T U R K Y E. PORTUGAL. DUITSCHLAND. GROOT-BRITANNIE. van oordeel zijnde, dat indien aa'n het geheel dezelfde zorg als aan sommige deelen ware besteed, zij op de voorgestelde belooning aanspraak zou mogen maken, besloten heeft, den vervaardiger van het stuk, geteekend; Sólitudo et perseverantia, indien hij zijnen naam verkiest bekend te maken, aan te bieden eene zilvêren medaille op den stempel des Instituuts geslagen, bene. vens eene remtineraiie in geld van f 150; voorts, dat op de prijsvraag in bet vak der Beeldhouwkunst, in de genoemde openbare vergadering van 1838 ongeschreven zijnde: het modet tot een Standbeeld van Wii.lem I, Prins van Oranje, in pleister afgegoten, is ingekomen één antwoord onder het motto: Virtutem patrum artibus venerandi decus; dat, naar het gevoelen der klasse, de maker, ofschoon geen voldingend kunstwerk geleverd hebbende, echter, zoo in de geheele houding als in de deelen van zijn beeld; vele wate ver. diensten heeft aan den dag gelegd, vooral wanneer men het beeld als stand, beeld beschouwt, hetwelk altijd, op zekeren afstand geplaatst, een alge. meenen indruk moet wekken; dat de houding rustig en gepast en het karak. ter over het geheel wel begrepen is; dat de proportien goed en dedraperien met verstand gekozen Zijn; doch dat men meer vastheid van behandeling, vooral in hoofd en handen, zou mogen verlangen, en het stuk te veel blijken draagt, dat de maker zijn werk nog niet genoegzaam meester is, om daaraan onvoorwaardelijk den voorgestelden prijs toe te kennen; dat echter de klasse, van oordeel zijnde, dat, waar zoo veel goeds, zoo veel stof tot een voor* treffelijk stuk gevonden wordt, het, vooral in het onderhavige vakverities, lijker is, knnst te bevorderen, dan te ontmoedigen, besloten heeft, ook aan den maker van dit model tot een standbeeld van Prins Willem indien hij zijnen naam openbaart, eene zilveren medaille op den stempel des Instituuts geslagen, benevens eene remunerate van f 150, aan te bieden. Voorts geeft de klasse kennis, dat zij op nieuw uitlooft, in het vak der bonwkunst, eenen prijs, bestaande in eene gouden medaille, met den gewo nen stempel des Koninglijk-Nederlandschen Instituuts, of In de waarde der» zelve ter somme van drie henderd gulden, aan den maker van het best gé. keurde voldoende plan tot eene Kweekschool voor Zeevarenden. - Uit 's Hertogenbosch meldt men, dat ook aldaar reeds toebereidselen gemaakt worden, om Zijne Maj. den Koning, wanneer Hoogstdezelve die stad bezoekt, plegtig te ontvangen. Eene eerewacht wordt ook aldaar opgerigt. De Belgische Regering heeft den heer P. Testa, zoon van den Neder, landschen Zaakgelastigde te Konstantinopelbenoemd tot Consul der Verhe. vene Potte in Belgie, om te Antwerpen te resideren. CHINA. Over Marseille zjjn de twee volgende telegraphische dépêches bekend gemaakt Alexandria, 35 Maart, De Consul van Frankrijk aan den Minister van Buitenlandsche Zaken. Tijdingen uit Bombay kondigden aan, dat, na eenige vijandelijkheden, den 10 January te Macao tnsschen den Kapitein Elliot en de Chinesche Ge. volmagtigden eene voorloopige overeenkomst is gesloten en dat de bandels. betrekkingen hersteld zijn. Malta, 30 Maart, De Consul van Frankrijk aan den Minister van Buitenlandsche Zaken. De zaken van China naderen haar einde. Er is eene schikking tot stand gebragt, waarbij de Keizer: 1°. het eiland Hong-Kong aan Engeland afstaat; 3°, eene schadeloosstelling van 6 millioen dollars, in zes jaren betaalbair, toestaat; 30, de officiële betrekkingen tusschen de beide Regeringen op den voet eener volkomene gelijkheid regelt. De circulaire van den Kapitein Elliot, waarbij die uitkomst wordt aange. kondigd, is van den 30 Januarij. Zij is door de Oriental aangebragt. Het genoemde eiland Hong-Kong, ligt in den Archipel, die zich in de baai van Canton bevindt, digt bij den mond van de Tigris. Het wordt gere. kend tot de L»drones of Dieven-eilandenwelken naam zij dragen, dewijl de inwoners van eenen roofzncbtigen aard zijn en onderscheiden schepen van andere natiën hebben geplunderd. Het eiland is 3! uur lang en ij breed. Een der Fransche bladen bevat nog het volgende: Wij hebben langs buitengewonen weg tijdingen van Bombay van den isten Maart ontvangen. De Bombaj-Gazettc deelt de circulaire medewelke de Kapt. Elliot aan de Engelsche onderdanen heeft gerigt, gedagteekend van Macao, so Januarij. Deze circulaire bevestigt de (per telegraaph overgebragte) tijding der vreed. zame vereffening van het geschil tnsschen Engelsnd en China. Het Anglo- Indische dagblad vindt de voorwaarden dezer bevrediging niet voldoende genoeg. Het eiland Hong-Kong, hetwelk het 18de regiment Iersche infanterie tot garnizoen moet bekomen, en door twee schepen van ]8 stukken geschut zal beschermd worden, Is geene voor den handel gunstig gelegene plaats, ten gevolge der door de overeenkomst den handel opgelegde beperkingen, en 6 millioen dollars beteekenen niet veel, in vergelijking met den door de Chinezen afgepersten opium. Een brief uit Malta, door den GalignanCs Messenger medegedeeld, meldt dat den ^den en 8sten January de forten van Chompee en Tycobree veroverd en vernield zijn geworden. Dezelfde brief meldt, dat de Rajah vin Lahore den bijstand van den Engelsche politieken agent heeft ingeroepen. Overigens had de Galignani's Messenger nog de dag bladen van Bombay niet ontvangen, van welke wij hierboven het uittreksel hebben medegedeeld, Berigten uit Konstantinopel van den lyden Maart meldendat de Engel sche Gezant de Porte had opgezet om het antwoord en het verzoek van Mehemed-Ali op den firmaro aan denzelven toegezonden van de hand te wijzen, en den firman in al deszelfs uitgestrektheid te laten uitvoeren, wat ook de Gezanten der overige Mogendheden daartegen mogten inbrengen. Ondertusschen bevat een betigt van de Turksche grenzen van 34 Maart het volgende Berigten uit Konstantinopel melden, dat de Porte de voorstellen van Me- hemed-Ali aan de vertegenwoordigers der vier verbonden Mogendheden heeft medegedeeld en derzelver raad heeft ingeroepen. In de tengevolge daarvan gehondeu conferentie werd men het niet eens en wil de beslissing thans aan de Londensche conferentie overlaten, met welken uitslag men zich gewis mag geluk wenschen, naardien de daarvoor opgestelde instructien ongetwijfeld alreeds onder weg zijn. Daar den 34sten Maart een renbode door Weenen naar Konstantinopel was doorgekomen, meende men dat deze het antwoord der Londensche con. ferentie naar laatstgenoemde stad overbragt. In een berigt van de Turksche grenzen leest men omtrent Servie het volgende: Brieven nir Konstantinopel bevestigen thans, dat de Porte geene beden, kingen meer oppert tegen de door Vorst Michael uitgevaardigde amnestie; we! is waar heeft zij aan de verbannen Staatslieden groote beloften gedaan; doch tot maatregelen om den Vorst te dwingen de ex-raden weder op te ne men, heeft zij niet kunnen beslniten, waarvan de reden zeer wel zijn kan, dat zij vernam dat Rusland de amnestie begunstigde. De verbannenen waren dwaas genoeg te wanen, dat de Sultan op aanraden van Rusland troepen tegen Servie zon doen aanrukken en verzekerden dit herhaaldelijk in brieven aan hunne vrienden, de in de Pesther Servische Courant, den tolk dier par- tij, hunne vrengd daarover onbewimpeld aan den dag legden. ODdertusschen blijven de ex-raden nog altijd voortwoelen, en nadat zij thans aan hon her stel zijn beginnen te wanhopen, pogen zij ten minste zoo veel door te dry- ven, dat hunne verbitterste tegenstanders, de tegenwoordige Ministers van Buitenlandsche Zaken en van Justitie, Rajevitsch en Radiscevitsch, als ook de heer Jephremde broeder van Vorst Milosch en van den regercnden Vorst, even als zij uit Servie verwijderd zullen worden, en werkelijk verzekert men, dat de Pofte pogingen aanwendt andere vorderingen te ondersteunen die echter bezwaarlijk, en wel met opzigt tot de heer Jephrem, welke in Servie grooten aanhang heeft, in geen geval zullen doorgaan. Voor hec overige is de toestand van de.i nog zoo jongen Vorst Michael nog altijd in geenen deele benijdenswaardig. Hij heeft met duizend moeijelijkheden te kampen; daarbij heeft hij niet aIijd mannen rondom zich, die liet eerlijk meenen, ten deele heefc hij er ook, die bij eerlijkheid weinig ervaring be zitten, en overigens kwade voorbeelden in menigte. De Senaat is in bijna' altoosdurenden tegenstand tegen de Ministers en zelfs het volk is in zijn.* wensghen zoo verdeeld, dat het onmogelijk is, allen genoegen te geven.Een groot gedeelte der Serviërs wenschc den ouden Vorst Milosch, den waren grondlegger van den nieuwen Servischen Staat, weder aan de zijde van zij. tien zoon te zien, en verwacht van zijne krachtige hand alleen eene vol. komen genezing der thans zoo drukkende kwalen; terwijl een ander ge deelte, in aanmerking nemende hoe het noodzakelijker was.de achting jegens de Porte in Rusland niet uit hec oog te verliezen, eiken tot dfc doel ge. schikten stap strafbaar moet vinden. Vorst Michael moet natuurlijk zich bij. deze laatsten houden; doch hoe zijn kinderlijk gemoed, door vader en mot. der bestormd, moet lijden, kan ligtelijk begrepen worden, Zooais te voren gemeld is, had de Koningin eene financiële Comm ssle benoemd, om den staat van 'sRijks financien te onderzoeken en de beste hulpmiddelen aan de hand te geven, om verbeteringen in het financieel stelsel in te voeren. Men verneemt thans, dat niet alleen de zamenscelling dier Commissie groote moeijelijkheden ondervindt, zoodat onderscheiden hooge staatspersonen weigeren aan dezelve deel te nemen, maar ook zij die reena bij die Commissie behoorden hun oncslag hebben gevraagd. Het deficit in 's lands kas, na het betalen van de halve rente der schuld, wordt op 900 conto's de reis begroot; dit deficit nu moet gedekt worden, hetzij de Commissie verhooging van lasten voorschrijft of bezuinigingen kan invoeren. Het geldgebrek is aanhoudend nog groot en de bank deed niet dan zeer ka ig voorschotten, omdat zij geen vertrouwen stelde in de duurzaamheid van het Ministerieondertusschen had dezelve een voorschot van 38,000 st. of 166 conco's de reis gedaan, Uit Frankfort verneemc men, dat de werkzaamheden tot wegruiming van den sceendam door die van Maintz in den Rhijn voor Bieberich geworpen, steeds worden voortgezet, maar zeer traag vorderen. Dagelijks worden de! zelve door een Pruisisch Ingenieur in oogenschouw genomen. Uit Nassau meldt men van den 3 April, dat men zich aldaar in dezen zomer, voeral op de badplaatsen te Ems en Wisbaden, een schitterend en levendig saizoen beloofde. Reeds in JnnQ werden te Ems hooge badgasten verwacht, onder welke Zijne Maj. de Koning van Prnissen en Hare Maj. de Keizerin van Rusland genoemd werden. Zijne Maj. de Keizer van Rusland heeft den invoer van erwten in de Russische havens aan de Oostzee gelegen, geheel vrij gegeven, op denzelf. den voet all reeds meer andere graansoorten in hec Russisch Rijk worden coegelacen. Londen den 7 April. De Nederlandiche Gezant zal binnen kort voor een geruimen tijd naar zijn vaderland vertrekken. Den 6den hebben de beide Parlements-Huizen hnnne laatste zitting vóór Pascben gehouden en zyn daarna tot in bet laatst van deze maand gescheiden. In die zitting verzocht de heer Ewart, dat het Huis zich bij adres tot Hare Maj. wenden zoo, om te verzoeken dat een Minister van Onderwijs benoemd mogt worden, tot wiens werkzaamheden het behooren zou jaarlijks een staat van hec onderwijs in hec vereenigd Koningrijk aan het Huis der Gemeenten over te leggen. Hij beklaagde zich bij deze gelegenheid, dat van Staatswege tliec meer dan 30,000 »c. jaarlijks voor deze hoogst ge. wigtige aangelegenheden werd bijgedragen, en verlangde die som «.nn.—i.~ lijk verhoogd te zien, daar, vooral ten placten lande, de opvoeding der jeugd nog zooveel te wenschen overliet. Wat zyn voorstel betrefchec is door hem ingetrokken, op de Ministeriele belofte dat, na de Paaschvacantie, een uitvoerig verslag wegens het onderwijs, door de tot dit einde benoemde Com. missie uit den geheimen Raad, aan het Hnis zou worden overgelegd. De Regering heeft aan de verschillende werven last gegeven om 16 nieuwe oorlogscoombooten aan te bouwen, namenlyk 6 van de eerste en 10 van de tweede klasse. De thans openbaar gemaakte staat van hec zniver inkomen van Groot. Britannie gedurende het den 5 April II. geëindigd vierendeeljaats duidc, in vergelijking met dezelfde dtie maanden van 1840, eene vermindering aan van 70,514 sc. De vermindering over het geheele jaar bedraagt 309,380 st. Ontwijfelbaar moet deze vermindering van inkomsten voir een goed deel aan veranderingen in belastingwetten, en niec aan afnemenden bloei des lands toegeschreven worden. Onder anderen is de vermindering in de opbrengst der posterijen, sederc hec verlagen der briefporten, zeer aanmerkelijk en hetgeen vreemd moet toeschijnen, trapsgewijze toenemende. Sommige Lon densche bladen vinden er intnsschen iels bedenkelijks in,dat ook de opbrengst der accijnsen in de laatste drie maanden is beginnen af te nemen. Het bestuur de schaikist heefc bekend gemaakt, dat gedurende het jaar, dat den 5 Januarij 1841 geëindigd is, de werkelijke uitgaven voor het ver. eenigd Koningrijk van Groot-Briiannie en Ierland de werkelijke inkomsten met 1,593,970 sr. (omstreeks 19 millioen guldens) hebben overtroffen, en dat dus oe amortisatie-kas gedurende de eerste drie maanden niet werken zal. Dit te kort is, zoo als zich ook uit hec bovenstaande laat afleiden, niet zoo zeer het gevolg van vermindering van inkomsten, als wel van het verhoogen der Rijks uitgaven, vooral ook voor de zee- en landmagt. De Courier maakt gewag van een gernchtschoon hij hetzelve tegen spreekt, dat de Nederlandsche Regering aan de Engelsche den voorslag zou doen, om de nieuw door de Hollandsche boeren gestichte kolonie Natal, onder derzelver bescherming te nemen. Met leed vermeldt de Courier, dat onderscheiden militairen, vroeger op Java in dienst, die dienst verlaten heb- ben om de boeren te helpen en een gemeenebesc te Port Natal op te rigten, dat onafhankelijk zou zijn van de Bricsche kroon en door de wapenen z$ner zelfstandigneid zon verdedigen. De Londensche bankier Fauntleroj, die zich aanzienlijke sommen had- toegeëigend, met behulp van valsche overschrijvingen op de bank van En- geland, werd omstreeks het jaar 1834 opgehangen. Die is de laatste maai dat in Engeland die doodstraf wegens de misdaad van vaischheid werd toege past. Onlangs was nu het gerucht in omloop, dac Fauntleroj nog leefde, en dat hij met zijnen zoon naar Amerika gevlngt was. Men beweert dat de' beul, door de familie van den veroordeelde omgekocht, om diens hals eene soort van band zon gelegd hebben, waardoor de koord haar effect niet kou doen, en dat hij aldus straffeloos een unr lang is blijven hangen. Hec zon. derlinge van dit sprookje isdac het niet met verachting is verworpen ge» worden door het Hof van den vice-Kanselier, voor hetwelk een proces ge voerd werd tot het afleggen van rekening en verantwoording eener nalaten, schap, waarin Fauntleroj tot testamentair-executenr benoemd was. Dead» ministrateuren der nalatenschap hebben gevraagd, dat hun tiid gelaten wierd om te onderzoeken in hoeverre hec openbare gerucht al dan niet gegrond was. Men heeft hun werkelijk eenen termijn van negen maanden toegestaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2