A". 1842'. LETDSC.BE IV. 13. COURANT, MAANDAG, f V", t>*-V 31 JANUARI). KENNISGEVING. Eerste zitting van den Militieraadover het Kanton Ley dra No. 15. Burgemeester en Wethouders der Siad Leyden, geven bij uezui kennis nan ■ie dienstpligtige lordingen dezer Stad, van dc klassen der jartn 1830, 10 ><j184c en 1*841. die in bet vorige jaar voor een jaar zijn vrijgesteld, en als nog regt op vrijstelling vernicenen te heoben dat de eerste zitting van den Militieraad, voor deze S.iad /.al plaats hebben op het Raadhuis'te Leydenop DonderdagVrijdagen Za t a rdagden 2,den4den en 5den Februari) aans aandesmorgens ten 10 ure; inet vermaning, o:n op die dagen voor hovengemeldeu Milieuraad te verschijnen, ten einde zulks op nieuw te bewijzen; terwijl 7.'\j bij gebreke hiervan, al ware bet, dat bet biljet tot oprneoing van ieder derzei ven in 't bijzonder niet behoorlijk aan hen rnogt zijn bezorgd, ingevolge art. 38 der wet, van 27 April 1820, zullen geacht worden geenerhande red en tot vrijstelling te hebben, en voor den dienst finaal worden gedesigneera. Aldus gedaan en gepubliceerdbij H. H. Burgemeester en Wethouders der stad Leyden, op den 24. Januarij 1842. j, G. de Met, Ter ordonnantie van dezelve, v. püttkammer. NEDERLANDEN. Leyden, 30 Januarij, Hebben wij, ruim een jaar geleder, kunnen melden, dar aan onzen Stad- genoot, den Heer J. Pierot, Med. Dr., van Regeringswege eene voor de beoefening tier Natuurkundige Wetenschappen zeer belangrijke zending naar Japan opgedragen was, met 'leedwezen verhemen wij mans, dat men in September II. te Batavia de.tijding van zijn overlijden ontvangen heeft. Hij bevond zich aan boord van het schip MiddelburgKapitein Kerkhoven, naar Japan bestemd, hetwelk op den 21 en 27 Juiij in de Chinesche Zee door eenen hevigeh Orkaan of zoogenoernden Typ.ion overvallen en bij deze gele genheid zoodanig beschadigd werd, dat men zich genoodzaakt zag om te Macao binnen te loopen. Alle „de -Passagiers en onder deze ook de Heer Pierot, bevonden zich, na de gelukkig doorgestane gevaren bijzonder wel, duch het'het zen aanzien, dat'hun "verblijf aldaar, wegens den gehavenden tiestand van meergemelrien bodem., nog van langen duur zoijde zijn. Deze gelegenheid maakre zich nu de Ijverige Heer Pierot een nutte, om navar- .«•chdrgen betrekkelijk de naruurlijlte ge'stelaheid van eenige der nabijgelegene kleine eilanden te doen, en ook van daar eene bezending van natuurlijke voorwerpen naar het Moederland te bewerkstelligen. Ongelukkigerwijze, schijnt hij zich hierbij al te zeer aan de biete der brandende ;zon te hebben blóbtgestéld, ten minste, zoo luid het uerigt, werd hij door eenen zorme- sreelt -getroffefiwa'aAiars hij, tot innig leedwezen zijner Vrienden en tot groot verlies der Wetenschappen, op den 16 Augustus aldaar bezweken is. - - Öp den 24. dezer is' a lhi.er overleden zekere Jacomyntje van der Voorde den ouderdom van 89 Jaren bereikt hebbende -haar m2n Jan Byogheefc tWans den cttderdom van 91 jaren en verheugt zich nog over het. genot van zijne .vermogens. Zij waren ruim 67 jaren gehuwd geweest en uit hun huw'^Hrk zijn een groot getal z'j.p Xfoicterenals kindskinderen, en achterkinds- kaderen voortgekomen. r - Het maken van eene brug bij de Vink ren dienste van den ijzeren spoorweg is voor eene som tan ƒ41,200 toegewezen aan A. van der Eridt, te 's Gra ven ba'ge. Uit 's Gravenhage. meldt men van den 2psten dezer* -Zijné IVJaj, heeft benoemd 'tot Broeder uer orde van den Nederland, schei Leeuw, zonder genot van geldelijke toelageC. WolfempergerWyk- Scerc.i'ans 'i€ 's Gravenhage. Naar men verneemt zoude Zijne Maj. de Fransche toonkunstenaars Meijet'beer.Ha lev ij en Fr omental met de orde van de Eikenkroon begiftigd hëboeni' Men verneemt uit eene welonderrigre bron, dat er bij het Hooge Bestuur ovéfweguVgen aanhangig zijn, cm eenige der thans geheven wor leende accijnsen geheel'en. eeniglijk te betten voor het rijk, met* afschaffing van aile opcenten voor de steden en gemeencen, en daarentegen andere accijn zen geheel over te laten aan de steden en gemeencen, zonder eenige verdere neffing"voor rekening van het Rijk. Onder de accijnsen, welke volgens die klan geheel aan het Rijk zouden verblijven, noem: men bepaaldelijk het yuutclcerd. Dit plan schijnt allezios tot vereenvoudiging te zullen leiden |n herophoudèn van botsingen ten doel te heboen. IDezer dagen is Zijne Exc. de Minister van Financiën, de heer Ro Hiisscn, uit deze Resicenue vertrokken en heefc Zijne Exc. zich, naar uien ze kiert', naar Londen begeven. Alhier is aangekomen de Colonel-Adjudanc van Zijne Maj. Koning Villein Fred er ik, Graaf van Nassau, de Baron Omphal IBij een bezoek dat onlangs in de werkplaatsen vac eenige onzer voor- ismsce schilders is afgelegd, heeft men mee genoegen onderscheidene stuk jn opgemerkt, die de aandacht der kunstkenners allezins waardig zijn. (Men werd bij dén heer JosMoerenhout aangenaam verrast doof eene Val. tojagcA een werk van groote verdiensten, waar de overeenstemming der jhchilrende gronden en van de personen, ons bijzonder gelukkig uitgeval Lvoo^kwam. Het behagelijk landleven,, de uitdrukking der figuren, de jonnantie is hier gepaard mee eene. stoutheid van penseel, eene frischheld i koloriet, die veel leven eo gloed aan dit schoone werk g«ven. Kort daarop heefc men een-bezoek bij den heer. iValdorp afgelegd, die 9ïge schilderijen verzond, waarvan hij ons de teekeningen coonde hij had doek voltooid, voorstellende oude. gedenkteekenen aan de oevers van 1 stil water, mee vaartuigen, 'een belangrijk werk met veel kieschheid Indeld., \helfhout heeft, behalve door eenige wintergezigtendie op nieuw van grdööe talent van dezen Kunscenaar getuigen, de bewondering door een lezigt weten op te wejiken. Men mag dit als een waar kunstgewrocht Bouten, ';v [lieer Oreibholtz heeft door eenen storm op de kust van Normandyc lr.de blijken gegeven, dat hij sedert zijn verblijf in ons midden dagelijks kr vórderingen maakt. lil van deze stormen en deze landgezigten naar de statige gebouwen van \m Verplaatsendewas men in de gelegenheid, zijne aaudachc op on Jeideue'stukken van dezen jeugdigen kunstenaar té vestigen. Hij legde tsce hand aan de voorstelling van een Biechtstoelin onze lieve Vrou we Ite Brugge. Die schoone kunststuk van héc tijdvak van Lode'wyk XIV, |e figuren der XVIIT eeuw, levert een karakterisciek geheel, door.de' !fnvg en de uitvoering op. In het kojchet is een der beste stukken, die Jirsfeuhar heeft voortgebragtevenzeer als de S.. Jacobs Kérk van pën^ jiie hij 'voltooid heeft. Het, wa^e werisch .'üik dr.r de aankoop dezer schilderijenindien zij niet mogten besteld zijn, door N'.'derlandsche kunstkenners plaatshad; ten éinoè crc landgerooten zich in hec blijvend bezie mogten verheugen van zulke gewrochten hunner kunstenaren'waarop 'zij te rege frotsch zijn. Men mag ook den heer Bakhuizen 'niet uit hec oog verliezen die^ be- hsive de keurige schilderij Herinnering aan Badenmet vee gestoffeerd,nog een kletr.er Schi-'derii heeft voltooid, voorstellende schapen in eene weide weike zich door de eenvoudigheid der samenstelling kenschetst. Emdt'ii'k •"'verdienen vermelding' de twee vvintergezigren van denheer RoioeboomJ die zich in alle opzlgren zijnen meester en zijnen schoonvader, onzen beroemden Schelfhoutwaardig toonc. Te Rotterdam overleed Dingsdag avond in ruim Spjarigen ouderdom, ra een lijdeno- 'even van verscheiden jaren, de weleeiw. zeer gel. heer A ei landvan 1786 tot 1825 Ccc)en hij zijn emeritaat bekwam} geacht Leeraat bi] de Remonstraiusche Gereformeerde gemeente aldaar. Onde scheidde hjj zich in die betrekking, behalve door andere hoedanighedenook door eene hooge mate van kanselwelsprekendheid, niet minder verwief hij door zijne taalgeleerdheid algerneenen roem, aan welken hij den vereerenden last toe Vervaardiging van eene Nederduitsche Spraakkunst te danken had, die hem in den aanvang dezer eeuw cverd opgedragen, en welk Spraakkunst daarna, op Last van hec Staatsbewind, bij het algemeen onderwijs is ingevoerd. Zijne bevoegdheid daartoe was door het toen afgewerkt gedeelte van zijn Neder- duiv.ch Taalkundig Woordenboek bewezen, dac in 1790 was aangevangen ert in 1811 geheel werd voltooid. Ook zijne medewerking aan hec Woordenboek aer Neder duitsche Synonymenvan 1821 coc 1825 mee G. N Landré uitgege ven, en zijn in 1824 uitgekomenlater veel vermeerderd Kunstwoordenboek hebben heu>,- onder anderen, bij allen die taalkunde en wetenschappen op prijs schatten,-bestendigen dank verworven, gelijk dan ook zijne verdiensten door het Koninglijk Nederlandsch Instituut en verscheiden andere geleerde genootschappen, tot wier verdienstelijke leden hij behoorde, op billijken prijs zijn geschat. Slechts acht dagen overleefde de waardige grijsaard een geliefden en algemeen geachten zoon, wiens afsterven door hem met Christe lijke onderwerping werd vernomen. - De Staats-Courant van Zaturdag deelt onder dagteekening van den 29sten hec volgende mede: Volgens de heden ontvangen rivier-berigten, stond de Boven-Rhijn te Keulen den 25scen Januarij, ten 8 ure des morgens, op 6 voet 6 duim, en den 2Östen op 6 voet a duim; zoodac de rivier in het laatste etmaal 4 duim gevallen was. Te Emmerik kwam den 2óscen eenig, ofschoon zeer weinig drijfijs voorbij. De berigten van de waarnemingspunten aan onze Nederlandsche riviertak4 ken maken melding van den zachten dooi, die den 27sten des morgens a/daar heerschte. In den Neder-Rhijn voor Arnhem zat op hec genoemde tijdstip hec ijs steeds vase en was de waterstand-1,93 el; hetgeen 2 duimen val-in de laatste 24 uren aanduidde„ De Waal voor Thlel was den 26sten voor een achtsce der riviersbreedte met drijfijs bedekt. In den IJssel te Doesburg, te Zutphen, en aan de Vollehand had het ijl zich den 2Ósten in mindere of meerdere mate gezet. Den 27sten was bij de brug te Doesburg echter weder open water. Te Deventer was den 26sten de rivier voor de helft met drijfijs bedeitt. Aan hec Kacerveer bij Zwolle had tot den £7sten des morgens geene verandering in de ijsoezecting plaats gehad. Door de veelvuldig gevallen sneeuw was de. passage met de pont door de in het ijs gemsakte sleuf voor hec oogenblik gestremd. De water stand aan het Katerveer was op hec genoemde tijdstip o,8ó elen de rivier was dus weder in 24 uren 17 duim gevallen. Ook in de ijsoezecting te Kampen en meer benedenwaarts op den Ijssei had geene verandering plaats gehad. Voor Vianen gingenvóór hec invallen van den dooi, rijtuigen en paarden over het ijs, In de Lek ie Schoonhoven en tot bij Krimpen zat hec ijs vast. De Maas te Grave stond den 27sceodes morgens op 2,42 elzonder was of val, Te Amsterdam heefc oen 28stcn de prijsuitdeeling plaats gehad aan de leerlingen van hec teekenkundig onderwijs, bij de Maarschappij tot Nut van Algemeen. De voorzitter BSchagen van Soelen heeft bij die gele genheid hec woord gevoerd. Aldaar is wederom eene nieuwe Brandassurancie-Maatschappij opgerigt, onder directie van den heer AHuidekoper. Jn de algcmeeue vergadering vati het hoofdbestuur en de afgevaardigden der districts- Com.nissicn van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst In dei Nederlanden gehouden binnen Amsterdam den 28 Augustus 1841, waarvan liet algemeen verslag onlangs is gedrukt en rondgezondenis tot lid van het hoofdbestuur (per vervul ling der vacature, ontstaan door het overlijden van. den heer. Mr. WBaron Roell van HazersMOudej benoemd Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper. Tot Commissarissen van hec Ji-.valideiihuisin plaats van de in dac jaar aftredende leden (de heeren Jhr. Mr. L. IJ.-Hooft, van 's Gravenhave, Mr. J. A. Kluppelvan Alkmaar en Mr. P. F. Hubrecht van Leiden) zijn benoemd de heeren Mr. L, C. Luzac van Leiden, Jhr. Mr. G. van (jldenbarr.eyeld genaamd IVitte Tuliingh van Utrecht en P. M. Kerckhof van Rotterdam. Voor'rs werd in die vergadering onder anderen besloten: 1. Met betrekking tot de dcelgeregtigden uit oorlogen vóór November 1813 gevoerd Dat wederom onder de vastgestelde bepalingen, voor één jaar zal worden voortgegaan met de uitbetaling der gratificatiën aan de aangenomen dèelgèregtigdénmet instandhou ding der bepaling tot geene verdere aanneming in het fonds, noch tot de opname van de bereids segratificecrden in het Invalidenhuis. il. Ten aanzien van deelgeregtigÜcn uit oorlogen sedert November 1813: 1 a. Dar geene verhooging boven 'de gratificatie zal worden toegestaan, dan alleen aan die militairen, welke hunne verwonding of verminking op het slagveld hebben verkregen gelijk ook aan deze militairen alleen de dadelijke opname in het Invalidenhuis zal woeden toegestaan. b. Dat al een aan degenen, die in den slag van Waterloo zijn verwond of verminkt geworden, en aan de weduwen en ouders van aldaar gesneuvelden, de dadelijke opnamé in bet fonds blijft verzekerd, terwijl alle anderen, zoo veteranen als infirmen, alleen bij plaatsvervulling voor geHjksoortigë militairen vermogen aangenomen te wordenen blijw ve'nde de gratificatiën berekend naar den maatstaf der gewone uensibenen alhier g-egeven ongeacht de verhoogde pensioenen, die in Oost- en West-Indië mogten zijn toegekend.' III. Met betrekking tot de te verleenen provisionele gratificatiën aan de slagtoffer s' uit den strijd met Belgic. Dac de bctgliug 'daarvan wederom voor het jaar 1842 wordt toegestaan faan de bereids aangenomene cieelgeregtigdenen deze gratificatiën Vervier alleen worden toegekend aan zoodanige militairen, welke van het begin van den Belgischen opstand tol,èn feet den jare1834 ingesloten, zijn verwond óf verminkt geworden, of ook aan de weduwen, ouders ol' kinderen van.de in dien veldtogt gesneuvelden. Dat ook de dadelijke opname in het Invalidenhuis aan zoodanige gewonde of verminkte militairen blijlr voorbehouden ducii dat de plaatsvervulling van infirmen alleen vermag toegestaan te worden aan militai-- renwelke hunne infirmiteitenvan den jare, 1830 tot 1834 ingeslotenin genoemde dienst hchijen verkregen,, IV. lier Hoofd-Besruur te autoriseren, gelijk hetzelve geautoriseerd wordt bij deze; a. Om, overeenkomstig het Koninglijk besluit van 16 November 1820 N°. 81,'de collecte in het jaar 1842 wederom te doen plaats hebben. b t -Ofe.i nadat daarvan zal zijn afgezonderd het vereischte tot betaling der deelgereg»; tigden uit vroegere oorlogen, twee derde di;r collecte aan te wenden voor de slagtoffer#

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1