Het eerste hoofdstuk handelt over de zamenstelling en verpligtingèn van iet collegie in het algemeen. Het getal der leden, bij art, i bepaald op zeven, beschouwt men als noodzakelijkmaar ook als voldoende, om de uitvoering van de wet te verzekeren; hetzelve kan, bij de uitbreiding der werkzaam, beden van de Kamer, niet als overdreven worden aangemerkt, althans niet wanneer men in het oog houdt, dat hetzelve vroeger nimmer minder dan negen bedroeg, en zelfs bij de instructie van 9 julij 1814 (Staatsblad^". 76) werd opgevoerd tot dertien. Binnen de drie eerste maanden van ieder jaar, zal zij aan Zijne Maj. een volledig voorslag aanbieden van het resultaat harer werkzaamheden, dit ver. fclag zal aan de Staten-Generaal worden medegedeeld, ten laatste in de zit ting, die in October daaraanvolgende geopend wordt. Zij is volgens de voordtagt verpligt, om Zijne Maj. ten allen tijde, zoodanige voordragten en mededeelingen te doen, als volgens haar inzien, kunnen leiden tot vermin dering of besparing van Staatsuitgaven en tot vereenvoudiging der coraptable administratie. Zij is almede gehouden om aan de departementen van algemeen bestuur, alle de bij haar voorkomende bedenkingen wegens den aard of de geldelijke strekking van overeenkomsten tot leverantien en pretentien aan of ten behoeve van het Rijk mede te deelenook dan wanneer die bedenkingen haar geene aanleiding geven, om de in rekening gebragte uitgaven dadelijk te verminde* fen of te verwerpen. Het derde hoofdstuk, rakende de cor.trile op de uitgaven, behelst insgelijks menig nieuw en nuttig voorschrift, waardoor de Algemeene Rekenkamer in staat zal worden gesteld om volledig aan hare bestemming te beantwoorden. In het vierde hoofdstuk (de verantwoording betreffende,) is de termijn tot het doen van afwijs wegens gelden ter goede rekening, uiterlijk bepaald op drie maanden, in plaats van zes maanden, die er thans voor gegeven waren. Het vijfde hoofdstuk betreft het hooger beroep van comptabelen, die zich met eenige dispositie van de Algemeene Rekenkamer op hunne ingediende ver antwoordingen mogten bezwaard achten. Eene Commissie uit den Raad van State zal, even als volgen» de thans nog vigerende instructie van den aijunij 1820 (Staatsblad N°. IS, art. 33jaarlijks door den Koning worden benoemd om dergelijke klagten te onderzoeken en er over te oordeelen. Het zesde hoofdstuk bevat eenige additionele artikelen. In deze Residentie ziet thans eene verzameling van officiële stukkenenz. betrekkelijk het Concordaat, het licht, waarin men niet alleen aantreft den tekst van het zoo algemeen de aandacht boeijende Concordaat van 1827, benevens des Pausen allocutie en den vertrouwelijken brief des Ministers van Binnenlandsche Zaken, deswege in dat jaar bekend geworden; maar te. vens de mandementen des Aartsbisschop» van Mechelen, enz., daaromtrent; wijders de verhandelingen nopens het Concordaat bij de Staten-Generaal,de antwoorden der Regering betrekkelijk die overeenkomst voor en na de af scheiding van Belgie gegeven, en andere geschiedkundige bijzonderheden over het Concordaat. Deze verzameling bevat alzoo een volledig en onpar tijdig overzigt van den oorsprong daarvan af, tot het gebeurde in de laatste dagen en tot *s Konings reize naar de hoofdstad ingesloten. Aan het einde (bl. 68 en volg.) worden de slotsommen getrokken, waartoe deze verza meling leidt en wordt tevens, ingevolge onderscheidene geloofwaardige bron nen, de tegenwoordige stand der zaak opgegeven. Ten slotte worden eenige wensehen geuit, welke ieder, die het wel met Land en Koning meent, als van zelve voedt. Uit hetgeen nopens den tegenwoordigen stand der zaak in dit werkje wordt medegedeeld, blijkt het, dat Zijne Maj. de Koning, gedurende Hoogstdeszelfs jongste verblijf in de hoofdstad, aan de Commis sie van den Protestantschen Kerkeraad en van het Kerkbestuur der Haagsche gemeente, zoowel als aan de stedelijke Regering van Amsterdam, heeft verklaarddat de oude zeven provinciën met het te sluiten Concordaat niets te maken zouden hebben, en als land van missie zouden blijven beschouwd worden; terwijl er geene Bisdommen dan alleen te Roer monde en te s Hertogenbosch zullen worden gevestigd. Dit geschrift eindigt aldus: Het kort begrip van dit alles is dus: de uitvoering van het Concordaat, op"eenige nieuwe grondslagen, ten gevolge van geregeld te voeren onder, handelingen. „De meerdere bekendheid van een en ander, zal de spanning en onrust wegnemen, welke in het Vaderland eenige maanden lang, ten gevolge van geheel of ten deele onjuiste begrippen en opwinding der gemoederen ge- heerscht heeft: het gezond verstand der Natie is daarvoor de beste waar borg. die waarderen zal de onbezweken en loffelijke zucht van het Hoofd des Staats, om, met eerbiediging van ieders godsdienstige overtuiging, met in het ooghouding van de voorschriften der grondwet, van de verbindtenis sen der vorige Regering en van de gewijzigde gesteldheid van zaken, de eendragt te bevorderen onder de ingezetenen van alle geloofsbelijdenissen in het Vaderland. „Het is te wensehen en te verwachten dat alle redelijk- en weidenkenden in den lande die eendragt, de godsdienstige, niet minder als de staatkundige verdraagzaamheid voortdurend op den hoogsten prijs zullen weten te stel len; dat de welhaast te openen onderhandelingen in dien geest van ver zoening, en liefde voor regt en waarheid, zullen gevoerd eji ten einde gebrigt worden, waarmede zij zijn voorbereid. „Het is te hopen dat, wat overdrevenheid, in welke geloofsbelijdenis ook, zich mogt voorspiegelen, en wat pogingen bitterheid en haat ook im mer mogten aanwenden, om uit verledene scheuringen en geschillen nieuwe te doen ontstaan, die gevaarvolle voorspiegelingen door het helder licht der verdraagzaamheid, der broederliefde en het gezond oordeel der Nederland- sche Natie zullen worden overschenen; dat die pogingen magteloos zullen worden gemaakt door den hechten band van allen, wien het om de rust en eensgezindheid, om het behoud des geliefden Vaderlands te doen is, en die in de grondwet hun plechtanker vinden voor godsdienstige en burgerlijke vrijheden, Nederland en Oranje zoo innig dierbaar. „Te wensehen is het, dat de terugkeerende kalmte in de gemoederen het teeken zij van opregte zamenstemming, jen dat immer in Nederland de woorden gehuldigd worden, welke de voorname grondlegger van zijn onaf hankelijk aanwezen ter neder schreef,in datzelfde jaar, toen onze tegenwoor. dige Koning met heldenmoed den genade-slag hielp geven aan de overheer- sching van NederlandDe geschillen over de godsdienst hebben ons van I,elkander verwijderd; doch wij beleven eene eeuw van verdraagzaamheid, „die in Duitschland, Frankrijk en ook onder ons, de overhand gewonnen „heeft. Algemeene bescherming is de Regering schuldig aan de godsdienst, „hoedanig ook gewijzigd: en algemeene gehoorzaamheid is het Volk schuldig aan zijne Vorstenvan welk geloof ook." „Die Gijsbert Karel van Hogendorp's woorden, want van hem zijn deze woorden, naar zin en geest opvolgt, wie twijfelt er aan? hij be vordert het geluk, de magt en de kracht van het Vaderland." Den 22sten is te Rotterdam in den ouderdom van 86 jaren overleden, de Wei-Edel Achtb. Heer Mr. M Hoog, Oud-Burgemeester dier stad, tij- dens de aanwezigheid van Zijne Maj. ÏVillem II binnen genoemde stad, be. noemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Den aosten dezer beviel te Zevenhuizen van drie welgeschapen levende Zonen Catharina Brinkman, huisvrouw van Pieter Timbergen, buitengewoon agent van Justitie aan den Zuidpias, welke zich met de moeder in volko men welstand bevinden, ofschoon de verlegenheid dezer behoeftige lieden groot is, die aldus op eens het getal hunner jonge kinderen van vijf tot acht vermeerderd zien. Men meldt uit Amsterdam van den 23sten April: Met genoegen berigten wij, dar ons stedelijk bestuur de krachtdadigste middelen in het werk stelt om de bouwvallig bevondene huizen en percelen dadelijk te tioen iiersteiien of sloopetl. Zoo zijn reeds la véie wijken dér stad de bewoners dier huizen aangezegd, dezelve te verlaten, eri hebben ook velen bereids daaraan voldaan. Het stedelijk Bestuur der stad Amsterdam heeft haar berigt aan de Hooge Regering uitgebragt, over het ontwerp van den Ingenieur Braie 6m de hoofdstad van zuiver gefiltreerd Vechtwater, door middel van rainkost. bare gebakken buizen, te voorzien, en alleen hoofdzakelijk wegens het fi. nanciele der zaak bezwaren geopperd, doch zoo als wij vernemen zijn de financiële Ondernemers door een genoegzaam getal eigenaars daaromtrent verzekerd, die voor een abonnement van 6 S 18 (naarmate van het aantal huisgezinnen) of 12 gemiddeld per huis en per jaar daaraan willen deelne men, en gefiltreerd Vechtwater boven het onzuivere en zoo dikwerf met iooddeeien bezwaarde regenwater verkiezen. r— Gisteren namiddag, ten half 2 ure, is met den besten uitslag te warer gelaten het op de werf de Oranjeboomin de groote Bikkerstraat, door deu scheepsbouwmeester de Graaf, voor rekening van den heer Luden, gebouwde koopvaatdij-fregatschip Jupiter, groot circa 550 lastengevoerd zullende wor den door den Kapitein de Jong, en bestemd voor de vaart naar de Oost-Indien. Eergisteren werd, in de Zuider-Kerk, alhier het openbaar examen ge houden der leerlingenwelke op de Diakonie-Scholen der Nederduitscbe Hervormde Gemeente worden oiderwezen. De heer R. FeithVice-Praeses van het bestuur der scholen, opende, bij'ongesteldheid van den tijdeiijken Praeses, den heer./. J. vanIVezelenburgdit eenvoudig kinderfeest met eene doelmatige en beknopte rede, over het nut der scholen ten einde de kinde. ren op te leiden tot nuttige leden der maatschappij, tot waardige leden der gemeente, en deeigenooten van een eeuwig zalig koningrijk, gevende ZEd. vervolgens het benoodigd verslag van den staat der scholen, waaruit bleek: als dat in het afgeloopen schooljaar op de buitenscholen 358 en in het Wees huis 45 leerlingen zijn opgenomen, en ontslagen 354 op de buitenscholen en 45 in het Weeshuis, bedragende het getal der kinderen op de gezaraenc- lijke scholen 2439; welk getal, eerstdaags, met een gedeelte, uit het aan. zienlijk getal der zich hiertoe aangemeld hebbende, zal worden vermeerderd, terwijl nog altijd de behoefte bestaat om school N°. 3, in de Haarlemmer Houttninen, tegen een grooter en geschikter lokaal te verwisselen, zijnde de pogingen daartoe aangewend tot hiertoe vruchteloos geweest. Onder dankbetuiging gaf ZEd. berigt, ais dat de collecte ten behoeve der scholen, in het vorige jaar aan de huizen onzer lidmaten gedaan, de aanzien lijke som van f 4,860 heeft bedragenalsmede van de jaarlijkscne gift groot f 50; noemende deze som te meer aanzienlijk, doordien zoo kort te voren bij de lidmaten eene collecte was ingezameld ten behoeve van het Diakonie- Weeshuis, die eene te regt algemeene deelneming en belangstelling verwekt had. Vrrder gaf ZEd. te kennen, dat de Curator P. Steen Jr., welke in die betrekking gedurende acht jaren was werkzaam geweestdoor de Eerw. groote vergadering van Diakenen wederom was benoemd geworden, doch om ge- wigiige redenen had bedankt, en alzoo in deszelfs plaats was verkozen de beer J. L. G, Pier sonvroeger Schoolarch der scholen. Na deze opmerking verschafte ZEd. de gelegenheid aan een groot getal leerlingen, om eenige proeven van derzelver bekwaamheden en vorderingen, onder de leiding van den eersten leermeester R. Spruit, te geven, in de noodzakelijkste kundigheden, vooral ook ten opzigie van het godsdienstig onderwijs. Vervolgens werden door den Vice-Praeses, bij gepaste aanspraak, aan 72 kinderen boekgeschenken uitgereikt, ten bewijze van goedkeuring, zoowel van wegens hun gehoorzaam gedrag, a.s voor derzelver gemaakte vorderin gen. VerLOonende een zeer groot getal hnnner bekomene loffelijke getuig, schriften. Dit eenvoudig, doch treffend kinderfeest, met de tegenwoordig, held van den Edel Achtbaren Heer Burgemeester en één der Raden dezer st'-d, benevens eene talrijke schaar van toehoorders vereerd, werd afgewis. sold door der kinderen toepasselijke gezangen, door den heer R. Feith ver. vaardigd, en door den heer A. ten Cate J, Az. op muzijk gebragt. Eindelijk w-erd door den Vice-Piaesesmet gepaste aanspraken en dank. betuigingen, deze plegtigheid besloten, na alvorens de collecte, volgens het londgezonden adres, op aanstaanden Vrijdag ten behoeve der scholen zullende plaats hebben, aan de ruime milddadigheid en Christelijke liefde onzer gemeente te hebben aanbevolen. RUSLAND. Van de Russische grenzen schrijft men, dat daar het uitzigt op eenen aanstaanden oorlog in het westen vervallen is, en echter door de militairen vooral door de officieren naar oorlog verlangd wordt, dit jaar de oorlog tegen de Kaukasische bergvolken met te meer nadruk zal worden voortgezet. Er zouden uit de andere corpsen vrijwillige officieren aangenomen worden, om dien togt mede te maken. Men meende echter, dat het getal der zich zul. lende aanmelden zoo groot zou zijn, dat men hen allen niet zon kunnen plaatsen, daar slechts een bepaald getal troepen tot dien veldtogt zullen ge bezigd worden, en ook de andere corpsen te veel van officieren zouden ont bloot worden. Men kon, zoo schrijft men, van dien aanstaanden veldtogt de beste ver. wachting hebben, daar de bergvolken thans zekerden bijstand zouden mis. schen, welken zij door tusschenkomst van Engeland tot hiertoe ondervonden hadden, omdat de betrekking tusschen Engeland en Rusland, wegens de Oostersche aangelegenheden, naauwer was dan immer te voren. SPANJE. Bijzondere berigten uit Madrid van den I4den melden, dat de Senaat zich bijna zonder uitzondering voor het eenhoofdig Regentschap van Espartero bepalen zal. Eerst hadden een 20tal gematigde leden besloten, de gewezen Koningin-Regentes te benoemen, doch daarvan zijn zij terug gekomen en zuilen nu honne stem aan den Hertog der Overwinning geven, zoo dat men' reeds op een 70 stemmen voor zijne benoeming rekenen kon. In de Kamer der Afgevaardigden beraadslaagt men over financiële vraag stukken en regelt men de rekeningen tusschen het bankiers-huis Ardcin en de Spaansche Regering. Volgens een Belgisch dagblad zou dejSparnsche Minister van Financien bepaald hebbendat de interest der schuld eerst en vooral zou betaald wor. den, om aldus het vervallen crediet te herste len. DUITSCHLAND. Zijne Maj. de Koning van Hanover heeft aan C. Zeeman, schipper van den IVillemsz. Beukelszoon, in Nederland, eene zilveren medaille geschonken, ter belooning van liet in 1840 redden der manschappen van de koff Susanna Margaretha; aan de equipage van het schip heeft Zijne Maj. 1,150 ge. schonken. Uit Weimar meldt men, dat aldaar eenige gevangennemingen zijn ge. schied op grond, dat de Regering door geheime depeches uit Parijs de ver zekering had ontvangen, dat eenige jonge Duitschers, onder welke er zich uit Weimar bevonden, leden waren van geheime genootschappen, onder den invloed der Propaganda. In het dorp Zuchersnabij Koslin, is den loden April, in den hoogen ouderdom van 105 jaren overleden de boschwachter M. Grothdie, tot zijn einde stil en werkzaam, nimmer was ziek geweest, en gedurende zijn gan» sche leven geene smart of verdriet gekend had. Omtrent de inrigting van de stad Frankfort, meldt uit die plaats eeq1 aldaar verkeerend vreemdeling het volgende: Men kan alhier lang in diplomatische kringen hebben geleefd, zonder eerij juist begrip te hebben van die stad van bankiers en joden, waaróp de diploj»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 3