de bedoelde gewijzigde voorwerpen niet dadelijk, maar bij eventuele vernieuwing worden aangeschaft. De gewijzigde model len zijn bij den fabrijkant van Hejnsbergen alhier te zien en verkrijgbaar. Bij de intrekking van zijn voorstel, strekkende tot het aanbieden vsn een adres aan den Koning, in het belang der Hollandsche zee-visscheHjen heeft de heer Frets eene verklaring gevoegd, houdende, onder anderen, dac hij, kennis bekomen hebbende van verschillende bezwaren bij zijne geëerde medeleden, waartoe zijn voorstel aanleiding zou kunnen geven, en geene opoffering te grooc achtende tot bewaring van goede eendragt in het midden der Kamer, hij het voorstel intrekt, en zich eenvoudig tot de hoGp bepaalt, dat de Regering in België, zonder tusschenkomst dezerzijds, de nadeeleii zal iéeren inzien, welke zij aan eigen landgenooten door zulke ingevoerde verbedswetten toebrengt, en dac bij ongelukkige voortduring van dezelve, bij ons geen verlangen naar wederkeerige middelen van retor sie zal worden opgewekr. De Zaakgelastigde van Brasilië in 's'Hage, de Burggraaf de Barba cenais Woensdag te Rotterdam aangekomen. Te Rotterdam is een zekere LE. Behrensoud 78 jaren gevat, welke valtche diplomaca uitreikte voor de vrijmetselarijen personen, tegen be- calicg van aanzienlijke kosten, daarin opnam. Op het eiland Urk is voor den brand van Hambnrg 70 gecollecteerd; te Maastricht f 636.945te Venlo 49.77} te Wijk bij Duurstede 75.65. Te Arnhem heeft den ioden dezer de straf van hec zwaaijen van hec zwaard over het hoofd plaats gehad aan Engelendie te Nijmegen, ten gevolge van twist, zijne vrouw met een messteek had omgebragt. Te Zwolle is den loden dezer brand ontstaan bij een koopman in papier, welke zich ernstig liec aanzien; doch men is den brand meester geworden en eene der voorname redenen, dac dezelve zich niet verder ver. spreid heeft, is aan den regen te danken, welke daar «n in de omstreken, en zoo wij ook vernemen in Gelderlandden dag te voren rijkelijk gevallen was. Van Middelburg wordt van den 8sten dezer gemeld» Wij vernemen, dat, daar wegens de aanhoudende droogte hier een alge. meen gebrek aan drinkwater begint te ontstaan, hec stedelijk Bestuur zich in de verpligting heeft gezien om een schip naar Holland af te zendenten einde in ae dringende behoefte te voorzién, én welk schip Maandag avond «fgocoutJciilieden wordt terug gewacht, zoodac er morgen van stadswege eene algemeene uitdeeling kan plaacs hebben en verder op die wijze in dac gebrek voorzien kan worden. Berigren üit Suriname, loopende tot den 22 April jl.melden, dac onder de slaven, zoowel op de hoofdplaats als op de plancagienhoe langer hoe meer eene bedaarde stemming de overhand neemt, zoodat de indruk, ctoor vroegere geruchten van eene ophanden zijnde emancipatie verwekt, kan worden beschouwd ais te zijn geweken. DUITSCHLAND. Omtrent de door Zijne Majesteic den Koning van Pruissen dezer dagen nieuw ingestelde Ridderorde, leest men in een der dagbladen het volgende: Twee punten van het Koninglljk besluit, waarbij de nieuwe orde is inge steld, hebben de algemeene aandacht in eene buitengewone mate tot zich getrokken, namelijk de zeer demokratische inrigting van deze klasse der orde, en de bepaling, dat de orde bestemd is voor de uitstekendste mannen van de geheeie Duitsche natie. Wat het eerste punt betreft heefc de Koning zich, wel is waar, de vervulling van elke ontstane vacature voorbehouden; maar vermits er geene nieuwe keus zal plaats hebben, alvorens ieder ridder der orde zijne stem omtrent de nieuwe benoeming heeft uitgebragt, zoo schijnt in der daad voor het vervolg de keus van nieuwe ridders aan de meerderheid der stemmenden overgelaten te zijn. Nog merkwaardiger dan deze bepaling, die men btj geene andere ridder-orde van onzen tijd aantreft, is de tweede, waarbij de nieuwe orde wordt voorgesteld als aan het geheeie Duitsche volk behoorende. Voor het eerst wordt hier de Duitsche natie ais dénheid, als een geheel, tegenover het buitenland gesteld; voor de eerste inaal is de tegenstelling gemaakt van buiteniandsche en Duitsche, ntec Pruissische ridders; maar tevens ook voor de eerste maal duidelijk uit. gesproken, dat Pruissen de taak op zich genomen heeft, om die dé.iheid te vertegenwoordigen. In dit opzigt is de nieuwe orde een voorwerp van hoog belang voor geheel Duitschland. Ook zal zij ongetwijfeld tot handelingen leiden, die voor ons vaderland de gewigtigste gevolgen kunnen hebben. De benoeming der ridders heeft bij ieder, die bedenkt hoe moeijelijk eene keus van dertig mannen uit het groot aantal in wetenschappen en kunsten be roemde Duitsche namen wezen moest, grooten bijval gevonden. Gootc vreDgde heeft het bij iederen vriend van vooruitgang verwekt, dat daarbij noch op het godsdienstig geloof, noch op staatkundige denkwijze acht ts geslagen. Waar een jood Meijerbeertot stetngeregtigd ridder uit de Duit- schb natie, waar een lid van de uiterste linker zijde der Fransche kamer van afgevaardigden ragoj tot buttenlandsch ridder benoemd wordt, daar kan men van de toekomst alles verwachten! De Ilambnrgsche Regering heeft bekend gemaakt, dat de bij haar voor den brand ontvangen sommen den 7 Junij beliepen fi,700,(300 omstreeks. Zijne Maj, de Koning van Begeren heeft voor oen brand te Hamburg bijgedragen 15,000 fl. De bevolking van Saksen bedraagt 1,706,276 zielen, als: 1,673,310 Ltttherschen, 1,855 Gereformeerden, 30,104 Katholijken139 Grieken en 868 Joden. Een zware brand heeft de stad Oberndotff in Wurtemberg getroffen, aldaar zijn 36 huizen geheel verbrand en hebben bovendien onderscheiden nog groote schade geleden. Zoo is ook hei grootste gedeelte van de labrijkstad öelclratow in Polen door een* brand vernield. De Oosienrijltsche Regering heeft het volgende nopens het gebruik van een middel tegel) de watervrees bellend gemaakt: Wanneer iemand door eenen hond gebeten is, moet inen de oppervlakte der tong van anderen onder/.'. 1:1 vm, tnrcval van JoÜieiJ de aderen eenigzins gek/'tillen zijn. lyieu dient alsdan aan den gebeten persoon eene dosis van het volgende geneesmiddel 10e; 25 grammen geniiana cruciatadie is de sterkste dosis: tncusschen moet zij variëren naar gelang van den ouder, dom, het gestel van den zieke, en ue belangrijkheid der kwaal; men snijdc oen gentiaanwortel in kleine stukjes, en stampt denzelven in eenen vijzel met water, ten einde eene hunne stroop daarvan te erlangen. Die middel moet negen ochtenden achtereen op de nuchtere maag genomen worden. Te gelijker tijd wordt de beet op de volgende wijze behandeld: Is de beet verschdan wascht men dezelve tnec rosmarijngeest, en legt er vervolgens eene pap op, bestaande uit twee deelen roggenmeel, een gedeelte fijn ge stampt jeneverhouc, en de noodige kwantiteit brandewijn, om een deeg te vormen. Zijn de wonden diep en gevaarlijk, dan neemt men de beide eerste zelfstandigheden in gelijke hoeveelheden. Heeft de watervrees haar hoogste toppunt bereikt, alsdan plaatst men eerje den iijuer in de onmogelijkheid om te schaden, door hem hec dwangbuis aan te trekken; daarna wordt hem bovenstaand geneesmiddel toegedienddochi neemt men 30 in stede van 25 grammen gentiaanwortel. Dikwijls moet men geweld gebruiken om den lijder het te doen innemen, en na 3 uren hervat men hetzelfde. Is de lijder, na de tweede dosis, nog niet wener tot kennis gekomen, dan plaatst men nem zorgvuidiglijk eenen geheelen gentiaanworcel in den mond. Hij zal denzelven met de meeste gretigheid kaauwen, en indien nij het geknauwde doorslikt, is die als een goed teeken te beschou. wen. Bij deze soort van lijders openc men de aderen niet, dan wanneer zij bedaarder zijn geworden, of ten minste gedeeltelijk weder tot hunne kennis zijn gekomen. Wanneer het bloed heeft opgehouden te vloeijen, geeft men een weinig soep of bouillon. Hec is niet ongewoon, hen alsdan in eenen diepen slaap te zien vallen, en in den mond vormt zich een slijmerig vocht, welke vocht 'net zeer noodtg is te doen uitspuwen. Uit Alexandria wordt van 16 Mei gemeld, dat de Onder-Koning aan de Consul-Generaals der groote Mogendheden bekend had gemaakt, dat het monopoiie op de boomwol met den naasten oogsc zou ophouden. GROOT-HERTOGDOM LUXEMBURG. Nadat Zijne Maj. de Groot-Hertog vergezeld van Z. K. H. den Prins van Oranje den 4 Junij in ae stad Luxemburg was aangekomen aldaar gehoor had verleend, en daarna naar Walferdange was teruggekeerd, heeft Zijne Maj. den 7denbegeleid door het plaatselijk Bestuur en de militaire Overheden, en voorafgegaan en gevolgd door de eerewachc, H. D. plegtigen intogt in de stad gedaan. Aan hec paleis gekomen werd Zijne Maj. aldaar door eene deputatie van de Stenden opgewacht, die H. D, in de vergaderzaal geleidde, waar een troon voor Zijne Maj. was opgerigt. Toen Zijne Maj. en Z. K. H. de zaal der Scenden binnentradenwerden van alle zijden de kreten van leve de Koning! leve de Prins van Oranje! aangeheven. De Koning Groot-Hertog plaatste zich op zijnen zetelaan H. D. regterzijde was de Prins van Oranje gezeten, aan beide zijden stonden de Adjudanten en Hoofdofficieren geschaard. Zijne Maj. hield alstoen, in hec Fransch, de volgende aanspraak; Mijne Heeren! „Door in persoon de eerste zitting der Stenden van het Groothertogdom te komen openen, heb Ik aan hec gebouw uwer staatkundige wedergeboorte, op de grondslagen der staatsregeling gevestigd, de laatste hand willen leggen. „Ik heb aan Mijne Luxemburgsche onderdanen de betuiging willeD doen van het groot gewigt, dat Ik aan dac staatsstuk hechc en bun de door Mij gekoesterde wenschen, dat hec langen tijd hun geluk moge verzekeren, wil. len uicdrukken. „In den loop dezer zitting zullen verscheidene wets-ontwerpen aan uwe beraadslagingen worden onderworpen. Onder die van meer dringenden aard meen Ik u inzonderheid, dac te moeten aanwijzen, hetwelk de wijzigingen, Cie in de bvirgeriij*.c iyr»n»trc»tj*c aatt hetwelk tot doel heeft, om de grondslagen voor eenen billijken omslag der personele belasting vast te stellen; eindelijk verscheidene ontwerpen, strek kende om bepaalde belastingen mee die der andere Staten van de tolvereeni- ging in evenwigc te brengen. Bij de beraadslaging over deze laatste zult gij, mijne heeren, denaauw- gezette en getrouwe nakoming der verbindtenissen, die Ik, als hoofd van den Staat, heb aangegaan, met de zeden en dc gewoonten Mijner Luxemburgsche onderdanen weten overeen te brengen. De toestand der Luxemburgers, welker belangenmen moet hec erkennen door de gevolgen van hec verdrag van den 8 Frebruarij geleden hebben, moet insgelijks uwe aandachc in dezelfde mate tot zich trekken, als die Mijne bezorgdheid heeft opgewekt, „Maar, vermits werkzaamheden van dien omvang waarschijnlijk de grenzen van eene uwer gewone zittingen zullen te buiten gaan, zoo behoud Ik Mij voor, om de herhaling daarvan te verdagen op de wijze, die bij de 2depara graph van art. 18 der staatsregeling is voorgeschreven. Dan ook zal de Gouverneur van hec Groothertogdom met de taak belast zijn, om u meer in de bijzonderheden Mijne inzigten mede te deelen omtrent de verbeteringen, waarvoor verscheidene takken van uw bestuur nog vat» baar zijn. „Mijne Heeren! Ik heb volijverig de gelegenheid aangegrepen, die Mij de beschikkingen van datzelfde are. 18 aanboden, om Mij in uw midden te begeven. Mee ce geheugenis van uwen eed zal Ik de verzekering medene» men, dat uwe trouw aan het Vaderland en aan zijne belangen Mij in staat zal stellen, om hec doel te bereiken, hetwelk Ik, met evenveel genegenheid als bezorgdheid voor 0 beoog: hec doel namelijk om hèt geluk der Luxem» burgers ce grondvesten. Moge de Goddelijke Voorzienigheid Mijne pogin» gen wel willen zegenen! „Ik verklaar de gewone zitting der Stenden van het Groothertogdom voor 1842 geopend." Na het honden dezer aanspraak hebben al de leden der Scenden den gevor derden eed in handen van den Koning Groot-Hertog afgelegd. Hierna stond Zijne Maj. op, verliec de zaal en keerde op dezelfde plegtige wijze als H. D. zich naar de vergaderzaal begeven had naar het paleis terug. Langs den geheelen weg, dien Zijne Maj. voorbijtrok, bevond zich eene ontzeccende menigte volks, welke van hare gehechtheid ain en liefde voor den Grooc- Hertog onafgebroken de ondubbelzinnigste blijken gaf. Des middags hebben Ziine Maj. en Z. K. H. de groote lakenfabrijk van de hteren gebroeders Godschauxte Schleifrauhlen de plateelbakkerijen van den heer Bosch te Zevenfonteinen met de meeste belangstelling bezochc. Des avonds hebben II. D. eene soirée dansantebij Z. H. den Prins van Hessen^r Militair-Gouverneur der vesting, met hunne tegenwoordigheid vereerd. GROOT- BRITANNIE. Londen 8 Junij. Door Lord Russel is in het Lagerhuis eene motie ter tafel gebragc over het iveren en straffen van omltoopingen bij' de verkiezin. gen, welke ook de Minister Peel heefc goedgekeurd, hoewel hij meende, dat in dezelve eenige wijzigingen moesten gebragt worden. De behandeling van het tarief heeft den 7den aanleiding tot vrij on stuimige tooneelen gegeven. De heer Ferrand verweet namelijk den beken, den Bowring, dat hij tijdens het Gouvernement hem naar Zwitserland gezon. den had, om de uitwerkselen van den vrijen handel te onderzoeken, alleen zoodanige personen had willen hoorenwier gevoelens met zijne eigene over. eenstemden. Zoo hoog liep de twtst, in welken verscheiden leden zich mengden, dat men uiteen gegaan is zonder wegens het regt op de katoenen manufacturen, dat aan de orde van den dag was, tot een besluit te komen. Sir Robbert Pee! was in deze zitting nic: tegenwoordig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2