k°. IS 12. LEYDSCHE Vrijdag, 51. O O VR A IS T-t 29 A1' RI L, Burgemeester en Wethouders der Stad L.rydfn;-— Gehad hebbende het verzoek van H. Boudrtj en Comp. Vcrwers in IVol en er. Zydi Stof en, wonende alhier; strekkende ter bekoming van de vereischre vermimnng, om in de Buizjngestaandè én gelegen binnen deze Stad in de MirakelsteegVVijk 6 N0.. 1093 èen Verwketel te doen plaatsen. Geïet op Zijner Majesteit' besluit van den sisten Januarïj 1824, rakende vergunningen ter oprigting van sommjge fabrijken en trafijken. Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbende, dat tot bet hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbij gelegene en belendenle Panden, ten opzigte der lnformatiën de Comniodo et Ir.commododoor de Commissie van Fabricage zal wórden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad* op Dingsdag den 3den Mei aanstaande, des middags ten twaalf ure, zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen, opgemeld verzoek cp dien tijd bij genoemde Commissie in re bréngen, terwijl bij;, verzuim daarvan zij gehouden zullen wordentegen de inwilliging van hetzelve zich niet te hebben verzet. Ley den, tjeu 28 ste 11 April 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd j. G. de Mey. Tér ordonnantie van dezelve, v. pu'ft ka mm er. NEDERLANDEN. Levden, a8 April. De Staats-Courant van Woensdag bevac hec vólgend besluit van Zijne Maj. van 28 April: Wjj WILLEM II enz. Hebben goedgevonden en verstaan? Bij aanvulling van het Koriinglijk besluit van 5 Julïj 1836, N°. 82. te bepalen, dat geene jongelingenop den daarbij bepaalden voet, zullen wor- den toegelaten op de Koninglnke Militaire Akademie, ten einde, na vol- bragte Studiën, in de Overzeesche Bezittingen te gaan dienen, zoo niet vooraf doör de ouders of voogden borgtogt wordt gesteld voor de cerugbe- taling der uit de Indische geldmiddelen, ten bèhoeve van zoodanige jonge lingen te verstrekken sommen, wanneer deze jongelingen hunne bestemming om de eene of andere reden niet volgen, het geval van overlijden alleen uitgezonderd. 2". Te bepalen, dat van de ouders of voogden van de thans op voormel den voet op de Militaire Akademie toegeiaten jongelingen, alsnog, in voege voorschreven, borgtogten zuilen worden gevorderd voor de betalingen', die na i". Januarij 1S43, ten behoeve van hunne zonen of pupillen uit de kolo- niaie geldmiddelen zullep worden verstrekt. Zijne Maj. heeft eene Staats-Commissie benoemd, bestaande nit de leden der Eerste Kamer de.r Staten-Generaal AIT, G. JBaron van Hagen- poth van Aerdt en den Luitenant-Generaal H. R. Trip, mt de leden der Tweede Kamer, Jhr. J. C. R. van Hoorn van Burgh, Mr. M. J, 1e Man en .7. H. Graaf van Rechteren tot Appeltern, Staatsraad in buitengewone dienst, ten einde zich onledig te honden met de voorlooplge herziening der bestaande personen; zij Zal haar advies voor Juli) e. k.moeten inleveren; tot Secretaris der Commissie is benoemd H. C. MartijnSecretaris van den Raad vatï .Bestuur van hér pensioen-fonds. Zijne Maj. heeft aan den Minister van Hall, op zjin verzoek, eervol ontslag verleend als Houdvester van het 5de jagtdistrict der provincie Zuid- Holland. Zijne Maj. heeft aan den heer vota der Hoop, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal tot het dragen van de Ridderorde van St. Anna, hem door Ziine Maj. den Keizer van Rusland, en aan H. D. Gezant te Frankfort, Jhr. ren Scheif van die van dén Rooden Adelaar, hem door Zijné Maj, den Koning van Pruissen geschonken, vergunning verleend. Diezelfde courant bevat het volgende, onder dagteekening van 26 April: De heden morgen uic Berlijn ontvangen betigten van den 22 Aoril, luiden omtrent de verschijnselen in den gezondheidstoestand van Zijne Maj. Koning H'illem FrederikGraaf van Nassauminder gunstig dan die van den vorigen dag. Het bulletin van den 22Sten was van den volgenden inhoud Gedurende den dag van gisteren hadden geene buitengewone toevallen 'in de gesteldheid van Zijne Maj. den Graat van Nassau plaats, en des avonds w as Hoogstdezelve vrij van koorts. De nacht was intusschen hoogst on rustig, en de Doorluchtige patient gevoelde zich, ten gevolge van gebrek .aan slaap, vermoeid. Overigens ts de toestand niet verergerd, en was dezen morgen geene koorts aanwezig. Ook tot op dit oogenbiik (3 ure na den middag) heeft zij Zich niet hervat; maar de Koning gevoelt zich afgemat na den slapeloozen nacht." Verder deelt de Staats-Courant van Donderdag het volgend bulletin van den 23sten mede: „Zijne Maj. de Graaf van Nassau heeft een zeer gernsten nacht gehad, en van gisteren avond half elf ure tot heden ten acht ure aanhoudend mee kleine tnsschenpoozen geslapen. De gesteldheid is overigens voldoende en de koorts is bijna geheel verdwenen." In de zitting der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, van gisteren, zijn ingekomen vier verzoekschriften, als: een adres van vele honderde ingezetenen van Dalen, Coevorden en andere gemeenten in de provincie Drenthe zich beklagende over de verplaatsing vsn den zetel van het Kanton geregt, van Dalen naar Hoogeveèn20. van den heer Goldbergbeëedigd translateur te Amsterdam, die bedenkingen voordraagt wegens de aanhangige wet omtrent het Notaris-ambt; 30. van een Notaris te Eindhoven, betrek, ftflijk de voordragt der hypothecaire inschrijving; en 40. een adres van Alexias, regerend Vorst van Bentheim die bezwaren voordraagttegen het in Gelderland vigerende polderreglement;-deze verzoekschriften wor. den aan de daartoe bestemde Commissie verzonden. Deze Commissie doet verslag: I. Bij monde van den heer Schooneveld op 24 verzoekschriften van Nota. fissen uit verschillende deelen des Rijks die hunne bedenkingen voordragen degen hef ontwerp van wet op het Notariaat; deze adressen zijn onder ande. ren uit Amsterdam, Haarlem, Zaandam, Naarden, Abcoude, Hoorn, Maars- den, Utrecht, toenen, Rotterdam, stad en arrondissement Dordrecht, platte land van Zuid-Holland, Groningen, Sneek, Heerenveen, Waalwijk Al- ^hen, enz., enz. De verslaggever heeft allé de bedenkingen in deze requaesten vervat op de onderscheidene artikelen van het ontwerp gebragt, zoodat dit uitgebreide én doorw erkte rapport, een volledig overzigt der bezwaren tegen de voor dtagtbehelst. Het blijkt uit dit rapport onder anderen, dat vele'Notarissen tegen de hoofdvéranderingen opkomen, die het aangeboden ontwerp in vergelijking- net de wet van Ventóse inhoudt, en dat zij de voorkeur aan de bepalingen der Fransche wet geven.- In sommige reqnaes'en wordt béw»«irrf.j dat het getal Norarissen hier te' lande met een vierde defcl zou kunnen worden verminderd. Zelfs sommige kantons-Notarissen vermeenen dat dit getal ren platte lande veel te groot is Sommigen verlangen dat aan alle Notarissen bevoegdheid werd gegeven om overal te exploiteren. Velen oordeelen ds-t de Notarissen niet mea gesata riëerde ambtenaren gelijk gesteld kunnen worden.-—Na bet uitbrengen van dit wijdloopig rspport wordt besloten alle de adressen ter griffie neder te leggen en het verslag te doen drukken; wordendede heer Schooneveld namens de Kamer bedankt voor de groote moeite en de zorg die hij aan de vervaar diglng ran dit rapport besteed heeft. II. Bij monde van den heer van Rosenthalop een adres van Notarissen te Heerenveen nopens de voordragt der hypothecaire inschrijvingen.; ter griffie en drukken tin het verslsg. III. Bij monde van den heer Uijtsverf Sterling: op een adres van eenen Kandidaat Notaris te Amsterdam; 20. van den Griffier van het Kantonge- regt te Veendam, provincie Groningen, enz. van vijftien Deurwaarders der arrondissements Regtbank te Amsterdamdie almede hunne bedenkingen tegen hét ontwerp over het Notariaat voordragen. Laatstgemeld adres is voorna, melijk gerigt tegen art. 67 der voordrage, waarbij aan Notarissen de uirslnl- tende bevoegdheid wordt toegekend om alle openbare vrijwillige verkoopln. gen te houden, zoo van onroerende goederen als van alle onlichamelijke roerende zaken, mitsgaders van schepen en vaartoigen van 10 of meerdere lasten. Bij dat reqttaest is eene verklaring van een groot aantal Kooplieden en Commissionnairs te Amsterdam gevoegdhoudende dat zij gedurende eene reeks van jaren zich van het Ministerie van Deurwaarders hebben bediend tot het houden van openbare verkoopingen van roerende goederen en bepaal, delijk van koopmanschappen en schepen en dat zij steeds alle redenen van teviedenheid over de eerlijkheid en promptitude dier ambtenaren hebben gehad; weshalve zij dan ook altijd bijna nitsluitend de Deurwaarders rot het houden der verkoopingen hebben in het werk gesteld,Deze adressen zullen ter griffie worden nedergelegd.Deze rapporteur doet nog verslag op zes requaesten van de Weduwe van Dijk, te Zwolle, die klagten aan heft tegen den uitslag van gevoerde procedures tegen zekeren Raadsheer enz.—' Daar deze zoogenaamde verongelijking niet tot de bevoegdheid van de Kamer behoort, zoo wordt daaromtrent overgegaan tot de orde van den dag. IV. Bij monde van den heer Rijckevorssel: i°. op een adres van 4 Make laars te Rotterdam, die opkomen tegen art. 67 der voordragt nopens her Notariaat ten gevolge waarvan zij van een groot deel van hunne broodwin. ning zouden worden beroofd. 2\ Op een adres van den heer C. van der TUukte Haarlem, ten aanzien der voordragt van wet nopens de pensioenen, welke, volgens hem, nadeelig zal werken voor de ambtenaren en de achat-' kist; en 3*. op een adres van een gepensionneerd officier en onderwijzer in de wis- en krijgskunde te Hengelo, die een plan tot staatsbezniniging voor- drasgt, volgens hetwelk gepensionneerden die nog in staat zijn betrekkingen' té vervullen, allengs daartoe zullen moeten geroepen worden, Deze 3' verzoekiChriften zullen ter Griffiie worden nedergelegd. Ten vierde doet hetzelfde lid verslag op een verzoekachrift van zei reeders in Zuid-Holland die zich beklagen over het belasten in België van Höllandsche Vischwaren bij den invoer, en die aandringen op hec onverwijld vaststellen van gelijke zware aan verbod evenarende Inkomende regten op al de Belgische pro." dncten enz. De Commissie stelt voorook dit adres ter griffie neder te leggen. De heer van Hoorn van Burgh doet opmerken, dat het verzoekschrift waarover thans gehandeld wordt, met oen bloei en de welvaart van een der oudste takken van ons Volksbestaan in naauw verband staar; van de kweek school' voor ons thariuewezeti, hetwelk den roem van onze Voorvaderen heëfc' uitgemaaktenz. Hij schetst al het gewigt der visscherij, vooral uit het oogpunt der groote belangen van tien handel, en meent dat een adres, waarin in het breede dat belang ontvouwd wordt, de ernstige overweging der Kamer verdient. Een voorname tak der nationale visschertj verzoekt toch bij dat requaest de rus. sChenkoiust der Kamer tot afwering van liet gevaar, dat dezelve Dedreigt. In den regel zou het raadzaam kunnen worden geacht, da Regering aan te raden, Om te trachten op de eene of andere wijze, in den nood der vissche. rijen te voorzien. Doch men weer, wat ef van onderhandelingen met onze naburen te wachten is. En het is bekend hoe moeijelijk het is eene over. eeükoinsc te treffen, waarvan de tvedeZkeerige getrouwe uitvoering den grondslag moet uitmaken. In het algemeen is de spreker geen voorstander van een verbodstelsel of van verbodsregten. Hij beschouwt dezelve nadeeligverderfelijk, schadelijk en onredelijk. Maar wanneer hij hier het oog slaat öp eenen voornamen tak van nijverheid, welke in groot gevaar verkeet:; en wanneer hij bedenkt, dat hec hier te lande bestaande tarief van regten op den in-, uit-en door. voer aan den Koning hec regt geeft, om in bijzondere gevallen de bestaande regten te wijzigen; dat toen er in Hanover milde beginselen, ten onzen aan zien, aangenomen zijn, dit ook wederkeerig, van deze zijde, tot milde be palingen geleid heeft; en dat er oog voorbeelden zijn bij te brengen, b. v." ten aanzien van Zweden, dat er dezerzijds maatregelen van wedervergelding zijn genomen;dan meent hij, dat er alle reden bestaat om het adres in ernstige overweging te nemen; en hetzelve te dien einde aan Zijne Exc» den Minister van Financien te verzenden. De heer Luzac betreurt bet wederom dat het nieuw reglement van orde der Kamer nog niet is ingevoerdomdat men alsdan vooraf kennis zou dragen op welke requaesten verslag zal worden gedaan; hij geeft de Kamer in be denking of zij niet zeer wijs zal handelen, met zich ten aanzien van het voorscel der heeren van Hoorn van Brugh, strekkende tot eene verzending van dat requaest aan den Minister', voor overijling te hoeden. Hij meent dac men in het algeraeeiie welzijn in deze geen beslnit moét nemen, waarover men zich later zeer zou kunnen beklagen. Hij is diep bewogen met het lot van zoo vele landeer.ootendie door de in Belgle genomen maatregelen znl. ien worden getroffen. Maar hij vermeent, dat er hier roet voorzlgtigheid behoort gehandeld te w-orden en dat men niet uit hec oog behoort te verliezen, dat er nog andere raken met onze naburen te regelen zjjn, dan de regten' op dec VisCh. Uit dien hoofde juicht hij het rapport van de Commissie allezins toe. Hij houdc het er voor dat men zich tot het voorstel, om het adres ter griffie neder te leggen, moet bepalen. Hij vreest dat eene verzending van het adres aan den Minister, den schijn zon kunnen geven, dat de Kamer, on. vcerzigtigtiglijk en onberaden, hare toestemming aan den inhoud van het. zelve nad gegeven.' Het voorstel van de Commissie prejudiceeu niets. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1