vrijdag,
j -
n
<V. 143.
courant.
t u R K y e.
-
-'-A". 18411.
v -.v 1
fc E Y D S C K E
vO|
D
N.
.1
D^RLANDE
Letden, 25 November.
Zijne Maj. beefc benoemd tot Regter-piaatsvervanger van de Ariondisse-
mentp-Regioarik alhier Jhr. Mr. E. J. van 'der Goes.
OTt s Grhvenhage meldt men van den 2gsten dezer-:
Zijne Maj. de Koning heeft in den nacjit van den^sten dezer de Resi-
dentie verlaten eh is naar Tilburg vertrokken.
Zaturdag is, gelijk reeds gemeld werd, Zijne Exc. de Minister van
Financiën van hier vertrokken; en qver Utrecht naar het Loo gereisd. Na
Bij ijne Maj. Willem Frederik des Zondags gedineerd te hei; li erf-, heelt
Zijne Exc dat paleis weder verlaten, en onmiddellijk de reis over Utrecht
en Gorcum voortgezet naar Bieda, waar Zijne Exc. den Minister van Bin
menlgndsche Zaken, die Zondag va., hier derwaarts vertrokken is,-zal ge-
vonden hebben, om alsdan gezamèQljjk de reis naar Luxemburg voort te
zetten, en aldaar betrekkelijk den geprojecteerden spoorweg naar Aken, als
mede de overige wegen van Maastricht naar Nederland, die maatregelen te
nemen, of voort te bereiden, welke noodig zullen bevonden worden. (HH.
Excc. zjjn den 22Sten te Antvyeépèn aangekomen.) Voorts verneem: men
van het Loo, dat insgelijks des Zondags, en wel des middags omstreeks
half één ure, Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden aldaar is aangekomen.
Ooggetuigen Verhalen, dat de onrmuetiDg van Z. K. H. met zijnen grijzen
Vader alleraandoenlijksc en hartelijk was. Vader en Zoon hielden zich een
geruimen tijd in elkanders armen gesloten. De Prins heeft tot des avonds
ten half elf ure op het paleis bij den grijzen Vorst eq Mevrouw de Gravin
vertoefd, en toen de reis uaar *s Gravenhage vervolgd.
Donderdag den 25sien dezer vertrekt Zijne Maj. Willem Frederik naar Bef.
lijn. Men meent wel reden te hebben om te vertrouwen, dat [doogstdeszelfs
ïfwezigheiüt niét van zeer langen duur zal'zjjn. Immers 'Zijne Maj. moét
aan dér. Pre'dikant van Apejdoorn te kennen hebben gegeven, dat hij hoopte
-Wt de inwijding der nieuw gebquwde |te.r.k, welke plegtigheid 11a Pasehen
zou plaats hebben, indien God zijn léven spaardetegenwoordig te zijn. Vqn
wat in;sammige dggbladen betrekkelijk d.qn ongunstigen toestand der gezond,
béid van Prinses Marianne gezegd is, Bias op het Loo niets bekend, althans
niet dat deswege het vertrek vqn dgn Koning zou verhaast zijn. Dit vertrek
was. al het bezoek van Prins Frederik der Nederlanden bepaald, en ook den
volgenden dag (maandag) is de Baton Rengers, Hofmaarschalk van Ztjne
Maj., vooruit naar Berlijn vertrokken.
Den 23 en 23stgn dezer zijn de verhooren in de zaak .van Adrian en
Comp. voor het Provinciaal Geregtshof voortgezet. De beschuldigde heeft
zich op nieuw op gedane toezeggingen van den voornamén, door hpm be.
doelden persoon beroepen. Uit de verklaring van den heer Wilson,
die als getuige is gehoord, en die den beschuldigde, op hypotheek, gelden
heeft verstrekt, is gebleken, dat de beschnldigde hem in het laatst van 1839
eenen brief heeft gegeven van,den toenmaUgen Ptins van Oranje, waarin bij
werd verzouht den beschnldigde, in de oprigting of uitbreiding van deszelfs
fabriek re Leyden, behulpzaam te zijn; doch deze brief is niette voor
schijn gebragt. De» 33sren zijn zeven getuigen tegen en drie voor den
beschnldigde gehoord.
I— Uit Haarlem meldt men van den 24Sten dezer:
Bij den afloop van het tweede jaar, sedert hefbegin der werkzaamheden
aan het droogmaken van het Haarlemmermeer, verneemt men, dat de geheele
Ringdijk, mét uitzondering van eentge weinig beduidende vakken en van dé
openingen, welke nog riiet zouden kunnen gesloten wordenis gemaakt,
aanbesteed, of binnen kort zal worden aanbesteed; dat het afleidirigs-kanaal,
van de Lede naar de sluizen van Katwijk (waarvan men aanvankelijk de goede
diensten heeft kunnen bespeuren), tot op èen klein gedeelte na, gereed en
van de benoodigde bruggen is voorzien, In het volgende jaar zal de; Ring
dijk kunnen worden voltooid, an zal het belangrijke stoomgemaal te Sparen*
dam worden gebouwd en ingerigt. Zoodra dit laatste in gereedheid zal
wezen, zal het Katwijltsche kanaal kunnen worden afgedamd, ten einde de
•blnnensluis naar eiscb te verbreeden. Men vleit zich alzoo, in den loop
van het vierde jaar bedacht té kunnen wezen op het tot stand brengen van
de middelen; welke zullen worden aangewend, om het Meer geheel en al
Hit te malen, en op het bepaaldelijk afsluiten van den nieuwen polder. Met
de krachtige werktuigen, die, zoo men zich voorstelt, daartoe zullen wor
den aangewend, rekent mén (indien Rhijnlands boezem het uit te malen
water te allen tijde zal kannen verzwelgen,) weinig meer dan twaalf maan-
den te zullen behoeven, om dit oogmerk te bereiken, en de oppervlakte
van ruim achttien duizend bunders van water te bevrijden.
In de scheepstijdingen worden wederom onderscheiden ongelukken me-
degedeeld, onlangs aan schepen en derzelver manschap overkomen. Wij
vermeldende volgende:
Van Wijk aan Zee wordt van den iyden dezer gemeld, dat dien dag aldaar
aangespoeld en geborgen waren eenige Noordsche deelen ter lengte van 15
voeten. Het Vfiesche gat dreef den t5den vol deelen.
Den isden is op Ameland gestrand, doch het volk door de reddingsboot
gered, het schip Leentje, Kap. Douwcs, van Dantzig naar Bordeaux; de vleet
was geborgen en men hoopte ook een gedeelte der lading te zullen bergen.
Het schip de Vrouw Jantina, Kapitein Smit, van Koningsbergen naar Am.
sterdam, Is den ipden dezer in zinkenden staat, en met verlies van zeilen,
booten, watervaten, enz., te Delfzijl binnengebragt, en denzelfden nacht
in de haven liggende, door het uitzetten det lading gebarsten en gezonken-
hetzelve zal, met de lading, waarschijnlijk geheel weg zijn.
De Oldenburger kof rertuna, Kapitein Riet, van Cockenzie naar Elsfleth
Ia, volgens een brief van Delfzijl, van den 2osten dezer, na de masten ge*
kapt te hebben, op de hoogte van Borknm, in 12 vadem water, gezonken.
De eqüipagie ia gered en te Delfzijl aangebragt.
Het schip Jantina, Kapitein Kramervan Wismar naar Aberdeen, is den
rfiden, na een man der eqüipagie verloren te hebben, in de nabijheid van
Nes op Ameland gestrand, en zal geheel weg zijn; de eqüipagie is gered
en vin de vleet zoo veel mogelijk geborgen.
Den iöden is, op het Nóordeinde van het eiland Nordeney, gestrand de
Nederlandsche kof Sietskina, Kapitein J. J. Kortrjk, van Riga naar Gronin-
gen bestemd. De eqüipagie, bestaande uk den Kapitein, stuurman, kok
en een matroos, zijn aan wal gebragt, waarna eerstgenoemde terstond is
overleden. Een gedeelte der vloot, zoo mede de scheepspapieren zijn ge
borgen; het schip is lek, en in de kajuit staat circa 2 voet water; men zou
verder de lading trachten te bergen.
Het schip Diana, Kapitein Pieper, van Catingzyl naar Amsterdam', is in
•6 NOVEMBER.
detïMiachr van den 15 op den léden dezer-bij Baltrum gestranden onderste
boven liggende, te Norden binnengebragt. De eqüipagie is vermoedelijk
omgekomen; van de lading zal ongeveer 8 last raapzaad geborgen kunnen worden.
Het schip BrandenburgKapitein Gottschalkvan Amsterdam naar Rostok,
is den 9den dezer op Bussemarke gestrand en lek geworden; de eqüipagie
is gered en de inventaris geborgen.
Aangaande het stranden te Petten op den i^den van de uit Suriname naar
'Amsterdam bestemde kof Harmoniewordt nog gemeld dat na het raislukkea
der pogingen van de bemanning der reddingboot om het wrak te naderen,
waarbij die boot door de vreesseliike baFen met zoodanige kracht naar het
strand werd teruggeworpen, dac dezelve een gat in den bodem bekwam,
het meer en meer toenemend* gevaar en angscgeschrei der schipbreukelingen
eenen man deed te voorschijn treden, die met een touw om het lijf gebon
den, gansch alleen onderneemt het schip te.naceren, hetgeen hem na on
beschrijfelijke inspanning, in zooverre gelukt, dat hem een touw van boörd
konde worden toegeworpen hetwelk hij na vele vruchtelooze pogingen
week te grijpen en vervolgens geheel afgemat naar het strand terugkeert.
Daar gekomen, wordt het touw aan de reddingbooc gehecht en deze, waarin
zich de schippers Siewettscn en Timmerman hadden begeven, door de schip,
breukelingen naar het reddelooze schip getrokken. Op deze werd de man.
schap gered, waarbij echter de laatste man over boord viel, doch doof
de beidé bootslieden voor eenen wissen dood werd behoed. De man,
die de gemeenschap tusschen het strand en het schip heeft dnargesreld, is
de te Petten woonachtige echtgenoot en vader Pieter den Hertog. Met zijne
edele daad geluk gewenschc wordende, antwoordde hij: „Het is mijn pligt;
Goddank, dac ik mijn oogmerk mogt bereiken."
- Zijne Maj. is den 23sten te Tilburg aangekomen en mee vreugdebe.
wijzen ontvangen. Zijne Maj. heeft de nieuw te bouwen kasernewelke
reed^ onder het dak isen Hoogstdeszelfs landhoeven gaan bezigtigen. Zijne
Maj.. zou aldaar 3 of 4 dagen vertoeven.
KdNSTANTiNOPEL, den 3 November. De Porie heeft de krijgstoérnstin.
gen,1 waarvan in den laststen tijd veel spraak is geweest en die nog voort,
duren, daarmede willen verdedigen, dat men gevaarlijke verbindtemssen der
Christen-onderdanen van Z. H. op het spoor was gekomen, en dat men uit de
houding en de tegenwoordige handelwijs van Griekenland gegronde bezorgd
heid voor de voortdurende behouding des vredes in het Oosten koesterde,
Tén gevolge dezer verklaring deed de Reis-Effendi, Rifaat-Pachaaan de
vertegenwoordigers der Mogendheden, wélke het Londenscb rractaat van
Julij 1827, ten aanzien van Griekenland onderteekend hadden, de uicnoodi.
ging tot eene conferentie, welke ook den 2psten October tusschen de Turk-
sche Ministers en de Gezanten van Frankrijk, Grooc-Britunmë en Rusland
plaats vond. Hier zou Rifaat-Pacha aan de Conferentie het bezwaar der
Porte tegen Griekenland voorgelegd hebben, hetwelk in een tamenlijk ver
bolgen toon vervat, uit 7 punten bestaan zon. De voornaamste aanklagten
zouden betrekking hebben öp de behandeling van de Grieltsche overheid
ten aanzien van Tnrksche onderdanen, op de ongemotiveerde weigering ter
onderteekenlng van het vóór kort gesloten handelstrtcisat, op het streven
van Griekenland, om niet alleen, tot groote afbreuk van Tnrkyezijne be.
volking te vermeerderen 'maar obk zijne grenzen uit te breiden, eindelijk op
de handelwijze van Griekenland in den laatsien Candioti chen opstand,
De Porte zou onwedersprekelijke bewijzen bezitten om bet een en ander
te sthven.
De in ongenade gevallen en tot ballingschap verwezen Groot-Vizier
Chosreig-Pacha, had van den Sultan verlof bekomenom naar Konstantinopel
weder te keeren en het overige zijner dagen op een zijner landgoederen
door te brengen.
Zoo men een schrijven uit Alexandria van 26 October gelooven wil,
zou Mehemed-Ali bet door hem in Syrië geleden geldelijk verlies zich alzoo
willen vergoeden, dat hij een groot deel op de soldij van officieren en aol.
datéri inhoudt.
RUSLAND.
Zijne Maj. de Keizer heeft besloten de zoogenaamde Russische Akade.
mie met die der Wetenschappen te vereenigen. Deze laatstgenoemde zal
daarom bestaan uit drie afdeelingen; de eerste is besterad voor natuurkun
dige- en meetkundige wetenschappen, de tw.ede voor de Russische taai
en letterkunde, de 3devoor de geschiedkuddige wetenschappen en taalkunde.
Den I3den was de Engelsche Gezant aan het Petersburgsche Hof,
Lord Siewart de Rotksayaldaar gearriveerd.
DUITSCHLAND.
Den i8den heeft de begrafenis van wijle Hare Maj. de Koningin-Weduwe
van Beijeren met veel plegtigheid plaats gehad. HH. MM. de Koningen
van Beijeren en Pruissen, HH. KK. HH. de Kroonprins en prins Karet
van Beijeren, Z. H, de Erf-Groothertog van Hessen en het geheele Corps
Diplomatique volgden den lijkwagen.
Den roden dezer, den geboortedag van Martin Luther, is re Erfurt
de eerste steen gelegd voor het, op last des Konings van Pruissen, nieuw te
bouwen dusgenoemd Lutherhuis.
Het te Freiburg in Zwitserland gevestigde instituut der Jesuiren trekc
bij voortduring zeer veel jongelingen van de beste standen uit Europa,
vooral uit Duitschland, Frankruk, Italië en Belgie; er bevinden zich ook
Engelschen en Spanjaarden.
De Pruissische Staats-Courant behelst de volgende mededeeling,nopens
de reeds meermalen vermelde vestiging van een Evangelisch Bisdom iu Pa.
laestina:
Algemeene deelneming verwekt de uitkomst der, van den kant van Pruissen
gevoerde onderhandelingen, om voor de Evangelische Christenen der Dnit-
sche natie, in het Tnrksche Rijk en met name in Palaestina en Syrië,
dezelfde voordeeien te erlangen, die de leden der Latijnsche en de Griek,
sche kerk aldaar genieten. Die uitkomst is inderdaad een zoo belangrijk
punt in de nieuwere geschiedenis, dat het wenschelijk schijnt door eene
eenvoudige blootlegging der aanleiding tot en der oogmerken van de onder
handelingen alle misverstand dienaangaande weg te nemen of te voorkomen.
De eendragt der groote Mogendheden van Europa, waaraan het Tnrksche
Rijk 'zijne zelfstandigheid en de wereld den vrede te danken heeft, leverde
eene gelegenheid opom bet lot der Duitsche Evangelische Christenen in