donr dctt Gmiuernenr, dén Getieraal-Majoar Provincialen Commandant en
den Ptirgemecster ontvangen en door de talrijk verzamelde menigte iter ge
juich begroet. Hoogscdezelven zijn dadelijk naar het paleis gereden, van
Waar de Koning met de Prinsen er. een aanzienlijk gevolg, kwart over 9 nre,
naar Vlissingen zijn vertrokken, om aldaar de plegnge ontblodting van het
standbeeld van den Admiraal de Ruyter bij te wonen.
Op dezen togt heeft de eerewscht te paard Zijne Maj. tót den Groeten
Abeelc-vergezelden is de Koning op het dorp Oostsutiburg gekomen, door
Jhr. Paspoort Van Grypskerke als Burgemeester van Oost- en Westsoaburg
begroet, en door de eerewaclit dier gemeente tot Vlissingen Begeleid.
Des namiddags ten half 4 ure is Zijne Maj., benevens de Prinsen, van
Vlissingen binnen deze stad teruggekomen, hebbende Iluogatdezelven bij dit
retour, op de Oostsouburg gelegene buitenplaats Schooncnburgtoebchoo
rende aan gemelden Burgemeester Paspoort van Grypskcrkeeen bezoek af.
gelegd en mee derzelver gevolg een gedeelte dezer traaijc plaats doorwandeld.
Dadelijk na de aankomst in deze stad hebben de Koning eb de Prinsen het
Weeshuis en de Nieuwe Kerk bezocht; terwijl Wij vernemen, dat lloogstde.
zelven en gevolg dien avond een thé dansant, hetwelk door den Burgeinees.
ter ten zijnen huize zal worden gegeven, met hunne tegenwoordigheid zul.
len vereeren.
Zijne Maj. heeft in Zeeland tot Ridders benoemd van de orde van den
Nederlandschen Leeuw: den heer Mr. II. du Ruisson Beeius, lid van de Ge.
deputeerde Staten van Zeeland; de heeren Mrs. G. J. Ackermans.V.deIVir.d
en P. Herklots, respectivelijk Procureur-Generaal, Vice-President en Raads
heer bij het Provinciaal Geregtshol van Zeeland; Ds. H. M, Cramer, Pre
dikant bij de Doogsgezinde Gemeente en Voorzitter van de Commissie Loon
voor kVerkte Middelburg; den heer J. P. Herklots, Opperstrantlvonder be.
westen Schelde, en den heer J, S/egt, eerste Commies oij het Provinciaal
Gouvernement van Zeeland.
Den 27*1011 dezer is Zijne Maj. op Hoogstdeszelfs terugkomst uit Zee
land Breda gepasseerd en heeft vervolgens een bezoek te Bergen op Zoom
afgelegd, waar Zijne Maj. even als in de onderscneiden plaatsen, welke
Hoogstdezelve gepasseerd heelt, feestelijk onthaald is. Te Bergen op Zoom
heeft Zljny Maj. benoemd tot Riddersder orde van den Nederlandschen Leeuw,
de heeren ac Roock Burgemeester en Vermeulen Wethouder aldaar. Zijne
Maj. is daarop naar Tilburg gereisd.
Door het In eenen molen onder de gemeente van West-Capelle inslaan
des bliksems is de molenaar gedood; brand is er niet door ontstaan.
Uit Ctirafao wordt van den 2psten Juli] geschreven, dat op dat eiland
in die week voor het eerst sedert eenige weken een milde regen was geval
len, waarnaar zeer verlangd werd.
O O S T - I N D I E.
De Javasche Courant van 12 Mei, bevac onder dagteekening van den
29 Aprilbet volgend verslag over de jongste voorvallen en verrigtlngen op
Sumatra
In den nacht van den 24 Februari) jl.ontving de Commandant van Goe.
gnc-MalIntangzijnde de Luitenant Hamer, het berigt, dat de Maleyers
van Batipo het nabij gelegen etablissement te Padang-Pandjang hadden in
den brand gestoken cn den posthouder Tierzinskj en de weerlooze Javaansche
en Koringiesche bewoners hadden omgebragt.
Bijna op hetzelfdeoogenblik.dat deze noodlottige tijding werd aangebragt,'
drongen reeds gewapende opstandelingen, roof en moord ademende, in de
Versterking van Go'egoe-Malintang. Na zich eenigen tijd wakker te hebben
verdedigd, zag de bezetting zich echter gedrongen in het reduit terug te
trekkenten einde den overmagtigen vjjand het hoofd te kunnen bicden.
Bijna g-lijktijdig ontvlamde ook het vuur des opstands te Padang Riboet
Riboct, alwaar de passar werd afgebrand en verscheidene der onzen werden
omgebragt. Een aanval op de redoute en het kampement werd echter
afgeweerd. De benedengedeelten der XII Kottas scheenen in vollen opstand,
en belemmerden de gemeenschap der troepen met die der noordelijke bene.
denlanden, waarvan zij overigens ook door Batipo zelve waren afgescheiden,
en, zoo als naderhand bekend werd, ook door het ontijdig verlaten van Fort
van der Capellen cn den afval van geheel Tana Datar. De communicatie
met Moeara Pand en de XIII Kottas werd door die van Singkara, Soemaner
en Soengie Bakar belemmerd, en die der XII Kottas naar Padang bedreigd
door stroopers uit de XX Kottas. De gezaghebber der XIII Kottas verliet
hierop terstond Sololt om zich in de versterking van Moeara Pané te bever,
ligen. Hier vervoegden zich echter bij hem de hoofden der XIII Kottas,
trouw aan het Gouvernement zwerende, met verzoek om aanvoering en
ondersteuning van onze zijde, ten einde zelf offensief tegen de XX Kottas
en Batipo te ageren.
Aan den kant van Fort de Koek bleek intusschendat twee belangrijke
districten van Agam, te weten Boenoe Ampoe en Soengie Poea zich openlijk
aan de zijde van Batipo hadden geschaard. Ook Tandjong Alam viel' »f
benevens het district Batoe Araparwaardoor de gemeenschap tusschen de
L Kottas en Fort de Koek werd gestremd. Deze plaats werd alras Ingesloten
door de opstandelingen, die door eene volksbeweging uit Koree werden
ondersteunden alle gebouwen benevens het etablissement buiten het fort in
dfen asch legden.
Onze magt bevond zich hierdoor op alle punten geïsoleerd, blijvende de
schakel onzer militaire posten alleen onafgebrokenten noorden van Fort de
Koek, alwaar inmiddels twee kompignien van het 10de bataljon waren
aangekomen.
Intusschen bereikte de tijding van deze noodlottige gebeurtenis spoedig
den Colonel, civielen en militairen Gouverneur Michiels, te Padang. Tcrstoni
ontvingen de Luitenant-Colonel Commandant der Padangsche bovenlanden
en de Majoor-Commandant van het ute bataljon te Padang Riboet Riboet
de noodlge bevelen, de strekking hebbende, om, door eene gecombineerde
beweging met eene kolonne, welke te Padang was verzameld, en door den
verdienstelijken Colonel Michiels zeiven werd aangevoerd, de communicatie
der boven- en beneden-landen te herstellen,, door het hernemen van Padang
Padjang en het wederom bezetten van den bergkloof, alwaar de opstande
lingen na den opziener te hebben vermoord, zich hadden genesteld en de
bruggen hadden afgebroken. Den Majoor Commandant van het me bataljon
werd speciaal opgedragen, om, zoodra hij die derIDoeapoelee Kottas sleclu»
eenigzins zou kunnen beteugelen, naar de zijde van Samawang te manoeu
vreren, en alzoo minstens eene afleiding te bewerkstelligen.
{Vervolg hierna
T U R K Y E.
Brieven uit Smyrna van den 9 Augustus ontwikkelen een droevig beeld van
den troosteloozen toestand, in welken de door den brand ongelukkig gewor
den hulsgezinnen verkeeren. Volgens geloofwaardige opgaven bedraagt het
getal der in de asch gelegde woningen 11,398, waaronder 4780 Turksche,
1794 Joodsche, 273 Grieksche en 17 Armenische huizen, 22 karavansera's
2914 winkels in den bazar en 1504 in verschillende anuere declen der stad,
10 groore cn 29 kleine moskeen 8 synagogen, 5 badinrigtingen en 42 optil,
bare scholen. Het in Smyrna verschijnend Engelseh Journal zegt: wanneer
wij de waarde van ieder gebouw door elkander op 20,000 piasters 2,400^
nemenzoo geeft dit eene algemcene schade van 227,960,000 piasters
-7>34® 000.) Er heeft zich een committé gevormd tot ontvangst der
inkomende ondersteuningen en tot verdeeling van dezelve onder de onge.
lukkigen,
ITALIË.
Uit Napcis meldt men van den uden, dar in dar Koningrijk de oogst ov
het algemeen rijketijk was Uitgevallen. Er hecrschre een zoodanige
vloed van granen, dar men er geen weg mede wist; de uitvoer stond hjj.'
stil, en hoewel er in de laatste week 5 ladingen voor Engeland gel<uC
waren, bléven dé prijzen steeds dalende.
Het stoomschip Polluxdat voor eenige weken door aanzeiling opj
hddgte van Elba gezonken is, is gelukkig geligt en naar Livorpo gebragt,
DUITSCHLAND.
Uit Weenen Wordt van den i7den dezer geschreven, dat het ÓostcrstJ
Hof eindelijk besloten had, deszclls staatkundige betrekkingen met het |J
van Lissabon te herstellen en er spoedig een Ambassadeur zou benoci
worden.
Van Elinstein in de Paltz meldt men van den 8 Augustus, dat op dj
dag aldaar de eerste steen voor eene Protestantsche Kerk gelegd was, wg'
aan sedert jaren behoefte was, doch gecne gelden voorhanden waren. Et
collecte aan de huizen bragt 8650 fl. op en de Koning voegde er 1000 bijl
Uit Praag schrijft men van den lóden dezer:
De tot heden bekend gewordene uitkomsten van den oogst ill de m'iddi
streken des landszijn voor alsnog niet zeer gunstig. De sterke aanhouder»
hitte in de maand Mei was voor het gehalte van het gewas even nadeelij
als later de koude en al de natte weêrsgesteldheid in Jnnij en Julij het rij.
worden belette. Het allernadeeligst werkte echter de onophoudelijk geds
rende den oogsttijd gevallen regen, welke het onder dak brengen van hi
graan bijna overal verhinderde en op sommige plaatsen Zelfs verderfelijk wit
Vertoont zich niet spoedig aanhoudend warmer weder, dan bestaat er allij
grond tot bezorgdheid, dat het graan in de hoogere landen bezwaarlijk i«
rijpheid zal komen, en dat er alsdan eene rijzing in den prijs des broods til
plaats hebben, die voor onze bevolking te gevoeliger zoude zijn, daarbij
de buitendien hier te lande bescaaflde stremming van handel en nijverheid,
de gesteldheid der arbeidende klassen thans reeds geenszins gunstig is.
Uit Bessarabie wordt van den 6 Augustus het volgende geschreven:
De krachtinspanning van Rusland, toe bestrijding der bergvolkeren van dei
Kaultasus, duurt steeds voort. Dezer dagen heeft eene inspectie over h«
in ons gewest gecantonneerde 4de Russische legercorps plaats gehad, a
mert verzekert dat een gedeelte van dit corps eerlang naar den Kaukasus zil
trekken. Intusschen luiden de berigten van daar zoowei als uit Grusie geens.
zins gunstig voor de Russische wapenen. De vijand strijdt wanhopig en,
tot algemeene verbazing, met steeds vernieuwde krachten, weshalve de
door de Russische overmagt behaalde laauweren niet zeer menigvuldig zijn
en met gevoelige offers gekocht worden. Daarbij komt de groote moeijelijlt,
heid van de proviandering der troepen, die doorgaans slecht en somtijdi
dagen achter elkander geen voedsel ontvangen, hetgeen, gepaard aan het on.
gezonde luchisgcsteleene aanmerkelijke sterfte in de Russische geledereg
veroorzaakt.
GROOT- BRITANNIE.
Londen den 25 Augustus, Gisteren is het Parlement door Commissarissen,
namens Ilare Maj., geopend, met de volgende aanspraak:
Mylords en Heeren!
Wij zijn door Hare Maj. gelast u kennis te gevendat Ilare Maj.zoo spoedig
mogelijk na de ontbinding van het vorige Parlement, zich van de gelegenheid bediend
heeft, om uwen raad en bijstand in te roepen.
Hare Maj. ontvangt bij voortduring van de vreemde Mogendheden dc verblydendste
verzekeringen van derzelver verlangen om niet Hare Maj. de meest vriendschappelijke
betrekkingen te onderhouden.
„Het strekt Harcr Maj. tot voldoening, u te berigten, dat dc doeleinden, waarmede
het verdrag van den 15 Julij 1840 gesloten was, tusschen Hare Maj., den Keizer van
Oostenrijk', den Koning'van Pruissen, den Keizer van Rusland en den Sultan, ten volle
zijn bereikt; en het verheugt Harer Maj. in staat te wezen u te verwittigen, dat de tij
delijke afscheiding tusschen de verbonden Mogendheden en Frankrijk, welke was voort*
gebragt door dc maatregelendie ter uitvoering van dat traktaat waren genomenthans
heeft opgehouden.
„Hare Maj. vertrouwtdat de eensgezindheid van de voornaamste Mogendheden no*
pens alle aangelegenheden, waarin de groote belangen van Europa betrokken zyn, een'
kraditigcn waarborg zal aanbieden voor het behoud des vredes.
„Aangenaam i§ liet ook Harcr Maj. u to ku-nncn berigten. dat, ten gevolge van dei
ontruiming van Ghorian door de Perzische troepenHare Maj. haren Minister bij het;
hof van Pcrzië gelast heeftnaar Teheran terug te keeren.
„Ilare Maj. betreurt, dat de ouderhandelingen tusschen Ilare gcvolmagtigden in China
en dc Chinesche regering nog niet tot een voldoend einde zijn gebragt, en dat het noo-
dig is geweest de krijgsmagt in beweging te stellen, die Hare Maj. naar de Chinesche
zeeën had gezondendoch Hare Maj. vertrouwt nogdat de Keizer van China de regt-
matigheid zal inzien van de vorderingen, die Harer Maj. gcvolmagtigden in last hebben
te doen.
„Hare Maj. gevoelt zich gelukkig 11 kennis te geven, dat de geschillen, die tusschen
Spanje en Portugal zijn ontstaan, nopens de uitvoering van een tractaat tusschen die
^Mogendheden, in 1837 gesloten, ter regeling van de scheepvaart op den Doüro, in
der minne cn eervol voor beide partyen, door tusschenkomst van Hare Maj. is geregeld.
„De door de wetgevende magt in Opper-Ktnada aangegane schuld, tot daarstelling
van openbare werken, is een ernstige hinderpaal tot daarstelling van openbare werken,
welke van wezeulyk belang zijn voor den bloei van dat vercehigd gewest. Hare Maj,
heeft den Gouverneur-Generaal volmagt gegeven, om eene mededceling dienaangaande
aan den faad en de vergadering van Kanada te doen. Hare Maj. zal bevelen geven,
dat de bescheiden hieromtrent aan u worden voorgelegd, cn koestert het vertrouwen,
dat uwe ernstige aandacht zal gevestigd worden op aangelegenhedenwaaraan het welzyn
van Kanada en de kracht des lands zoo innig verbonden zyn.
„Mijne Heeren van het Lagerhuis!
Wy kunnen 11 verzekeren dat Hare Maj. met vol vertrouwen steunt op uwen trouw
en yver, ten einde in de dienst op behoorlijke wys te voorzien, en de sommen, doof
het vorig parlement toegestaan, verder aan te wenden.
Mylords en Heeren!
Wij zijn meer byzonder gelast u te verklaren, dat dc buitengewone uitgaven, welke
de gebeurtenissen in Kanada, China en de Middcllandsche zee hebben veroorzaakt, en
de noodzakelijkheid om eene voldoende magt ter bescherming van onze uitgebreide be
zittingen te onderhouden, Het noodig hebben gemaakt, om de middelen lot vermeerde
ring van de openbare inkomsten in overweging te nemen,
Ilare Maj. verlangt vuriglijk dat dit doel zal verwezenlijk worden op de minst
drukkende wijs voor haar volk; cn1 het is Harer Maj. na rijp beraad toegeschenen, dat
gij in deze omstandigheden voegzaamst uwe aandacht kunt vestigen op de herziening
der regtendie op de voortbrengselen van vreemde landen gelegd zijn. Het. zal alz< 0
aan mve overweging staan, of sommige dezer regten niet zoo gering in bedrag zyn, dat
zy tot de inkomsten weinig toebrengen, terwijl zy voor den handel drukkende zijn.
Gij kunt verder onderzoeken, of de bescherming, waarop andere van deze regten ge?
grond zijn, niet tot zulk eene mate is toepast, dat hetzelve schadelijk werkt voor de
inkomsten van den Staat en dc belangen des volks.
Ilare Maj. verlangt, dat gij de wetten, die den koornhandol régelen, zult in over
weging nemen. Het zal aan u staan te bepalen, of deze wetten dé natuUtlyke onzeker
heid van den aanvoer niet bezwaren; of zy den handel niet belemmeren, den geldomloop
verstoren, en door derzelver werking niet de levens-benoodigdbeden verminderen, en de
ontberingen vergrooten van de massa der ingezetenen,
Hare Maj, gevoelt het innigste medelijden met die Harer onderdanen, welke thans
door nood en gebrek aaii arbeid lijdenen zij smeekt ten ernstigste, dat al uwe beraad
slagingen mooen bestuurd worden door wysheiden leiden zullen tot het geluk vart' haaf
geliefd Volk/'
- Dc beide huizen zijn, als naar gewoonte, dadelijk overgegaan, om
over het adres van antwoord te beraadslagen. Nadat In het Hooger-Huir
een lid tot lof van het Ministerie gesproken had, stelde de Graaf Ripon een
amendement op het adres van antwoord voor, namenlijk om in hetzelve te
verklaren, dat het Ministerie het vertrouwen van het Hooger-Huis niet be-
zat. Toen de Minister Melbourne verklaarde, dat hij niet gedacht had, dac
zulk een amendement uit den boezem van het Huis der Lords zou uitgaan,
omstond cr een hevig gelag en werd daarop het amendement met 168 tegen
96 en dus met eene meerderheid van 72 stemmen aangenomen.
In hec Lager-Huis, waarin een dergelijk amendement, op het adres van
aniwoord is voorgesteld, waren de beraadslagingen daarover nog niet afge»
loopen en zouden wel een paar dagen duren.