A*. 1841.
LEYDSCHE
C O V R A N T.
WOENSDAG,
5 MË I.
notificatte.
Oproeping der Verlofgangers voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wbthouders der Stad Leyden, roepen bij deze op, ingevolge
tene aanschrijving van Z. E. den Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid Hollandde
Verlofpan«ers van de Nationale Militie, welke van .hunne corpsen zijn terug gekomen,
oin te°coinpareren op de plaats van het Gasthuis aan de Aalmarkten einde, ingevolge
art. 181 der wet.op de Nationale Militie, van den 8. ianuarij 1817, in verband gebragc
niet art. 10 der wet, van den 28. November 1818 door den Heer Colonel Militie Com
missaris te worden geinspecteerdvoorzien van de kleeding en kleine équipement-stuk
ken welke zij van hun corps behouden hebben, alsmede van hunne livrets en verlofpas
sen en zulks op Maandag den 10. Mei aanstaande*s morgens ten elf ure.
En geven Burgemeester en Wethouders voornoemd wijders bij dezen kennisdatbij
aldien zich thaus in deze Stad ook verlofgangtrs mogten bevinden, tot andere Gemeente
of Districten behoorende, deze almede gehouden zijn, om ter voorschreven plaatse en tijd
te compareren; met vermaning aan alle verlofgangers van de Nationale Militie, o.n
naauwkeurig aan deze oproeping te voldoen; terwijl aan die genen, welke zonder wettige,
of door Burgemeester en Wethouders aangenomene redenen, van de inspectie mogten weg
blijven, door den Heer Militie-Kommissaris een arrest van twee tot zes dauen in de
naastbij gelegene militaire provoost zal worden opgelegd. Zullende de attesten wegens
ziekte, door Geneesheeren of Heelmeesters, aan verlofgangers afgegeven, uit hoofde van
welke zij belet mogten worden de inspectie bij te wonen, uiterlijk op dien dagdes mor
gens vóór tien ure, ter Secretarie moeten worden ingeleverd; terwijl andere wettige rede
nen van verschooning, door de verlofgangers op Honderdag den\6. Mei bevorens, 'smor
gens ten 11 ure, aan H. H. Burgemeester en Wethouders zullen moeten worden voorge
dragen, ten einde over dezelve te kunnen oordeelcn. Zullende er door den Heer Colonel
Militie-Commissaris aan niemand vrijstelling worden verleend.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. h. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 3den Maart 1841.
J. G. DE MF. Y.
Mij kennelijk,
v. p g t t k. a m m e r.
NEDERLANDEN.
Leyden, 4 Mei.
In navolging van hetgeen er in andere plaatsen, en onder anderen mee een
200 uiiinutuc'nd gevolg te 's Gravenhage is tot sianri gebragc, is dezerdagen
ook hier ter stede, met toestemming van het stedelijk Bestuur, opgerigc
geworden eene Sccieteit van Voorzorg, ten doel hebbendeom aan de Deel
nemers op eene zeer gemakkelijke en voordeelige wijze, in geval van ziekte
of ongemakkenalle Genees- en Heelkundige hulp te verscnaffen, alsmede
aan de arbeidende klasse, door middel van eene zeer geringe wekelijksche
Contributiegeldelijke toelage bij ziekte en overlijden te verzekeren; en
welke bovendien nog deze voordeeien oplevert: j°.Dat de Deelhebbers, op
dezelfde wijze ^als particulieren, bij de minste ongesteldheid, zich aan hunne
huizen van Doctor, Chirurgijn of Apotheker hunnen voorzien; 2°.dat er bij
ziekten, waardoor dikwerf zoo zeer de geldelijke middelen der lijders, vooral
die zware huishouding hebben, of diegenen, welke dienstbaar zijn, worden
uitgepüc, ook in die ongevallen op eene geldelijke toelage kan worden ge
rekend; en daarenboven, behalve kostelooze bediening van Doctor, Chirur»
gijn en Apotheker, ook nog in den financielen toestand wordt te gernoec
gekomen; 30. dat er eene ruime uitreiking van geid bij overlijden zal plaats
hebben, zonder dat daafvoor bij het overlijden van een der leden afzonderlijk
behoeft gecontribueerd te worden en 40. dat de contribuciedie men betaalt
gering is, terwijl er bij hec regiment van voornoemde Socieceit nog andere
voordeelige bepalingen zijn vermeld. De Contributie bedraagt 12 of 15
centen per week, naar gelang der voordeeiendie men verkiest te genieten.—
Voegt men bij dit een en ander, de goede keuze van bekwame en ijveiige
genees-, heel- en artsenijraengkundigendan zal men de goede verwachtin
gen billijken, die men van de werking van deze inrigcing hier koestert, d:e
geheel geschoeid is op de Sociëteit uit Voorzorg te 's Gravenhagewelke
reeds zoo zeer bloeit, dat zij, op 31 December 1840, hec aanzienlijke getal
van 6792 leden telde, terwijl hare eigendommen op dat tijdstip bereids uit
ƒ56,000 aan Certificaten 2* pCts. Werkelijke Schuld bestonden.
Uit 's Gravenhage meldt men van den 3 Mei
Bij het Koninglijk besluit, waarbij aan de Hoilandsche ijzeren spoorweg
maatschappij, gevestigd te Amsterdam, de verlenging van 'den bestaan-
den spoorweg tusschen Amsterdam en Haarlem, te rekenen van laatst
genoemde stad tot Rotterdam, is geoctroijeerd, was onder anderen be
paald, dat vooreerst slechts aan de uijtvoeiing van dit werk tusschen Haar
lem en's Gravenhage de hand zou worden gelegd. Thans verneemt men
dat, op last des Konings, van die maatschappij de toezendingis gevor
derd geworden van het pian, tot aanleg van het gedeelte van den spoor
weg tusschen 's Gravenhage en Rotterdam; dat dit ontwerp bereids bij het
Departement van Binnenlandsche Zaken zou zijn ontvangen en daarbij
wordt onderzocht. Naar men verzekert, zou het voorneroen bestaan, oin
den weg te leggen van 's Gravenhage langs Delft en Schiedam, en de staci.
ons-plaats voor Rotterdam worden gevestigd m de nabijheid van de Delftsche
poort. Te Delft en Schiedam zouden tnsschen-stations worden opgerigt,
voor de eerste stad buiten de Wacersloocschepoort, en voor Schiedam even
buiten de stad, bezijden den straatweg naar Overschie.
Men verneemt, dat Zijne Maj.bij besluit van den 19 April, welge
vallig heeft verklaard de bij Pauselijke breve, van den 9 Maart dezes jaars,
gemaakte bepaling, waarbij de Zeeuwsche parochiën, toe nog toe onder het
Bisdom van Gent behoorende, daarvan afgescheiden en met het Apostolische
Vicariaat van Breda vereenigd worden. Die afscheiding en vereeniging zijn,
bjj eene uitvoerende beschikking van den heer Antonuccials Zaakgelastigde
van den H. Stoel, op den 26 April tot stand gebragt.
Zijne Maj. heeft den heer Mr. S, H. Buy benoemd tot Auditeur bij
den schuttersraad der dienstdoende schutterij te Delft.
Dezer dagen is de gepensioneerde Generaal-Majoor J. J. L, de Steun
en alle zijne wettige afstammelingen tot den Adelstand verheven, en is aan
hem bovendien de titel van Ridder verleend.
Zijne Maj. heeft' aan den Colonel der voormalige mobiele Noord-Hol-
landsche schutterij, Hoogstdeszelfs buitengewonen AdjudantLuden^ vergund
het dragen der versierselen der orde van het Legioen van Eer, hem door den
Koning der Franschen geschonken.
Zijne Maj. heeft de zilveren medaille wegens het redden van schlpbreu-
Velingen verleend aan F. van LittC. Steenbakkers en IV, v, vHeyde te Alem
"wegens den 18 Februarij 11. betoonde diensten en menschlievendheid.
£2Voorleden week heeft Hare Maj. de Koningin, vergezeld van Prins
Hendrik en Prinses Sophia een uitstapje naar Haarlem gedaan, om aldaar de
bloemen te bezigtigen.
Den 3den dezer heeft Z. K. H. Prins Hendrik Feyenoord bezocht.
Zijne Ëxc. de Minister van Staat, belast met de generale directie voor
de zaken der Hervormde kerk enz., heetc goedgevonden, al de Hervormde
kerkelijke administratien indachtig te maken op art. 5 van het Koningiijk
besluit van den 16 Augustus 1824 'Staatsblad N°. 45), volgens welk hec
niet geoorloofd zal zijn, om zoncier toestemming des Konings, of volgens
later besluit van der, 25 Maart 1828, N°. 124, van dit Departement, uit de
kerken weg ce breken, te vervoeren of te vervreemden, of om zich eenige
andere beschikking te veroorloven, met opzigt tot de in de Kerken geplaatste
voorwerpen van kunst of geschiedkundige gedenkstukken, van welken aard
die ook zouden mogen zijn, voor zooverre zij niet toebehooren aan bijzon
dere genootschappen of bijzondere personen. Onder berimu ing aan deze
bepaling heeft Zijne Ëxc. al de Hervormde kerkelijke arimin gratiën, voor
zooveel noodig, doen opmerken, dat de uit- en inwendige bouwkunstige
versieringen der kerkgebouwen, de beschilderde vensterglazen, en zelfs wel
eens de schilderingen op ae muren en gewelven, welke hier er, daar nog
aanwezig, evenzeer zorgvuldige bewaring kunnen vercischen, en mitsdien,
niet door overwitten of afbikken der muren vernietigd, of door onoordeel
kundig bij- en overschilderen bedorven mogen worden.
In de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Gètreraa!is hec
onderzoek over het ontwerp van wet nopens de Hoogheemraadschappen af.
geloopen, en houdt men zich cbans bezig met hec overwegen der voordrage
betrekkelijk- de Aigemeene Rekenkamer. Men ziet binnen weinige dagen hec
uitbrengen van de verslagen uer centrale afdeeling, over eenige der aanhan
gige ontwerpen van wee, te gemoet.
In de beantwoording der Regering van de aanmerkingen, in de afdeelin
gen van tie Tweede Kamer der Staten-Generaal gemaakt, ten aanzien van
hec ontwerp van wet nopens de consignatie van effecten aar, toonder, welke
aan minderjarigen of aan ouder curatele gestelde personen toebehocren, wordt
onder anderen, aangemerkt, dat het in twijfel zou mogen getrokken worden,
of hec volstrekt noodzakelijk is om nieuwe verordeningen opzigtelijk de gel-
delijke consi-naiien daar te stellen, bij net nog aanwezig zijn van de bepa
lingen, welker toepassing ook na de opheffing van hec A nortisatie-Syndicaac
zeer wel verzekerd kan blijven, doch da 1 men de zaak zal overwegen; en
daar het waarschijnlijk is, datbij de nadere regeling van de financiëneene
instelling tot amortisatie zal kunnen Morden daargesteldzoo zal het we/ligt,
bij de te verwachten voo'stellen omtrent zoodanige instelling de gepaste tijd zyn
om dan ook de zaak van Ue geldelijke consignatie# ter sprake ie brengenen
bij de wet te regelen
Ten behoeve van het fonds der gewapende dienst in Nederland, is van
eenen onbekenden gever 500 ontvangen.
Uit Utrecht meldt men, dat men aidaar Zijne Maj. den Koning in hec
Dat-se dezer maand verwachtte. Zijne Maj. zou vergezeld worden door Hare
Maj. de Koningin en de verdere leden 'van, hec Kooinglijk gezin.
Uit \s Hercogenbosch schrijft men van den 2 Mei;
Gisteren voormiddag, kwartier over 11 ure, kondigde hec gelui der klok
ken en het spelen der carillons de komst van Zijne Maj. onzen geliefden
Koning op hec grondgebied dezer stad aar., werwaarts de stedelijke Regering
zich reeds ten half 10 ure, in acht koetsen gezecen, had begeven, eD alwaar
zich eene groote menigte uer ingezetenen bevond, welke op de verschijning
van Zijne Maj. üe luchc deden weergalmen, van den zco hartelijk gemeen-
den uitroep Leve de Koninghetwelk bij zijne komst binnen de Vughterpjorc
algemeen en de toeloop zoo groot werd, dat de troep niet dan zeer lang.
zaam konde voortgaan; dezelve bestond in een detachement Dragonders,
vervolgens de Schutterij met hare muzijk aan hec hoofd, de Dragonders mee
hunne muzijk, de stedelijke Regering en ontniddelijk daarop Zijne M j. de
Koning, omgeven dooi den Staf en de garde d'nonneur dezer stad, waarop
wederom decachementen der Schutterij, Dragonders en Infanterie, tevens de
garde ci'honneur van de stad Tilburg, wejke Zijne Maj, naar deze stad had.
den vergezeld. Het is onmogelijk de aigemeene geestdrift der ingezetenen
ce besenrijven, waarmede zij Zijne Maj, ontvingen, maar mén móest die
gezien hebben om zich zulks te kunnen. Zijne Maj. aan net Hotel va.i
Zijne Exc, den Heere Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie aangekomen
zijnde, vccoefde zoolang voor hetzelve, cot dat de troepen voor Zijne
Maj. gedefileerd hadden. Ten één ure namiddag gat Zijne Maj. a adieu tie
welke tot verre in den namiddag duurde. Des avonds ten 8 ure begon de
illuminatie der geheele stad; dezelve was zeer luisterrijk, en vooral munt.
ten uic het Stadhuis, de Socieceiren Amicitia en de Zwarte Arend, liet Paléis
van Justitie, oude Mannen- en Vrouwenhuis, Zieken-Gasthuisenz, D-m
volgenden dag heeft Zijne Maj. de openbare Godsdienoefeningen bijgewoond
en daarna de vestingwerken in oogenschouw genomen. Maandag zou Zijne
Maj. naar Eindhoven vercrekken en des avonds te Tilburg wederkeeren
Dingsdag Bergen-op-Zoom en Woensdag Breda bezoeken en van daar de
terugreis naar 's Gravenhage Donderdag aanvangen.
Te 's Hercogenbosch heeft Zijne Maj. benoemd: Tot baron, Jhr. Au
gust van Rijckevorsol; tot den adels and verheven: de Heeren Mr. C. F,
iVesselmandistricts commissaris, en SternVoorts tot ridders der orue van
den Nederlandschen Leeuw benoemd: de heeren JT. Vermeulendistricts-
commissaris; Thije Hannes, wethouder; Augustinipredikmc der Hervormde
GemeenteMattenburg% Inspecceur der belastingen; Menucommies van
het Provinciaal Gouvernement, afdeeling Policie.
In eene nabij Luik gelegene kolenmijn beeft eene verschrikkelijke Saz-
oacploffing plaats gehad, waardoor 30 meuschen liet leven hebben verlogen.
AMERIKA.
De overleden President der Vereenigde Staten, Generaal Harrison, is den
7den te Washington met veel plegtigheid begraven, de lijkstoet beslag eene
lengte van 2 Engtlsehe miilen.
Den 5den was de Vice-Voorzitter, John-Tylerwelke nu volgens de wet
tot 4 Maart 1845 het Voorzitterschap zal hekleeden, te Washington aange.
komen, en had eene proclamatie uitgegeven, waarin hij zegt in Ce voetstap,
pen van zijnen voorganger te zuilen treden, het beheer der geldmiddelen ge.
heel van liet Vootzitterschap af te scheiden en een zeker aantal ambtenaren,
die met het thans gevolgde stelsel van bestuur niet overeeukbtneh, af te
zetten. In die proclamatie treft men ook dit volgende aan:
Met opzigt tot vreemde natiën, zal regtvaarriigheid van onze zijde jegens
allen en het niet dulden van onregtvaardigneid van iemand, den grondslag
mijner staatkunde uitmaken. Terwijl ik onvermoeid de betrekkingen van
vrede er. vricncschap met allen en een iegelijk zal aackwtekenzal het mija'