de verelsclir? verdunning aaiTden Heer Burgemeester dezer Stad zullen verzoeken, terwijl van deze vergunning geen gebruik zal kunnen gemaakt worcten,dan nadat dezelve vooraf «an den Directeur der Stedelijke Belastingen zal zijn vertoond, ten einde op den invoer het noodice toezigt te kunnen doen houden. Art. 13. De weinige Lamineren, welke daags vóór dien Marktdag met de gewone Kalverschuiten worden ingevoerd, zullen niet moge worden gelost, dan na het openen der Poorten op den daarvoor bepaalden tijd, en na alvorens liet consent ter vernachting. aan het Kantoor van invoer verleend, tegen een gewoonMarkt-biljet te hebben verwisseld, Art. 14. Geene hokken zullen met'eenige weinige Lammeren mogen bezet worden, met het doel, om dezelve later aan te vullen; maar zal de eerst aan de Markt met aiine Lammeren aangekomen Verkooper zich naar verkiezing künnén plaatsen; terwijl geene voorrang in personen of soorten van Lamineren zal vergund wordeii. Art 15. Alle Kooplieden, die met eenig Vee ter Markt komen, zullen zich naar de Stedelijke Keuren en Reglement op de heffing der Stedelijke AccijnSen behooren te dragen Art 16 Alle overtredingen der bepalingen van dit Reglement, waarbij geene bepaalde boetestaat uitgedrukt, zullen worden gestraft met eene boete van drie tot vijf en twintig gulden welke boeten komen ten voordeele der Stedelijke kas; terwyl bij onvermogen de boeten zullen vervangen worden door eenc gevangenisstraf van één tot drie dagen. Art 17. De Keurmeesters, Commissarissen uit de Vleeschhalen Ambtenaren der Stedelijke Belastingen en van Policie, zijn belast met de handhaving van het tegenwoordig Reglement. Van de begane overtredingen zal behoorlijk Procesverbaal worden opge maakt, om voor de bevoegde Regtbank ie worden vervolgd. Art. 18. Afschrift dezer zal worden gezonden aan de Edele Groot Achtbare H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.' Aldus gearresteerd bij den Raad der Stad Leyden, op den 15. April 1841. J. G. DE MEÏ. Mij kennelijk, V. PüTTKAMMER. rin dit Reglement, geplaatst in N®. 48 dezer Courant, is in Art. 7. abusief opgegeven, dat de hokken niet kleiner mogen zijn dan acht vierkante Nederl. ellen dit moet zijns yier vierkante Nederl. ellen.] NEDERLANDEN. Leyden, 25 April. Ten gevolge zijner rangsbevordering, heeft de Luitenant-Colonel L. T. F. IV. Baron van Boecopdezer dagen, op eene hartelijke wijzeafscheid genomen van het flank-bataljon van liet 9de regiment infanterie, hetwelk hij gedurende zes jaren gecommandeerd heeft, bij welke gelegenheid de heeren officieren van dit corps aan dezen kundigen Hoofd-officier een fraai bewerkten en met deszelfs wapen versierden sigarenkoker hebben aangebodenals een be. wijs hunner achting en genegenheid. Z. H. E. G. is overgeplaatst bjj het 8ste regiment, in garnizoen te Groningen. Men meldt uit 's Gravenhage van den 23sten dezer: De zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden werd ten half drie ure geopend. HH. Excc. de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financien zijn in de vergadering tegenwoordig. Is ingekomen een berigt van den heer de la Court, dat hij, ten gevolge van ongesteldheid, verhinderd wordt de vergadering bij te wonen. Wordt gelezen een Koninglijk besluit, waarbij de Voorzitter der Kamer eemagiigd wordt, de bij art. 86 der grondwet voorgeschrevene eeden af te nemen van den heer Huydccoper, nieuw benoemd lid der Kamer voor de pro. vincie Noord-Holland. j De Voorzitter benoemt eene Commissie, zamengesteld uit de heeren: ie Jonge, Gevers, van Akerlaken, Hinlopen en van Heeckeren, belast met het onderzoek der geloofsbrieven van bet nieuw benoemd lid. Deze Commissie houdt zich met hare taak bezig, en doet vervolgens, bij monde van den heer de Jonge, verslag, hetwelk tot de toelating van het nieuw benoemde lid strekt. De heer van Rechteren meent, dat het nitgebragte rapport niet voldoende is, en dat het hier de vraag geldt, of de Gouverneur der provincie al dan niet heeft medegestemd? u De heer van Nes ondersteBnt dat gevoelen. De vergadering kan niet be. rusteu in het gedane verslag, maar moet uit eigen oogen zien. De heer de Jonge merkt op: 1°. dat de zaak zich in denzelfden toestand bevindt, als toen de twee laatste leden voor Noord-Holland in de vergade. dering zijn toegelaten; 2°. dat uit de geloofsbrieven van het nieuw benoem, o.-iv—ucr.Ueljzen in zich vereenigt, om als lid der en 3°. dat het reeds van zich zelve spreekt, dat de Gouverneurs der provin. cien, ontvangen hebbende de aanschrijving van den Koning, om zich voor. taan van de stemming bjj verkiezingen te onthouden, de Gouverneur van Noord-Holland aan dat voorschrift heeft moeten voldoen, en zich voorze. aan hetzelve heeft onderworpen dat echter, ten overvloede, nit het ver- baal van eene buitengewone vergadering der Staten van Noord-Holland, in het begin dezer maand te Haarlem gehouden, blijkt, dat de heerHuydccoper tot lid der Tweede Kamer benoemd is bij de eerste stemming, en dat wel met eene meerderheid van 62 van de 68 leden, die, buiten den Gouverneur, in de vergadering aanwezig waren. De beer van Nes betuigt zijn genoegen over dit nader rapport, hetwelk hem voldoende toeschijnt en waaruit thans overtuigend blijkt, dat het eerste verslag der Commissie oppervlakkig en onvoldoende was. Hij hoopt, dat ook in het vervolg, de Commissien tot onderzoek der geloofsorieven niec alleen op dat stuk zelf, maar ook op de geheele keuze derzelver aandacht vestigen en meer bijzonder onderzoeken zullen, of de Gouverneurs der pro. vincien aan de verkiezingen deel nemen. Het heefc toch wel aan Zijne Maj. behaagd, om het medestemmen der Gouverneurs bij de verkiezingen te doen ophouden, doch schier gelijkertijd heeft een der Ministers, het is waar het was de Minister van de Hervormde Eeredienst enz.maar hec was dan toch altijd een Minister, openlijk verklaarddac de Gouverneurs volkomen regc hadden, om mede te stemmen en dat het niet verder gebruik maken van dat regt, slechts een uitvloeisel was van de toegevendheid der Hooge Regering. Het is atzoo thans zeer mogelijkdac de leden der Kamer benoemd worden de eene maal met, en de andere maai zonder medewerking der Gouverneurs, daar deze altijd zullen kunnen beweren, dat zij, ook volgens de meening der Regering, het regt hadden om mede te stemmen. De heer de Jonge herinnert, dat het eerste rapport, hetwelk hij oitgebragt heefc, op dezelfde wijze opgemaakt is, als dit altijd heefc plaatsgehad. Onder anderen is er, nopens de geloofsbrieven van den Graaf van Rechteren, een dusdanig rapport oitgebragt, zonder dat daartegen eene enkele aanmer. king, ook niet van den heer van Nes, is gevallen. Hierop wordt de heer Huydecoper binnengeleid; die heer legt in handen des Voorzitters den grondwettigen eed af, waarna hij zicting neemt. Zijn ontvangen twee Koningiijke ooodschappen, ten geleide van twee ont werpen van wet, die van memorien tot toelichting vergezeld gaan. Het eene strekt tot afschaffing van de regtsmagt der Hoogheemraadschappen der Dijk- en Polderbesturen, en de vervanging dier magt door andere verorde ningen. Het tweede houdt in eene nieuwe instructie voor de Algemeene Rekenkameren zulks in verband met art. 200 der grondwet. Deze •tukken worden aan de afdeelingen verzonden. Is ingekomen een adres van den heer Overgaauw PennisInspecteur der registratie, die verzoekt, bij hec opmaken der lijst van Candidacen voor de vacatnre in de Algemeene Rekenkamer, in aanmerking te komen, Zijn naam zal op de lijst der sollicitanten worden geplaatst. Zijn ingekomen onderscheidene verzoekschriften, als: van IVillinck, die bezwaren inbrengt, tegen de wet op het patentregt, van ingezetenen uit West-Stellingwerf, die bedenkingen voordragen tegen de bestaande wet nopens de brandstoffen; van logementhouders en huurkoetsiers te Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage, die bedenkingen indienen tegen de voordrage van het personeel, en van ingezetenen nit Gelderland, die aan de Kamer hunne bezwaren onderwerpen tegen hec reglement voor de rivier-polderi in Gelderland. Verzending ain de Commissie. De Commissie tot de verzoekschriften doetbij monde v«n de heeren van Hoorn van Burgh en de Man, vers'ag: i°.op eenige requaescen van gemeente Besturen in Limburgtegen de voorgestelde regterlijke indeeling van dac Hertogdom in arrondissementen en kantons, en 2° op eenige andere, waarbij bedenkingen worden voorgedragen tegen het ontwerp vaii wet nopens hec personeel. In deze requaesten wordt, onder anderen, betoond, dat de be hoeften van het platte land aanmerkelijk van die van de steden verschillen, en dac derhalve de personele belasting, ten aanzien van onderscheidene be palingen en grondslagen, voor de steden en het platte land, niet op gelijken lijn kan worden vastgesteld. Deze requaesten zijn, onder anderen, vair Nieuw-Amstel en van ingezetenen te Oud-Vossmeer, eiland Tholen, pro-' vincie Zeeland. Alle deze verzoekschriften zullen ter griffie nedergélegd en de deswege gedane verslagen meerendeels gedrukt worden. Nog worde verslag gedaan op een adres van den heer van der Tuuk, té Haarlem, die zijne beschouwingen en berekeningen over de personele be. lasting aanbiedt. Zijne becijferingen zijn der Commissie niet altijd even ver staanbaar voorgekomen. Nederlegging van het adres en de daartoe be hoorende stukken ter griffie. Eindelijk wordt overgegaan tot de zamenstelling der afdeelingen voor de maand April en worden benoemd tot Voorzitter en onder-Voorzitter derzelve,- de heeren: iste afdeeling Bruce en Star-Busmanade Luzac en Verwey-Me' ja»; 3de van Rappard en Schimmelpenninck4de Gevers en van Rechteren 50e Gockinga en van Hoorn van Burgh. Daarna wordt de vergadering onbepaald gescheiden. Het ingediende ontwerp van wet betrekkelijk de regtsmagt der Hoog. heemraadschappen, enz., bepaalc in art. 1, dat de regtsmagt, die toe mts ver door sommige Heemraadschappen, Wateringen, Waterschappen, Dipt en Polder-Besturen en andere dergelijke Collegien is uitgeoefendwordt atgeschift. Opdat intusschen de gewigtige aangelegenheden die aan het beheer en toezigt vati die ligchamen zijn opgedragen, niet worden in de waagschaal gesteld, zijn bij het ontwerp tevens wettelijke verordeningen be. paald, waardoor de snelle en onbelemmerde werking zal verzekerd worden van zoodanige beschikkingen en beslisiingenwelke in zake van Dijk- en Polder-Bestuur eene onmiddelijke voorziening vereischen en om die beschik kingen en beslissingen der polder-ligebamen snel en onbelemmerd te kunnen doen werkenis aan die ligchamen toegekend het regt tot het uitvaardigen van dwangbevelen, het regt van parate-executie medebrengende; echter alleen voor bepaalde gevallen, en behoudens hec regt van verzet van de zijde dergenen, tegen wie hetzelve mogt worden aangewerd. Mitsdien wordt erkend en vastgesteld een algemeen dijkregthetwerk aan de genoemde Collegien de bevoegdheid geeft, hoofdzakelijk: i°. om de door hen noodig gekeurde werken, bij dringend gevaar, uit te voeren, of te doen uitvoeren; om in zoodanige gevallen van dringend gevaar de materialen aan te wenden, die in den omtrek mogten aanwezig zijn en aan derden coebe- hooren; 30. om aarde te mogen halen tot making of hermaking van dijken, ter naascer lage en minscer schadealles behoudens schadevergoeding en be taling van kosten. Dit regc worde aan de genoemde Collegien alleen toegekend in zoo ver zij op hoog gezag ingesteld zijn of zullen worden. Voorts worden bij het ontwerp de vormen bepaald, die bij het ten uitvoer leggen der dwangbevelen in acht genomen moeten worden; daarbij zijn toe rigtsnoer aangenomen de voorschriften der wee van 29 April ,1819, en art, 81 en 82 van hec wetboek van burgerlijke regtsvordering. Het verzet zal wor den ingediend bij hec Collegie, waartoe de zaak behoort, behoudens hooger beroep aan Gedeputeerde Staten. Alle boeten zuilen komen ten voordeele der polder-kassen. Zijne Maj. heeft het schilderstuk van den heer J. IV. Pieneman, de overgave van Hasselt, voor Hoogstdeszelfs bijzondere verzameling aangekocht, Zijne Maj. vertrekt in het begin dezer week naar Noord-Braband. De Inspecteur van de geneeskundige dienst der landmagc heefc ver wittigd aan alle genees- en heelkundigen, Nederlanders van geboorte, die genegen zijn om als officier van gezondheid der derde klasse voor de ver - .u.-n-riiro dienst der land- en veemagt !n de O—ar— Indie, met vooruitzigc op bevordering, op re treden, dat zij zich, bi] ver zoekschrift op zegel geschreven en portvrij in te zenden en na daarop beko men antwoord, in persoon bij hem Inspecteur, aan deszelfs bureau alhier met overlegging van de noodlge bewijzenbehooren aan te melden. Aan de plaats van een officier van gezondheid der derde klasse voor de vereeniede militaire geneeskundige dienst der land- en zeemagc in de Oosr-Indie, rang hebbende van aden Luitenant bjj den staf der armee, is een jaarlijksch'irac. tement verbonden van f1560, benevens vrfle woning of schadeloosstelling voor huishuur; gedurende het oponthoud hier te lande, geniet men, na he. komen aanstelling, het bij Zijner Maj. besluit van den sden Maart jl.,N°. 00 vastgestelde verhoogd tractement van ƒ800 'sjaars. Tot eene behoorlijke uitrusting, rot aankoop van boeken en chirugicale zak-instrumenten wordt bij het aanwijzen van het schip, waarmede de reis op kosren der Regering zal geschieden, eene gratificatie verleend van 300, terwijl gedurende de reis een rractemenr verleend worde van ƒ800 'sjaars, waarop hier te lande nog een voorschot van f 266 wordt uitbetaald. De Hooge Raad heeft in zijne zitting van den 20Sten dezer bet beroep in cassatie verworpen van J. S. Lout, door het Hof van Qroningen, wegens kindermoord, verwezen tot de doodstaaf. Van den 24 April. Z. K. H. de Erf-Grootbertog van Mecklenbnrgh. Scbwerin is eergisteren middag, onder den naam van Baron de Grabov in deze Residentie aangekomen. Z. K. H., die aan het Hótel de Bellevue at'ge. stapt is, wordt vergezeld door den Baron von Sell, Kamerheer, Luitenant. Colonel en Gouverneur van Z. K. H., alsmede door den Baron von Bulow en hun gevolg. Gisteren avond is de Erf-Groothertog bij Zijne Maj. ontvangen en heden middag is er groot diner ten Hove op het paleis in hec Noordeindegehouden, hetwelk door Z. K. H. werd bijgewoond en waarop omstreeks 60 personen genoodigd waren. Ook ia in deze Residentie aangekomen de Baron von Rotschild, met deszelfs gezin en gevolg. De Baron is almede aan het Hóte! de Bellevue ifgestapt. De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zullen, lii het begin der aanstaande week, de ontwerpen van wet, omtrent de afschaf, fing der regtmagc van de Hoogheemraadschappen enz. onderzoeken, alsmede-' die tot vaststelling van eene nienwe instructie voor de Algemeene Reken, kamer, welke voordragten, in de zitting der Kamer van gisteren, aan der zelve zijn aangeboden. I11 de memorie van toelichting van het ontwerp van wethoudende instruc.- tie van de Algemeene Rekenkamer, worde gezegd, dat door de voordrage: eener gewijzigde wet, op die stuk, de Regering eene stellig gedane toezeg, ging vervult, en zij zich vleit de daaromtrent geuitte verlangens in volle mate te zullen vervullen. Bezield met den wensch, zegt de Regering, om behoudens de onbelemmerde werking der administratie, onder de bij de grond, wei aan de hoofaen der departementen opgelegde verantwoordelijkheid, alle die waarborgen re verschaffen, welke noodig zijn om orde en regelmaat te handhaven en het wettig gebruik te verzekeren der middelen welke tot dekking van oe Staats-uitgaven zijn aangewezenheeft men getracht deze verschillende doeleinden in de voorgestelde wet te bereiken. Men vertrouwt daarin bij de zamenstelling van het onderhavig ontwerp over deze moeijelijke materie, voldoende te zijn geslaagd; en men vleit zich alzoo daardoor, zoo al geen positief nut tot verbetering van 's lands geldmiddelen aan te brengen, althans eenen der meest hechte grondslagen te beveiligen, waarop een welingerigc financieel beheer en toezigt behoort te rusten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2