a". 1842. leydsche n°. <5-1, c o V r a n t. MA AND AGï 30 MEI. NEDERLANDEN. Letoen, 29 Mei. Heden namiddlg om vijf ure passeerde onze stad Zijne Maj. de Koning, rich van *s Gravenhage naar het Loo begevende, om H. D. Vader, Zijne Jgij Koning Willem FrederikGraaf van Nasiau, een bezoek te brengen. Zijne Maj. verwisselde van paarden onder Leyderdorp aan het Logement: li leer rog. Gisteren was hier reeds doorgekomen de Hofmaarschalk van Zijne Maj. Koning Willem Frederik, en heden morgen de Staatsraad van Stralen, mede in dienst van voornoemde Zijne Maj. benevens de Baron Sioeckaert, Adjudant van Zijne Maj. Koning Willem 11, allen ook naar het tKZvertrekkende, na van paarden bij den Postmeester W. L. Burgers ver- visseld te hebben. Nog verscheidene andere hooge personen worden heden ei morgen verwacht, welke zich mede naar het Loo begeven. Eergisteren reeds zijn uit de Residentie de rijtuigen van Zijne Maj. Koning Willem Frederik naar het Loo vertrokken. Onze lezers zullen met genoegen de aankomst in onze stad vernemen van den heer Daru, vervaardiger van Portraiten volgens de Daguerreotype, die den voorleden winter zoo veel bijval te 's GravenhageAmsterdam enz, gevonden heeft. Men moet het zonder twijfel aan zijne lange ondervinding toeschrijven, dat de heer Daru de portraiten met volkomene gelijkheid kan daarstellen, daar zij, die dezelve beschouwd hebben, moeten bekennen, dac lij tot hiertoe niets naanwkeuriger, niets bevalltger, niets levendiger gezien hebben, dan de uitdrukking, die dezelve onderscheidt. Iedereen zal voor het overige er over kunnen oordeelen, door voornoemden heer te gaan be. toeken op den Burgt, van des 's morgens lo tot des namiddags te 4 ure, te beginnen met Woensdag aanstaande. (Z/r de aankondiging De Staats-Courant van Vrijdag bevat het volgende Koninglijk besluit: Wij WILLEM II, enz. Op de voordrag: van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den idden April 1842, WL 159, 3de afdeeling; Gezien de processen-verbaaldaarbij overgelegd van den afloop der zit tingen van de Commissie nit Gedeputeerde Staten van Noord-Holland krachtens art. 4 der wet van 29 Mei 1841 Staatsblad N°. 19), benoemd tot bevordering van den afstand der gronden en andere eigendommen, benoo. digd voor de uitvoering van het werk der droogmaking van het Haarlem. m:r-Meer: Gelet op het Koninklijk besluit van 20 Mei 1839, N°. 12, waarbij de droogmaking van het Haarlemmer-Meer worde vastgesteld; Den Raad van State geboord (advies van 26 dezer, N°. 3), Hebben besloten en besluiten: Van de nagenoemde perceelen zal voor de bedijking van het voorschreven meer ten algemeenen nutte worden ontfigend de daarvan voor de uitvoering van het bedoelde werk benoodigde oppervlakte, als, onder de gemeente Heemstede, van het perceel bekend bij het kadaster sectie C, N°. 321 en onder t. gemeente Bennebroekvan de perceelen bekend als voren, onder sectie A, N°. 166a, 178, 178e», i8cx», 181a, i8fl, 232, 235, 575 en 276, allen behoorende aan vrouwe J. M. Nutgensechtgenoot van A. D. Willink Van de perceelen, bekend bü het kadaster onder sectie A, N°. 238 en 239, behoorende aan de erven H. Blom; Onder de gemeente Zuid-Schalkwijk, van de perceelen bekend bjj het kadaster onder sectie B, N°. 52—54, 93, 100, 101, 102, allen behoorende aan D. Stokman. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering dezes, waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State, tot informatie. Gegeven te 'e Gravenhageden 27sten April 1842. WILLEM. De Minister van Binnenlandsche Zaken, SCHIMMELPENNINCK VAN DER OlJE. Bij besluit van den 25sten dezer heeft Zijne Maj. den Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland gemagtigd, om de Staten dier provincie ten spoedigste bijeen te roepen tot net houden eener buitengewone vergadering, ten einde te voorzien in de vervulling der vacature in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ontstaan door het overlijdeu van den heer M, A. Wijnaends. Zijne Maj. heeft aan den Minister van Justitie vergunning verleend tot het dragen van het Groot-kruis der Orde van den Witten Valk, hem door Z. K. H. den Groot-Hertog van Saksen-Weimar-Elsenach geschonken. Zijne Exc de Minister van Koloniën heeft aangekondigd dat tot 15 Janij aanstaande bij het Ministerie zullen worden ingewacht de schriftelijke aanbiedingen van schepen tot bet vervoeren naar Suriname van een deta. chement van 120 militairen en van een of meerder officieren, met derzel- ver bagaadje. De aanbiedingen zullen moeten inhouden: het charter, de hoogte, lengte en breedte van het tusschendek; den naam van het schip en dien van den schipper, alsmede de tegenwoordige ligplaats; den tijd vin het in gereedheid zijn van het schip, tot de ontvangst der militairen en het vermoedelijk vertrek, benevens de plaats van waar; en eindelijk den prijs per hoofd, voor de vracht der manschappen en der officieren, en dien der voeding per hoofd, daags, gedurende het verblijf aan boord van de eerttgenoemden volgens de bij het Minisserie voornoemd in gebruik zijnde schatlijst. Zullende de reeder behooren te zorgen voor het aan boord zijn van eene medicijns-kist. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is door 200 kooplieden «n eigenaars te Maastricht het volgend adres aangeboden: „Edel Mogende Heeren! „De koophandel is de band, de ziel der volkeren. „Spoedige, gemakkelijke en goedkoope gemeenschapswegen zijn de levens, bron van den koophandel. „Van deze beginselen uitgaande, is de daarsteliing van eenen ijzeren weg, welke Maastricht met de Pruissische spoorbaan zal vereenigen, het eenige middel, ons Hertogdom aan het leven terug te geven, terwijl dit te gelijker lijd de voordeeligste weg is voor de verzendingen van de groote Neder- iindsche handelsteden. „Inderdaad, deze spoorweg vereenigt Amsterdam en Rotterdam met Aken, Huren, enz. door middel van de Zuid-Willemsvaart en den Pruissischen Rijn-spoorweg, „Door deze waarheid getroffen, heeft eene Commissie uit den handels, stand onzer stad zich biermede bezig gehouden, Zij heeft het terrein. dat de ijzeren weg moet doorlo.^pen, doen Opnemen; zij heeft allevoof- deelen, aan dien weg verbonden, btrekei.d. Zij heeft hare plannen aan da Regering onderworpen, die, van hare /ij ie, het project cp het terrein heeft doen onderzoeken, en alle berekeningen doeh verifiëren, en die, eindelijk, van het handelsbelang van dezen weg, zoo voor Nederland al' voor Ltm burg, overtuigd, aan Ëdel Mogenuen de middelen komt vragen, dertzei ven ten uitvoer te brengen, „Dit oogenblik, Eoei Mog. Heeren! is voor Limburg van het groo s a gewigt. Door de verwerping van het onnverp van wet zouden U Edel Mog, Limburg in zijne tegenwoordige commerciële ellende doen verblijven, en Holland van eenen voor zijnen handel uiterst gewigtigen weg berooven, „Door de aanneming van hec pioject, zou Holland een hoogst nuttig werk erlangen, en zouden U Edel Mog. eene behulpzame hand reiken aan eene provincie, die maar al te veel heelt geleden aoor de staatkundige ge beurtenissen, die zijnen voorspoed hebben vernietigd en een Koningrijk vaneen gescheurd. „De ondergeteekenden smeeken U Edel Mog,, hunne wenschen aas te hooren. Zij hopen, dat de behoeften van Limburg en van Maastricht vooral, hetwelk, gedurende tien jaren, zoo ongelukkig is geweest en thans door de zware lasten zeer gedrukt, zonder ander uitzigt op verbetering is, aan U Edel Mog. zullen bekend zijn en dat U Edel Mog. hier bijstand zullen bieden. Zij honden zich overtuigd, dat U Edel Mog zullen erken nenwelke groote voordeelen de ijzeren weg voor Nederlands groothandel in zijn mededingen met Antwerpen bezieen dat U Edel Mog. zich met de inzigten der Regering tot uitvoering van dit nuttig ontwerp zullen ver eenigen. „Met de meest verschuldigde hoogachting hebben de ondargeteekende de eer te zijn, enz." Vrjjdag morgen is de Commissie van de Tweede Kamer der Staten- Ceneraal, belast met de vervaardiging van een nieuw reglement van orde der Kamer, weder vergaderd geweest. Ten 2 ure heeft er bijeenkomst van de centrale afdeeling met HH. Excc. de Ministers van Finantiën en van Justitie, nopens de aanhangige wet be (rekkelijk de pensioenen plaats gehad. Morgen zullen de afdeelingen zich net hec nienwe voorstel nopens hec Notariaat bezig houden. Aan ae leden der Kamer is er ook eene nieuwe redactie der voordrage wegens de hypothecaire inschrijvingen rondgedeeld. Uit Haarlem schrijft men van den eysten: Dezer dagen is in de nabijheid dezer stad onder Heemstede een persoon (een bakkersknecht) door twee manspersonen op eene openbare wandel plaats aangevallen, van zijnen jas en bij zich hebbend geld beroofd, en mee gebonden handen aan een boom vastgemaakt, waar bij een geruimen tijd, tonder dat er iemand voorbij kwam, heeft doorgebragt. Te Amsterdam is den 25Sten overleden, in den ouderdom van 25 jaren de Edel Achib. heer J. Mendts de LeonRidder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Lid van den Raad dier stad, en van den Raad van Bestuur der Koniuglijke Akademie van Beeldeode Kunsten enz. Dienzelfden dag is zekere Helena van Ryssen door haren zoon zoodanig verwond, dat zij twee dagen daarna aan dè gevolgen daarvan in het gast. huis overleden is. Men meldt uit Deventer van den 2<Jsten Mei. Eergisteren had deze grijze stad de eer en het geluk Zijner Maj. Willem II v oor de eerste maal, als Koning, binnen hare vesten ie ontvingen. Zijne Maj. kwam 'snamid dags ten half zes aan den Snippelingsdijk alwaar Zijne Maj. door Burge meester en Wethouderen, beuevens eene eetewacht uit de burgerij ontvan gen werd. Zijne Maj. kwam binnen door de Bergpoortreed vervolgen» door de groote eereboog op den Brink, door de Korte en Lange Bisschop- straat en eindelijk door de tweede eereboog op het groote Kerkhof naar hec Stadhuis. Aldaar werd Zijne Maj. door eenige fraai uitgedoschie meisjes ner Armenschool mee bloemen bestrooid, onder het aanheffen van een vierstem mig welkomsgezang. Dadelijk vertoonde Zijne Maj, zich op het balkon aan de juichende menigte, welke Zijne Maj. met de gewone ongedwongene minzaamheid begroette. Het eerste wat Zijne Maj. alstoeo te doen vond, wal het bezoeken van de fabrijk van Stnirnasche en andere tapijten van de heeren van Calcar en Comp alwaar in tegenwoordigheid van Zijne Mij. af gewerkt werd, een in geheel bijzondere manier vervaardigd, langwerpig rond gelegenheidskleedje, waarop een gekroonde W. II, omringd door een laurier en eiken tak, onder en boven door oranjestrikken vereenigd, en in den rand boven Waterloo 1815, linkerzijde Hasselt 1831regterzijde Leeuven 1831, onder Amsterdam 1840. Zijne Maj. verwaardigde zich dit kleed als een geschenk van den fabrtekant aan te nemen. Onmiddelijk daarop bezochc Zijne Maj de ijzerfabriek van de heeren Nering Bögel, alwaar in tegenwoor digheid van Zijne Maj. iets allegorisch op het bezoek van Z. M. gegoten werd, Z. M. op het Stadhuis teruggekomen, gaf dadelijk audiëntie aan de on derscheidene collegien. Bij deze gelegenheid hadden zich ook de Leeraren der Hervormde, Luthersche, Roomsch Katholijke en Doogsgezinde Gemeente hier ter stede verzameld, om, vereenigd, hnnne gemeenschappelijke holde aan te bieden; over welke eendragt het Z. M. behaagde Hoogscdeszell's bij zondere tevredenheid te kennen te geven. De heeren Baron van Knobelsdorf en Baron van Höevetl namen als Kamerheeren de dienst waar. Vervolgens nam Z. M. deel aan een uitgezocht diner, hetwelk ter eere van Z. M. door de Regering was aangelegd. Z. M. verliet de stad des avonds ten 11 ure, onder betuiging, dat Zr. Ms. tegenwoordigheid des anderen daaga in '9 Hage gevorderd zijnde, hec onmogelijk was het bezoek langer te rekken, en met de streelende hoopgeving, van het bezoek te eeniger tijd te zullen herhalen. Bij het vertrek heeft Z. M. tot ridders van den Nederlandschen Leeuw benoemd, de heeren S, van Delden Pz. Mr. H.van Loghem ,J. H. Halbertsma, J. L. Nering Bögel en C. 'J. Temmen. Te Leeuwarden en in den omtrek Is den 24Sten in den namiddag een hevig onweder losgebarsten, vergezeld van hevigen regen en hagelslag, hetwelk hier en daar vrij wac schade heeft veroorzaakt; op een paar plaac. sen is de bliksem ingeslagen, en heeft eene boerderij en huismans-woning in de asch gelegd. Ook is er nog een houtzaagmolen te Berlicura, voor een jaar pas nieuw opgebouwd, afgebrand. Eene dienstmeid is door den brand omgekomen, en zijn er in het veld 2 koeijen en I paard doodgesla gen. Dienzelfden dag heeft het zware weder in België, vooral in de omstreken van Huy ook veel schade veroorzaakt. Te Leeuwen, bij Nijmegen is den 22Sten door brand de woning van den molenaar en bakker J. van der Sande vernield.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1