LEYDSCHE VRIJDAG, COURANT. 3 SEPTEMBER. NEDERLANDEN. O O S T - I N D I E. V •tEYDEN 2 September. Uit 's Gravenhage meldt men van den isten dezer: Zijne Maj. heeft benoemd tot controleur der directe belastingen, nit- en Ingaande regten en acctjnsen te Rotterdam den heer J, Marijt van Dijk, thans als zoodanig te Leiden. Het heeft Zijne Maj. behaagd, den me Luitenant van den generaien staf L. IV. Reyerinck, re vergunnen, het aannemen eu dragen der versier zelen van Ridder der oi^Je van den Witten Valk, hem door L. K. H. den Groothertog van Saxen (Veimar-Eisenach geschonken. Men meldt uit Rotterdam van i September: Gisteren is alhier van Antwerpen gearriveerd en in het Grand H6tel des Pays-Bas afgestapt de heer E. Halphen, Adjunct-Maire van Parijs, lid van den Raad voor het bestuur der Godshuizen, met eene zending van het Fransch Gouvernement, om den staat dier gestichten hier te lande op te nemen. Morgen vertrekt de heer Halphen naar *s Gravenhage. Uit Amsterdam meldt men van 31 Augustus: De Eerste Klasse van he. Koninglijk-Nederlandsche Jnstutune, heeft op heden in het hotel deszelven Institnuts hare dertiende openbare zitting ge houden, gepresideerd wordende door den Hoogleeraar fV. S. Swart, welke deze vergadering op eene zeer gepaste wijze opende, en bij zijne voordragt breedvoerige melding maakte van de verdiensten der beeren P. HJVanters, C. R. T. KraijenhojjjS. Stratingh Et., G. Olbers, J. F, Plume fib achP, Ast- ley Cooper, P. Curten en A. C. IV. Staring, welke alle, in verschillende betrekkingen van leden, geassocieerden of korrespondenten aan de eerste klasse verbonden, in den tijd van nu twee jaten aan die betrekkingen door den dood waren ontnomen. Hierna deed de Hoogleeraar G. Vrolik, Secretaris der klasse, mededeeling van de werkzaamheden der klasse gedurende het nu afgeloopen tijdvak, breed voerig vermeldende van die, welke op last van hec Gouvernement waren ondernomen; van den eigen en niet onbelangrijken arbeid harer leden, en eindelijk van hetgeen betrekking heeft tot de putboring op de Nieuwe Markt alhier en wegens de proefneming op het vermógen der olie iu zee- en an dcre gevaren. Vervolgens werd door den Secretaris nog berigt gegeven van den uitslag der prijsuitschrijving van den jare 1839, blijkende daaruit, dat de twee inge- Itomene verhandelingen, de eene op de vraag ten aanzien der waterbouw kunde, de andere op die betrekkelijk de kruidkunde, niet hadden kunnen worden bekroondwordende ten laatste nog de nieuwe prijsuitschrijving m.'degedeeld, welke wij nader in haar geheel zullen overnemen. P. J. Uijienbroek, Hoogleeraar te Leiden, plaatste zich nu op verzoek des Voorzitters aan de spreekplaats, van daar eene beknopte voorlezing do.-nde over dc magneetkracht der aarde, en wel bepaaldelijk over hare rigting en groette te Leiden en in eenige andere plaatsen van Nederland. De spreker, na kortelijk herinnerd te hebben, met wat ijver en belang, srelllng de natuurkundigen, op aansporing van von Humboldt en Gauts, Uit onderwerp in het algemeen behinaelen, heeft een eenvoudig verslag gege. ven van zijne pogingen om voor Nederland, in dit opzigt nog weinig onder, zocht, eene bijdrage te leveren. Welk alles met genoegen door een vrfl aanzienlijk publiek werd aange hoord, waarna de heer Swart deze zitting op eene toepasselijke wijze voor gesloten verklaarde. Nog meldt men uit Amsterdam van 31 Augustus, dat de heer Mr. Anne tViUem Huidekoper, sedert kort lid van de Tweede Kamer der Staren-Gene. raai voor de provincie Noord-Holland, na eene korte ongesteldheid overle den is. Op den Haarlemmer spoorweg zijn In Augustus vervoerd 39,503 perso nen en ontvangen f 18,488 90, hetgeen de geheele ontvangst van dit jaar brengt tot 100,21a. 61en het getal der vervoerde personen tot 214,047. -- Het stations gebosw voor den spoorweg binnen Haarlem is door dt-n hter H. J. Sebil, aannemer van publieke werken aldaaraangenomen voor f 59,800. Uit Nijmegen meldt men van 31 Augustus: De in het Handelsblad van den 29sten dezer voorkomende tijdingalsof de Gravin van Nassau, den 27sten te voren, te Arnhem, met de stoomboot Cuitenberg, ware aangekomen, is onjuist. Op den 27sten is aangekomen en met postpaarden naar Dieren vertrokken, mevrouw de Baronnesse van Et- torf, hotdame van wijle Hare Maj de Koningin. Uit Vliislngen wordt nader omtrent den eersten dag van het feest der ontblooting van de Ruyter't standbeeld geroeid, dat die plegiigheid ook is bijgewoond door twee afstammelingen van de vrouwelijke linie des onsterfe. lijken helds, de heeren Parker de Ruyter en de IVildtdoor eene Commissie uit het Koninglijk Nederlandsch Instituut, Commissten uit andere weten schappelijke instellingen, zee- en land-officieren, kadetten van 's Rijks kweekschool te Medemblik, enz; dat, na de ontblooting van het standbeeld, door de Commissie voor de feestviering aan Zijne Maj. en de Prinsen de ter vereeuwiging dier plegtlgheid door den stempelsnijder van der Keilen vervaardigde gedenkpenning is aangeboden; dat Z. M., kort na de overrel king dier medaille, een feestdronk heeft ingesteld ter eere van de Neder- landsche marine; dat het den Koning behaagd heeft, de door den Zeeuw- schen kunstschilder tVulfaert ten toon gestelde schilderij, voorstellend: de Heldendood van de Ruyter, voor Hoogstdeszelfs Kabinet aan te koopen, en dat Zijne Maj. aan de maritime eerewacht van Vlissingen vergnnd heeft,haar vaanael voor Hoogstdenzelven naar *s Gravenhage op te zenden, benevens eene lijstde namen der leden van die eerewacht bevattende. De tweede dag van het feest, hoewel eenigzins van eenen anderen aard, is mede belangrijk geweest. Daarop hebben onderscheiden volksspelen en een plegtige optogt der leden van de sociëteit St. Sebastiaanwaarbij de gilden van Sas van Gent en van eenige andere gemeenten uit het 4de en 5de district zich gevoegd hadden, plaats gehad. Deze optogt was zeer prach tig zoo door de verscheidenheid der kostumen als door de veelvuldige vaandels. Ter bestemder plaats gekomen, werd er, volgens oudvaderland, iche zeden, naar de gaai geschoten, en mogt het aan het gilde van Boucb- koute gebeuren, oen eersten prijs, zijnde een zilveren inktkoker, waarop de naam van de Ruyter gegraveerd stond, te behalen; aan dat vaa Sas van Bead den tweede, en aan dat van Westdorpe den derde. Des middags was groot diner, hetwelk door de Commissie, den Vice-Admiraal Gobiusde stedelijke Regering, de vlag-officieren der marine, den Hoogieeraar des disorie van der Hoeven en meer andere aanzienlijke personen bijgewoond werd. Des avonds was er op nieuw Illuminatie en tevens schuttersbal, In eene rtjk versierde zaal, welke roet de namen prijkte van de voornaamste zeehelden, die Vlissingen opgeleverd heeft, en van welke de meesten hun leven, strijdende voor hun Vaderland, opgeoffetd hebben. Te Zlcrikzee zijn nog door Zijne Maj. nenoeaid tot Ridders der orde van den Nederiandschen Leeuw, de heeren H, van Adrichem en A. J. F. Echter, President en Officier bij de arrondissements-regtDank en J. de Kater lid van de Provinciale Staten van Zeeland. Te G'oningen is oen n8sten Augustus de gedenkdag van bet ontzet dier stad in 1672 op eene gepaste wijs gevierd geworden. De heel Mr. 6. Gratama, President van het provinciaal geregtshof te Drenthe is door het oudlietdknndig genootschap te Athene tot honorair lid benoemd. Vervolg en slot van het verslag der krijgsverrigtingen op Sumatra. (Zie ons vorig nommer. j Wendt het oog zich met afgrijzen af van dusdanige tooneelen van verraad en wanorde, met weemoed ziet het neder op de ongelukkigen, die als offers van den trouwloozen opstandeling zijn gevallen. Het is hier dc plaats hulde te doen aan den goeden geest door de troepen in het algemeen aan den dag gelegd. De bewegingen uit Padang Rlboet Rlboet in het bijzonder, zij» door den Majoor van Swieten met het meeste beleid en met Klem bestierd, hebben dan ook, volgens bet getuigenis van den waardigen bevelhebber, den Colonel Gouverneur Michiels, het meest toegedragen tot den zoo snellen gunstigen uitslag. Vooral wordt het gedrag geroemd van de Kapiteins P. G. H. G. de Vtcg Cumptich en P.J. E. de Jongh, de lste Luitenants K. J. Schenk, M.L. Destal en P. J. IVagenaarde serge anten van Rosens, Straslé en Boekelmanden inlandschen Luitenanc Boegel en den inlandschen sergeant Matoedjoeallen van het iste bataljon infat». tetie, benevens den 2den Luitenant der artillerie G. P. R. Umbgrove. Bij de kolonne van den Luitenant-Coionel Neuhaus hebben zich onder» scheiden de Kapitein J. R. IV. Sinninghe, iste Luitenant J. C. Cranen en ode Luitenant JM. Sorg van het 10 bataljon, terwijl ook de activiteit wordt geprezen van den 2den Luitenant der artillerie H. T. Marbotter. Onder de oogen van hunnen opperbevelhebber zeiven hebben zich bijzon, der verdienstelijk gedragen de Kapitein F. J. Sorg, de Luitenants F. Bast- aouin, J. F. Koster en J. C. Leijfelt, van het 6de bataljon infanterie, terwijl op nieuw door den Kapitein der artillerie S. A. L, Abbema bewijzen zijn gegeven zijner activiteit en geschiktheid. Is het eene aangename taak den lof te vermelden van zoo vele dapperen die.jiunnenlwakkeren aanvoerder op zijnen roemrijken loopbaan naatevenende, onze wapenen op nieowen luister hebben bijgezet, niet onvermengd worde dit genoegen genoten, daar eene regtmarige schatting van eer en erkentelijk, beid alleen aan de nagedachtenis van eenigen kan worden toegewijd. Reeds htervoren is vermeld, dat de bezeiting van het besprongen Goegoe Malintang verpligt was geworden zich In het reduit der sterkte te begeven om den muitelingen het hootd te kunnen bieden. Aangevoerd door den on. verschrokken Luitenant Banter, bestond deze bezetting uit den braven be. taalmeester Keppel, 10 Europesche onder-nfficieren en manschappen en 35 intandsche soldaten met hunne vronwen en kinderen. Omsingeld door de Maleijers waren zij steeds blootgesteld aan het vuur, waardoor reeds spoedig drie Europesche en drie Inlandsche soldaten werden gekwetst, terwijl eet» gestadig vuur moest worden onderhonden om het naderen der opstandelingen te beletten. Een klein varken, aan iemand der bezetting toebehoorende was het eenige voediel, terwijl het hun des avonds gelukte een weinig wa ter uit het naastgelegen padie-veld te halen. Den 25sten werd een afwisse lend vuur onderhouden, doch spoedig werd bemerkt, dat de bezetting door ingravingen en verhakktngen des vijands geheel was ingesloten. Het vuur der bezetting hield gestadig aan, en ziende dat de oproerlingen hen steeds digter insloten, deed de Luitenant Banter eenige granaten vullen en plaatste dezelve op de borstwering met het oogmerk om die bij eenen aanval met de hand af re stooten. Inderdaad kwam de vijand des namiddags met woesc geschreeuw uit zijne schuilhoeken te voorschijn, met hec voornemen om het reduit aan te vallen. Door den Luitenant Banter, den betaalmeester Keppel en de 10 Europesche militaire werd thans eenparlgljjk besloten, om, indien het den vijand mogt gelukken het reduit te overmeesteren, den brand in het kruid te steken, ten einde zich mee den overwinnaar in de lacht te doen springen. Tot op 25 passen genaderd werden nogtans de aanvallers door het geweer vuur. maar vooral door de granaten in bedwang gehouden. Omstreeks 3 nre des namiddags keerden zij langzamerhand naar hunne schuilhoeken terug, hunne gesneuve'den en gekwetsten medevoerende. Van de bezetting waren weder twee inlandsche fuseliers gekwetst geworden. Het vuren bleef van beide zeden aanhouden, terwijl de bezetting veel te lijden had van het slin» geren der steenen, waardoor verscheidene vronwen getroffen worden. Intusschen deed zich de honger al sterker en sterker gevoelen, zijnde er geen voedsel dan eenige allang-allang wortels en gras. In den avond gelokte het den Luitenant Banter, door een detachement eenige wilde aardvruchten te doen opsporen, doch ook dezen waren op verre na niet toereikende om zoo veie menschen te verzadigen. Een hevige regen maakte den 26 Februarij, bij gemis van beschutting, da ongelukkige bezetting door nat, terwijl hierdoor vele geweren, die door het aanhoudend vuren reeds veel hadden geleden, onbruikbaar werden. Wanneer men hierbij voegt, dat de manschappen door vermoeidheid afgemat en door honger geheel verzwakt waren, terwijl een aantal gekwetsten buiten gevecht waren, kan men bevroeden in welk eenenhopeloozen toestand men verkeerde. In deze gesteldheid verzocht de bezetting,dac men zich door eenen aftogc zoude zoetten te redden, waarvan de Luitenant Banter haar echter deed afzien in de hoop op een spoedig omzet. Gednrende den nacht hadden de muitelingen doorgewerkt en waren het reduit zeer digt genaderd, Hnn vuren en slingeren werd tot den avond volgehouden en ten 7 ure beproefden zij andermaal eenen aanval. Reeds was een banner op de borstwering gespron. gen, doch liet gelukte den onzen door eene laatste inspanning hunner krachten ben af slaan. Vootal bragc hec afwerpen van granaten ditmaal veel toe tot hunne verdediging. Doch nu verzocht de bezetting andermaal dac men na bet ondergaan der maan zoude beproeven het reduit te verlaten, waartoe echter de brave Boeter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1