-ekcr Moed gestroomd zijn; zoo niet officiers toegeschoten waren en hunne
onderftoorigen hadden nedergezet. Vervolgens zijn deze döor de nationale
garde naar de kazerne' teruggeleid." Ongelukkiglijk zijn bij het geval een
militair, een nationale garde en een arbeidsman gekwetst geraakt.
0e laatste berigten uit Toulouze, te Parijs per teiegraaph aangebragt,
melden, dat tiet er volkomen rustig was; de geregteiijke instructie werd met
ijver doorgezet.
Te Montpellier heeft den iöden, bij gelegenheid, dat eenlge troepen
van daar naar Tpulouze op marsch gingen, een oploop van volk plaats ge.
had, welke echter geene gevolgen gehad beeft.
Ook te jVuch z'ijn ongeregeldheden voorgevallen, bij gelegenheid dat er
militairen uit 3ie plaats naar Toulouze zonden vertrekken; eenige straten zijn
zelfs gebarikadeerd geworden, doch is de orde zonder bloedverlies kunnen
hersteld worden.
fn de zilt gem. Zeitung leest men den volgenden brief uit Parps:
De wederstand, welke het völk van Toulouse aan de ontegenzeggelijk
eenigzins gewaagde en al te driftig doorgezette financie-maatregeien van
den heer Humar.n geboden heeft, is een nieuw bewijs, hoe ligtelijk de groote
hoop, zelfs tot dingen die regelregt tegen zijn eigen belang inloopen, te ver.
leiden'ij. Of de maatregel met de wetten strookt of wel strijdig is, hier-
over wordt getwist, en dus zijn de regtbanken alleen bevoegd om de zaak
te beslissen; ondertusschen zoo veel is zeker, dat de stulp van den arme
door de nieuwigheden van den moedigen minister niet bedreigd wordt, maar
dat integendeel de onwettige vrijstelling van de verschuldigde belasting en
in de meeste gevallen ten voordeele der rijke eigenaars plaats had. Men
Jiond den controleur een vierde, een derde, menigmaal zelfs de helft der te
betalene belasting af, en daarvoor had men het voordeel, niet aangeslagen
re worden. Drie' óf vier dier heeren zijn onlangs van hunne posten ontzet
geworden, en het is alleen om in de zaak betrokkene personen te sparen en
een ergerlijk opzien te vermijden, dat de gedane ontdekkingen niet ter kennis
der regtbanken gebragt zijn. Tegen verordeningen dus, welker doel is on.
wettige gewoonten te keer te gaan en eene grootere gelijkheid in het ver-
deelen der staatslasten te weeg te brengen, verzet zich de menigte als tegen
eene ongehoorde verdrukking, als tegen de invoering van ondragelijke las.
ten. Doch in zaken van belasting wekt alle verandering mistrouwen, enjde
kleinste verdachtmaking vindt weergalm wanneer, zelfs in het koelere
noordenzulk eene stemming tót vertooning van weêrspannigheid bij plaatse,
lijke besturen annleiding geeft, zoo is bij een ligter ontvlammend mensclien.
ras gelijk de inwoners omstreeks de Garonne zijn, een oproer niet te ver
wonderen. De Parijzenaars zijn juist ook geen lieden, die langzaam in het
overwegen én traag mei dé tóng zijn, maar het Gasconsche mondwerk gaat
naar eene geheel andere maat. Die het onderscheid zien wil, moet slechts
de Parljsche hallei inet de markt te Toulouse vergelijken. In de eerste gaat
het gesprek van eeoe óofiverkoopster of poeliersvrouw met eene keukeu-
kunstenares van hare kalandisie, in keus van woorden en tempo, zelden bo.
ven de grenzen van de burgerlijke welvoegelijkheidmaar daar, in het va.
derland van CUmence haure en de poëtische Jeux florauxin het anders zoo
stille Toulouse, waar anders gewoonlijk geen meer gedruisch is, dan in de
siudeerkamer van een geleerde, gaat het op de markt zoo luidruchtig toe,
alsof vijfhonderd Italiaansche vettnrini met elkander over het nut der spoor
wegen eene conferentie hielden. Wanneer nu nog daarbij de Carlisten, die
hoezeer zij meer dan honderdmaal de vingers verbrand hebben, nog altijd op
nieuw elk vuurtje pogen aan te stólten, de kwalijk geluimde tron-de-diout
opgeruid en voortgedreven hebben, zoo moesten er noodwendig ergerlijke
tooneelen volgen. Doch even ligt, als hij ontstaat, verrookt in dit vrolijk
land ook weder de roes en de uitkomst van den Toulouser veldslag kan
geen oogenblik twijfelachtig zijn.
Het Journal des Dibnts meldt, dat er wel voorslagen door België aan Frank,
rijk gedaan zijn tot eene tolvereeniging tusschen die beide landen, doch dat,
hetgéeh dóór de bladen daaromtrent is opgegeven, minder juist is; zelve
echter geeft het géene officiële berigten. Hét telt evenwel de voordeelen
op, die uit zoodanig eene tolvereeniging, vooral ook uit een staatkundig
oogpunt, zouden voortvloeijen. Het erkent, dat daardoor de belangen van
sommige takken van nijverheid in Frankrijk zouden lijden, en dat men zelfs
enkele puiuen van het toltarief voorloopig zou moeten voorbehouden; ter.
wijl in allen gevallen België tjoor het openzetten der wederzijdsche markten
meer zou winnën'j dan 'verliezen. „Maar, zegt het Journal des Dibats
België is even als Nederland een veelverbrnikend land. Er worden daar
weinig, b|j ons veel zijden stoffen vervaardigd. België zou de uitwegen
voor onze wijnen vermeerderen, ep misschien ook voor onze suikers, want
het bézit geene koloniën, waaruit het dé grondstof moet ontvangen, en
deszelfs voor den grooten handel geschikte schepen zijn te gering in getal
dan dat het 'voor de bevrachting daarvan te zorgen heeft. Onze fabrikanten
beklagen zich over den hóogen paijs van het gegoten ijzer en van de steen
kolen. België zal hun met die beide artikelen te hnlp komen, zoo als tevens
deszelfs paarden, hoornvee en oliezaden tot bevordering van onzen landbouw
zullen strekken. België zal ons daarenboven de opoffering doen van eenen
«ak van nijverheid, die even schadelijk voor onze letterkunde, als weinig
eervol voor onze naburen is; wij bedoelen den nadruk, dien roof der vruch
ten van het verstand, die een der stuitendste barbaarschheden van onze bescha
ving is. De mededinging der Belgische lakens en linnens zon ongetwijfeld
geducht zijn, doch men moet dit gevaar niet overdrijven, daar de fabrij.
ksmen der beide landen zich meer bepaald op bijzondere artikelen toeleggen,
en een heilzamen ijver bij de onze zon worden opgewekt!"
Uit bijna alle departementen komen zeer ongunstige berigten in nopens
het te veld staande gewas; men vreest, dat, indien het natte weer niet
spoedig omslaat, een groot gedeelte van den oogst, die zeer voordeeiig be-
loofde te zijn, verloren zal wezen.
Alle in Frankrijk uitgewekenen Carlisten, ook officieren en hoofd
officieren, zouden, volgens een bevelschrift van Espartero, den Regent,
spoedig vrijheid erlangen, om in bun land weder te keeren.
B E L G I E.
Zfjne Maj. heeft aan den Engelschen ingenieur Stephenson de Leopolds
orde geschonken, wegens de door hem ingevoerde mechanische verbeterin.
gen in de locomotieven, waarvan op de Belgische spoorwegen voordeel ge.
trokken is.
Er zou eerdaags een Koningiijk besluit uitgevaardigd worden, waarbij
de regten op deEngelsche garens en linnens tot het vierdubbele zouden wor
den verhoogd. De inlandsche industrie zou door een regt van 15 pCt. In
plaats van 4 besehermd worden en het Belgische tarief zou alsdan voor dat
artikel geheel hetzelfde ais in Frankrijk zijn.
Uit Antwerpen worden zeer bedroevende berigten medegedeeld omtrent
de weersgesteldheid, en ernstige vrees voor den aanstaanden oogst genitde
prijs van het brood was weder gestegen, en rondom Antwerpen waren de
wei- en bouwlanden bijna geheel overstroomd.
Ook uit Brngge wordt een treurig tooneel omtrent den toestand der lan-
'trijen In Vlaanderen opgehangen; vooral leden dezelve door overstroomin-
(ui. Men hoopt algemeen op spoedige droogte en zonneschijn.
MENGELINGEN.
LETTERKUNDIG AANZIEN der DEMOCRA
TISCHE EEUWEN.
Wanneer men de winkel van qenen Boekverkooper In de Verecnlgde-Sca-
ren binnentreedt, en men de Amerikaansche boeken naziet, welke er de
blanken wil beèéifénjkomr fiet getai Wit en êf zéér g?oë? voor, terwijl dat
der bekende schrijvers er daarentegen zeer klein blijkt te zijn.
Men vindt eerst eene menigte wérken én verhandelingen, gesbhiict tot fieè
aanwijzen der eerste beginselen in alle vakken van menschelijke kennis, fjè
meeste dezer iXrérken zijn in Europa geschreven geworden. De Amerikanen
drukken dezelve mee wijzigingen tot hun gebruik na. Vervolgens komt eene
bijna ontelbare menigte godsdienstige boeken, bijbels, preken, Stichtelijke
verhalen, behandelingen van godsdienstige geschilpunten en verslagen van
liefdadige instellingen. Eindelijk verschijnt de lange iijst der staatkundige
vlugschriften; in Amerika schrijven de vijandige partijen geene boeken otn
elkander te bestrijden, maar blaauwboekjes, welke met eene ongeloofelijke
snelheid alom verspreid worden, éënen dag leven en dan in de vergetelheid
geraken.
Te midden van al deze veelal niets beduidende voortbrengselen van meq-
schelijk vernuft, komen de werken van een klein getal schrijvers voor,
welke bij de Europeanen bekend zijn of moesten wezen.
Hoewel Amerika thans misschien het beschaafde land is, waar men zicii
het minst met letterkunde bezig houdt, vindt men er echter eene menigte
lieden, die belangstellen in de voortbrengselen des geestes, en die er zoo
niet de studie van geheel hun leven, dan toch ten minste de veraangenaming
hunner ledige oogenblikken van maken. Maar Engeland levert aan dezen
de meesten der boeken, welke zij behoeven. Bijna al de groote Engejsche
werken worden in de Vereenigde-Staten herdrukt. Er zijn weinige hutten
waarin men niet eenige geschonden deelen van Shakespeare ontmoet.
Niet alleen gaan de Amerikanen eiken dag in de schatten der Engcische
letterkunde putten, maar men kan met waarheid zeggen; dat zjj dezelve op
hunnen eigen bodem vinden. Onder de weinige mannen, die zich In de
Vereenigde-Staten met het zamenstellen van letterkundige werken bezig
houden, zijn de meeste wat inhoud en vorm betreft Engelsch, Zij brengen
alzoo midflen in de volksregering dè letterkundige denkbeelden en gebrul»,
ken, welke in zwang zijn bij het aristocratisch volk, dat zij tot model ge*
nomen hebben. Zij schilderen met klenren, aan de vrëemde zeden ontleend;'
bijna nooit naar waarheid het land voorstellendedat hen heeft zién geboren
worden, zelden zijn zij er populair.
De Inwoners der Vereenigde-Staten schijnen zeiven zoo overtuigd, dit
het voor hen niet Is dat men boeken uitgeeft, dat zij, alvorens zich omcrent
de waarde van een hunner schrijvers te bepalen, gewoonlijk wachten dat
de opinie, welke men in Engeland omtrent dezelve heeft, bij hen b'ekenff
zij. Zoo is het ook dat men, wat schilderijen betreft, gasrne san den ma
ker van Kec origineel het regt laat om over de kopij te oordeélen.
De Noord-Amerikanen hebben dus eigenlijk gezegd nog geene letterkunde;
De eenige schrijvers, die men voor Amerikanen kan erkennen, zijn dagblad
schrijvers. Deze zijn geeae groote talenten, maar zij spreken de taal van
het land en doen er zich verstaan. In de overigen moet men slechts vreem
delingen zien, Zij zijn voor de Amerikanen, hetgeen voor ons de navolgers
der Grieken en Romeinen ten tijde van de wedergeboorte der létteren wa
ren, een voorwerp van nieuwsgierigheid, niet van algemeene genegenheid.
Zij vermaken den geest en werken niet op de zeden.
Wij hebben reeds gezegd, dat deze staat van zaken wel verre was vad
alleen van de volksregering af te hangen, en dat men deszelfs oorzaken iil
verschillende bijzondere en van dezelve onafhankelijke omstandigheden
moest zoeken.
Zoo de Amerikanen, bö het behoud van hunnen maatschappeljjfcen stand eff
hunner wetten; eenen anderen oorsprong hadden, en zich in een ander land
vonden overgebragt, twijfelen wij niet of zjj zouden eene letterkunde heb»
ben. Zoo als zij nu zijn, zullen rij wel eindigén met er eene te bezitten;
maar dezelve zal een karakter hebben, verschillend van dat, hetwelk zich
In de Amerikaansche schriften van onze dagen openbaart, en geheel eigen
aardig. Het zoude niet onmogelijk zijn dit karakter vooraf te schetsen.
Wij veronderstellen een aristocratisch volk, bij hetwelk men de lettered
beoefent; de werken van den geest, even als de stlatsaingelegenhsden^
worden er door eene oppermagtige klasse geregeld. Het letterkundig leven
even als het staalkundig bestaan, bepaalt zich bijna nicslnltend tot deze
klasse, of tot die welke er het naast bjjkonren. Die Is voldoende om deit
sleutel voor al het overige te vinden.
Wanneer een klein getal menschen, altoos dezelfden, zich tegelijker tijd
met dezelfde zaken bezig hondtverstaan zij zich gemakkelijk en bepalen zij
te zamen zekere algemeene regelenwelke ieder hunner moet opvolgen.
Zoo hec voorwerp, dat de aandacht dezer mannen tot zich trekt, de letter-
kunde is, zullen de werken van het vernuft weldra door hen aan eenige ze.
kere wetten worden onderworpenwelke het niet meer Zal veroorloofd z(jit
te omdniken.
Zoo deze mannen éenen erfelijken stand In het land hebben, zuilen zij na
tuurlijk geneigd zijn, nier alleen om voor zich zeiven een zeker getal vaste
regels aan ce nemen, maar om die te volgen welke hdnne voorouders zich
opgelegd hadden; hunne wetgeving zal te gelijker tijd screng en op overle
vering gegrond zijn.
Daar zij zich niet noodwendig met materiële zaken moeten bezig honden,
dit nimmer, even min als hnnne vooronderenhebben gedaan, hebben zij zich,
gedurende verscheidene geslachten, aan werken van vernuft kunnen wijden.
Zij hebben de letterkunde begrepen, en eindigen met dezelve belangeloos te
beminnen, en met een waar genoegen te smaken, door te zien, darmen
dezelve aankweekt.-
Dit is nog alles niet: de mannen, van welke wij spreken, hebben hnn leven
in gemak en rijkdom begonnen en geëindigd; zij hebben dus natuurljjk smaak
in uitgezochte genietingen en verfijnde vermaken.
Nog meer, eene soort van weekheid, van geest en hare, welke zij dik;
wijls te midden van het lang en vreedzaam genot van zoo vele goederen ver.
krijgen, noopt hen om, uit hunne vermaken zelvén, datgene te verwijderen'
wat er te onverwacht en te levendig in mogt zijn. Zij worden liever ver
maakt, dan levendig getroffen; zij willen dat men hnnne belangstelling op.
wekke, maar niet dat men hen medesleepe.
Men verbeelde zich nu een groot aantal letterkundige werken door of
voor de mannen vervaardigd, welke mij afgeschilderd hebben, en ligtelijk
zal men eene letterkunde begrijpen, waarin alles regelmatig en vooruit be
paald zal zijn. Het minste werk zal er tot in de kleinste bijzonderheden
verzorgd worden; elke schrijfwijze zat hare bijzondere regels hebben, waar.
van het niet geoorloofd zal zijn af te gaan, en welke dezelve van alle an.
deren zullen afzonderen.
De stijl zal er bijna even belangrijk als het denkbeeld schijnende vormi
als de zaak zelve; de toon zal beleefd zijn, gematigd, gelijk. De geesc
zal er altoos eenen edelen gang, zelden eenen ievendigen loop hebben, en
de schrijvers zullen zich meer toeleggen om te volmaken dan om vobrc te
brengen.
Het zal soms gebeuren, dat de leden der letterkundige klasse niet dan mee
elkander omgaande, en alleen voor zich schrijvende, de overige wereld ge
heel uit het oog verliezenhetgeen hen tot het gemaakte en valsche zal
brengenzij znllen zich kleine letterkundige regels alleen tot hnn gebruik
opleggen, welke regels hen ongevoelig van het gezond verstand zullen af-
leiden, en eindelijk geheel van de natunr zullen doen afwijken.
Door anders dan het gemeen te willen spreken, zullen zij tot eene soort;
van aristocratische brabbeltaal komen, welke even ver van de schoone taal
verwijderd is, als de lompe volkspraak.