NEDERLANDEN, LeYden, 15 Mei. Zijne Maj. de Koring zal Dingsdag morgen omstreeks 12 ure onze stad passeren cm zich over Soestdiik naar Overijssel en Drenthe te begeven, doch niet alhier, maar te Leyderdorp aan de Herberg Ik leer nag van paar. den verwisselen; het gevolg echter van Zijne Maj. verspant bij den Ko ninglijken Paarden-Postmeester W. L. Burgers. Ofschoon de Kermis hier ter stede dit jaar weinig te beduiden heeft, dewijl dezelve te gelijk met de Haagsche invalt, zoo wordt echter aan onze Stad genooten gelegenheid verschaft, om deze en gene vermakelijkheid waar te nemen, waartoe onder anderen de beide Theatres de Variété van Rotterdam het Diorama van Parijs, en het Cosmorama van M. Savy behooren. De beide laatsten zijn ook waardig bezocht te worden, daar door de veel gezig ten, die aldaar vertoond worden, een nienw bewijs wordt geleverd, dat de kunst veel vermag. Wij kunnen onze Stadgenooten aanbevelen dezelve te gaan bezigtigen. Wij rekenen het overbodig hier eenige loftuiting te geven aan het Salon de Varittis van de heeren Boas en Judels, daar deze zich door hunne Voorstellingen gedurende zoo vele maanden te Amsterdam reeds de algemeece goedkeuring hebben verworven en steeds blijven weg dragen. Uit 'sGravenhage meldt men van den ijden dezer: Zijne Maj. Koning Willem FrederikGraaf van Nassau heeft ter on. dersteuning van de bijbel-vereeniging van *s Gravenhagef 100 geschonken. Terwijl wij vroeger berigt gegeven hebben van de aanzienlijke on dersteuning, die Zijne Maj. Koning Willem Frederik, Graaf van Nassau heeft verleend tot den opbouw van een nieuw kerkgebouw voor de Neder- landsche Israëliten te dezer stede, zoo vernemen wij thans, dat het Zijne Maj. den Koning behaagd heeftmede de aanzienlijke som van f lopo daartoe te bestemmen. Voorts is uit 's Rijks kas eene ondersteuning van 3000 en uit de provinciale kas eene gelijke som toegestaan. Niet slechts dat zulks weder een nieuw blijk oplevert van de zucht der overheden hier te lande ter bevordering van stichtingen, aan Godsdienst en liefdadigheid gewijd; maar de Israëlieten hebben te meer reden om zich in dezen erkentelijk te gevoelen, daar bovendien van 's landswefte de voor waarde is gesteld, dat het gebouw zal opgerigt worden op eene plaats, waarin het waardiglijk zou uitkomen. Dten ten gevolge zal genoemde kerk, naar men verneemt, in de tweede Wagenstraat gebouwd worden. De Minister van Financiën, daartoe door den Koning gemagtigd brengt mits dezen ter kennis van het publiek, dat allen die genejen mogten zijn bij te dragen tot lenigiDg van de ramp welke het naburig Hamburg heeft getroffen, of om de door hen ingezamelde liefdegiften op eene zekere en onkostbare wijze aan hunne bestemming over te geven, daartoe de ge legenheid zullen hebben, door dezelven te storten in handen van de ont vangers der accijnsen in elke gemeente; welke daarvoor quitantie zullen afgeven en de gelden op de gewone wijze kosteloos zullen verantwoorden en storten; zullende het gezamenlijk bedrag dier giften van regeringswege aan het bestuur der vrije stad Hamburg worden overgemaakt. Wekelijks zal hec bedrag van de overstortingen door de Staats-Courant worden bekend gemaakt, met bijvoeging van de namen, initialen of andere kenteekenen van hen die zulks mogten verlangen. 'sGravenhage, den ijden Mei 1843. Rochussen. In de zitting der Tweede Kamer van de Staten-Generaalvan hedeu, Is ingekomen eene Koninglijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, houdende wijziging en aanvulling der wet van 1840, nopens het fonds voor den landbouw. Dit ontwerp gaat van eene memorie van toelichting vergezeld.Drukken der stukken en verzending, derzeive aan de afdeelingen. Zijn ingekomen drie verzoekschriften, als; i°. een van verveeners der hooge vecnen te Drenthe, houdende bezwaren tegen den bestaanden accijns op den turf; a°. een van Burgemeester en Wethouders te Deventer, nopens de wet op het notariaat, en 3°. een van eigen-erfden uit Gelderland, over het, huns inziens, ongrondwettige polder-reglement. Verzending aan de r*mnmissie. - Deze doet verslag: bij monoe van den heer Schooneveldop twee ver- zoekschriften van Notarissen te Eindhoven en In het arrondissement 'sBosch, over de voordrag! nopens het notariaat,Ter griffiedrukken van het verslag. Bij monde van den heer van Rosenthal: op een requaest van een Notaris te Oldeboorn, arrondissement Heerenveen, over hec gewijzigde ontwetp, nopens de hypothecaire inschrijvingen, dat, zijns inziens, nog eenige onaan. nemelijke bepalingen behelst, Gelijk besluit. Bij monde van den heer Uitwerf Sterling: i°. op een adres, houdende eene bijzondere klagte over aangedaan onregt, welke niet tot de bevoegd heid der Kamer behoort en weswege wordt overgegaan tot de orde van den dag; en 2°. op een adres van den heer Jhr. A. van der Straten van den Hille, lid van de Ridderschap der provincie Zeeland, die eenige bedenkingen voordraagt tegen hec aanhangige ontwerp, becrekkelijk de provinciale en plaatselijke Besturen enz.Ter griffie, en drukken van hec verslag. Bij monde van den heer van Rijckervorssel: 1°. op eene missive van den heer L. van der Tuukdie vermeent, dat hij een stuk niet onderteekend heeft, en 20. op een stuk, van een ongenoemde, en zonder dagceekening. Beide stukken worden ter zijde gelegd; het eerste, omdat het geen eigenlijk verzoek inhoudt; en 30. op dat van den heer Wouters, aan de Smilde, die het ondoelmatige van den turfaccijns, uit een staathuishoudkundig oogpunt, betoogt. Ter griffie; en 40. op een adres van 80 verveeners uit Vriesland, Groningen en Drenthe, die zich beklagen over den bestaanden accijns op den turf, maar die bovendien hunne klagten inleveren over ongrondwettige handelingen, die er van wege de administratie in die toepassing der bestaande wet, nopens dien accijns, zouden plaats hebben. Zij beweren, dac de grondwettige bepaling, dat er geenerlei privilegie in hec stuk der belastingen mag worden verleend, te hunnen aanzien is geschonden. Zij deeten mededat er voor de Arrondissemems-Regtbank ce Assen procedures tegen de admini. stratie aanhangig zijn geweest, maar dat dezelve niet zijn voortgezet, door dien bij minisieriële resolutiën eene korting aan de verveeners is toegestaan. Zij hoopten, dat gelijke korting aan alle schatpligtigen zou worden verleend. Zij hebben zich te dien einde bij adres aan Zijne Maj. den Koning gewend. Zonder dat er eenige grond is opgegeven, is hun verzoek van de hand ge wezen. Zij beschouwen zich thans meer dan andere burgers gedrukt. Zij vleijen zich, dat de Kamer zorg dragen zal, dac deze schending der grond wet zoo veel mogelijk worde hersteld, door ook aan hen de aan anderen toegestane korting te verleenen. De heer van Goltstein stelt de verzending van deze stukken aan Zijne Exc. den Minister van Financiën voor, omdat het eene schending der grondwet geldt. Die verzending is hec eenige middel, dat de Kamer heelt, om te doen onderzoeken of de klagte deswege gegrond is. De heer van Rijckevorssel deelt mede, dat het bij de Commissie een onder- werp van deliberatie heefc uitgemaakt, of deze stukken aan den bedoelden Minister zouden verzonden worden. Zij heeft er niet toe besloten, vermits Zijne Exc. bij het verslag tegenwoordig zqn en dan terstond de verlangde inlichtingen geven konde. Hec stond daarna toch aan de Kamer alsnog tot de verzending te besluiten. Zijne Exc. de Minister van Financien merkt op, dat er in deze zaak reeds een onderzoek heefc plaats gehad. Zijne Exc. vermeent dac de ingebragte klagten ongegrond zijnen dat er geene schending van de grondwet in dezen beeft plaats gehad. Wat de klagte over de toepassing van den accijns betreft, vraagt Zijne Exc.: welke is de hoegrootheid der belasting? Waarop drukt dezelve? Op de ton tutf. In vroegeren tijd bestoud er hier te lande ooit een accijns op den iflrf, maar voor veel honger bedrag. De accijns mest op het gebruik drukken. De gebruiker betaalt het verbruik aan den verveenet De accijns wordt aan den oorsprong geheven. Bij vroegere verordeningej op dit stak werd niet bepaald, cp welke wijze de meter of taxateur zot te werk gaan. Er waren dienaangaande geene regelen voorgeschreven. 3» art. 16 der thans in werking zijnde wet des jaars 1833, Is wel oitdrukkelijt bepaald, dac de taxatie der connen zal geschieden mee behulp van tabellen van *s Rijks wege vervaardigd, die, naar mate der verschillende lengte eg dikte der curven, op meetkundige gronden aanwijzen het gecal turven, welke de kubiek-inhoud eener ton bevac. De tegenwoordige wet heeft dus vut- gesteld, dac de overmedng met tonnen onuitvoerlijk was en die zou ooi voor den verveener nadeelig zijn. Op die wijze heefc men eene vroeger be, staan hebbende administrative bepaling tot eene wetgevende bepaling gt, maakt. Nu houdt art. i der wet wel in, dat de accijns per ton zal bedragen gelijk daarbij is vastgesteld, doch dat brengt geenzins mede, dat er bij dl bepaling van den accijns op eene andere wijze zal worden te werk gegaan dan bij art. itf en anderen der wet is voorgeschreven. Men kan toch nie aannemen, dat dezelfde wet cwee onderscheidene wijzen van opneming et belasting zonde bepaald hebben. Uit andere bepalingen der wet volgt, dat de administratie haar in den waren zin begrepen heeft. Dua vervalt een deel der klagc, te weten over de toepassing. Zijne Exc. verzekert voorts, dat dkn eerst de taxatie van den turf gevraagd wordt, wanneer dezelve door drooging genoegzaam ingekrompen is; en bij onderzoek zou zulks allezins blijken. Wat de klagce van schennis der grondwet (art. 195) betreft, Zijne Exc. acht zich verpligt dit verwijt verre van zich te werpen. De Minister doet opmerken, dat de omstandigheden der verveeners in de onderscheidene ge, westen niet dezelfde zijn. In een gewest hadden de verveeners sedert jaren niet die restitutie gekregen, waarop zij, ten behoeve hunner nijverheid, regt hadden. Zij klaagden daarover; en hunne klagten werden verhoord. Waren de verveeners in Groningen of elders in hetzelfde geval geweest, ook hun zou de korting zijn verleend. Zijne Exc. zou eene nederltge der onderhavige stukken ter griffie gaarne zien; de verzending aan hem zou, na de gegevene Inlichtingen, overbodig worden. Hij is overigens geheel door de wet gedekt. De heer Schooneveii zou het een gevaarlijk antecedent achcen, dat een verzoekschrift, bloocelijk omdat daarin eeng onbewfczene stelling voorkwam, dac de grondwet geschonden was, aan een Minister zou worden verzondeo. Aan den anderen kanc, is die schending bewezen, is de Kamer daarvan overtuigd, dan is het niet genoeg de verzending ce bepalen, maar dan zon men aan de uitvoering van art. 75 en 76 der grondwet moecen denken. De Commissie der verzoekschriften heefc hier vermeend de verzending niet te moeten aanraden. Trouwens als hec verzoekschrifc ter griffie is nedergelegd, dan kon ieder lid hec voorstel doen, wat zijn pligc van hem mogt vorderen. Hij vermeent overigens, dac bij de vaststelling van hec nieuw reglement der Kamer het punt der verzending van stukken aan Ministers op vasten voec zal geregeld worden. Zijns inziens komt du in cwee gevallen te pas: i°. tot het vragen van informatie, en 20. wanneer het klagten over de handhaving of uitvoering der grondwec geldt, in welk geval hec eenvoudig renvooi niet voldoende is, maar hec door andere middelen moet worden gevolgd. Het is op dien gronddat hij thans tegen hec verzenden is. De heer van Golstein zegt, dat hij de verzending gevraagd heefc, omdat er hier eene klagte over schending van de staatsregeling werd aangeheven, en hij deswege inlichtingen verlangde, die thans door Z. Exc. gegeven zijn. Telkens wanneer er klagten van den bedoelden aard worden ingeleverd, zal hij zich verpligt achten denzelfden weg in te slaan, tot het bekomen van ophelderingen. Vervolgens worde besloten de bedoelde cwee adressen ter griffie neder te leggen en de gedane verslagen te doen drukken, Bq monde van den heer Michiels van Fitrdujnen wordt verslag gedaan op een adres nopens de wet op de registratie.Ter griffie. Daarna wordt de vergadering gescheiden, Morgen zal de Kamer zich bezig houden met het onderzoek van list omwerp, nopen, den aan te leaaen spoorvaea imLimburg betrekkelijk hec voorscel van den neer frets, cot net aanbieden van een adres aan den Koning' en van het verslag der Commissie van de Kamer, over de aftreding der leden uit Zuid- en Noord-Holland. Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden gelige de navolgende door Zijne Maj. verleende occrooijen: Een octrooi in dato 15 December 1841voor den tijd van vijftien jaren verleend aan Ch. Derosne Cail, woonachtig te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij J. Belinfante te 'sGravenhage, op de uitvinding van nieuwe vervaardigen van suiker uit suiker-riet en uit andere planten. Een octrooi in dato 5 November 1841 af, verleend aan D. D. Russen woonachtig te Luik, domicilium verkozen hebbende bq Lambrelx, koopman te Maastricht, op de invoering van een nieuw stelsel van verwarming, onder de benaming van calorifere conservateur Een octrooi in dato als voren, voor den tijd van vijfjaren verleend aai N. Swarte, te Haarlem, op de uitvinding van een ijzeren paardenmolen, dienstig voor eene linnen-bleekerij. Een octrooi in dato 30 Januarij 1842, voor den tijd van tien jaren ver. leend aan H. Pinkus en H. S. Weschmarott, woonachtig te Londen, domi cilium gekozen hebbende bij Mr. G'. DelpratAdvocaat te 'sGravenhage, op de invoering van electro-magnetische voortstuwingswerktuigen. Een octrooi in dato 9 February 1842, voor den tijd van tien jaren ver» leend aan L. Raffin, woonachtig te Parjjs, domicilium verkozen hebbende bij Mr. A. H. van der Butgh, Advocaat te 'sGravenhage, op de invoering van eene nieuwe wijze van verlichting door middel van vloeibaar waterstofgaz. Een ocirooi in dato 25 Februarij 1842, voor den tijd van tien jaren ver. leend aan A. Perpigna, woonachtig te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij C. C. Uhlenbeck te Amsterdam, op de invoering van een toestel, dienende om het uitstroomen van lucht en gasvormige vloeistoffen te regelen. lieden morgen is er brand ontstaan in de Boerenwoning, behoorende tot het nabij deze Residentie liggende riddermatige Huis, de Binkhorst Niettegenstaande van verschillende zijden hulp toesnelde, en zoowel uic deze stad als uit Voorburgtwee brandspuiten daarbij tot blussching zijn werkzaam geweest, is de gezegde boerenwoning met hooiberg, huisraad en al hetgeen lich verder daarin bevond, eene prooi der vlammen gewor. den. De brand is door het overslaan der vonken van eene in het nabij gelegen land staande rieten beschucting ontstaan. De generale brandmeester dezer Residentie, W. van Hulst, heeft, met zijnen gewonen ijver, alle» gedaan wat mogelijk was tot- stuiting van den brand. Bij hec uitbreken vati dezen brand was de landman afwezig, die door verlies van vee en andere rampen reeds veel geleden had, en door hec nieuwe ongeluk tot diepe armoede is vervallen. Donderdag 1, I. is ce Amsterdam gehouden de zestiende Algemeens Vergadering vin het Nederlandsch Genootschap: Tot stedelijke verbetering der gevangenen, onder Voorzitting van den heer W. H. Suringar Uit het jaarlijks verslag van den sta» en de werkzaamheden des Genoot- schaps is gebleken, dat 842 personen hebben gedeeld in het Godsdienstig onderrigc van wege het Genootschap verleend448 genoten onderwijs in hec lezen, schrijven en rekenen, en aan 102 is arbeid verschaft. Het getal der jeugdige veroordeelden, beneden de achttien jaren, van beide de seksen, die, van de meer bejaarde gevangenen afgescheiden, onafgebro* ken deelen in het School- en Godsdienstig onderrigc van wege bet Genoot* schap gegeven, bedroeg, op den laatsten December des vorigen jaars, 167. Een aantal van 506 ontslagenen is, op onderscheidene wijzen, verzorgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2