wijziging zal óndergaan, maar zeker zal zulks niet vóór bet begin der zitting
plaars Tiebben. Volgens de heden uit onderscheidene oorden van hec Schier
eiland ontvangëne tijdingen heerschc overal de diepste rust. De zuster der
Koningin Ii'aballa is nog altijd zoo ongesteld, dat zij Hare Maj. op hare
dagelijksche wandelingen niet kan vergezellen. De krijgsraad heefc zich
"heden mee de zaak van Sanchez Torres, gewezen edelman van Hare Maj. de
Koningin-moeder en beschuldigd van bij de samenzwering van 7 October
eene rol te hebben gespeeld, bezig gehouden. Hij .is voorcvlugtig. Men
gelooft algemeendat de krijgsraad de doodstraf zal uicspreken. De dood
van den schatrijken Hertog del Infant adodie tijdens vroegere gebeurtenissen
In Spanje zulk eene belangrijke rol heeft gespeeld, is hier het onderwerp der
gesprekken. Men meent, dat zijne stoffelijke overblijfselen in de kapel van
'het paleis, hetwelk hij te Guada'axara bezit, zullen worden bijgezet.
Een brief uit Madrid van den 24 November bevat hec volgende:
Niets kan den get?sc,door welken de Regering bestuurd worde, duidelijker
in hec daglicht plaatsen dan de houding, welke zij tegen over de oproerlin
gen van Barcelona genomen heeft. Van zekere kanten was men in bezorgd
heid geraakt, dat de gebeurtenissen te Barcelona door hec verbaasde Europa
tjp eene wijs zouden uitgelegd worden, die den waan, dat de Regent en des.
'zelfs Ministers niet onder maar boven de partij stondenkon doen wankelen.
-Derhalve werd in hec vertrouwen aan de Regering de raad gegeven, om
tegen de oproerlingen van Barcelona een dreigend voorkomen aan te nemen
ten einde langs dezen weg min of meer de onverbiddelijke strengheid, met
welke de Baskische provinciën behandeld worden, te verontschuldigen. Van
daar de proclamatie van den Regenc, welke niet alleen de Junta van Bar
celona als schuldig aan hoog verraad verklaartmaar ook de beambten der
Regering, welke aan de uitsporigheden dier Junta deel genomen haaden,
met de hardste straffen bedreigt. Nu bevat echter de Gazeta een decreet,
waarin den Voorzitter der Junta, die tevens Gouverneur was, de hoogste
tevredenheid der Regering betuigd wordt, de Generaal van Halen verklaarde
wel is waar de stad, zoodra hij haar bezet had, in staat van beleg, doch
verzekerde tevens de Municipaliteitdat weldra over het voorgevallene
een sluijer geworpen zou worden en dat hij zelf alleen de uitvoerder van
hoogere bevelen was. Aan de leden der rebellische Junta werd de raad
gegeven en de tyd gelaten, om met hunne afgeperste schatten rustig naar
buitenslands te wijken, terwijl ieder, die slechts verdacht gehouden werd
aan de tegen Espartero's Regentschap gerlgte beweging deel genomen te
hebben, vogelvrij verklaard is. Van Halen ontbindt die baialjons der nationale
militie van Barcelona en laat de overige uit lieden, die niets bezittenzaam
gesteld, bestaan. Hij ontbindt hec Ayuncamiento en zet dat van 1840 weder
In, hetwelk destijds tegen de Koningin-Regentes opstond en dezelfde militie,
waarin de jongsre Junta haren steun vond, organiseerde. Hij bedreigt die.
genen met den dood, welke zijne maatregelen mogten berispen en veroor.
loofc den dagbladen van Barcelona, hemzelven voor eenen verrader en Ei
partero voor eenen dwingeland te verklaren. Vraagt gij mij nu aan wien
zulk een gedrag der Regering genoegen geeft, zoo moet ik zonder aarzelen
u antwoorden: niemand, zelfs niec de veroorzakers dezer maatregelen.
De Engelsche Gezanc heefc heden voor den middag eene lange audiëntie bij
den Regent en daarop eene nog langere bij den Generaal Linage gehad.
DUITS CHLAND.
De Nederlandsche Staatsraad en gevolmagtigde Minister bij de Duicsche
Bondsvergaderiugvon Scherfis te Berlijn uit Frankfort aangekomen.
Uit Berlijn schrijf men het volgende:
Zoodra het gedeelte van den ijzeren weg tusschen Aken en Luik voltooid
Is en de groote weg tusschen Keulen en Ostende geopend zal zijn, lijdt het
geenen twijfel, dat de van Londen naar Duitschland of uit Duicschland naar
Londen gaande reizigers liever langs den spoorweg de Rhijnprovincien en
Belgie zullen doortrekken en zich te Ostende inscuepen, dan eenen langen
omweg over Rotterdam te maken. De voltooijing van de spoorweg-linie
naar de Pruissische grenzen is voor Belgie eene zaak van het hoogste gewigc
en de betrekkingen van goede vriendschap, die tusschen de directeuren der
spoorwegen in de beide landen bestaan, zullen niet weinig bevorderlijk we
zen voor den goeden uitslag der onderneming en voor de bespoediging der
werkzaamheden van weerskanten. Het Belgische Gouvernement doec al wat
in deszelis vermogen is, om deze onderneming te doen voortschrijden, en
de tusschen Luik en Verviers aangevangen verbazende werken doen zien dac
men vele buitengewone kosten heefc gemaakt, waarvan hec gevolg niet dan
van het grootste nut voor den jongen Scaac kan zijn.
Den 3 December hebben de Brunswijksche Stenden met eene groote
meerderheid de voordrage van den Hertog aangenomen, waarbij hec Hertog
dom tot het Duicsche Tolverbond zal toetreden, doch niec eer dan met
I January 1843.
GROOT-BRITANNIE,
Londen den 8 December. Volgens patent-Brieven onder het Grootjegel
heeft Hare Maj. bevolen, den jongen Prins den titel te doen toekomen van
Prim van Wallis en Graaf van Chester. Volgens oud gebruik had hij reeds
de titels van Hertog van Saksen, Cornwallis en Rothsay, Graai van Carrick,
Baron van RenfewLord van de eilanden en Primaat van Schotland.
Hare Maj. heeft zich met haren Gemaal en hare twee kinderen naar
het kasteel van Windsor begeven en is aldaar in volkomen welstand aangeko-
mev. De wegen, die bijna onbruikbaar waren, doordien zij schier geheel
onder water stonden, waren sedert een paar dagen eenigzins verbeterd.
Zoo men wil weten, zou de Hertog van Buckingham als Geheim Ze.
gelbewaarder zijnen post nederleggen, waaruit men besluit, dat de Ministers
voornemens waren eenige wijziging in de korenwetten aan te bieden, waar.
tegen die Hertog zich altijd zeer bleef verzetten.
De nieuw benoemde Jeruzalemsche Bisschop heeft zich te Woolwich
naar zijne bestemming ingescheept.
In de zeehavens blijft bij voortduring groote bedrijvigheid heerschen,
zoowel door het kiel leggen als te water brengen van onderscheiden
groote schepente Portsmouth worden wederom linieschepen uitgernst.
In eenen officiëlen brief, gedagteekend van den 2den dezer, wordt,
op last van den Minister van Buitenlandscbe Zaken, aan de zich vroeger
aan dien Minister schriftelijk gewend hebbende kooplieden medegedeeld,
dat de ontvangene gelden, ten gevolge van de gemaakte schikkingen tus
schen Kapitein Elliot en de Chiueeche Overheden op den 27 Mei 11., ter
beveiliging van de stad Canton voor verdere vijandelijkheden, aan de kroon
vervallen, en, na nitkeering van dat gedeelte derzelve, welke Hare Maj.
goedgnnstiglijk aan de Britsche land- en zeemagt, alstoen te Canton ge.
bezigd, zai gelieven te schenken, eeniglijk ten behoeve van het gecons.
fond» en tot geene andere doeleinden, ais bij voorbeeld tot het schade,
loositen van de belanghebbenden voor de verbrande opium door de Chine,
«che Gevolmagtigden enz., zullen gebrnikc worden.
Aan de Globe wordt onder dagteekening van gisteren uit de belangtijke
fibrijkstad Nottingham het volgende geschreven:
Alhier heerscht een vreeselijke nood; honderden versmachten op stroole-
gers zonder voedsel, vuur of dekking, en dit zijn lieden, die gaarne wil.
len arbeiden, indien zij slechts ergens konden werk vinden. Dagelijks trek.
ken mannen, door honger uitgeteerd en in lompen gekleedbij twee-, drie-,
vier-honderden door de stad, voor zich uit een groot houten bord dragende
waarop in groote letters gedrukt staat„"noodlijdende en zonder arbeid,"
andere hoopenvan 30 tot 40 man, schuiven karren, met zand beladen,
de straten door, en bedelen van hnis tot huis. De onderstandlijst van het
Werkhuis bevit 3,600 nsménin Het Huls zeiven zijn yód ütiïeb gêtlwofi
gen geplaatst; behalve deze allen telt men no? in die stad omstreek.' 2389
menschen, die van honger vergaau. Overal ziet Men armoede en ellende;
de handel is dood; geen onzer fabrijkanten of handwerkbazen houdt het ge
tal werklieden of gezellen. Den 24sten werd eene door den Aartsdeken
belegde vergadering van geestelijken en leeken gehouden, om te beraadsla
gen over de middelen om den heerschenden rood te lenigen. Er werd een
voorstel van D >ctor Maeauley voorgelezen, 0111 eene soep-uiideelingop den
voet als die in Edimburg, op te rigtenwelke wekelijks 100 f kosien zoude.
De vergadering besloot, in gemeen overleg te handelen met eene andere ver
gadering der inwoners, wélke de Mayor van Nottigham tegen den 29'ten
dezer belegd heeft. In Leicester liggen handel en nijverheid geheel ter ne
der, en als er geene spoedige hulp komt, zullen de gevolgen vetséhrik-
kelijk zijn.
BELGIË.
Bij gelegenheid van den verjaardag Zijner Nederlandsche Maj. Koning
Willem II, heeft de Nederlandsche Gezant, Palck, eene groote en luisterrijke
soirée gegeven, waarop zich al de Ministers, het Corps Diplomatique, een
groot aantal Senatoren en Afgevaardigden en vele aanzienlijke personen ver.
eenlgd hadden.
Hetgeheele budget van uitgaven ten bedrage van 105.850,612 fr. is
den 8s en door de Vertegenwoordigers met algemeene stemmen aangenomen.
In Belgie zijn vatscne tienguldenstukken in omloop met de beeldtenia
van Willem II.
PROMOTIEN aan dk LEYDSCHE HOOGESCHOOL.
Den 8 December, de Heer ten Sijthof, van Amsterdam, in dc Medicijnen, na
het verdedigen zijner Dissertatie: dc Col/ca SaturninO.
Met Thesesden 7 dezer, de Heer li. C. Cao, van Zierlkzee; den 9 dezer, de
Heer F. H. van Bevma tiioe Kingma, van Workum.
MENGELINGEN.
TURKSCHE MARINE.
De Turken altijd eene bepaaldelijk krijgshaftige natie geweest zijnde,
moesten, uit hoofde der stelling welke zij aan de oevers der Middelland,
sche zee, de zee van Marmora en de Zwarte zee bezetteden, reeds vroeg,
tijdig de behoefte gevoelen van eene marine te hebben. Ook zien wij dac
sedert de inneming van Constantinopel in 1453de Sultans zich daarmede
ijverig bezig hebben gehouden. Na vele pogingen waren zq eindelijk in
staat zich tegen de Venedanen, toen de eerste zeemagt, te meten, maar
deze grootheid was van korten dniir; de slag van Lepante scnitte voor altoos
den invloed der Turksche vlag.
Mahomed II kan als den schepper der Ottomannische marine worden aan
gezienmaar zijne proeven waren op eene zoo kleine schaal, dat, toen hij
Constantinopel aanviel zijne vloot slechts nit achttien galeijen en eenige
siccht gebouwde schuiten bestond, bemand door mannen die het elemenc
vleesden waarop zij moesten handelen, De nadering van vijf christen-sche
pen, welke hulp aan de belegerde stad bragten, bood de Turken eene gele.
genheid aan om hunne behendigheid en moed op zee te beproevenmaar
hunne aanvallen werden slecht bestuurd, en hunne vijanden verdedigden zich
zoo hardnekkig, dat, na driemaal de entering beproefd te hebben, z(j ge
noodzaakt werden te wijken, met verlies van verscheidene duizende mannen.
Echter bragt de kleine Turksche vloot tot de inneming van Constantinopel
toe. Nadat Mahomed zijnen troon op de puinhopen van dien der Cesars had
gevestigd, vond hij geene hinderpalen om zijne nieuwe marine te verbete
ren. De Grieken, zijne nieuwe onderdanen of liever slaven, werden ge
noodzaakt hunne kennis betrekkelijk de zeevaart aan de dienst van hunnen
nieuwen meester te wijden. Het roofziek karakter der Genuezen en hunne
haat tegen Venetië noopten hen, zich met den Sultan, op wiens kracht zij
rekenden, om de magc hunner mededingers re vernietigen, te vereenigen.
Dank zij de Genuezen en Grieken, maakte dus de Turksche marine groote
vorderingen in weinige jaren. De Venetianen werden weldra uit de zee
van Marmora verjaagd; de Turken, door deze uitkomst vermetel geworden,
bepaalden zich niet meer tot de Beveiliging hunner kusten 1 zij voerende
Middeliandsche zee af, maakten herhaalde landingen op hare kusten, en
hielden hunne vijanden 111 eenen gednrigen angst. Verscnillende ontmoetin.
gen hadden er tusschen de Vcr.etiatnsche smaldeelen en de Turksche schepen
plaats; de overwinning was soms twijfelachtig, maar dezelve eindigde bijna
altijd ten voordeele der Veneiiancn. Eerst toen de vermaarde Hayraddin~
Barbarossa het bevel over de Ottomannische vloten voerde, waren zij in
staat zich niet goed gevoig tegen die der Christen Mogendheden te maten.
hayraddin- Barbarossa was een dier buitengewone mannen, die als helden
zouden beschouwd wprden, zoo zij onder eenèn anileren hemel geboren
waren, en zoo hunne ziel door de opvoeding was verzacht geworden. Maat
de moed die hem de grootste gevaren aeed trotseren, en de bekwaamheid
welke hem de overwinning verzekerde, dienden alleen om hem uit de duis.
tere klasse eens gewonen zeeschuimers aan het hoofd van erkende zeeroo.
vers te plaatsen. De verbeteringen, door Barbarossa in de marine der Mu-
zelmaniien gebragt, kunnen met weinige woorden woorden worden aange
duid: hij Was zeeman, sedert zijne kuidsche jaren aan de zee gewoon, de
golven baarden hem geenen schrik, en, hetzij ter zee of op het land, toon.
de hij altijd in zijne daden een onwrikbaar karakter ea een vlug en beslis-
send oordeel.
De Admiralen, zijne voorgangers, waren mannen, die nimmer aan board
van een schip waren geweest, en niets van de zeevaart wisten. Overigens
was toen de zeevaart-kende, zelfs bij de Christenen, van weinig beteekfi.
nis. De beruchte zeeslag van Lepante, in ,1571, was een merkwaardig
tijdstip in de geschiedenis der Turksche marine niet alleen, maar ook in die
der overige Cnriscen-IV^rendhedenwant de overwinning voornamelijk be
haald zijnde door het aanhoudende vuur van vijf groote schepen, die ais
zoo veie forten de Christen-linie beschermden, kan men zeggen, dat van
dat tijdstip af aan, de invoering der zware artillerie, en dien ten gevolge
het langzamerhand verlaten der galeijen, dagteekent. Vijf honderd schepen
of galeijen waren op dien dag slaags, en na eene verschrikkelijke worste
ling, verklaarde de overwinning zich voor Don Jan van Oostenrijk. Van
230 galeijen, welke de Ottermannische vloot uitmaakte, werden 30 in den
grond geboord, 25 verDrand, en vielen er 150 in handen der Christenens
de Turken verloren buitendien 25000 man aan gesneuvelden en 8000 aatl
gevangenen; 15000 Christen-slaven werden verlost.
De verbondene Mogendheden verloren 15 schepen en 10,000 man. Wan.
neer men nagaat, dat omstreeks eene eeuw vöór dezen gedenkwaardigen
slag, de Turken geheel onwetend in de zeevaartkunde waten, kan men niec
genoeg bewonderen, dat zij in eenen evenredig zoo korten tijd, eene zoo
geduchte zeemagt hadden weten daar te stellen. De spoed waarmede zij
na dien slag, welke hun zoo noodlottig was geweest, 200 galeijen ver
zamelden, bewijst, dat hunne hulpbronnen onmetelijk waren.
De Turken opgehouden hebbende zich van galeijen te bedienen, in na-*
volging der volken van her westenlieten schepen bouwen, welke zij völgenj
de beginselen der nieuwe kunst wapenden; maar van welk nut konden hiwi