A". 1841. LEYDSCHE N°. 154. O O V R A N T„ VRIJDAG, 54 DECEMBER, ftuROEMEESfER er« Wrthouders der Stad Leyden*, brengen bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat wegens de infallende Feestdagen de Beestenmarkt zal gehonden wor- tlen op Woensdag den 21 en 29 December aanstaande en de vvekelijksche marktin plaats Van des Zaturdags, op Vrijdag den 24 en 31 derzelfde maand, Leydenden gden December 1841. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve, v, p u t t ic a m m e r. NEDERLANDEN. Leyden, 23 December. Uit 's Gravenhage meldt men van den 22Sten dezer: Bij Koninglijlt besluit van den 19den dezer, n®. 114, zijn de adjnnct- «ommiesen bij het Departement voor de zaken van den R. K. Eeredienst. J. C. WiUemse en Jhr. J. van der Schnerenbenoemd tot commiesen bij hetzelfde departement. Zijne Maj. heeft de volgende benoemingen gedaan bij Heemraadschap pen enz. in Zuid-Holland; Tot Dijkgraaf van het Buitenland van Rhoon J. Groenenboom; tot Heem raad van den Molenpolder onder Rhoon 4. van Genttot Heemraad van den Zegenpolder onder Rhoon P. Kranenburg; toe Poldermeester van den Polder van Willens 4. Stolwijk; tot lid van het polderbestuur van Nieusv Mattenesse 4. Post Uiterweer, en tot Hoog-Dijkheemraad van den Alblas. aerwaard, voor de jaren 1841 en 1843. C. Azn. Rijkie. Zijne Maj. heeft benoemd tot Ridders der Militaire Willems-Orde 4de klasse, den Adjudant-onderofficier J. P. Hoogstraten, schrijver der iste klasse bij het Departement van Oorlog; den Opperwachtmeester C. Balck van het 4de regiment Ltgte Dragonders, en den Wachtmeester J, C, ter Beek, van het 2de regiment Zware Dragonders; de beide eersrgenoemden wegens het door hen, gedurende den tiendaagschen veidtogt, en den laac- stenter zake van het door hem, in 1830 te Brussel gehouden gedrag. Zijne Maj. heeft vergunning verleend tot het daarstellen eener Chris, telijke afgescheidene gemeente te Adorp (provincie Groningen)en te Hindeloopen, (provincie Vriesland). Door Zijne Maj. is eene speciale Commissie van drie leden benoemd, aan welke is opgedragen het bewerkstelligen van een onderzoek naar de administratie en de huishouding van het tabrijkwezen en den landbouw der Maatschappij van Weldadigheid en hare koloniale itjrigtingen. Dezelve zal bestaan uit de heeren: C. J. Feith, referendaris bij het Departement van Binnenlandsclie Zaken, voor de administrate en de huishouding; F. J, MahieuInspecteur over den arbeid in de gevangenissen en Directeur over den arbeid in de strafgevangenis te Leeuwarden, voor het fabrijkwezen: en Worse van Peijma, lid der Commissie van landbouw in de provincie Vries land, voor den landbouw. Zijne Maj. heelt de straf van 5 Jaren gevangenis en het ztvaaijen van her ïwa,rft ov.r hot hoofd waartoe üe Kapitein van tiet schip Atalunte Hatsch, door het provinciaal Hof van Holland, wegens moedwitligen man. slag veroordeeld was, veranderd in 6 mianden correctionnele tuchthuis straf, en naardien de beschuldigde reeds 6 maanden in de gevangenis was geweest, bevolen hem dadelijk op vrije voeten te stellen Hare Maj, heeft aan de Vereeniging van Vrouwen tot hulp vanVrou» wen te Oudtjwater eene jaarlijksche bijdrage van 50 toegezegd. Zijne Maj, Koning Willem FrederikGraat van Nassau heeft f 1000 gegeven tot het oprigien van een standbeeld voor Rembrandt. Gisteren avond werd er soirée bij HH. KK. HH. den Prins en de Prinses van Oranje gehouden, waar zich hebben noen huoren de beroemde violönctflist Alexandre Batta, vergezeld van zijnen broeder, die met veel talent de piano bespeelt, alsmede de heef Labarrede eerste der harpspe" Iets van Europa. De twee eersten zijn Nederlanders van geboorte en zul. len, als beroemde virtuosen, ongetwijfeld bij hunne landgenooten groote ondersteuning erlangen. Gisteren hebben de heeren Arntzenius en de Gyze/aar in handen van Zijne Maj. den Koning den eed atgelegdde eerstgenoemde als benoemd zijnde tot Advocaat-Generaal, de tweede tot Siibstltnut-Griffier bij den Uoogen Raad. Zij werden door den Minister van Justitie binnengeleid en aan Zijne M3j. voorgesteld; Hoogstdezelve was geassisteerd door den Direc. teur van 's Konings Kabinet. De Directeur-Generaal van Oorlog heeft onlangs eenige bepalingen vastgesteldter voorloopige regeling van de dienstbetrekking der officieren van gezondheid bij de corpsen en in de garnizoenen. Onder anderen is be. paild, 1°. dat wanneer groote manoeuvres plaats hebben; wanneer bij wa. penoefening gevuurd wordt; wanneer naar de schijf geschoten wordt; wan neer de troepen bij zeer warm of zeer koud weder, militaire wandelingen doen; wanneer de troepen gaan baden, door den eerst aanwezenden officier van gezondheid bij het garnizoen een officier van gezondheid zal worden medegegeven, en meerderen naarmare het belang van de dienst, bij het doen van groote manoeuvres, of wanneer bij de wapenoefening gevnurd wordt, naar zijn inzien, dit zal vereischen; a°. dat op die dagen echter, wanneer door een gedeelte van het bataljon bij zeer warm of zeer koud weder, eene militaire wandeling wordt gedaan, en door het ander gedeelte van hetzelfde Bataljon naar de schijf wordt geschoten, bfl dit schijfschieten geen officier van gezondheid zal behooren tegenwoordig te zijn, 3®. dat wanneer bij een garnizoen slechts twee of een officier van gezondheid aanwezig is, bij het schijfschieten en bij de militaire wandeling geen officier van gezondheid zal behooren te worden medegegeven; 40. dat telkens wanneer het voornemen bestaat tot eene vereeniging van troepen, bij welke, ingevolge de boven bedoelde bepalingen, de tegenwoordigheid van een officier vao gezondheid kan worden gevorderd of noedig geacht, door de chefs der corpsen den dag te voren, voor 's namiddags ten vijf nreop eene voegzame wijze, den eerst, aanwezenden officier van gezondheid bij het garnizoen daarvan zal worden verwittigd; 5°. dat de eetst aanwezende officier van gezondheid bij het garnizoen, de morgen-visite door de officieren van gezondheid in de kazerne zal laten verrigten, tusschen zeven en acht ure, van den isten Febriiarij tot den laatsten October, en tusschen acht en acht en een halfuur, van den isten November tof den laatsteu Januarij; 6°. dat de morgen-dienst in de zieken-lnrigtingen, in verband tot de hiervoren vastgestelde tijdstippente weten: van den nten Februarij tot den laatsten October stiptelijk zd\ oc ginnen ten acht ure en van den isten November tot den laatsten Jannarij des morgeus ten acht eu een half unr, terwijl de namiddag-dienst in de zielten-inrigtingen, teh alle tijden ten vijf ure Zal beginner. Aan heeren e aanwezende officieren van gezondheid in de garnizoen en is aanbevolen .00 veel in hnn vermogen is, steeds voor de gezondheid van den soldaat .e doen waken, en zij derhalve geheel en al in het belang van den soldaat uilen beoordeeieu, of de gesteldheid van het wederhet noodzakeliik maakt dat een officier van gezondheid de corpsen bij de bevolene wandelingen vergezelle enz. In deze Residentie is overleden de heer Joachim JochensRidder der orde van den Nederlandschen Leeuw, sinds 1816, lid van den stedelijken Raad alhier, gedurende eenen gertiimen tijd Wethouder dezer stad, uit welke betrekking hij, op zijn verzoek eervol ontslagen was, enz. Het getal Studenten aan het Athenaeum Illnstre te Amsterdam be loopt 119, aan het Ltuhersch Seminarium 7, aan dat der Doopsgezinden 16 en der Remonstranten 6, te zamen 148. Uit Dordrecht meldt men van den 22Sten dezer: Omtrent den brand, welke te 's Gravendeel in den avond van den löden dezer beeft plaats gehad, verneemt men nader, dat dezelve te half 10 ure ontstaan is in de schuur van het huis, toebehoorende aan Alels Barendrccht, thans woonachtig te Rotterdam, hetwelk werd bewoond door drie huisgezin nen. Zonder dat men daarvan iets haa bemerkt, was de brand uit de schuur naar genoemd huis overgeslagen en al spoedig deelde dezelve zich ook nan het daaraan belendende huis mede, hetwelk bewoond werd door twee huis gezinnen. in diepen slaap gedompeld, ontdekten de bewoners de hun over komen ramp eerst, toen er aan niets meer te denken viel dan aan eigen lijfsbehoud. In de verwarring intusschen was een kind van zekeren Dirk Wildschut in eene der woningen achtergebleven. Men bemerkte dit eersc toen de woning, waarin hetzelve zich bevond, reeds geheel en al in brand stond. Op het geschrei van het ongelukkige wicht snelde dadelijk zekere David de Groot, een schipper, in de brandende woning, en had het geluk, hetzelve uit deszelfs reeds in vlam staande slaapplaats te redden, en aan de bedrpefde ouders weder te geven. Naauwelijks was hij met zijnen bescher meling in veiligheid, toen de woning in een stortte. Uit Groningen ontvangt men eok bedroevende berigten, omtrent de overstrooming van landerijgen door het doorbreken van binnendijken en het nadeel dat de voortdurende regens aan het winterzaad hadden veroorzaakt. Eenige dagen was men ook zeer beducht geweest voor de dijken van de rivier de Aa, welke op onderscheiden plaatsen reeds overliep, doch geluk, kig was den 20sten die rivier vallende en koesterde men thans de hoop, dat bij windstilte de dijken behouden en vele kostbare weilanden voor lover, strooming bewaard zouden blijven, Men meldt uit Assen van den ióden: Jan Smit, beurtman van hier op Amsterdam, ontdekte den 9den jl. *s morgens ten 6 ure, op de hoogte van Schokland, een vaartuig, dat in nood scheen. Terwijl hij in de duisternis nog onzeker was, hoorde hij om hulp roepen. Hij zette koers derwaarts, tegen den wind in, en bereikte, na circa ven half uur zeilens, het in nood zijnde schip; hij vond den mast omgeslagen, het voordek vernield, en het schip door den storm zoo ge havend, dat het zonder hulp het land niet kon bereiken. Op hetzelve be. vond zich de turfschipper Maarten Blankvoort, van Meppel, benevens zijn knecht, welke laatste schier alleen het schip bestnren moest, daar de schipper eene rib gebroken had. J. Smit nam het gehavende schip op sleeptouw, en had het genoegen, schip en manschap behouden te Zwart sluis binnen te brengen. Uit Neuzen wordt van den 15 December geschreven: De makelaars-sloep, toebehoorende aan de heeren Steenkamp en van 't Hof, heden morgen teil 9 uren van hier vertrekkende, ten einde naar een der in het Sas van Neuzen liggende schepen, eene alhier door storm over. nachte sloep, met twee watervaten gevuld, te boegseren, trof het vol gende ongeluk: Na gemelde sloep aan boord bezorgd te hebben, begaf zich de sloep naar een kofschip, hetwelk kwam opzeilen en bestemd was voor Neuzen. De makelaar en de loods werden overgezet, waarop de sloep zich van boord verwijderde en zich begaf naar eene aidaar liggende Belgische schoo ner, PEclairKapitein J. de Neys, ten einde af te wachten of er nog sche. pen kwamen opzeilen. Aan boord van gemelde schooner bevond zich de Kapitein van een der daarbij gelegene schepen, welke aan de zich alstoen rog in de sloep bevindende loodsen J. van Dijkshoorn en 4. de Zeeuw, ver zocht, om hem mee de sloep, die zeilklaar lag, van den schooner naar des- zelfs schip te brengen, hetwelk terstond door hen werd aangenomen. De Kapitein begaf zich in de sloep en men stak af, doch naauwelijks op 50 ellen afstands van den schooner, sloeg het zeil verkeerd over en de sloep volde zich zoodanig met water, dat in minder dan eene minuut de sloep wegzonk, met zich nemende den eerstgemelden loods J. van Dykshoorn, oud 35 jaren, zonder hem meer te zien, deze brave man laat eene bedroefde en zwakke weduwe met twee kinderen na, te jong om hun verlies te beseifen. Op het zien van dit ongeluk, gelukte het Kapitein J. de Nejs en zijne msn. schappen, om zich spoedig in hunne sloep te begeven, en is het aan deze menschlievende pogingen van gemelden Kapitein en equipagie, na groote in spanning, te beurt gevallen, genoemden Kapitein en den loods 4. de Zeeuw te redden, welke met den dood wostelden Aan boord gebragt zijnde, ge noten de geredden alle hulp en bijstand, en werden des avonds ten half vjjf ure, door den Kapitein in persoon, aan deszelfs echtgenoot en kinderen terug geschonken, RUSLAND. Uit Petersburg wordt van den nden dezer het volgende gemeld: Nadat Zijne Maj. de Keizer het beroemde slagtveid van Borodino met een gedenkteeken versierd had, is op H. D. bevel, ook te Smolensko een gedenkzuil opgerigtopdat ook bij het nageslacht die plaatsen in aandenken blijven, alwaar in het gedenkwaardig jaar 1812 de eer en den roem des Va derlands bevochten werden. Het monument, te Smolensko opgerigt, is uic gegoten ijzer'in den Byzantisch-Gothischen smaak, en staat op de parade paats, tegenover het bastion des Konings, welke het hoofdpunt van den slag van 5 Augustus 1812 was. Het gedenkteeken gelijkt aan dat te Boro. dim>, alleen met dat onderscheid, dat heczeTve door een adelaar met uiige- strekte vleugels versierd is. De hoogte is 36 archinen én de omvang 19, archinen. Op het voetstuk staat hét plan van den veldslag met de vol te ml e opschriiien: i®. Den 5 Augustus werd Smolensko door 62 bataljons, 8 eskadrons eu 144 kanonnen verdedigd. 20. De verdedigers waren Rajewsky

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1