r A*. 1843. LEYDSCIIE N\ 8. COCÏtAiy TV WOENSDAG, BukGEMBEStER en Wethouder* der Stad Leyden, brengen mits deze ter ken- Ijjsèe van de belanghebbenden, dat by Hun Achtb. van den Heer Controleur der Directe Belastingenis ontvangen liet Kohier der Belasting óp de Gebouwde en Onge bouwde Eigendommen, dienst 1842, welke op den :-3den dezer maand is Executoir ver klaard en dat dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden. Leydenden i7den January 1842. J. G. DE ME Y* Ter ordonnantie van dezelve V. PüTTRAMMÉR, NEDERLANDEN. Leyden, 18 Januarij. llit 'sGravenhage meldt men van den 17 Januari) s Zijne Maj. de Koning Groothertog heeft, bij besluit van den tsied dézer, tot Ridder Grootkruis der orde van de Eikenkroon benoemd Z. D. Ha Prins Frederik Willem van Hessen Luitenant-Generaal in Prutssische dienst en militairen Gouverneur der vesting Luxemburg; tot Ridders inet de Star van diezeltde orde, den Baron Blochausenhonorair Kamerheer en Kanselier ad interim voor de Luxemburgsche zaken, en de heeren de la Fontaine en Geilt, ad interim Gouverneur en lid van den raad van bestuur des Groother. togdoois; tot Commandeurs dier orde, den heer Jurion, Burgemeester van Diekirch, T. Pescatore, lid van den GoUvernementsraadIVillmarProcu reur-Generaal, WitrjNotaris te Echternach, Servais, Advocaat teLuxem- burg en Dana, eigenaar te Reckingerhoff. Het heeft Zijne Maj. den Koning behaagd, den beer P. A. Reuchling Consul van Z. K. H. den Groothertog van Baden, Directeur der Nederland, scne Verzekering-maatschappij te Tie!in den Nederlandschen Adelstand op te nemen. Zijne Maj. heeft op Zijri verzoek eervol ontslag verleend aan Mr. J, van Lakenveld Bisdomals Griffier bij het Kantongeregt te Brielle. Ziiner Majs, corvet Caster, onder bevel van den Kapitein-Luitenant te zee Söhngen, welke op den iaden dezer de reede van Texel had verlaten met bestemming naar de Wesi-lndiën, is op den ïóden dezer, uit hoofde van tegenwind, aldaar uit zee teruggekomen. Daar de bepalingen der ministeriële resolutie van 31 December 1840, N°. 114, (omtrent de berekening der perceotieloonen van de ontvangers der directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen over het bedrag der verhoogde opcenten, het verschil uitmakende tusschen 1840 en 1841, alleen voor 1841 gemaakt en geldende geweest zijnde, zoo zijn de ge meente-besturen, ingevolge eene missive van Zijne Exc. den Minis-er van Financiën, van 13 December jl.gemagtigd om, te rekenen van den aan vang van dit jaar af, die bepalingen buiten verdere toepassing te laten. De Staats-Courant van heden geeft de volgende rivierberigten: Volgens de lieden ontvangene rivieruerigten uit Arnhem, zijn in den namid datr van den 15 Januarij'de stations langs den Nt'der-Rliijn en IJsselter zake van het aooiwederuitgezet. Den i6deD des morgens was in de Waal te Huihuizen weinig drijfijs. De rivierhoogte was toen aldaar 2,56 ei, zoodat het water in het Jaats.e etmaal 2 duim gevallen was. Te Pannerden zat op hetzelfde tijdstip het ijs in den Neder-Rhijn nog. -vast; het was echter zwak en kon niet te voet gepasseerd worden. De waterstand was daar 2,54 el, zonder was of val. Te Arnhem zat het ijs in den Neder-Rhijn mede nog vast. De rivierhoogte was daar 2,10 el, hetgeen een val van 4 duim in het laatste etmaal aanduidde. De IJssel stond aan de peilschaal te.Deventer, den isden des morgens, op 2,72 el; aan het Katerveer, den ïóden op 1,67 el; te Kampen, den I5den op 0,76 el; hetgeen een val van 10, 8 en 19 duimen op de drie voormelde punten bewees. Het ijs zat te Deventer vast, met een open vak beneden de brug; aan hpt Katerveer zat het mede vast, zijnde de passage met de pont aldaar hersteld. Ook te Dordrecht was in het ijs in de omstreken dezer stad geene veran dering gekomen, dan dat hetzelve door het dooiweder aanmerkelijk is ver zwakt, zoodat de schietschonwen op de plaatsen, waar zij vroeger veilig passeerden, thans door het ijs vallen. Volgens de laatste berigten zat het jjt in de Merwe, boven en beneden de stad, nog vast. In de Lek, bleef van Krimpen bovenwaarts het (ja vastzitten, doch be. nedenwaares was geen ijs in de rivier. De Maas stond den i6den aan de peilschail te Grave op 3,08 el, en was dns 0,18 gewassen. De passagiers en goederen werden toen nog met de jjsschouw overgebragt, maar in den namiddag van dien dag was men bezig eene vaart door het ijs te maken, -Sedert Woensdag zijn de Engelsche Stoompaketten met de brieven én reizigers van Scheveningen vertrokken. Heden, Zondag, was de stoom boot uit Londen reeds ten 6 ure voor den wal, zoodat de Engelsche brieven en papieren, welke anderzins gewoonlijk in dit saizoen eerst des namiddags Óf tegen den avond aankomen, reeds dezen ochtend zijn kunnen uitgedeeld worden. Uit Utrecht meldt men van den 15 Januarij: De waterstand was gisteren morgen te Vreeswijk 3 el 12 Duim; in de laatste 24 uren gevallen 33 duim. De Lek heeft zich den I2den aan de borden boven Jaarsveld ook vastgezet. Verder benedenwaarts nog open wa. ter. Door deze ijsbezetting wordt veel water opgekeerd. De reizigers worden, hoezeer niet zonder bezwaren, door booten overge. let, die met behulp van paard ed lijn worden overgetrokken. In dé strafgevangenis te Leeuwarden is thans eene zekere hoeveelheid grijj laken voorhanden, hetwelk, voor het leger bestemd, op dit oogenblik niet door het Departement van Oorlog kan worden gebezigd. In het belang van het fonds voor den arbeid in de gevangenissen zijn de gemeentebesturen oitgenoodigd, om, bij voorkeur, van dit fabrikaat gebruik te maken voor zoodanige kleeding van beambten, als waartoe het zoude kunnen dienen, en hetzelve daartoe bij een of meer stukken te ohtoieden. Ook kari men kleedingstukken geheel gereed gemaakt van daar bekomen. Insgelijks kunnen dezelve besteld worden bij den Directeur van de militaire strafgevangenis bij Leyden, waar een genoegzame voorraad van laken voorhanden is. De prijs van het bedoeld laken aan het stnk is vastgesteld op f 4.60 de Ned. el, ter breedte van 136 Ned, duimen, de prijs der gemaakte broeken is ƒ7.60 per «tuit en andere kleedingsstukkèn naar evenredigheid. 19 JANUARIT. T U R K Y E. Vplgeti brieven uit de Levant, heeft de Engelsche bezetting vati Bey. ruth den 4 December de stad en de vesting verlaten en zith met al baat- materieel ingescheept. Syrië is thans van Engelsche magt ontruimd. Korc voor tie ontruiming had de Colonel Roze een manifest uitgevaardigdwaarbij hij zich verklaard tegen het verspreide gerucht, al<of de oniangsChe opstand der Druzeri tegen de Christenen door de Engelschen zou aangehitst en on. dersteund zijn geworden. De geruchten, die gelooperi hadden, omtrent onlusten op het cilancf Corfu bevestigen zich. Van eene officiële zijde wordt daaromtrent medege. dCeld, dat den 24 December, toen te Corfu in de kerk van den zoogenaam- den heiligen Spiridion, eene tentoonstelling van eene reliquie van voo-noemdè plaats had, een Engelsch geestelijke een in het Grieksch geschreven trac. taatje verspreidde, waarin hij betoogde, dat, daar de ló geboden slecht* de aanbidding van éénen God verordenden, de vereering van vergode men- schen afgoderij was. Het volk werd hierdoor zoo verwoed; dat hét derf Engelschen geestelijke wilde vermoorden, doch hem te vergeefs in zijd hüis zoekende, daar alles kort en klein sloegen. De bezetting er fiisséhen beide gekomen zijnde, werd de rust met moeite hersteld, en dé geesteiijké onder eene stérke bedekking naar de citadel overgebragt, van waar hij id Stilte naar Athene is gezonden. Nu echter barstte de verbittering vin het volk op de soldaten los, die hun leven iiiet meer zeker waren en gednrendb 3 dagen zijn er onderscheiden gevechten in de stad geleverd. Waarbij dooden gevallen zijn. Den 28sten is eene proclamatie door de Regering uitgevaar, digd, waarbij den soldaten verboden wordt in de stad te komen en den bur gers gelast, ten 4 ure des namiddags alle koffij- en wijnhuizen te Sluiten; zoo dit niet mogt helpen, om aan de ongeregeldheden een einde te maken; zou de krijgswet atgekondigd worden; SPANJE; Uit Madrid wordt van den 6 Januarij geschreven', dat de pogingen om Keé geschil over de aanbieding der geloofsbrieven van den nieuwen Franscbeti Gezant, Salvandjtot een goed einde te brengen; mislukt waren. Deze Gezant heeft, ook na het ontvangen van nadere voorschriften van zijn Hof, blijven eischen, om die geloofsbrieven aan de jonge Koningin Isabella zelvei te mogen aanbieden. De Regent Espartero of zijne Ministers hebben die vordering niet willen toestaan. Dientengevolge was alles voor het vertrek van geheel het Fransehe Gezantschap gereed gemaakt; welke afreize waar. schijnlijk den volgenden dag zou plaats hebben. Zelfs bet wapen vatl Frankrijk zon van het Gezantschaps-hótel te Madrid worden weggenomen! en de Fransehe aangelegenheden aldaar zouden vooreerst doof den Consul- Generaal behartigd worden. Volgens een Spaanscb dagblad, dat andera de zaak van Esfarterd gunstig ia; is de tegenwoordige toestand van Spanje bedroevend en het land meer dan ooit door partijen verdeeld. Bij de optelling daarvan zegt dac blad, dat de voorstanders van het vroegere onbeperkte Koninglijke gezag de tegenwoordige Regering niet gunstig zijn, omdat zij geenerlei waarborg voor de veiligheid der burgers aanbiedt; dat de gematigden die Regering haten ter zake van haar gedrag jegens de Koningin Maria Christina en van hetgeen zij de overweldiging van bec Regentschap noemen en dac de we zenlijk regtschapene en onpartijdige lieden zich aan onverschilligheid of wantrouwen overgeven. Naast de twee vroeger genoemde partijen, verg heffen zich andere, die, Zoo als het blad zegt, nog veel gevaarlijker' zijn. Het zijn de zoogenaamde progressisten of ijverige voorstanders van vooruitgang; de trinitartstenzoo genoemd omdat zij èen drieledig Regent schap willen, en bovenaf de republikeinen. Deze laatste partij maakt irt Spanje groote vorderingen, en zulks vooral omdat zij aan dat land geheel nieuwe, daar nog niet beproefde staats vormen aanbeveelt; terwijl de overige' partijen eene wijze van regering voorstaan, die men. in Spanje vtfor kortererf of langeren tijd beproefd heeftzonder daardoor uit den noodlottlgen toe- stand opgeheven te worden, waarin het Schiereiland sedert eeuwen verkwijnt* DUITSCHLANÖ. Een door de Ministers van Buitenlandsche Zaken en Poiieie', van de Gees' lelijke Aangelegenheden en van Buitenlandsche Zaken geteekend stuk, We' palingen des Konings bevattende, omtrent de- uitoefening der cehsnurwordt door de Prutssische Staatscourant bekend gemaakt. Dit stuk bevat het volgende: Ten einde bij de uitoefening der censuur eene grootere gelijkvofmigWeidf in te voeren en de drnkpers thans reeds van nuctelooze en niet in 's Koning* bedoelingen liggende beperkingen te bevrijden, heefr Zijne Maj., bij eene' den io Januaiij uitgevaardigde order, uitdrukkelijk elke onbehoorlijke belem mering der drukpers afgekeurd, en, uit aanmerking van de hooge tvaardrf en de behoefte eener vrijmoedige en bescheidene openbaarheid; ons gemajf.j tigd, om de censoren op nienw tot eene behoorlijke inachtneming Van art 2' van het edict nopens de censuur (vaj 18 October 1819) aan te manen. Volgens die wet, moet de eensuur geen ernstig en bescheiden onderzoek der waarheid hinderen, noch aan de schrijvers een ongepasten dwang opleg, gen, noch het vrije verkeer Van den boekhandel belemmeren. Haar doel hs „datgene te beletten, wat tegen de atgemeene grondoeginselen da- godsdienst strijdt; te onderdrukken wat met de zedekunde en de goede zeden onbestaaru baar is; zich aan te kanten tegen het inmengen van godsdienstige leerstel, iingen in de staatkunae en tegen de daaruit ontstaande verwarring- van begrip.'-i' pen eindelijk alles te verhoedenwat op de waardigheid en veiligheid zoowel van den Pruissischen Staat als van de overige Duitsche Bondsstaten inbreuk maakt." De censuur mag derhalve niet in eenen bekrompen geest nitgeoefentf worden, die nog verder zou willen gaan dan deze '.vet. De censor kan eene vrijmoedige beoordeeling, ook der binnenlandsche aangelegenheden; zeer wel toelaten. De onmiskenbare moeijelijkheid om hiervoor de juiste grenzèn te vinden, mag. hem evenmin afschrikken1 vart het streven, om aan de ware bedoeling der wet volkomen te voldoen, ais zij hem verleiden moet tot eene angstvalligheid, welke reeds te dikwerf aanleiding gegeven!, heeft tot verkeetde opvattingen aangaande de bedoelingen van het gouver nemenc. Blijft het onmogelijk bij eene instructie voorschriften voor allé voorkomende gevallen te geven, dan zal toch de beschaving en de maat schappelijke stelling der censoren een waarborg daarvoor opleverendat het aan hun beleid zal gelukken het juiste midden tusschen de beid'g uji^p sten te vinden, en dat daardoor voldaan worde zoowel aan de behoefte van een vrijer wetenschappelijk onderzoek els aan de verpligting om dé

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1