T R K Y E.
De Staats-Courani bevat thins de aankondiging van den verkoop van
45 hengsten, 7 ttterriën, 17 veulens van onderscheiden ras, J2 ruins en 4
merriën werkpaarden; voorts van cenc partij equipeinenr, liarnacliement
enz, alles behoorende aan de Rijks stoeterij te Borcuio, welke verkooping
zal gehouden worden den aosten dezer, des morgens ten 10 ure, ter plaatse
van Voornoemd etablissement.
Zijne Exc. de Minister van Marine en Koloniën beeft ter kennis van alle
Autoriteiten en belanghebbenden gehragt, dat, vermits het bestuur van het
Departement van Marine van dat van Koloniën, met den eersten Januarij
aanstaande, zal worden gescheiden, en aan een afzonderlijk hoofd opgedra
gen, alle brieven of stukken, de zaken van Marine betreffende, vanaf
dien dag zullen moeten wprden geadresseerd: Aan den Directeur-Generaal
van Marineeti die betrekkelijk de zaken van Koloniën: „Aan den Minister
van Koloniën
Uit het IVeekblad van het Regt blijkt, dat in de zitting van den Hoogen
Raad, van 7 dezer, uitspraak is gedaan in de zaak van J. Duporttegen
een vonnis der Arrondissements-Regtbank te Amsterdam. De Raad beeft
het door den heer Duport ingestelde beroep verworpen, en in substantie
geoordeeld: i°. dat de wet van i Maart 1815 niet kan geacht worden door
de grondwet van 1815 te zijn vervallen, en mitsdien van verbindende kracht
is; en 2°. dat gemelde wet van 1815 te regt op de onderwerpelijlte overtre
ding is toegepast en derhalve den 26 December werkelijk is een door alle
Christelijke gezindheden erkende en gevierd wordende feestdag.
In September zijn in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid
opgenomen 211 personen, van desertie teruggekeerd 11, ontslagen 101,
weggeloopen 19, gestorven 25. Op den 1 October bedroeg de geheele
bevolking 9683. Het getal der opgenomenen te Ommerschans blijft dat der
ontslagene overtreffen, hetgeen bij de nadering des winters en de ditorte
der levensmiddelen geen wonder is. Te Ommerschans is 21.27 mud, bij
het iste gesticht te Veenhuizen 24.30 mud gerst van het bunder gewonnen.
De met brem bemeste akkers leveren doorgaans de meeste aardappelen op.
De fabrijkarbeid heeft in het laatst van September en in October stil ge
staan. De voorraad kleedingstoffenin de magazijnen voorhanden, liet dit
toe. De katoenspinnerij evenwel te Veenhuizen is aan den gang gebleven,
en jblijft wekelijks bijna 2000 Nederlandsclte inslaggaren opleveren. De
ontbrekende toestel voor de scheerderij en sterkerij van Itetttnggaren daclu
men in de laatste dagen van October te zullen ontvangen, waarna men be.
ginnen zou ook kettinggaren te spinnen. Ook de gazverlichting van de
spinnerij wordt tot stand gebragten zal denkelijk in het begin van 1342
gereed zijn. Ds. van Rintein te Veenhuizen heeft in October 87 zijner dis.
cipelen als lidmaten der Protestantsche Gemeente aangenomen en bevestigd,
waarvan 5 mede zijn gedoopt.
Uit Rotterdam meldt men van den loden dezer:
Volgens ontvangen berigt, zon er een plan bestaan, om op een der plei.
nen van de Residentie 's Gravenhage een standbeeld op te rigten ter eere
van Hiliem I, den grondlegger der Nederlandsclte vrijheid en onafhankelijk,
beid. Men wii dat de impulsie daartoe van wege de Hooge Regering zal
gegeven worden, en dat deze bereids om consideratie en advies tot dat einde
met het Koninglijk Nederlandsch Institutie in correspondentie zou getreden
zijn. Wat hiervan zii, men vleit zich dat zoodanig plan bij de natie mee
welgevallen zob worden ontvangen.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat de derde klasse van het Koninglijk
Nederlandsch Instituut voortaan hare openbare vergaderingen voor iedereen
zal openstellen, hetgeen tot hiertóe' het geval niet was.
Volgens een brief van Wijk aan Zee, van den 7den dezer, was in den
vroegen morgen van den vorigen dag, bezuiden die plaats, gezien een groot
schip, toonende eene blaauwe vlag met een rood kruis in het midden; het
scheen in groot gevaar en bevond zich zoo digt onderden wal, dat de man.
schap duidelijk te zien was, en men bemerktedat het dieplood van tijd
tot tijd uitgeworpen werd; sedert uit het oog verloren zijnde, had men des
morgens omstreeks 10 ure een bootje of wrak zien drijven, waarop men,
zoowel met het blootc oog als met den verrekijker, twee menschen meende
te ontdekken, om welke te redden de plaatselijke bestuurder der Noord- en
Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij met de reddingboot en hare man.
schappen tot des namiddags ten 4 ure werkzaam geweest was, welke po
gingen echter, na alle mogelijke inspanning, mislukt waren, zijnde de wind
te zuidelijk om hen te kunnen achterhalen,
Volgens berigt nit Assen van den 8sten dezer, was den vorigen dag
het marktschip van Peize op Groningen, hetwelk des morgens ten half vijf
nrc van eerstgenoemde plaats vertrokken was, omstreeks een uur later op
de hoogte van de zoogenaamde Nieuwe Wering, omgeslagen en gezonken.
Bij dit ongeluk hebben zes personen, die in de roef plaats genomen hadden
en niet spoedig genoeg naar boven konden komen, het leven verloren, ter.
wijl de overige opvarenden er in geslaagd zijn den vasten wal te bereiken.
De verongelukten zijn zoo spoedig mogelijk aan land in eene boerenwoning
gebragt, alwaar, In bijzijn van den toegesneiden Burgemeester van Peize,
alle middelen te werk gesteld zijn, om hen in het leven terug te roepen,
doch zonder eenig gevolg. Vier derzelven waren te Peize en een te Liever
ten woonachtig; terwijl de zesde nog onbekend was.
Bij besluit van den Vice-Presidentwaarnemenden Gouverneur-Generaal
in Oost-Indië, zijn, onder anderen, benoemd tot Predikant van de 2de klasse
bij de Hervormde Gemeente te Amboinade Predikant der 3de klasse te
Banda, J, J. Schettertot Predikant van de 2de klasse bij de Hervormde
Gemeente te Padang.de Predikant der 3de klasse aldaar J. Schetter; tot 2den
onderwijzer bij de Gouvernements isre lagere school te WeltevredenJ, van
Soesttot 2den onderwijzer bij de Gouvernements lagere school te Socrabajja,
H. if. C. de Roock; tot 2den onderwijzer b(j de Gouvernements 2de lagere
school te Weltevreden, IV. Reigers.
Vervolg en slot van het berigt der vijandelijkheden tusschen de Heidtik.
ken en Mahomedanen in Bosnië. (Zie ons vorig Nommer
Na de Bosniërs, welke de bestorming en inneming van Pryzrett overleefd
hadden, bijeen te hebben doen brengen, deed het Heidukiten-hoofd Kara
pawtitsch hun bittere verwijtingen over den afval hunner voorvaderen en hun
eigen ongeloof. Vervolgens beval hjj hun, hun Muzelmansch krijgsgewaad
af te leggen en Dervisch tabbaarden aan te trekken, welke hij uit een door
hen geplunderd Mahomedaansch klooster had medegevoerd. Dit geschied
zijnde deed hij hen binnen de hoofdmoskee der stad brengen, en wilde, dat
zij in de houding des gebedsde plegtighetlen zouden volvoeren en de soort
van treurgezang aanheffen, waardoor de zoogenaamde brullende Dervischen
den geloovigen schrik en dweepzucht inboezemen. De Bosniërs weigerden
aan dit heiligschennend bevel te voldoen; doch Karapawtitsch bragt aan hen,
die zich ongehoorzaam toonden, eenige krachtige sneden met zijnen yatagan
in het sangezigt toe, en weldra deed gezang, geschreeuw en vroom gebrul
zich hooren.
Onder dit gezang, hetwelk door het spotgelach der CHristen-roovers be
antwoord werd, had het hoofd van deze laatsten, Karapawtitsch zelf zich
in het geëerbiedigde kleed van den Effendihet opperhoofd der Dervi.
schen gestoken. Alstoen op de verhevene plaats in het midden der moskee
voortredendeverklaarde hij onverwijld en in persoon te zullen overgaan
tot de plegtigheid der genezingen, welke gemeenlijk de vroome geestdrijvers,
oefeningen det brul-Dervisclien besluir.
Zie hier, waarin die plegtigheid bestaat:
De zieken, die in de stad of derzelver omtrek aanwezig zijn, doen zich
hoe gevaarlijk hun toestand ook zij, in de moskee brengen. Aldaar, op hunne
kniën liggende verhalen zij half binnens monds de omstandigheden hunner
kwaal aan den Effendi. Deze, naar gelang van den aard der krankheid,
derzelver aard en kenmerken, blaast over den zieke, om het kwaad te vet.
drijven, of zet den voet op de aangedane plaats, om het te verpletten.
Karapawlitsch ging hierin eenigzins anders te werk: een voor een de onge.
lukkige Bosniërs voor zijne voeten hebbende doen brengen en vast honden,
blies hij hun, naar mate zijn luim het medebragt, of met een pistool het
leven uit, of verplette hen met eenen slag van zijnen yatagan. Op deze
wijs werden al de gevangenen afgemaakt, twee alleen uitgezonderd. Aan
eenen, namelijk, schonk hij leven en vrijheid, opdat deze aan zijne Bosni.
sche geloofsgenooten zou kunnen berigten, hoe hij de overwinning wist te
gebruiken. De ander was Tschemledjewitsch-Beyde bevelhebber der plaats?
wiens lijden hij verlengen wilde, door hem met zich te voeren en hem dage-
lijks de bastonade te doen toedienen, terwijl hij ochtend en avond de izati
en de numaz, de gewone gebeden der Muzelmannen, zou opzeggen.
Zoo veel gruwelen waren echter niet bestemd om ongestraft te blijven.
Terwijl de Heiuukken en hun aanvoerder Piyzren verlieten, zwoegende
onder den gemaakten buit en overal op hunnen doortogt een spoor van
brand, moord en verwoesting achterlatende, besloot TschemledjewetscK s zoon,
Beijaz-Ag» (de Witte Aga), het ongelukkig lot zijns vaders vernomen heb.
bende, een wanhopige onderneming te beproeven om hem te redden. Onge.
veer driehonderd Bosniërs, alle Christenen, moedig en alles getroost gelijk
hij zelf, bij elkander gebtagt hebbende, deed hij hun het bijzonder gewaad
der Heidukken aantrekken, zette zich aan hun hoofd en ging, ondereen
aangenomen naam, op marsch om zich bij de Yatakis te voegen, die op dac
oogenblik te Scofia gekaiuonneerd lagen en met welken KarapawlitscK s 1
bende zich vereenigen cnoesc, om gezamentlijk op zekeren togt. uit re gaan.
In ue aangenomen verkleeding viel het den Witten Aga en deszelfs met;
gezellen gemakkelijk de Yataki3 te misleiden, want Bosniërs, Siavoniers en
Heidukken spreken dezelide taal, en niets is in oorlogstijd gewoner dan uic
de afgelegenste oorden der Slavische landen een aanvoerder met zijne volge
lingen te zien toesnellen naar de plaars, waar hij vermeent dat men zamen.
komt om een gevecht te leveren. De Witte Aga werd dus in het kamp
der Yatakis als broeder ontvangen, en Karapawtitsch, die weinige dagen
daarna ook aldaar aankwam, bood hem geredelijk zijne vriendschap aan.
Twee vxpeditien waren op dat oogenblik gelijktijdig in aanleg. De Yata.
kis, talrijker, maar minder ondernemend dan de Heidukken, moesten een
aanzienlijk konvooi aangrijpen, wanneer hec zich in bet gebergte nabij
Scofia gewikkeld zou hebben. Van den anderen kant zou Karapawtitsch
om eene afwending te maken en tevens om, wanneer de nood het vereisch-
te, eene wijkplaats te bezitten, mèt de snelheid des bliksems andermaal
Fryzren overvallen, in welke stad de Muzelmansche Bosniërs op nieuw
wapenen en proviand hadden zamengebragt. Om de magt der Yatakis door
geene detachementen te verzwakken, besloot men, dat de laatst aangekomen
Heidukken zich bij die van Karapawtitsch in derzelver gevaarvolle onderne-
ming zouden voegen. Deze, als opper-aanvoerder en omdat hjj de gele
genheid van den grond beter kende, trok ais voorhoede met zijne twee hon.
derd man vooruit, wordende op geringen afstand door den Witten-Aga mee
zijne drie honderd makkers gevolgd.
Twee uren ver van Pryzren hield Karapawtitsch halt en kort daarna waa
geheel de troep bijeen. Het was den pden Augustus bij het vallen van
eenen nacht, die donker en onstuimig scheen te zullen worden. Men be
raadslaagde, of men zonder verwijl den aauval doen zou; maar de meenin
gen waren, dat het zekerder en voorzigtiger zijn zou, het krieken van den
volgenden morgenstond af te wachten. Alstoen legden KarapawlitscKs
Heidukken, die hun maal genomen hadden, terwijl zij de komst dergenen
zaten in te wachten, welke zij hunne strijdmakkers waanden en aan welken
zij nn de zorg overlietenom gedurende het eerste gedeelte van den nachc
de wacht te houden, hunne wapenen naast zich neder, wikkelden zich in
hunne mantels en waren weldra in diepen slaap. De knellende vuisrgreep
der verwoede Bosniërs, die met den yatagan in de andere hand hen onder
zich neêrgedrukt hielden, deed de slapers met schrik ontwaken. Alstoen
begon een razende worstelstrijd, waarin de Bosniërs slechts drie der hunnen
verloren, en waarin honderd vier en zestig Heidukken het leven lieten.
Hiermede was echter de wraakdorst van den Witten-Aga, of liever van
deszelfs vader, wiens verlossing zijn eerste zorg geweest was, niet voldaan,
zich tot regter opwerpende en zijnen zoon nevens drie van deszelfs oudste
makkers als mederegters aannemende, deed hij de zes en dertig gevange
nen, die overbleven, aan palen vast maken; onder hun getaV was Karapaw
titsch zelf. In dezen toestand, na hen, door middel van dwarshouten, die
hen dwingen op de kniën te iiggen, met het ligchaam in eene onbewee-
gelijke houding te hebben doen brengen waarbij alleen de regter voor-arm
vrij bieef, gebood hij hen het krutsteeken te maken en deed hen de gebe
den en gezangen van de Christen kerkdienst aanheffen, terwijl middelwijl
de Bosniërs hun het ligchaam met hunne yatagans doorkierven en woedende
honden op hen aanhitsten, die hun het vleesch bij lappen van het ligchaam
scheurden.
In de folteringen van deze verschrikkelijke doodstraf gaven al de Hei
dukken den geest; Karapawtitsch alleen, dien Tschemledjewitsch-Bei na ver»
loop van een uur van den paal deed losmaken, daar hij hem, zoo hij zeide
voor Vorst Milosch wilde doen te regt staan, stierf niet op de plaats zelve,
maar des anderen daags vond men zijn lijk in den kerker, waarin hij opge.
sloten geworden was, zonder dat men hem eenige hulp verleend had.
Kort na deze gebenrtebissen werd de opstand gestild en de bevrediging
afgekondigd, Alstoen deed de Tnrksche Justitie naar het voorgevallene ver.
nemen, en nten stelde eene soort van geregtelijk onderzoek in, naar daad.
zaken, welke reeds ter slgemeene kennis geraakt zijn. Doch niet een enkel
getuige kwam op, evenmin om verklaring af te leggen van de vreesselijke
wreedheden, door de Heidukken na de inneming van Fryzren begaan, al*
van de geduchte wederwraak, die wegens dezelve genomen was.
De Regtbank evenwel, oordeelende, dat de verregaande barbaarschheitf
der straffendoor Tschemledjewitsch opgelegdgeene verschooning vinden
kon, zelfs niet in de verschrikkelijke mishandeling, aan .welke de Heiduk
ken hem onderworpen hadden, zette hem af uit zjjn ambt en waar
digheden.
Die daad van regtvaardigheidde eerste misschien, van welke men, onder
dergelijke omstandigheden, in de uitgestrekte provinciën van Turkije een
voorbeeld gezien had, heeft eenen diepen indruk gemaakt en streeiende
hoop van veiligheid doen ontstaan onder de talrijke Chriiten-bevolking, dia
aan de Ottomannische Porte onderworpen is.
SPANJE.
Geheel strijdig met het berigt In ons vorig nommer door ons medegedeeld,
dat Espartero de Cortes ontbonden en zijn Ministerie gewijzigd had, welke
tijding uit Bayonne was overgemaakt, leest men in eenen brief uit Madrid
van den 30 November het volgende:
De Raad van Ministers is heden onder het voorzitterschap van den Regent
vergaderd geweest. In die Raadsvergadering, die bijna drie uren heeft ge-
duurd, zijn, zoo men zegt, de hoofdpunten vastgesteld van de aanspraak,
die door Z. H. bij het openen der Cortea zal worden uitgesproken (welke ope.
ning echter eerst den 26 December moet plaats hebben.) Men verzekert,
dat de Minister van Binnenlandsche Zaken met het opstellen dezer openings,
rede is belast. Men acht het zeer waarschijnlijk, dat het Kabinet eene