Zijne Exc. de Minister van Financien heeft aan de Gouverneurs der
provinciën de volgende circulaire gezonden:
Het is mij van tijd tot tijd voorgekomen, dat er ten aanzien der ware
bedoeling van art. 16 I der wet op het gemaal, van den 39 Maart 1833,
waarbij aan het hoofdbestuur de bevoegdheid is toegekend, om het tevens
malen van mout of pellen van granen aan koornmolenaars te vergunnen, de
gevoelens van de Gouverneurs schijnen te verschillen, en dat da»rvan het
gevolg is, dat door HH. Ed. Gestr. de verzoeken, ter vereenigde uitoefening
dier bedrijven, niet uit hetzelfde oogpunt worden beschouwd, en hierdoor
weliigt aanleiding wordt gegeven, dat de nevenbedoelde bepaling der wet
niet naar het doeleinde, waartoe zij is vastgesteld, wordt toegepast.
De wet hecht het toekennen der vergunning aan de bijzondere voorwaarde,
dat het gerief der ingezetenen dezelve moet noodzakelijk maken een punt,
hetwelk uit den aard der zaak van zelf volgt, dat door het hoofdbestuur",
bij gebrek van kennis aan plaatselijke gelegenheid, niet onmtddeiijk kan wor-
den beoordeeld, en waaromtrent het dus van belang te beschouwen is, dat
hetzelve op eene genoegzaam voldoende wijze wordt ingelicht.
Gehouden om, zoo veel mogelijk, zorg te dragen, dat de wettelijke he.
palingen overal eene gelijkmatige uitwerking erlangen, en dat bij het toeken,
nen van gunstige wijzigingen, die dezelve, in dit of dat opzlgt, den belang
hebbende* fabrikant of trafikant aanbiedt, de een niec boven den anderen,
hoezeer gelijke aanspraak hebbende, worde bevoorregt, heeft de overweging
der onderwerpelijke zaak mij genoopt, U Hoog Ed. Gestr. te verzoeken,
om, bij het behandelen der aanvragen van korenmolenaars, 10c het genot der
bewuste vereenigde uitoefening, na daaromtrent hec berigc zoowel van den
Burgemeester der gemeente als van Gedeputeerde Scaten der provincie te
hebben ingewonnen, hec daarheen te willen wenden, dat de zaak van eene
geheel onpartijdige zijde en naar de wezentlijke bedoeling der wet worde
opderzoehc, en om vervolgens de beide voormelde berigten, nevens U Hoog
Ed. Gestr. advies, aan mij toe te zenden.
Het Provinciaal Geregtshof in Holland heeft bepaald, dac de Kamer
van Vacancie voor dit loopend jaar, gedurende de maand ju lij zal bestaan
uit de heeren Mrs, H. van der Burgh, President, M. I. Pauw, J. 1Wei
land, P. I. de Frcmery, D. Graaf ran Hogendorp en H. A. BollardRaden,
en gedurende de maand Augustus uit de heeren Mrs. J. A. Brandvice-
President, J. A. Weiland, J. A. Philipse, B. A. C. de Lange van Wijngaer.
den. Jhr. G. A. Melon en C. J. Saillant, Raden,
Wijders, dat deze Kamer hare zittingen zal houden op Donderdag, Vrijdag
en Zaturdag, den 1, 2, 3, 15, 16, 17, 29, 30, en 31 Julij, 5, 7, 19, 20,
ai, a6, 21 en 28 Augustus 1841, des voormiddags ten 10 ure precies; zijnue
de laatste der dagen in de aangeduide weker, bestemd tot behandeling van
burgerlijke regtzaken en de beide andere tot afdoening van strafzaken; znt.
lende de eerste zitting gebonden worden op Donderdag den 1 Julij aanstaande,
Door den Raad der stad Delft is herkozen, cot lid der Provinciale Sta.
ten van Zuid-Holland, de heer C. Maas, Pa.
Door het klescollegie voor het voormalig 15de districthoofdplaats Alphen,
is toe lid der Staten van Zuid-Holland, wegens den landelijken scandher.
kozen de heer S. A. van Hoogstraten.
Het kiescollegie voor den landelijken stand, hoofdplaats Hellevoetslult,
beeft herkozen tot lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland, de heer Mr.
S. II. Anemaet, Advocaat en Notaris te Sommelsdijk, Burgemeester der ge.
meente Nieuwe Tonge, c. a.
Door de kiezers van het 4de district der provincie Noord-Holland, hoofd,
plaats Schermerhornis op den isten dezer, met algemeene stemmen, als
lid van de Provinciate Staten v.ao Noord Holland, ingekozen de heer Mr.
C. Sandenberg Matthiessen van Petsen en Nolmerban.
Tn het kanton Heusden is zekere P. van Olst, die verdacht wordt ge.
honden zijne woning op den Hiil onder Babyloniënbroek in brand te hebben
gestoken, in verzekerde bewaring genomen en naar *s Hertogenbosch over.
gebragr.
Te Amsterdam heeft des 3den dezer het 8ste openbaar examen van de
kweekelingen der Koninglijke Muzijkschool in de zaal van den Stads-schouw
burv, onder leiding van den Voorzitter P. van Marselis Hortsing. tot eentje.
gct»nvsii> ane amMvctcuivcir, piaats gehad,
Den aden dezer is, met het beste gevolg, bfi den heer scheepsbouw,
meester C. Smit, te Alblasserdam, te water geioopen het barkschip van der
Werf, zullende gevoerd worden door Kapitein P. van Duyvenboodengroot
circa 400 lasten, gebouwd voor rekening vaal de heeren Boissevain en Comp.,
te Amsterdamen zijnde bestemd voor de vaart op Oosc-Indië.
Uit Utrechc meldt men van den aden Junij: '~-
Heden morgen is Zijne Exc. de Gouverneur naarSoestdijk gereden, alwaar
Zijne Maj. de Koning den vorigen avond was aangekomen. Na Hoogscden-
zeiven gesproken te hebben, is Zijne Exc. vooruir naar Amersfoort gereden.
Zijne Maj. de Koning heeft om half een ure zijne piegtige intrede in die
stad gedaan, en is onder de eerepoort door hec stads Bestuur ontvangen.
De hnizen in de stad waren alle met vlaggen en groen versierd, en duizende
menschen waren van de omliggende dorpen aangekomen, om den Koning te
begroeten, die met een groot gejuich werd ontvangen. Na de omstreken
en de stad doorreden te hebben, en de artillerie, aldaar In bezetting, te
hebben geïnspecteerd, heeft Zijne Maj. audiëntie op het Stadhuis verleend,
hetwelk tot half drie ure duurde. Om 3 ure heeft Zijne Maj. een prachtig
diner op bet Stadhuis met zijne tegenwoordigheid vereerd, en is omstreeks
6 ure, onder het gejuich der menigte, naar Soestdijk teruggekeerd.
Te Amersfoort heefc Zijne Maj. benoemd tot Ridders der orde van den
Niederlandschen Leeuw, de heeren Mr. J. van Dam van Isselt, President van
de Arrondissements Regtbank, W. Breyl, oudsten Predikant der Hervormde
Gemeente, en H T. Alewyn, Majoor Commandant der stedelijke schutterij.
Nog meldt men uit Utrecht van den 3den dezer:
De Maskarade der HH. Studenten is gisteren hoven verwachting luis.
terriik geweest: luisterrijk door de costumes uit de 13de eeuw, welke niets
te wenschen overlieten, luisterrijk door de karakters der genen, die ae
hoofdpersonen voorsielden, en vooral luisterrijk door ae vereerende tegen,
woordigheid van Zijne Maj. den Koning. De Maskerade, was op het punt
vin af te rijden, toen men de blijde tijding vernam, dat Zijne Maj. van
Soestdijk bij Zijne Exc. den Gouverneur der provincie was aangekomen.
De optogc nam om 7 ure, dus bij dag, eenen aanvang en kwam voorbij het
hotel van deu Gouverneur, alwaar Zijne Maj. denzelven zag voorbij komen.
Deze verassende komstdeze hooge eer onze Hoogeschool welke haar
305-jarig feest vierde, aangedaan, was zoo aangenaam, dat het gejuich van
Leve de KoningI aanhoudend gehoord werd. Lang nadat de optogt was afge
trokken, bleef eene menigte menschen voor het hotel vereenigd, om den
Koning toe te juichen die zich met eenige aanwezigen als te midden van
zijn gezin, vertrouwelijk onderhield. Zijne Maj., die incognito van Soest,
dijk was aangekomen, bemerkte spoedig, aan het aanhoudend gejuich, hoe
zeer men zijne tegenwoordigheid waardeerde, en begroette minzaam do
vreugdekreeten der menigte. Zijne spoedige terugkomst in ons midden moge
ten bewijze strekken van de hooge tevredenheid van Zijne Maj, over Hoogst,
deszelfs piegtige ontvangst hier ter stede!
Des avonds 10 ure werd de optogt bij fakkellicht herhaald, en trok deze!,
ve andermaal voorbij hec Gouvernements-gebouwen vervolgde statig den
opgegeven weg. Zijne Maj. is omstreeks 11 ure naar Soestdijk teruggekeerd,
om heden zijnen plegtigen intogt in Arnhem te houden.
Gelijk wij hierboven vermeld hebbenwaren de costumen der gemasker
den luisterrijk, vooral die van Willem II Roomsch Koning, |van Willem van
Brederode, van den Bisschop en vanvele anderen. De optogt werd door een
corpsmuzijk begonnen, en door een ander corps muzijk gesloten. Ons bestek
laat niet toe, om af de gfuotcndie tot het gevolg van Willem II uit de.
13de eeuw behoorden, hier op re noemen en hunne prachtige ltleedcrdragt
te beschiijven, alleen vermelden iviidat alles nienw en treffend was, zoo
ook de kleeding der Zeeuwen Gelderschen Utrechtenaren Henegou
wers, enz.
Wij behoeven nier te zeggen, dat de stad met duizenden vreemdelingen
vyas opgevuld, dat de illuminatie bijna algemeen en zeer fraai was, en «iat
de vreugde tpt laat in den nacht voortduurde, zonder dat de rust in het
minste is verstoord geworden.
Wij vernemen met veel genoegen, dat onze verdienstelijke Hoogteeraar
In de Faculteit der Wijsbegeerte en Letteren Mr. A. van Goudoever, door
Zijne Maj. den Koning is benoemd tot Ridder der orde van den Nederland,
scheb Leeuw.
Wij vernemen, dat de nieuwe, sedert korten tijd In Frankrijk en
Dnirschland aangewende kunstbewerking, om het stotteren en stamelen te
gepezeu, nu ook, voor het eerst slechts in deze stad, maar zoo ver wij
wetenvoor de eersre maal in ons Vaderlanddoor onzen stadgenootden
heer H. de Bruynbij drie personen met gunstig gevolg is verrigt. Deze
operatie, die, bijna onpijnlijk, binnen weinige seconden afloopt en een zoo
lascig en onaangenaam gebrek herstelt, is wederom een nieuw bewijs voor
den bloei aer Heelkunde in onzen tijd.
Zijne Maj. is den 3den dezer des namiddags ten 6 ure te Arnhem aangeki».
men, en is, te paard gezeten, onder het gejuich der menigte, naar het hotel,
van den Gouverneur geredenwaar Hoogstdezelve den nacht heeft doorgenrag'.
Den volgenden dag is Zijne Maj, wederom piegcitacig begroet, is Zijne
Maj. de stad doorgereden, heeft er eenige inrigcingen bezien, een diner aan.
genomen, Hoogstdenzelven door de Regering aangeboden, en is des avon.la
nog uitgereden, om de schitterende illuminatie te bezigtigen. De s«ad was
overal prachtig met groen, draperiën en vlaggen versierd.
Men verneenu, dat aan de Hervormde gemeente van Krallngen van
wege Zijne Maj. den Koning door het Departement d?r Hervormde Kerk,
mitsgaders door HH. Gedeputeerde Staten dezer provincie, ieder voor de
helft is toegestaan eene som van ƒ4000, over het dienstjaar 1841, en dat
eene gelijke som is toegezegd over het dienstjaar 1843; alzoo te zamen ter
somma van f 8000, en zulks tot subsidie van het fonds tot den opbouw eencr
nieuwe kerk, ten dienste der voormelde gemeente, aan de Hofiaan en den
Oudendijken welke kerk dan ook bereids onlangs aanbesteed is, zonder
meubelen, klokken, en alle verdere zaken buiten het bestek, voor f 41,800.
Ook wil men dat de bouw bereids aanvang heeft genomen.
De Commissie voor de oprigting te Vlisslngen, van een standbeeld vin
den Luitenant-Admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter, zoo veel mogelijk
luister wenschende bij ce zettee aan de plegtigheden, die bij gelegenheid der
aanstaande ontblooting van dat gedenkteeken zullen plaata hebben, heefc
beslotendat daartoe ook eene tentoonstelling zal worden geopend Van voort
brengselen der schilder- en teekenkunst van Zeeuwsche meesters en liefheb
bers en van oudhedenbetrekking hebbende toe het levende daden en de
geschiedenis van beroemde Zeeuwen, door bezitten van zoodanige voorwer
pen bij den anderen te brengen.
De bedoelde tentoonstelling zal plaats hebben in een daartoe nader te be*
palen locaalgelijk mede de tijd der opening en sluiting van dezelve nader
zal worden publiek gemaakt.
De schilderijen, teekeningen enz., behoorlijk van lijsten voorzien, alsmede
de oudheden, een en ander goed Ingepakc en verzorgd, zullen tegen den 15
julij aanstaande in gereedheid dienen te zijn, om op hec nader ce bepalen
cgdstip te kunnen worden verzonden of afgehaald,
Uit Limburg wordt het volgende gemeld:
Wij vernemen dac de voorbereidende werkzaamheden geëindigd zijn, tot
daarstelling van een spoorweg, loopende van hier naar de Pruissische gren
zen, in verhand met den spoorweg van Aken naar Keulen en met een zijtak
naar de koiomjjnen van Kerkraede. De Commissie tot den spoorweg, be-
itaande uit de heeren H. Seydlitz, W. Clermont, F. Schrammen en P. Regout,
wier doel hec is om, door het maken van dien weg, de Zuid-Willemsvaarc
met den Rhyn ce verbinden, heeft de zaak mee die zorg en naauwkeurigheid
onderzocht, welke derzelver gewigt vercischc en heeft thans alle noodige-
plannen en bescheiden in gereedheid gebragt, ten einde dezelve, bij Zijner
Majs, komst alhier, Hoogstdenzelve aan te bieden en de Koninglijke goed.
keuring er op te verzoeken. Tevens vernemen wij nog met genoegen dat
genoemde Commisisie onlangs eene bijeenkomst gehad heefc met die van den
spoorweg van Aken op Keulen; hebbende deze laatste op de meest voorko
mende wijze betuigd, dac zij deze onderneming niet alleen volgaarne be
vorderen zal, maar ook van hare zijde de werkzaamheden op Pruissisch
grondgebied zal doen aanvangen, zoodia die bij ons zullen begonnen zijn.
AMERIKA.
De laatste berigten uit New-York ontvangen, loopen tot 8 Mei en berlg.
ten, dat de bekende Mac-Leod den fiden voor het Geregshof aldaar versche.
nen was. Zijne in vrijheid-stelling was echter toen niet, zooali men ge-
meend had, uitgesproken, maar, dewijl er geen genoegzaam aantal regter»
tegenwoordig was, tot den i5den uitgesteld.
Een dagblad wil weten, dat er tusschen de Regering der Vereenigde
Staten en Groot-Britannie eene overeenkomst gesloten was, om de grens-
quaestie minnelijk te schikken, door het benoemen, van wederzijden, van
drie Commissarissen, aan welke, indien zij tot geene beslissing door de
meerderheid konden komen, nog drie anderen zouden worden toegevoegd en
dat de uitspraak alsdan beslissend zou wezen.
De volgende scatisiiek omtrent de Vereenigde Staten wordt in een dag.
blad medegedeeld:
Er zijn in den Staat New-York 798 opene steden, dórpen, marktvlekken
en 9 ommuurde grootere steden. De bevolking der stad Nèw-York in 1830
telue 203,589 zielen, reeds in 1835 was dit getal tot 370,0189 aangegroeid.
Er zijn op dit oogenblik in dezen Staat 124 dorpen, die het burgerschap
hebben verkregen. De dorpen worden bestuurd door eenen President en Ra.
den, die jaarlijks door het volk gekozen wórden. Hét getteei getal dér in
den Staat New-York aanwezige personen, in 1825, was 1,616,458; |D 1835
bedroeg dit getal 2,174,517. In 1825 waren in den Staat 7,160,967 morgen
lands in cultuur; in 1835 waren er 9,655,526 morgen beteelden grond. Er
zijn 1746 postkantoren. Het bedrag der col-gelden, op alle de New-Yorkscbe''
kanalen, in 1836, geheven, was 1,614.336 dollars 43 cents. Het getal-
vaartuigen, bij het kantoor van cpntróle geregistreerd als in 1836 de kanalen
te hebben bevaren was 3,167; het geheel getal van in- en uitgeklaarde
schepen cp al de kanalen, in 1836, was 67,270. Er zijn thans in den scaac
11 spoorwegen in werking, te zamengevat eene lengte van 233 mijlen be.
slaande. De geheeie opbrengst van publieke verkoopingen in 1836, was
53i253>292 dollars 98 cents. Er zijn in den staat New.York 11 spaarbanken.
Het kapitaal der zee-assurantie-maarschappijfen binnen de stad New-York
gevestigdis 5,650,000 dollars. Dat der brandassuramie-maaischappijen
5,600,000 dollars.' Het zamengevat kapitaal der assnrantie-kompagnienbe
halve die in de stad New-York zelve bedraagt 4,026,731 dollars. In het
stedelijk tolkantoor van New-York zijn als bedienden werkzaam: aan het
ontvangst-bureau 54kleiken, aan het schatters-bureau 6 klerken. Er zijn
109 inspecteurs, 11 nachtwakers en 8 sloeproeijersv Het getal der uit vreem.
de landen in de haven van New-York aangekomen schepen, tn 1836, was
2,293. Er z(jn in deze haven, gedurende de laatste 6 jaren uit vreemde
landen aangekomen 266,493 passagiers. De begroote waarde van onroerenden
eigendom in de stad-New-Yorkin 1836, wat 233,742,303 dollars; die der
roerende eigendommen 75,758,617 dollars. Het geheel getal der begratenissen,