Uit Home meldt men van den 30 October» dat de zending van den heer van l/eeekeren door de Nederlahdsche Regering naar Napels, om de belangen der Hoilandsche kooplieden bij het failllsemenc, der Tavolibe delta Pugtia, ter wier behoeve de NapelSche Regering het van de Ncderlandsche kapitalisten opgenomen kapitaal en interest verzekerd had, waar te hemen niets heeft kunnen uitwerken en hijna een verblijf van vijf maanden, éven ais de Belgische Agent, onverrigter zake is moeten vertrekken, GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 10 November. Gisteren morgen omstreeks 11 ure is Hare Maj. de Koningin van eenen Zoon bevallen, welke heugelijke gebeurtenis dadelijk door het geschut aan het volk bekend gemaakt zijnde, eene alge. ineene vreugde heeft te weeg gebragt. Hare Maj. en de jonggeborene zijn keer welvarende. Hij zal waarschijnlijk den titel verkrijgen van Prins van tFallis, (wegens zijne geboorte is hij Hertog van Cornwallis~)denkelijk ionder den naam van F.duard. Tep gevolge van deze geboorte zullen er onderscheidene bevorderingen tilaais hebben; Zoo is het gebruikelijk, dat de Lord-Major van Londen tot den adelstand verheven wordt, doch daar juist dien dag de Lord-Major Johnson zijpen post aan den verkozenen Pierie overdroeg en deze geïnstal leerd wérd, wordt het waarschijnlijk, dat beiden die eer zal te beurt vallen; ook zal diezelfde eer geschieden aan den Lord-Major van Dublin, O Connelly hetgeen de Torys hevig tegen den borst is. Daar buitendien de installatie van den nieuwen Lord-Major in Londen reeds een feestdag is, werd dit feest natuurlijk zeer verhoogd door de algemeene blijdschap, die er heerschte. Op den maaltijd, bij die gelegenheid gegeven bevonden zich ook de Ministers en de vreemde Gezanten. De eerste heil. dronk was aan Hare M»j., de tweede aan den jongen Prins, den vermoede. Ijjkeq opvolger van den Britachen troon, gewijd. De Lord-Major bragt daarna toasten aan den eersten Minister, en aan de vreemde Gezanten. Graaf St. Aulaire beantwoordde zulks in het Fransch, en zeide dat niet slechts Frankrijk gevoelens van vriendschap en genegenheid jegens Engeland koeaterde, maar ook het Koninglijke Fransche geslacht voor dat van dit rijk. Hij hoopte dan ook, dat de gebeurtenissen van dezen dag niet zonder invloed zonden zijn tot bewaring en verzekering van dien vrede der wereld, die door ieder weldenkende, van wac land ook, zoo zeer ver. langd wordt. Sir R. Peet hierop een toast instellende voor den nieuwen Lora-Major, herinnerde hoe de dag, waarop zijne optreding plaats had, nu voor altijd gedenkwaardig zou zijn in de de jaarboeken der Britsche geschiedenis, daar op denzelven het huisselijk geluk der Koningin was volmaakt geworden en een vermoedelijke erfgenaam geschonken aan den Britschen troon, waarover slechts dén kreet van vreugde in dit magtige Rijk opg'mg. Het was thans duidelijk, dat, welke geschillen in het staatkundige velen in dat Rijk ver deeld hielden, welke botsingen van partijen voortvloeiden nit de werking van eene vrije en populaire regering, allen als één man vereenigd waren in de gevoelens van verkleefdheid voor het Koningschap dezes lands. De dag van heden was dan ooit een gunstig voorteeken voor de vrijheid en burger- grootheid in dit land. Hij smeekte van deri Hemel, dat deze op het hoofd des jonggeboren troonopvolgers de zegeningen zou doen nederdalendie een gansch volk voor denzelven inriep; en dat hij waard zou worden den troon te vervullen van dit vereenigd Koningrijk, de staatsregeling te beschermen, en de regten en het geluk van een vrij en edelaardig volk te bevorderen. Genoemde maaltijd behoefde in pracht, keur en overvloed van spijzen voor vroegere dergelijken niet onder te doen* 250 terrines met echte schild pad-soep, elk van vijf pinten, openden het maal; gevogelte van allerlei aard zag men in evenredigheid, bepaaldelijk 80 phaisanten, 24 ganzen, 40 schalen met patrijzen, 46 met kapoenen, enz., 50 blancraangers40 schalen met taarten, enz., enz.; het dessert bestond onder anderen uit 100 ananas, sen, 200 korfjes druiven, 50 met appelen, 100 met peeren, 60 versierde savoijsche gebakken 75 schalen, met gember, 60 met andere gebakken, 46 met kersen op brandewijn. De nieuwe Gouverneur van Indië, Lord Etlenboroughis den 8sten naar zijne bestemming vertrokken. Men verzekert thar.s van goederhand, dat de nieuwe Engelsche Ge volmagttgde in China, Sir Henry Pottingerin last beeft, om als groDdsla- gen van een te sluiten vredesverdrag te eischen: I®. Het openen van alle Chinesche havens op de Oostelijke kusten voor alle Europesche natiën zonder onderscheid, die vrijelijk zullen mogen handel drijven en alleen aan een gematigd inkomend en uitgaand regc onderworpen sullen zijn. 2°. De afschaffing van het monopolie der Hong-kooplleden. 3®. De benoeming van een Engelsch Ambassadeur bij het Hof van Peking. 4®. Schadeloosstelling der Engelsche kooplieden voor het door het ver nielen vsn de opium en het stremmen van den handel geleden verlies. F R A N K R IJ K. Parijs, den 12 November. Volgens een berlgt uit Tonlon, zonden al de zeelieden der vloot, die 36 maanden dienst hebben, ontslagen zyn, zoo dat er linieschepen zijn, die meer dan 300 matrozen verliezen. Uit Oran wordt gemelddat de Arabieren weder eene gunstige gelegenheid hebben waargenomen, om een paar donars, in de nabijheid dier stad, te over. vallen en uit te plunderen. 7.ij hebben zich daarbij van een vijftigtal vrou yven en kinderen meester gemaakt, en dezelve met zoo veel spoed wegge voerd, dat al de aangewende pogingen, om hen te achterhalen, vruchteloos s|jo geweest. Men scheen in Oran zeer verlangend naar eenig berigt van de Generaals Bugeaui en Lamoricilre, welke naar den kant van Mascare waren getrokken, en welke, sedert verscheidene dagen, niets van zich hadden laten hooren. Men vermoedde, dat zich stroopende benden van Arabieren op de lijn van gemeenschap hadden geplaatst en dezelve daardoor hadden afgesneden. Men meende wel, dat het den Franschen, bij hunnen terugkeer, niet moeijelijk zoude vallen, die lieden weder te verjagen; doch men wenschte teer dienaangaande eenlge inlichting te ontvangen. Men heeft berlgten uit Algiers ontvangen van den 20 October, en uit Contramine van den 22 dier maand. Uit eerstgenoemde plaats wordt gemeld dat een paar krijgstogten, om de bezetting van Medeah van het noodige te voorzien, naar wensch zijn geinkt. Deze togten hebben echter weder ge wapenderhand moeten worden ondernomen, en bij den iaatsten heeft nog een scherp gevecht plaats gehad, in hetwelk de Arabieren met verlies zijn afgeslagen, doch waarbij de Franschen ook weder eenig volk hebben verloren. B E L G I E. Men verneemt nog niets naders aangaande het ontdekte complotallen de gevangen genomenen blijven steeds buiten toegang, en zelfs worden de spijzen, hun van buiten toekomende, naauwkeurig onderzocht, eer dezelve bun gegeven worden. Er worden van tijd tot tijd nog eenige personen gearresteerd, onder de meer bekenden behoort de beruchte Kessels, die eenmaal met een walvisch- geraamte heeft rondgereisd en bjj de revolutie het hoofd van een corps vrijwilligers geworden is, Den 8sten is uit Ostende naar Zuid-Amerika vertrokken de Commissie, belast om te Vera-Paz het benoodigd onderzoek te doen, ten einde aldaar eene volkplanting te stichten. De Colonel de Pujdt is een der voornaamste leden dier Commissie, over welker zending zeer verschillend geoordeeld wordt, daar sommigen dezelve bespotten, doch andere hopen, dat daardoor een weg geopend worde tot plaatsing der fabrijk-goederen. PROMOTiÊ aan dt LËYDSCHE i! G C tt L Och 22 Novemberde Heer R. T.. F. A. VaiLlant, van Suriname in de ttcétérii na hei verdedigen zijnet Dissertatie: de Parlibtis a Republics Baraya inbfcrl Baltiio Ab anno 1655 UsfJüekjt'd nnnuAi 16óo Aciis. MENGELINGEN. DE HOOFDKERK VAN PALERMO. Sicilië, het oude Trinacril, dit eiland, waarvan het zeldzame de aandacht der reizigers had moeten boeijen, is nog weinig bekend. De mode wil, dat men de voetsporen drukke van hen, die ons voorgegaan zijn; het is te Ni pels, Venetië, Rome, dat rr.en wil zijn; men veronachtzaamt die overbM* selen der Moorsche, Grieksche en Romeinsche bouwkunde, waarin Sicilië zoo rijk is, overblijfselen tusschen de rotsen verspreid, welke door toeval len der natuur zijn omvergeworpen en door die schoone wateren weërge. kaast wordende, waarvan de heerlijke biaauwe tint te vergeefs elders ge. zocht wordt. Al de meesters der beschaving, Romeinen, Castilianen, Mu. zeimannen, EngelsChen, Franschen, zijn beurtelings ddér het leven komen genieten, en hebben er de zuilen hunner paleizen en de banken hunner too- neelen achtergelaten. Het is een geheel buitengewoon land, vreemd aart alle bekende wetcen, vol grillen, beurtelings beschaafd en woest, niet an. ders dan door voorbeelden en verhalen te schetsen. In de hoogere klassen zijn de luimen soms even vreemd als onscnuldig. Ik spreek niet van den Prins van Patagonia, die miliioenen beefd besteed, om karikaturen te doen beitelen; hij is te bekend; Cöthe en mevrouw de Stalt hebben zijne dwaas heid te zeer bespot, dan dat men zich zijnen naam niet zonde herinneren. Op korten afstand van deze zoo uitgestrekte en slecht aangelegde bezitting, welke men de Palagoniaansche dwaasheid noemt, bevindt zich een ander park, eigendom van den Prins van Butera, voorheen gevolmagtigde van Si cilië bij het hof van Frankrijk. Deze Prins is het, die in zijne tuinen een klooster heeft doen bouwen, hetwelk door monniken van waa wordt bewoond. Men ziet er de goede vaders In de gangen eren, op de zolders en in de kel ders drinken, op de plaatsen vechten, zoete woorden aan meisjes vertellen, dobbelen, In één woord alles verrigten wat een monnik met doen moest. De roovers, waarnede Anna Radcliff' hare werken gestoffeerd heeft, vindt men bij eiken stap in Sicilië weder. Deszelfs kusten zijn met kapers be. zaaid; deszelfs oude kloosters zijn aan monniken overgegeven, waarover nid. mand het gezag voert, en waarin de grootste gruweldaden straffeloos wordeii gepleegd. Over het algemeen is het volk niet spaarzaam met mensehenhloed. Men herinnert zich nog den moord van 350 Franschen, die, in s8óo vart Egypte terug komende, door storm op de kust werden geworpenIn de omstreken van Augusta. Het was eene herhaling der Siciliiansche Vesper, en het Gouvernement van Napels liet deze misdaad ODgestraft, daar het moeijelijk zonde geweest zijn, de daders op te sporen, omdat de geheele bevolking er deel aan genomen had. Dikwijls gebeurt bet, dat eene bende roovers zich gewapenderhand van een of ander klooster in de bergen meestef maakt, dan worden alle bewoners zonder medelijden omgebragt, en de schat ten geplunderd, welke de geloovigen soms daar in bewaring geven. Wij zullen van de Chiesa Madre of hoofdkerk van Palermo spreken. Deze kerk op verschillende tijdstippen hersteld, werd in n8o door Walter Ofa initio, Bisschop van Palermo, gebouwd. Het bovenste gedeelte der ramen, welke zich aan de zuidkanc bevinden, behoort tot de Saraceensche school, en aan den oostkant zijn de versierselen van Noordsche orde. Eenige nog zigtbare inschrijvingen, bewijzen, dat de zuidelijke ingang, in 1426 voltooid werd, en dat de zuilengang daarbij gevoegd is door Simon van Bologna, in 1450. Dit schoone stak bestaat uit kolommen, waarvan de kapiceelen door bewerkte bladen en bogen, in den Griekschen en Saraceenschen stijl, ge. vormd worden. Op een der pilaren leesc men eene zinsnede uit den Koran in Coptische letters. De algemeene it|jl van het gebouw is Gothisehert hoewel het in zekere deelen nog te wenscheu overlaat, kan men het als een der schoonste gedenkstukken der 12de eenw aanzien. Uitwendig ziet men de vreemde vereeniging van een Italiaansch koepeldak in den nieuwen stijl, en van met kanteelen voorziene torens uit de middeleeuwen. Inwendig wo.de het schip door vier en tachtig kolommen van Oostersch graniet ondersteund: de kapellen van het Heilige Sacrament en van hec Kruis, die der Madona en van de heilige Rosalia zijn aiet prachtige versierselen verrijkt, en de gewei, ven zijn aan alle kanten met fresco-schilderwerken overdekt. De kerk bevat de graven van verscheidene Normandische Koningen. Deze graventen getaie van vier, en gelijk in vorm, zijn In een der zijdelingsche kapellen geplaatst. Twee zijn van wit marmer met mozalk ingelegd; de twee overt, gen zijn van rood porphyren derzelver grootte is aanzienlijk. De marme. ren graven bevatten de overblijfselen van Graaf Roger en zijne dochter Con stance die van porphyr bevatten de overblijselen van Frederik II en deizelf» vader. In 1342 opende men het graf van Keizer Frederlk en men vondt het lijk van dien Vorst, gewikkeld in het kleed dat Keizer Otto IF hem in 1211 ten geschenke gaf. In 1781 opende men het gedenkteeken ten tweeden mala en men vondt het lijk volkomen bewaard; hec was voorzien van hec Keizer lijk gewaad, dac met goud, borduursels en parelen prijkte. DE EUROPEANEN IN EGYPTE, door D. CLOT BET. Men geeft In geheel het Oosten den naam van Franken aan de onderdanen der verschillende Chrlsten-natlenaan al die de Enropeaansche kleeding dragen. Hec getal Franken in Egypte beloopt ongeveer zes duizend. Er zijn onder de Frankische bevolking onderscheidene categorien, geheel verschillende groepen uitmakende, waarvan ik achtereenvolgend spreken zal. De eerste is die, welke de Consuls, hunne Kanselieren en de verschillende officieren tot de consulaten behoorende, uicmaken; deze klasse wordt bet meest door de inboorlingen geëerd. Er zijn in Egypte Consuls-Generaal, welke te Alexandrie resideren; de verschillende Mogendheden door dignitarissen van dezen rang vertegen, woordigd wordende, zijn: Frankrijk, Rusland, Oostenrijk, EngelandPrui sen, Spanje, Zweden, Sardinië, de Nederlanden, Belgie, Denemarken en Toskanen. Deze hooge ambtenaren hebben de wapens hunner verschillende gouver nementen op de deuren hunner hotels, aan de punc van eenen mast boven hunne huizen wappert de nationale vlag. Kaïro heeft Vice-Consuls. De voornaamste Mogendheden hebben ca Damiate, Rosette, Suëz, Kenneh en Kosseyr agenten, gewoonlijk onderdo Christenen van hec land verkozen. De Consuls hebben in de Levant eene andete zending dan in Europa te vervullen. Ten tijde toen de voorwaarden, welke onze betrekkingen mee het Turksche Rijk beheeren, gesloten zijn geworden., was er een zoodanig verschil tnsschen de zeden en instellingen der Turken en die van andere Europesche natiën, dac het noodig werd de Franken aan speciale reglemen. ten te onderwerpen, de attributen der Consuls uit te breiden, hun aanzienlij ker voorregten te geven, er opperhoofden hunnerlandgenooten van temaken, belast om onder hen op de uicvoering der wetten van de hoofdstad te waken gehouden daarenboven otn hen met meer zorg en ijver dau elders te be schermen; want de barbaarschheid der Turken onderwierp hen in dien tijd aan herhaalde knevelarijen, om welke tegen te gaan de Consuls onophoude-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 3