F R A N K R IJ K. Parys den jdeti Maart. De Minister van Oorlog, de heer Soult, heef: een scnrijven geiigt aan de civisie-Generaals van het leger, waarin hij hen berispt over de achteloosheid, waardoor zij gehengen, dat onder hnn bevel staande officieren openlijk zich uitlaten in dagbladen of vlugschriften over de militaire organisatie. Hij vermaant de Generaals, dat zij Zorgen, dat dit niet meer geschiede, daar hij anders ernstige maatregelen tegen henzelven en de officieren nemen zon. - Men wil, dat het Kabinet eene krachtige nota aan het voorzittend konton van Zwitserland zou gezonden hebben, om te gelijk met Oostenrijk en Rome tegen het afschaffen der kloosters in Aargau te protesteren. Den ^den heeft de Commissie van de Kamer van Afgevaardigden, welke belast is, om het handelstractaar tusschen Frankrijk en Nederland te onderzoeken, inlichtingen omvangen van den Minister van Koophandel, welke zeer voldoende zijn voorgekomen, zoodat die Commissie in den loop der aanstaande week een gunstig rapport over genoemd tracraat zon uitbrengen. Den 3den dezer is te Parijs -in den ouderdom van 75 jaren overleden de Hertog van Belluno, Maarschalk van Frankrijk, welke betrekking hij se dert het jaar 1795 bekleed had; hij was in zijn 15de jaar in dienst getreden. Bij de omwenteling van het jaar 1830 heeft hij zich aan het openlijk beheer van zaken onttrokken. Men heeft gunstiger tijdingen nopens de overstroomingende wateren waren, volgens berigten uit Avignon, aan het vallen. De bekende schrijver A. Durand had dezer dagen eenen brief ontvan. gen, aan zijn' portier door een onbekend persoon afgegeven, van den vol genden inhoud: Burger DurandI Ik moet u het volgende kennelijk maken, waarna gij, op straffe des doods dit papier zult verbranden.De volks-maatschappijen derzelver gang, door gebrek aan geldelijk fonds, belemmerd ziende, hebben het volgende gelast, na eene aldus vervatte beraadslaging.... Overwegende dat de brave man, even als die der toekomst, niet behoo. ren vreesachtig te zijn om het kwaad te doen, ter verkrijging van eene.meer dere hoeveelheid goeds.... Gelasten dat de agenten, ten getale van vier, gezonden zullen worden naar Avignon, Marseille, Lyon, Nimes, Monipellier, Toulouse, tot het sommeeren van zoodanige personen, om ons zoodanige som, als hem be paald zal worden, te leveren, en zulks op straffe des doods!!! 20. Dat zoo de agenten in gebreke mogten blijven, zij aan den dood, en wat meer is, aan den vloek van het nageslacht gewijd zullen worden.... Even gelijk zij in geval van weigering gedood zullen worden, zoo zullen zu ook bescher ming moeten vinden, wanneer zij de hun opgelegde taak volbrengen. Achitte DurandI Gij zijt aangewezen voor en gesteld op vijftig duizend franken, welke gij ons na vier en twintig uren beraads zult leveren, geheel in banknooten, welke gij (gij alleen), morgen precies ten twee ure des na middags, zult overhandigen aan een persoon, die in de linkerhand eenen hoed en in de regter eenen doek zal houden, en die, wanneer gjj u bij bem zult bevinden, u zeggen zal: Amen. Dezelve leverende, zult gij onze vriend en beschermeling wezen; wij zul. len over u waken. Dezelve weigerende, kunt gij u als dood beschouwen. Verneem, dat ons leven van het uwe afhangt, en dat wij het uwe tot eiken prijs zouden moeten hebben. Onzen zaakgelastigde zult gij op het bovengemelde uur, aan het einde van het Esplanade, bezijden de trappen vinden; zoo gij het hem vraagt, zal een onzer u eenige oogenblikken ter plaatse, die gij hem zult opgeven, kunnen onderhouden. Zoo gij niet het striktst geheim bewaart, zijt gij des doods." De heer Durand gaf natuurlijk de zaak aan de Policie aan, begaf zich op derzelver raad naar de bestemde plaats, vond aldaar den aangeduiden man, overhandigde hem een pakje, waarop die man het parool gaf. Hij liet zich met denzelven in gesprek en na een korte poos werd hij door agenten der Policie, welke in de n.bijheid waren, gevat. Hij heeft bekend Numa Rat' mend te heeien uit het departement Aveyron, een verloopen banketbakker; doch zegt van den brief niets te weten en den heer Durand slechts om eene gift te hebben aangesproken. Ook de besteller van den brief is gevat, zijnde een Italiaan, die met Raimond in betrekking heeft gestaan. De zaak wordt onderzocht. MENGELINGEN. UITERLJJKEN AANBLIK VAN CANTON. {Vervolg en slotO De factorijen zijn het eigendom der Hong-kooplieden, eene vereeniging ▼an twaalf Chinezen, die de relatiën tusschen de vreemde Residenten en de Chinesche Regering leiden. De zoogenaamde dertien factorijen hebben alle zeer hoogklinkende en gelukvoorspellende namen. De eerste van de oost. zijde af, welke door de vreemden Heine factorij genoemd wordt, heet bij hen factorij van vrede en billijkheidde tweede (Nederlandsche) is voor hen de verzamelde regtvaardigheidde derde (Britsche) de rust verzekerende (1); de vierde de groote factorij der overstroomende hoeveelheid; de vijfde de oud- Engeisehede zesde de Zweedsche; de zevende de Rijks-factorij; de achtste de kostbare en geluknige; de negende (Amerikaansche) de factorij der rijke bronnen. De laatstgenoemde wordt door de China-straat van de tiende ge scheiden, welke aan eenen koopman uit Canton, Mingqua, behoort; de elfde is de Fransche, de twaalfde de Spaansche, de dertiende, door de nieuwe Chlna-straat daarvan gescheiden, is de Deensche factorij. Elk dezer facto rijen of, gelijk zij in de Chinesche taal gewoonlijk heeten, Hongsis door smalle steegjes in vjjf of meer huizen verdeeld. Een breede weg voert mid. den door elke hong, van het front naar den achtergrond. Toen ik bij mijne aankomsc de zoogenaamde Rijks-hong inkwam, kwamen mij dadelijk eenige Chinesche meisjes tegen, die den vloer veegden; zij wa. ren in het wit gekleed en droegen schoenen met houten zolen; haar haar was bijzonder sierlijk gevlochten. Een oude man, met eene pen in de hand, trad haastig uit deszelfs links gelegen kantoor en gaf aan de omstanders eenige teekenen. Men bragt ons den trap op, alwaar wij door oude beken, den verwelkomd werden. Alleen meisjes, groote gevieren en andere krijgswapenen mogen niet door vreemden naar Canton gebragt worden; daarentegen vindt men hier alle mo gelijke Enropesche tafel-behoeften, en eene zeer volledige en gemakkelijke huiselijke inrigting. De huisvesting is gelijk aan die in Indif, met dit ver. schil, dat de verhuurder hier steeds comprador is, waardoor de gast, in alle met zijne huishouding in verband staande aangelegenheden, geheel en al van hem afhangt. De comprador heeft eene geheel eigenaardige roagt; hij huurt de meiden, hij verzorgt de tafel, alle huishoudelijke zaken staan onder zijn toevoorzigt. Te gelijk is hij ook bankier; hij betaalt op last zijns huurders alle inkoopen, zoodat men jaren lang in Canton leven kan, zonder zijne hand aan de beurs te leggen. Ons kwam deze schikking zeer gemakkelijk voor; in plaats van ons bjj het koopen van vele kleinigheden met geld te belasten, legden wij bij onzen waardigen comprador eene bepaalde som neder en gaven dan bq voorkomende gelegenheden assignation op hem af, welke de kramers en kooplieden, even gaarne als baargeld, aannamen. Het getal vreemden is matig; men vindt er, de bedienden medegerekend, niet meer dan 150. Vriendschappelijke bezoeken en gastmalen hebben dik- Ct) Wjj weten niet of deze naam thans nog aan dezelve wordt gegeven. wjjl» plaats; men kan hieruit echrer geene bewijzen ponen voor eene waar lijk vriendschappelijke verkeermg. I11 de tot wederzijdscbe toenadering der vreemden daargesttlne Union Clubis men niet altoos vriendschappelijk ge zind, hetgeen uit de mededinging in handelszaken voortspruit. De lang daar geresideerd hebbende vreemdelingen onthouden zich van wijn, omdat zij des- zelfs nadeeligen invloed op de gezondheid vreezen, en drinken daarvoor thee, hetgeen vreerad genoeg voorkomt, en door eenen nieuweling ligt kan mts. trouwd worden; spoedig echter neemt een ieder deze gewoonte aan, daar dit product in China eenen bij uitstek aangenamen smaak en geur heeft, welke, door des/eifs transport, grootendeels verloren gaat. LORD liOlVE en het ZEEBLOKKADE-SYSTEMA (1). I11 zijne particuliere correspondentie met Lord Chatamtoont Admi'sa! Howe een hevige tegenstander van het toen reeds aangevangen, later echter met meer gevolg doorgezette blokkade-systemamet betrekking tot de Fran- sche havens, te zijn. Eene vloot zee te doen houden, welke geene andere bestemming had, dan de observatie der rustig in de haven liggende vijande. lijke vloot, terwijl deze elk oogenblik te voorschijn konde komen, wan neer het blokkade-eskader door eenen plotselijken storm van de kusten ver. dreven en verstrooid was, dit geheel systema scheen onzen Admiraal als een misverstard toe, daar het, afgezien van de onmetelijke kosteu, tot niets leiden kon, dan tot verderf der vloot en ontevredenheid onder de zeelieden. Ook den Admiraal Nilson was niets lastiger dan de lange blokkade voor Tou. Ion, gedurende welke zijne schepen door bet onstuimige weder zoo zeer leden. Hij had gedurende 30 maanden zijn schip slechts driemaaltelkens maar voor een half uur, verlaten. Lord St. Vincent volgde een geheel verschillend systema van Lord Howe. Hij hield de blokkade van Brest, zomer en winter aoor, zonder op veran dering van wéér te letten; 103 dagen lang hield hij zee, zonder eene enkele maal in de haven te komen. Het gevolg daarvan was, dat Lord Melville, toen hjj aan het hoofd der marine-aangelegenheden kwam, eene, uit ten gronde gerigte schepen bestaande, vloot vond, welke niet in staat zoude geweest zijn zich met de Spaansch-Fransche vloot te meten. Men moest alle mogelijke middelen In het werk stellen om met de grootste moeite de vloot te zamen te brengen, welke later onder Nelson, bij Traialgar de schit. terendste overwinning bevocht. Uit overweging van den kommerlijken toe- stand der Engelsche vloot, verborg men niet dat het onvermijdelijk was de particuliere timmerwerven tot herstelling van een zeker aantal oorlogschepen van 74 stokken te gebruikendie men toen spottenderwijze de 40 dieven noemde, doch welke desniettemin boven alle verwachting goed uitvielen. Hetgeen Lord Howe in de toenmalige omstandigheden aanbeval, was het volgende: Men moest bij Sr. Helens (2), naar mate van omstandigheden, eene iets grootere of kleinere vloot houden, en dezelve eenige weinige ge. detacheerde fregatten toevoegen, om gedurig berigt van de bewegingen des vijai.ds aan gene zijde des kanaals te bekomen; de vloot zelve moest altoos bereid zijn om op het eerste teeken zee te kunnen kiezen. De groote vlooc daarentegen wilde'hij met een aanzienlijk getal fregatten in Torbay station- neren, altoos vaardig lot aanval der vijandelijke vloot, zoodra die van Bresc uitliep. Dan zouden zien beide deelen, wanneer het tot een treffen kwam, in gelijken toestand bevinden, daar beide verschuilde haven kwamen; waar. entegen een belegerend eskader, nadat het maanden lang zonder eenige af. lossing de zee gehouden had, en aan alle weérsveranderingen was blootge steld geweest, zich niet met eene zoo de haven nitloopende gelijke magt meten kon; waarbij nog, de voor officieren niet minder dan voor soldaten even zoo ontmoedigende als vermoeijende toestand, welke noodwendig uit zulk eene dienst moest voortspruiten, in aanmerking dient genomen tewotden. Het publiek dat al deze omstandigheden niet begreep, had niet-veel zin in deze wijze van oorlog voeren; het oordeelt alleen naar de gevolgen. Wanneer van geenen slag te vertellen, op geene overwinning te roemen valt, wordt het ontevreden, en komt tot het besluit, dat de schuld hiervan aan iemand liggen moet, en wat is uan natuurlijker dan de schuld op den op perbetluuber te werpen? Zoo lang de handel bescherming heeft, zijn de kooplieden te vredeu; van hen kwam geene klagte zoo lang de vijand in deszelfs haven belegerd was, zoo lang de transportschepen met hunne rijke vrachten in de havens van het Britsche Rijk geleid werden, maar het ove rige publiek maakte hoogere aanspraken. Terwijl het tot de betaling der oorlogslasten bijdraagt, vindt het alleen in de nêerlagen der vijanden voldoe, ning, en ziet met steeds stijgend ongeduld zulke ontknoopingen te gemoet. Dit nn was het geval in 1793. Men wist dat de vijandelijke vloot in zee was, en nog was er geen buit gemaakt, geen slag geleverd, dit moest al leen aan het oponthoud der vloot te Torbay worden coegeschreven. De dagbladen, omdat zij de door Lord Howe gevolgde staatkunde niet begrepen, of het beoogde doel niet wisten te waarderen, vielen den Admiraal op eene honende wijze aan. Maar Lord Howe was de man niet om zich hieraan te storen. Zijn streven was, om zoo lang de schepen werkeloos moesten blij ven, dezelve in goeden toestand, en de gezondheid en stemming der man. schappen zoo gunstig mogelijk te houden. Daarom hield hij zich streng aan zijn plan, en het Gouvernement dat van zijne knapheid in de zeedienst overtuigd was, en zich zijne uitmuntende inzigten in andere zaken herin nerde, schonk hem vol vertrouwen. Hetgeen de Kanaalsviool later onder zijne bevelen ten uitvoer bragt, heeft dit vertrouwen volkomen geregtvaar- digd, en zijne tegenstanders tot zwijgen gebragt. (O Uit John Barrow's Leven van den Vlootvoogd en Generaal der zeetroepen, Graaf Howe, (Londen 1838). Een niet alleen als biographie, maar ook als bijdra-je tot de geschiedenis van zijnen tijd, bijzonder van het zeewezen, achtingswaardig werk, lie scbrij.er heeft meer dan 400 handschriften, meestal verantwoordelijke brieven van Howe en andere hooggeplaatste personengebezigd. Willem IV van Engeland die in den held en de geschiedenis zijner daden nog van oudsher belang stelde moedigde, eenige dagen voor zijne laatste ziekte, den schrijver op eene 'vleuende wijze tot de voltooijing van zijn werk aan; hij deelde hem eenige weinig bekende trekken en berigten mede, en beval een zorgvuldig gebruik van dezelve te maken, (a) Haveu van het eiland Wight. VROUWEN EN KINDEREN IN EGYPTE (1). Verbazend is hethoe snel de Egyptische meisjes haren volkomen wasdom bereiken; slechts weinige huwen na haar 16de jaar, vele met haar twaalfde, zoodat dertienjarige moeders niet onder de al te groote zeldzaamheden be- hooren, en enkele gevallen heeft men dat meisjes met baar 10de jaar reed» in staat zijn om te huwen, en ook uitgehuwelijkt worden. Opvallend Is het ook, dat, terwijl de geboren Egyptische vrouwen, meest met een talrijk kroost gezegend worden, de vreemde zich daar gevestigd hebbende vrouwen, zeer dikwijls geheel kinderloos blijven, en dat dan nog die kinderen slechis zelden eenen rijpen ouderdom bereiken. Verder zijn de volgende huwelijks-gebruiken merkwaardigtot opluiste. ring van den huwelijks optogt worden spiegelgevechten geleverd. Zelfs kan een ieder, die geschiktheid en lust genoeg heeft, om tot onderhouding der gasten iets bij te diagen, op de vriendelijkste ontvangst en een zeer aardig geschenk rekenen. Weinige onzer lezers zouden echter lust hebben om, tot veraangenaming eener bruiloft, dat te doen, wat voor ongeveer 29 jaren, roen Omarde Nakib-el-Aschraf (het hoofd der af koraelingen van den Pro feet) huwde, twee jonge lieden deden. De eene doorboorde zich namelijk, voor de oogen der talrijk verzamelde menigte, den arm, en verbond de wonde, zonder de sabel er uit te trekken, met eeuige doeken, welke na tuurlijk oogenblikkelijk door en door bebloed waren, zoodat beter tappelings (l) Uit Lane's Modern Egypt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 3