A0. 1841. L E Y D S C H E O (J A (t VRIJDAG, NEDERLANDEN. Leyden, i April. be Heer P. H. Baron Taets van Amerongen van Natewisch, is door Zijne Maj. den Koning benoemd tot lid der Commissie voor de administratie der gevangenissen alhier. Bij Koninglijk besluie is onder anderen bepaald: Dat de officieren van bet regiment grenadiers en van het regiment jagers, daaronder begrepen de officieren van gezondheid bij detelve dienst doende, voor zoo veel zjj hun verblijf in de Residentie moeten houdeneene toelage zullen genieten ten bedrage voor een hoofd-officier van ƒ300, en voor de rangen van Kapitein en Luitenant van f 200 'sjaars, welke toelage, ingeval van afwezigheid nit de Residentie zal ophouden, wanneer die afwezigheid langer dan eene maand mogt voortduren. Dat het commando over een regiment, naar Verkiezing zal kunnen worden opgedragen aan een Luitenant-Colonel, ofschoon niet onder de ondsten in incienniteit rangschikkende, doch de vereischten tot een dergelijk bevel in zich vereenigende. Hij zal in die betrekking een tractement van 3,500 genieten. Dat de regiment'Adjudanten voortaan uitsluitend in de rangen van 3de of 2de Kapitein zullen worden gekozen, en een jaarljjksch tractement van/1,600 genieten; dat in geen geval eene afwijking ten deze zal worden gedoogd, dit wanneer derhalve een regiments-Adjudant aanspraak heeft verkregen op het tractement van Kapitein der iste klasse en werkelijk in het genot daar. Van gesteld wordt, hij tevens uit zijne speciale betrekking van Adjudant ont. slagen, en bjj eene compagnie ingedeeld zal worden. Dat de Luitenants-Adjudanten bij de bataljons der Corpsen infanterie voor taan hunne dienst te voet moettnde verrigten, slechts tot i°. julij aan staande het fourrage-geld zullen blijven genieten. Dat de Luitenants-Adjudantenthans bij de regimenten overcompleet die nende, door den Directeur-Geoeraal eervol nit de betrekking van Adjudanc zullen worden ontslagen. Dat de Kapiteins bij het wapen der infanterie, wat hunne tractementen betreft, in drie klassen zullen worden verdeeld; wordende het tractement voor die verschillende klassen bepaald als volgt: voor de eerste klasse ƒ1800, tweede klasse 1600, derde klasse 1400; dat echter bij de regimenten grenadiers en jagers, alleen Kapiteins van de iste en 2de klasse zullen ge plaatst worden; dat de voorschreven bepaling nopens het verdeelen in drie klassen van de tractementen der Kapiteins, dan eerst effect zal sorteren, wanneer er vacaturen in den rang van Kapitein ontstaan; zullende, naar gelang dat er iste Luitenants tot Kapiteins worden benoemd, een gelijk getal Kapiteins in het genot van 1800 gesteld worden; en zoo vervolgens tot dat, met opzigt tot die verschillende klassen, de tegenwoordige formatie zal zijn bereikt. Dat zoolang er bjj het wapen der infanterie iste Luitenants overcompleec zijn, de vacaturen, welke, in den rang van eden Luitenant mogtan ontstaan, door de overcompleete eerste Luitenants worden vervuld. Dat de school-Compagniën bij de corpsen infanterie opgeheven worden zullende het daartoe behoorend personeel bij de verschillende bataljons van ieder regiment ingedeeld worden, naar gelang van de behoefte van de dienst; dat, tengevolge van het opheffen dier school-compagniënalsnu, bij elk bataljon der verschillende infanterie-corpsenscholen znllen worden opge- ligt, om de inanschappen, die daartoe In aanmerking kunnen komen, tot den graad van corporaal en onder-officier op te leiden, en dat tot het inrigten dier scholendoor den Directeur-Generaal van Oorlognadere instructië'n zullen gegeven worden. Dat bij het regiment grenadiers en bij de tien regimenten infanterie, slecnts het hoofd-vaandel zal behouden blijven. Dat tot vaandeldragers zoodanige onder-officieren zullen aangesteld wor den, die bewijzen hebben gegeven van moed en dapperheid, en overigens door hun goed gedrag uitmunten. Dat de toegestane verhoogde taactementen, soldijen en toelagen, zullen ingaan op deh isten April eerstkomende. Dat de formatie van het algemeen depöt der landmagt en van het garnizoens bataljon nader door Zijne Maj. zal worden bepaald zullende deze corpsen in afwachting daarvan, op den tegenwoordigen voet van formatie verblijven. -Zijne Maj. heeft gedurende zijn verblijf te Rotterdam benoemd tot Commandeur van de orde van den Nederlandschen Leeuw, den Burgemees ter dier plaats, Bithrn van Tsselmondeen tot Ridders dier orde, de heeren H. Otrt, oudsten Leeraar bij de Hervormde gemeente, P. WentholtOfficier van Justitie, J. BallotCommandant der schutterij en den Dichter A. van dor Hoop Jr. Zijne Maj. heeft met i°. Mei aanstaande de betrekking van Adminis. trateur en Inspecteur der domeinen opgeheven, en de heeren, welke dien post waarnamen, eervol ontslagen, uit welke de heer !K. K. van Gennep benoemd is tot Hoofd-Inspecteur der domeinen. Zijne Maj. heeft dezer dagen bepaald, dat, met i°. Mei aanstaande, al de zaken, welke aan de Permanente Commissie van het Amortisatie-Syn dicaat waren opgedragen, op de Departementen van Financiën en van Bin. henlandsct^e Zaken zullen overgaan. Zijne iMaj. heeft eervol ontslagen en pensioen verleend aan de leden fcn den Secretaris van de Permanente Commissie, C. H. van Grasveld, J. A. Berman en F. ANoel Simons. Laatstgenoemde is voorts benoemd tot -Staatsraad in buitengewone dienst. Zijne Maj. heeft wederom bjj het wapen der infanterie 3 officieren op -pensioen en 78 op non-activiteit gesteld, en onderscheiden benoemingen bij dat wapen gedaan. HH. KK. HH. Prins Frederik der Nederlanden, alsmede de Prinsen Alexander en Hendrik hebben in den avond van den 303cen de luisterrijke aoifée, welke door Zijne Ezc. den Baron de Selbybuitengewoon Gezant én gevolmagtigd Minister van Zijne Maj. den Koning van Denemarken, ge geven Is, met -Hoogstderzelver tegenwoordigheid vereerd. Den 3isten Maart zijn de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten- Generaal vergaderd geweest over het ontwerp van wet, nopens de personele belasting. Naar men verzekert, zou in de meeste afdeelingen de wensch geuit z|jn, dat er met de behandeling van dit belangrijk en zoo veel omvat tenJ Wetsontwerp, tot na de hervatting van de werkzaamheden der Kamer, na Pasehe», gewacht wierd, opdat de leden der Kamer in de gelegenheid' konden zijn, vobraf deze voordragt met de vereischte aandacht te overwegen. De weinige gezindheiddie et bjj de leden bestaat,- om reeds nu het ontwerp "V -S' !-' S.Yv£\ 2 APRIL in deszelfs gcheelen omvang te onderzoeken, heeft veien aanleiding gegeven om voor eehige dagen de Residentie te verlaten en naar hunne haardsteden terug te keeren. !Dè Rotterdamsehè Courant bevat in zijn nommer van heden nog een uitgebreid berigt, omtrent het tegenwoordig zijn van Zjjne Maj. den Koning in genoemde stad en de feestelijkheden, welke toen hebben plaats gehad. Wij nemen daarvan hei volgende over: Maandag avond werd Zijne Maj. in dén schouwburg door een talrijk pu» biiek met geestdrift omvangen, en nam plaats in de sierlijk gedecoreerde loge over het tooseel, nevens Hare Maj. de Koningin en H. K. H. Prinses Sophia, welke ten zes ure in de stad waren gearriveerd, en wier verrassende verschij ning in de schouwburgzaal aller harten met verhoogde vreugde vervulde. Ook de Prinsen waren aldaar, en deelden in de toejuiching van het publiek, die zich telkens veihief, onder de voorstelling van het gelegenheids-stukjen van den heer A. van der Hoop Jr., getiteld: De Koning te Rotterdam, in het. welk de verd-enstelijke actrice, Mej. Hoedt, het karakter der Stedemaagd van Rotterdam met waardigheid vervulde, terwijl ook de heer Gijsv/ijt en het koor zich naar eisch van hunne taak kweten. Bij herhaling, vooral na het aanhef, fen van het eerste couplet van Tollens volkslied de Koning leev!en bij het slot, toen de Koning en de Koningin van hunne zitplaatsen oprezen, om hun. nen dank voor de geuite gevoelens van eerbied en verknochtheid te betuigen, klonk het leve de KoningI leve de KoninginI even als bij het binnenkomen, HH. MM. tegen, die den schouwburg, tot na het eindigen van het eerste bedrijf van het blijspel Japhet of de twee Kondelingenmet Hoogstderzelver tegenwoordigheid bleven vereeren, en toen, met zigtbare blijken van tevre. denheid, het publiek begroetten en afreden, om een tour door de stad te doen. Daarop bevat genoemde Courant eene beschrijving van de heerlijke illu minatie, Waartoe zoowel van stadswege als door de burgers van Rotterdam al het mogelijke was bijgebragt; ook onderscheiden schepen in de Maas lig. gende waren prachtig verlicht. Onder dagceekening van den 3isten meldt genoemde Courant het volgende: De Koninglijke familie is uit ons midden vertrokken, maar heeft de aange. naainste herinneringen wegens Hoogstderzelver bezoek achtergelaten. De tweede dag van dat bezoek, die van gisteten, mag in den meer eigenlijken zin een feestdag aan de Maas genoemd worden. Hadden haar stroom en oe. vers reeds Maandag een venukkend schouwspel opgeleverd, thans begaf zich, vroeg in den morgen reeds, de menigte derwaarts, om, was het dan ook slechts van verre, getiiige van den togt naar Fijenoord te wezen. Tegen tien ure reden HH. MM. de Koning en de Koningin, benevens de Prinsen en Prinses Sophia, door de eerewaebt vergezeld, in koetsen naar 's Rijks werf, alwaar zij door de Directie ontvangen en naar de Koninglijke sloep geleid werden, die daarop, door den staf der schutterij, in de sloep der marine, en door haar corps muzijkanten, in een fraaijen boeijer, vergezeld, door de welgeoe. fende eeresloeproeijers Zijner Majs., onder het gejuich der aldaar verzamel, den, naar het op stroom liggend fregatschip India, behoorende aan de heeren -Ax-Jaa Hvlrakch en&mrn, gertgt wrru, waar ueworSTEÏiJkr ramme een dejeu ner toefde. Een uur later begeleidden de Koning en de PrinsenHareMaj.de Koningin en de Prinses naar de werf terug, waarop de Vorstinnen zich ter stond in Hoogstderzelver rijtuigen plaatsen, en, door de eerbiedige hulde- betooning der menigte gevolgd, de terugreis naar de Residentie aannamen. Dadelijk verlieten de Koning en de Prinsen de werf weder, en stapten, aan het etablissement op Fijenoord aangekomen, het eerst aan boord van de franije, geheel van ijzer gebouwde stoomboot de Rotterdam, alwaar Hoogst, dezelven door de beide heeren Directeuren der Nederlandsche Stoomboot- Maatschappij werden ontvangen, de tooverachtige verlichting van wier boot Concordia den vorigen avond de algeineene aandacht zoozeer geboeid had,' terwijl deze en vier andere booten der Maatschappij reeds dien dag mede met vlaggen versierd waren geweest. Aan wal geleid zijnde, werd Zijne Maj. verwelkomd door Zijne Exe. den Gouverneur der provincie, en heeren Bur gemeester, Wethouders en Raden der stad Rotterdam. Het behaagde nU Zijne Maj., aan de Directie der Maatschappij de hoogst vereerende toestem, ming te verleenen, dat de zoo even door hem bezochte stoomboot voortaan Hoogstdeszelfs naam zou dragen. Met de meeste belangstelling heeft de Koning vervolgens de fabrijk in oogenschouw genomen en heeft op eene voor de Maatschappij vleijende wijze zijn ganoegen te kennen gegeven over de geheele inrigting en over de belangrijkheid der fabrijk. Na ongeveer twee uren aan deze bezigtigingen aan die der ijzeren stoom, boot de Rijn, van 400 paardenkracht, insgelijks op dit etablissement ge bouwd, geschonken waren, begaf zich Zijne Maj., met de Prizsen, ander, maal aan boord der eerstgenoemde stoomboot, op welke intusschen, met sier. lijke letters, de naam van IKillem II was geplaatst, over welke spoedige uitvoering van zijne bevelen de Koning zijn genoegen te kennen gaf. Onder het gebruik maken van een prachtig collation, In de kostbare kajuit gereed gezet, voer Zijne Maj., gedurende omtrent een halfuur, langs de stad,- even als bij eiken vroegeren en lateren overtogt begroet door het gescnut der op stroom liggende en met vlaggen overdekte schepen, en hunne in hec want paraderende manschappen, hec gejuich der menigte, langs de kaaijen en op de balkons der huizen aan de achterzijde van den Haringvliet verza. meld, en de talrijke menschen die zich, in ontelbare bootjes en sloepen, op de Maas begeven hadden, waaronder men twee sloepen met de werklie den van voorname zeilmakers hier ter stede opmerkte, uniform in het wit gekleed, en welke reeds den vorigen dag, bij de heuchelijke aankomst, den Koning door de Schie waren te gemoet gevaren. Aan het etablissement teruggekeerd, heeft Zijne Maj., na afscheid geno. men en aan het gezamenlijk werkvolk eene som van vijfhonderd gulden ver. eerd te hebben, in de Koninglijke sloep den terugtogt naar 'sRijks werf aangenomen, van waar Hoogstdezelvemet de Prinsen, zich naar het Ba. taafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte, boven de Beurs gevestigd, heeft begeven. Zijne Maj. en de Prinsen hebben ook aldaar het voornaamste bezigtigd en ontvingen op die plaats den dank des Burgemees. ters voor de eer der stad aangedaan, waarna zich de Vorstelijke personen tegen vier ure in hun rijtuig begaven. Tot aan de Heulbrug door de eerewacht te paard begeleid, ontsloeg Zijne Maj'. deze aldaar van de verdere diensten, en verzocht haren Commandant, Hoogstdeszelfs dank aan het geheele Corps te betuigen, gelijk Zijne Maj.' insgelijks zijne hooge tevredenheid over de uitmuntend geslaagde bemoeijin- gen der heeren eeresloeproeijers wei heeft gelieven aan den dag te leggen, en aan de hoofden der beide vereenigingende heeren M. A.IV.F. Hofmannt en J. R. Eek, een ring, met diamanten omzet, te vereeren. Zoo is dan die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1