X. 80. A". 1841. leydsciik MAAN n AG, COURANT. 5 J U L IJ. Burgempester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter kenpisse Van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Achtb. van den Meer 'Controleur der Directe Belastingen, is ontvangen het eerste gedeelte van bet Primitieve Kohier-der Periotteele Belastingdienst 1841/42, welke op den 29 Jun(j jongstleden is executoir verklaard, en dat dezelve aan den lieer Ontvanger is verzonden. leyden den 3. Julg 1841. J, O. DE Mey, Ter ordonnantie van dezelve, V. P-UTTKAMMER. NEDERLANDEN. Leydem, 4 Julij. Gisteren avond is alhier de eerste nieuwe haring aangebragt. De Staatscourant van den sden Julij bevat het volgend tractaat van vriendschap, handel en scheepvaart, tusschen ons land en de Republiek van Texas in Amerika gesloten; gedagteekend 30 Junij 1841: Zijne Maj. de Koning der Nederlanden en de Republiek van Texas, de betrekkingen van handel en scheepvaarr 'usschen de twee landen wenscliende te regelen, en door een Tractaat van Vriendschap, Handel en Scheepvaart, de wederzijdsche belangen willende bevestigen en beschermen, hebben daar toe gevolmagtigden benoemd, te weten; Zijne Maj. de Koning der Nederlanden, den heer Johan Gijsbert, Baron Ferstolk van Soelen lid der Ridderschap van de provincie Holland. Ridder Grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw, van St. Stephanas van Hongarije, van Nichan Iftihar der Oitomannische Porce, van Christus vin Portugal, van Karet lil van Spanje, en van de Kroon van Wurtemberg, Hoogstdeszelfs Minister van Staat voor het Departement van Buitenland* sche Zaken, en den President der Republiek Texas, den heer James Hamilton Esquire dewelke, na uitwisseling hunner wederzijdsche volmagten, die in goede orde bevonden zijn, omtrent de volgende artikelen zijn overeengekomen: Art. t. Er zal eene bestendige en opregte vriendschap zijn tusschen Zijne Maj. den Koning der Nederlanden, deszelfs Erfgenamen en Opvolgers, en de Republiek van Texas, alsmede tusschen de onderdanen en burgers van de twee Staten, zonder uitzondering van personen en plaatsen. Art. 3. Tusschen de onderdanen van Zijne Maj. den Koning der Neder landen en de burgers der Repbliek Texas zal wederkeerige vrijheid zijn van handel en scheepvaart; en de voorzeide onderdanen en burgers zullen, over en weder, in de havens, ankerplaatsen, reeden, steden, vlekken en oorden, hoe ook genaamd, in beide Sraren geene andere of hoogere regtenongelden of lasten, onder welke benamingen ock aangeduid of begrepen, betalen, dan die, welke dddr betaald worden door de onderdanen der meest begunstigde natie, en de onderdanen en burgers van elke der beide contracterende pan zijen zullen dezelfde regten, voorregten, vrijheden, gunsten, vrijstellingen en vrjjdommen bp Het strik van handel en scheepvaarc genieten, welke in eiken Stent nn de onderdanen der'meest begunstigde natie coegestaan zijn of later toegestaan mogten worden. Art. 3. De inwoners der heide landen respectivelijkzullen vrijheid en veiligheid genieten om zich, roet hunue schepen en ladingen naar alle plaac. senhavens en rivieren te begeven, alwaar het andere vreemdelingen thans geoorloofd is, of in het vervolg geoorloofd worden zal, binnen te komen, en om in elk gedeelte der voormelde Bezittingen en Staten te verblijven en te wonenalsmede buizen en pakhuizenten behoeve van hunnen handel te huren en te betrekken. In gelijker voege zullen de schepen van oorlog der beide natten respec tivelijk dezelfde vrijheid hebben, om onbelemmerd en veilig alle havens rivieren en plaatsen aan te doen, alwaar het aan de oorlogschepen van eenige andere natie geoorloofd isof voortaan geoorloofd worden zal binnen te komenaltijd met onderwerping aan de wetten en statucen der landen respec tivelijk. Onder het regt In dit artikel vermeld,om in alle plaatsenhavens en rivie ren binnen te komen, Is niet dat begrepen van den handel van haven tot haven, en van den handel langs de kust, welke eeniglijk aan de nationale schepen vrjj zal staan. Art. 3. Schepen van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden in de havens van Texas binnenkomende of dezelve verlatende, en schepen van de Repn bliek Texas de Nederlandsche havens aandoende, zullen aan geene andere of hoogere tonnen-, baken-, haven-, loods-, quarantaine-gelden of eenige andere ongelden, die op het schip drukken, onderworpen zijn, dan die, welke betaald worden of zullen worden door de schepen van het land zelf. Art. 5. Goederen en koopwaren, onverschillig welke derzelver oorsprong zij, ingevoerd of uitgevoerd wordende, in of uit de havens der RepuDliek van Texas, in Nederlandsche schepen,zullen geene hoogere of andere regten betalen, dan zullen worden geheven op gelijke goederen en koopwaren, ingevoerd of uitgevoerd in nationale schepen. En wederkeerig zullen goederen en koopwaren, onverschillig welke der. zeiver oorsprong zij, In- of uitgevoerd wordende in of nit de havens der Republiek van Texas van of naar de havens der Nederlanden in Europa, in de schepen dier Repnbliek, geene hoogere of andere regten betalen, dan zullen worden geheven op gelijke goederen en koopwaren, in- of nitgevoerd in nationale schepen. De premien, teruggave van regten of andere begunsti gingen van dien aard, in de Staten van eene der contracterende partijen aan den in- of uitvoer met nationale schepen toegekend, zullen insgelijks bewil. ligd worden, wanneer de regtstreeksche in- of uitvoer, tusschen de havens dei twee landen zal geschieden met schepen van den anderen Staat, met dien verstande, dat zoowel in dit als in het vorige geval, de goederen werkelijk zullen moeten zijn ingeladen in de havens, van waar die schepen respecti velijk zijn uitgeklaard. Art. 6. Geen douanen-regt of ander bezwaar zal gelegd worden op eenige goederendie de voortbrengselen zijn van een der Staten, bij den invoer hooger dan het regt of bezwaar, dat op soortgelijke goederen gelegd is, traineer dezelve het voortbrengsel zijn van of ingevoerd worden uit eenig >nder landen Zijne Maj. de Koning der Nederlanden en de Republiek van Tnai verbinden en verpligten zich mits deze, geene gunst óf voorregt, óf vrijstelling in zaken van handel en scheepvaart aan de onderdanen van eepigen anderen Staat te zullen verleenen, die niet insgelijks en ter zelfder tijd zal Worden uitgestrekt tot de onderdanen en burgers van de contracterende partij urn piet, indien de gunst ten behoeve van dien anderen Staat omniet is gegeven geworden, en tegen eene vergelding of equivalent zoo nabij moge lijk, zoo die guusi voorwaardelijk is toegestaan, iu zoodanig geval, zal de zaak het onderwerp eener nadere overeenkomst tusschen de contracterende partijen uitmaken. Het Nederlandsch gedistilleerd zal aan geene hoogere regten onderhevig zijn dan dat der meest' begunstigde natie. Art. 7. De contracterende parrjjen komen overeen, om als schepen der Nederlanden en der Republiek van Texas te aeschouwen en te behandelen, al dezulke, welke, door de bevoegde Autoriteit voorzien van een paspoort of zeebrief, onder de in der tijd bestaande wetten en verordeningen, ais na tionale schepen zullen woiden entend door het landtot hetwelk zij behooren. Art. 8. De ondeidanen van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden, lit d* Nederlandsche koloniën, en de producten dier koloniën, zullen in Texas, al de voordeelen genieten, welke zijn of zullen worden toegekend aan do meest begunstigde natiën. Wederkeerig zullen de burgers en de producten van Texas in de koloniën van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden al de voordeelen genietenwelke zijn of zullen worden toegekend aan de meest begunstigde Ëuropesche en Amefikaansche natiën. Art. 9. Alle handelaars, scheepsbevelhebbers en andere onderdanen van Hoogscgedachie Zijne Maj. zullen in de Republiek van Texas eene volkotnene vrijheid genieten om hunne eigene zaken óf zelve te behandelen, óf de ver zorging daarvan op te dragen aan wien zij zullen verkiezen, het zij convooi. loopermakelaar, zaakwaarnemer of tolk, en zullen zij niet verpligc zijn om daartoe andere personen te gebruiken of denzelven grooter salaris of be. looning te geven, dan in gelijke gevallen door de inboorlingen zelve gebruikt of betaald worden. Even zoo zal aan kooper en verkooper eene volmaakte vrijheid toekomen om in alle gevallen den prijs van in- of uitgevoerde koop manschappen en waren, van welken aard ook, teregelen en te bepalen, zoo als hun goed zal dunken, zich gedragende naar de gevestigde wetten en gewoonten van het land. Dezelfde voorregten, en onder dezelfde voorwaar, den, zullen de burgers van Texas genieten in de Bezittingen van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden. Art. 10. In al wat betrekking heeft tot de palicie der havens, tot het laden en lussen der schepen en tot de veiligheid der koopmanschappen goe deren en waren, zullen de onderdanen en burgers der contracterende partijen, over en wederonderworpen zijnaan de wetten en plaatselijke ordonnan tiën van het land, alwaar zij verblijf houden. Zij zullen vrij zijn van alle gedwongene krijgsdienst bij de land- en zee- magt; geene gedwongene leeningen zullen hun in het bijzonder warden opgelegd, en hun eigendom zal aan geene andere lasten, vorderingen of imposten onderhevig zijn, dan die betaald worden door de inboorlingen van her land zelve. Art. 11. De onderdanen en burgers der contracterende partijen znllen, over en wederin hunne personenhuizen en goederen de volledigste en bestendigste bescherming genieten. Vervolg en slot in ens velgend Hommer. Den 39 Junij is te 's Graveuhage de 11de Jaatlijksche Vergadering ge- bonden der Maatschappij ter bevordering van het godsdienicig onderwijs onder de slaven en verdere heidensche bevolking in de kolonie Suriname, onder voorzitting van den Vice-President Janssen. Blijkens het verslag door den Secreiaris van de IVijnpersse gedaan, gaan de zendelingen der Evangelische broeder-gemeente, mee ijver, trouw en be leid voort in hun christelijk werk, hetwelk zich thans ook meer geregeld uitstrekt tot de vrije boschnegers, die met aandrag de komst der zendelingiti hebben verzocht, en alies tor derzelver gerust verblijf en dienst ingerig. terwijl tevens de opbouw van de kerk en het woonhuis in het opperdisunt Niekerie gelukkig wordt voortgezet. Uit de rekening van den Thesaurier bleek, dat, behalve de gewone con tribution en eene Koninklijke gift, een legaat van wijlen jonkvrouwe C. E. IViller, ten bewjjze strekte van belangstelling in deze weldadige Maatschap pij, welke zich ook over de aanwinst van een aantal nieuwe leden, bij zonder in de provincie Groningen, verblijden moge. Den 30 Junij heeft te 's Gravenhage, voor het eerst, in de groote zaal van het gebouw der Teeken-akademiedaartoe behoorlijk Ingerigt, en in tegenwoordigheid van de daarbij uitgenoodigde aucoriteicen en verdere personen, zoo heeren als dames, de plegrige uitdeeling plaats gehad der Rijka- en Akademie médailles en verdere prijzen van verdiensten en aanmoe diging, aan de over den leercursus van 1840 op 1841 bekroonde Leerlingen der 's Gravenhaagsche Teeken-Akademie wier in de zaal opgehangené prijsteekeningen kennelijke blijken van de door hen in dit jaar gemaakte vorderingen opleverden. De Wethouder F. J. van MaanenLid van den Raad van Betrunr der Akademie, heeft bij die gelegenheid eene korte, sier lijke en allezins doelmatige redevoering gehouden, behelzende eene Hulde aan de Schilder- en Teekenkunstwaarna door den Wethouder Hooft, Voor- zitter van den Raad van Bestuur voornoemd, de prijzen en getuigschriften aan de bekroonde leerlingen zijn uitgereikt; terwijl een orchest, zamenge. steld uit leerlingen der Koninklijke Muzijkschoolen gedirigeerd door den leerling C. Baetens, bij afwisseling eenige wel uicgevoerde muzijkstukkeu heelt doen booten. Men heeft bij die gelegenheid zich kunnen overtuigen van de goede harmonie, welke tusschen de leerlingen dezer twee binnen de Residencie gevestigde, en thans in hetzelfde gebouw vereenigde inrigtingen bestaat, daar zij zich als het ware de hand hebben toegereikt om deze pleg- tigheid naar wensch te doen slagen. Den sden dezer is in de Residentie aangekomen, en aan het Hbteld'4 t)ellevuc afgestapt, de heer Thiers, oud-President van het Ministerie in frankrijk, vergezeld van zjjn gezin en gevolg. Den volgende dag heeft Zijne Êxc.vergezeld van den Franschen Gezant aan het Nederlandsche Hof, de merkwaardigheden dezer atad bezigtigd en is voornemens, uit de Residentie naar Amsterdam te vertrekken. Den 3den dezer is in de Residencie aangekomen, en aan het Hitel de Beiievue aigestapt, Zijne Exc. de Graat de Chatik, Gouverneur van het Koningrijk Bohemen, met deszelfs familie en gevolg. V - Men verneemt, dat bij de reorganisatie van het Departement van Qofióg-, dp Secretaris-Generaal J. P. Scneffer, in zijne betrekking is ver bleven, en dat de Referendaris bij dat Departement, Jhr. F. d. Ridder van Rdppardbenoemd is tot Chef der afdeeling Secretariaat. Thans zien het licht de Stacen van de bevolking der steden en gemeen, ten van her Koningrijk der Nederlanden, op den 1 Januarij 1S40, naar aan. leiding der jongste algemeene volkstelling. Daaruit blijkt, dat op dat tjjji. stip het aantal huizen in dit Rijk 444,778 bedroeg, dat der huisgezinnen, 375.543 en dat der inwoners 3,860,450, nehalve nog een aantal van 5,399» Nederlandsche zeelieden, geëmbarkeerd op Zijner Majs. schepen en vaartus-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1