tiHarsgraaf, Jhr. van Hoorn ven BurghGeneraal Trip, Graaf van Limburg Stirum NoordwijkJunius van Htmert en Verwe; Mc;an. Kort daarna wordt de Minister van Binnenlandsche Zaken, die zich op tie gewone statelijke wijze naar de vergaderplaats der Scaten-Generaal heeft hegeven, de zaal binnengeleid. Zijne Excellentie plaatst zich voor den troon en houdt daar de navol gende aanspraak „Edel Mogende Heseen! De zitting der Staten-Generaal, welke heden eindigt, zal eene belangrijke bladzijde in de geschiedrollea des Vaderlands beslaan. Zij werd geopend weinige weken na de herziening der grondwet, weinige dagen nadat 'de grijze Vorst, die meer dan een vierde eener eeuw regeerde, vrijwillig afstand van de kroon deed, en die aan onzen booggeschatcen Ko ning overdroeg. Geroepen tfit de plegtige inhuldiging van den Koning in de hoofdstad des Rijks, hebbeu U Edel Mogenden toen gezworen de regten Zijner kroon te zullen bewaren en onderhouden, en den eed ontvangen, dat de Koning overeenkomstig de wetten en belangen des lands zoude regeren. De veelvuldige werkzaamheden, welke daarna, gedurende deze zitting, ten einde werden gebragtvorderden uwe medewerking gedurende den ge. heelen jaarkring; dezelve levert!een treffend voorbeeld van de wederkeerige neiging om de belangen des Vaderlands door vereende krachten te bevor. deren. De Regering gevoelde de behoefte om harerzijds bewijzen van vertrou- wen aan de vertegenwoordiging te geven; de Staten-Generaal hebben dit gewaardeerd, door hunne moeitevolle taak met kalmte en naiuwgezetten ijver te vervullen; hierdoor wordt de mogelijkheid geboren, om bet druk. kende van omstandigheden, welke niet meer onder het bereik der regering liggen, zoo veel mogelijk in de gevolgen, te lenigen. De financiële toestand des Rijks werd zonder eenig voorbehoud opengelegd. Eene financiële instelling, waartegen men gestadig zwaarwigtige beden, kingen opperdewerd opgeheven. Vele en belangrijke wetten werden tot stand gebragt. Behalve de voorziening in de dienst van dit loopende jaar, werd voor het eerst eene tweejarige begrooting, met uitzondering van één hoofdstuk, goedgekeurd. Nieuwe waarborgen voor het naauwgezet beheer der financiën zijn door eene meer afdoende wet voor de Algemeene Rekenkamer gegeven. De middelen tot voorziening in den achterstand zijn aangewezen. Door den overgang van de uitgestelde in werkelijke schuld is er, met het uitzigc op besparing en schuldvermindering meer eenvoudigheid ea duidelijkheid in de staatsschuld gebragt. Belastingswetten zijn herzien, of onder medewerking der Staten-Generaal tot eene gewenschte wijziging voorbereid. Onderscheidene andere wetten, als; op de onteigening, de consignatiën, de heemraadschappen, de koloniën van weldadigheid, enz., kwamen toe stsnd. Het is de ernstige wil der Regering, om, op den ingeslagen weg voort, gaande, in de eerstvolgende zitting nog onderscheidene uieuwe ontwerpen, tct vereere voorziening in bestaande behoeften, ter tafel van U Edel Mo. genden te bretlgen. Het onderzoek zal worden voortgezet, iu hoeverre men, door meerdere vereenvoudiging en bezuiniging, de middelen en behoeften van den Staat, meer afdoende, in eene wenschelijke overeenstemming kan brengen. Bij het eindigen van uwe taak is het eene screeiende zelfvoldoening de belangen des lande op eene waardige wijze te hebben voorgestaan; God geve, dat de Regering en de Staten-Generaal steeds eendrachtig hun ge. cieeiischappelijk doel tra.chten te bereiken. In mam des Konings, verklaar tk deze gewone zitting der Staten-Gene. raai zijn gesloten." Daarna gaat de vergadering uiteen. Bij de aanstaande opening van de gewone zitting der Staten-Generaa! van z84;>842, op aanstaanden Maandag, acht men het niet onbelangrijk mede te Ceelen de volgende lijst der leden waaruit de Tweede Kamer gedu. rende de aanstaande zitting zal zijn zamengesteld. Voor de leden, die in de laatste zitting geen deel der Kamer uitmaaKten, is een geplaatst. Jaren van aftred. 1843. Mr. J. Corver Hooft, Noord-Braëand. Jaren van aftred, 1842. Mr. P. Gouverneur. Jhr. Mr. P. A. van Meeuwen. 1843. J* D. Baron van Tuyll van Se- rooskerken van Heeze en Leende. Mr. R. P. Romme. 1S44. Mr. J. L.'A. Luyben. Mr. A. J. Ingenhouse. Mr. J. A. Mutsaers. Gelderland. 1842. Mr. M. J. de Man. Mr. H. J. Dyckmeester. 1843. J. A. C. Baron van Nagell tot Ampsen. Jhr. Mr. J.F. T. Nedermeijer, Ridder van Rosenthal. 1844. E. W. van Dam van Isselr. Jhi. Mr. W. L. F. C. van Rappard. Zuid-Holland, 1842. Mr, W. J. Junius van Hemert, Mr. F. Frets, H. Baron Collot d'EsCUry van Heinenoord. Jhr. O. Repelaer vail Mole naarsgraaf. Mr. J. G. van Nes. Mr. G. W. Verwey-Mejan. Mr. L. C. Luzac. Jhr. J. C. R, van Hoorn van Burgh. Jhr. Mr. D, T, Gevers. Mr. M. A. WijnaeDdts, 1844. Jhr. A. van RijckevorselHzn. Mr. P. C. Schooneveld. Noord-Holland. 1842. Jhr. Mr. D. Hooft, Hzn. F. C. W. Druyvestein. Mr. J. Enschedé, 1843. 1842. 1843. 1844. J. H. Graaf vin Rechteren tot Appeltern.' Groningen. 1842. Mr. C. Star Busman. 1843. Mr. J. Gockinga. Jh. Mr. J. E. van Panhnys. 1844. Mr. H. J. H. Modderman. Drenthe. 1844. Mr. G. Kniphorst. Hertogdom Limburg. 1842. Jhr. A. H. T. Michiels van Verduynen, 1843. J. J. F. M. M. Cornelie, 1843. Mr. A. W. Huydekoper. 1844. *M. P. J. F. Petit. Uit deze iyst blijktdat er zeven nieuwe leden der Kamer, in de aan. staande zitting zullen ootreden, ais; Noord-Braband: Mr. A. J. Ingenhouse, ter vervanging van Jh. Mr. P. E. de la Court; Mr. J. A. Mutsaers, ter vervanging van Mr. J. B, H. van de Mortel, CelderLand jhr. Mr. J. F. T. Nedermeijer, Ridder van Rosenthal, ter vervanging ran W. H. Baron Schimmelpenninck van der Oije van -de Poli. Zuid-Holland; 1844. Jhr. Mr. A. Warin. Jhr. Mr. H. Backer. Mr. P. van Akerlaken. Mr. H. A, H. van Bleiswijk. Mr. J. J. Uytwerff Sterling. Zeeland. 1842. Mr. J. G. Hmlopen. 1843. Mr. J. de Backer. 1844. Mr. J. Snouck Hurgronje. Utrecht. 1842. J. van den Velden. 1843. Mr, J. K. Baron van Goltstein. 1844. W. R. Baion van Heekeren van Brandsenburg. Vriesland. C. Binkes. Mr. S. van Weideren' Rengers. Mr. T. S. Tromp. 1844. Mr. N. van Heloma. Mr. W. B. Buma. Overijssel. 1842. Mr. G. J. Bruce. Mr. A. Sandberg. 1843. Mr. R. S. van der Gronden. Noord-Holland: Limburg: Jhr. A. van Rijcfeenvorsel Hzn. ter vervanging t Jhr. Mr. G. Beelaerts van Blokland. Mr. P. C. Schooneveld ter vervanging van Jhr. R M. W. de Jonge van Campens Nieuwbnd. Mr. J. J. Uytwerff Sterling ter vervanging van Ik Mr. G. Clifford. M. P. J. F. Petit ter vervanging van Jhr, P. A.'s Kerens. Zijne Maj. heeft de heeren Mr. S. P. Lipman en K van HallIe Amsterdam, benoemd tot Ridders der orde van den Nederlandschei] Leeuv Den I4den dezer is op het Loo aangekomen, met eene zending vtj Zijne Maj. Koning Willem 11 belast bij Zijne Maj. Koning Willem Freicrft Graaf van Nassaude Baron van DoornVice-President van den Raad van State*' Door der. Gouverneur van de provincie Zuid-Holland is bekend maakt, dat de inspectiën der milicienswelke zich met onbepaald verlofj,' Zuid-Holland bevinden zullen plaats hebben in de maanden: November 1841 FebruarijMei en Augustus 1842, en wel onder anderen: te Rotterdam' op Donderdag en Vrijdag, den n en ia November, 's morgens ten 8 ut'l te Leiden, Dingsdag,9 November,'s morgens ten 10 ure; te's GravenhagJ Vrijdag, 5 November's morgens ten 10 ure; te Delft, Vrijdag, 12 Nove^ ber, 's morgens ten 11 ure, enz. Naar men verneemt, is de vroeger gesloten werving van gewon vrijwilligers en overgang van miliciens bij de staande armee bij hetj regimet rijdende artillerie en corps pontonniers, weder opengesteld. De heer Stift is van zijne reis naar Duitschland teruggekomen, en heel de directie oer kanselarij voor de Luxembnrgsche zaken, in welke funci: hij door den heer Fabricius tijdelijk was vervangen, wederom aanvaard. Uit Amsterdam meldt men van den I5den dezer: Gisteren middag heeft de waardige Voorzitter van de Nederiandsche Hart. del-Maatschappij, de heer van der Houven, ten gevolge der menigvuldige hiertoe bij denzelven gedane aanzoeken, ter beurse verklaard, in deze zijne betrekking tot op ultimo December 1842 te zullen verblijven. Door den Raad van Administratie der Hollandsche IJzeren Spoorweg- Maatscbappij, is beden, volgens daarvan in der tijd gedane aankondiging, aanbesteed geworden: i°. Het maken van een gedeelte Aardenbaan, behoo- rende tot de 2de sectie van den IJzeren Spoorweg van Amsterdam naar Rot terdam, en strekkende van de Brug over de Trekvaart bjj den Vogelenzang, tot bezuiden de Hi/legomnter Beek, met de daarin gelegene Bruggen, Dui kers en verdere Werken; en is zulks gegund aan den heer P, Visser, voor eene som van ƒ56,000. 2°. Het maken van eene Brug-met 5 openingen over de Warmonger Leedein de nabijheid van het Warmonder Hekten dienste van den IJzeren Spoorweg van Amsterdam naar Rotterdam, en 1 s ditl werk toegekend aan den heer Faulus Langeveldvoor 44 600. Te Nijmegen is den I4den dezer aangekomen en den volgenden dag van daar naar 's Gravenhage vertrokken Z. D. H. de Hertog Bernhard van Saksen-Weimarvan zjjne buitenlandsche reis terugkeerende. Uit Groningen meldt men van den i4den: Heden heeft de hooggeleerde heer J, Baert de la Faille het Rectoraat dezer Hoogeschool overgedragen aan den hoogleeraar J. W. Ermerins, met het houden eener plegtige redevoering: zijnde eene disquisitio r.utn generi humano major vitae cultus si: causa perpetuo increscer.tis debilitatis et degene rationis tam corporis quam mentisan vero genus huir.anum per ipsum ilium cultum hue usque progressum fueriten in poster um ulterius sit progressurum. Dit is: een onderzoek of de greotere beschaving van het menschelijk geslacht de oorzaak zij van gedurig toenemende verzwakking en ontaarding naar ziel en ligchaamdan of hetzelve door die beschaving gedurig meer is vooruitgegaan en nog verder vooruitgaan zal. Gouden medailles zijn uitgereikt aan de hee. ren L. A. Cohen, Student in de Med cijnen, J. Bcelcns, Candidaat in de Let. teren, A. Diemont, Candidaat in de Godgeleerdheid te Groningen en M. de Vries Candidaat in de Letteren te Leiden, voor derzelver beantwoerde prijs* vragen. Des avonds hebben HH. Studenten serenade bij fakkellicht ge. houden. Tot aanwijzing, hoezeer de bevolking der provincie Dremhe sedert het jaar. 1821 is toegenomen, strakke de vermelding, dat de bevolking in dat jaar bedroeg 49,715, in 1831 «3.977 en in 1841 74,081. Wat de stad Assen betreft, benep het getal inwoners in 1821 1,426, in 1831 2,237 en in 1841 3,1 ld, Nopens den uitslag van den oogst in de provincie Drenthe, verneemt men, dat het rogge-verbouw, het voornaamste product van den Drentschen landman, in verhouding met het stroo, hetwelk beneden het middelmatige is, eene zeer goede qumtiteic zaad heeft opgeleverd, doch dat de quilitetc van hetzelve zeer slecht is; men hoorde evenwel niet veel klagten over het moederkoren. De boekweit is over het algemeen zeer slecht en in hoe. veelheid en in hoedanigheid, zoowel op zand- als veengronden. Haver over het algemeen zeer goed, doch wordt weinig verbouwd. Honig on gunstig, bijna zonder voorbeeld. Hooi over het algemeen slecht gewas, sen en gewonnen; het nagras veel gunstiger. Men vreest ook, dat het natte saizoen eenen ongunstigen invloed op de schapen zsl uitoefenen. Den i3deu'is in een der zaagmolens buiten Middelburg brand door het onwedet ontstaan, en is dezelve geheel vernield. Het pand was voor brandschade verzekerd. CHINA. Onder de proclsmatienwelke de Engelsche bladen vermelden, als afge. vaardigd na het laatst bekend geworden gevecht van de Engelschen tegen de Chinezen, komt et ook een voor van den Chineschen Veldheer Teischan, neef van den Keizer. Hij erkent daarin, dat hij met de Barbaren in onder- handeling is getreden, alleen om hunne scheepsmagt van'Canton te verwij. deren. Hij zegt, of liever hij schrijft onwaarheid: „dat de Engelschen mee 16 linieschepen, 8 stoomschepen en 80 sloepen op eens verscnenen zijn. Zie hier eenige zinsneden uit zijn brief aan den Keizer: „Wij versterkten de stadwij formeerden een corps van 1000 dappere matrozen van Tokien en wij maakten branders gereed voor den aanval. Op den avond van den eersten dag van de vierde maan begon de groote strijd met de Barbaren aan net westerfort. Wij vielen hen met het kanon aan en verbranden 4 hunner sloepen. Twee hunner kanonnen werden onbruikbaaj geschoten en 2 masten hunner schepen vernield. Zij zouden de vlugi heb ben genomen en uw Minister deed ziine soldaten naderen, om hen nu te roeijen, toen zij op eens met 16 schepen, 8 stoomschepen en 80 sloepen verschenen. Onze soldaten waren vermoeid van het riachtgevech. zij had- den slechts een klein getal kanonnen, en in weerwil van de talrijke dechar ges, die zij deden, zoo was hec onmogelijk de schepen der Barbaren, uit hoofde van het groot aantal, te verdrijven. Hunne soldaten drongen in de forten en vielen de stad op 3 punten aan, om dezelve te plunderen. Hunne vuurpijlen werden in massa geworpen, hunne kogels bereikten de huizen en staken dezelve in brand. Onze soldaten hadden g> en schuilplaats; hunne kanonnen waren onbruikbaar; de kruidmagazijnen vra en gesprongen. Ik kan het getal der gedoode en gekwetste groot-officieren en soldaten niet opgeven. „Bij het inkomen van de stad, vonden wij duizenae personenschreij'ende en kermende. De wegen waren bedekt met menschendie om den vrede baden. U» Minister gevoelde op dit gezigt zijne ingewanden in beweging. Ik ging een onderhond met de Barbaren aan. „Zij zeiden mij, dat wij hun nog een millinen taels schuldig waren voor de opium, en zoo wij hun wilden betalen, zij zouden vertrekken. Ik sprak hun van de ontruiming van het grondgebied vaD Hong-Kong; zij antwoor. den mij, dat Keshen het hun had afgestaan. Ik heb in deze voorloopige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2