A'. 1811a LEYDSCHE MAANDAG, C 0 U R A N f 15 FEBRUARtJ. burgemeester RN Wethoudêrs der stad Leyden, In aanmerking nemende, dat uithoofde van het sterk stooken, hetwelk ten gevolge fler strenge vorst, vrij algemeen heeft plaats gehad, de Kagchels en Schoorsteenèn bui tengewoon behooren te worden gereinigd, ten einde, vooral bij,, den thans aanwezigen dooialle verstoppingen en verzamelingen te voorkomenwélke zeer ligt aanleiding kunnen geveti tot het veroorzaken van brand; Noodigeii de Ingezetenen dezer Stad bij deze uit, dm daartoe mede te werken, en mitsdien hunne Schoorsteenen en Kagchelpijpen, zonder uitstel, zoodanig buitengewoon te doen reinigen, als de veiligheid voor brand en den aard derzelve zal vereischen. Aldus gedaan en gearresteerd, by H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyderi, op den uden February 1841. J. G. DE My. Ter ordonnantie van dezelve V. PUTTKAMMER, NEDERLANDER. Leyden, 14 Februirij. Zijne Maj. heeft dezer dagen genomen het volgende besluit: Wij WILLEM II., enz. Op de voordrage van Onzen Minister van Financiën, van den9den January 1841, N°. Vi G- betrekkelijk vereenvoudigingen, welke in de admlms. tratie der belastingen te brengen zouden zijn; Hebben goedgevonden en verstaan, kan Onzen Miniscër van Financiën op tï dragen de behandeling eti beslissing omtrent de navblgende onderwerpen, io de daarbjj aangewezene vakken van algeiïleéli bestuur, als: dn- Uitgaande Regten en rleeifnsen a. De besèhikkingen op de verzoeken om vrijdom van inkomende regten van fabrijk of andere goederen van erkenden inlandschen oorsprong, naar vreemde markten uitgevoerddoch van daar onverkocht of ongeaccepteerd terugkomende. b. De intrekking van de acten van aumissie van convooi-ioopers, expedl. ceurs, scheepsmakelaars of cargadoors. e. De verzoeken tot het oprigten van gradeerhuizen, in verband met arti kel 3a i der wet van den aisten Augustus i8aa, Staatsblad N°. 35). d. Het voorschrijven van verordeningen, omtrent de toepassing van den vrijdom vin den accijns op hit zout. e. De verzoeken om vergunning van de ingezetenen eener gemeente, om de aangilte van het graan aan een ander kantoor van ontvangst dan dat, waar. onder de plaats hunner woning behoort, te doen. Het bij peiling in de bakkerijen van zoodanige gemeente, alwaar het maalloon bij den schep wordt genoten, in verhouding brengen van het ge. Wigt tusichett het gemalené en het bij peiling gevondene, f' invoering der schatting by eigene aangifte, en het doen heffen van dan aécijn» op het geslagt, bij het stuk, de soort en het gewigt van het vee, h. Het opdragen van de invordering van den afceijos op het geslagt aan «te. «lelijke beambten. i. Het bepalen »in den tyd voor de overstolting van het beslag, door rnlit. del van stoomwerktuigen, in verband met art. 15 1 der wet van den eösten Aug. 1822StaatsblN\ 37), houdende accijns op het binnenlandsehgedisteleerd. k, Het Wijzigen Van den tijd voor de ruwstoklngen. Het aangaan vati abonnement met de branders dér vjjfde klasse. m. Het verleenen van korting bij het niét kunnen bekomen van den ge. wonen trek, uithoofde der slechte hoedanigheid van het water. n. Het nemen van voorzieningen ten behoeve van zoodanige belanghebben* den, als zich bezwsard mogten achten wegen» de bepalingen, zoowel van de wet voor den accijns op het binnenlandseh gedisteleerd, als van die voor den accijns op het buitenlandsch gedisteleerd, betrekkelijk dé gemeenschap hunner branderijen of bergplaatsen met andere gebouwen. e. Het wijzigen van het tarief voor den tijd der werkzaamheden in den roerknip, volgent sft. 18 2 der wet vin den aden Augustus 182a, Staats blad N°. 32), invoerende eenen accijns op de bieren en azijnen. p. Het wijzigen der hoeveelheid, voor welke afschrijving van (jen accijns tp de suiker bij uitvoer kan worden verléend. q. Het ontzeggen der bevoegdheid tot üicvoer, onder genot van afschrijving, van den laatstbedoelden accijns, bij bevinding van misbruik. r. Het nemen van voorzieningen, ter regeling van den vrijdom van den accijna op de zeep en ter voorkoming van misbruik van denzelven. s. De verzoeken om vergunning aan de ingezetenen van grens-gemeenten, om turf in te voeren uit hunne veenderijen, zich op vreemden bodera bevindende. t. Het nemen van voorzieningen, ter regeling van de toepassing van den vrjjdom van den ïccijns op den turf, zoó uit de reguliere als uit de irregu. liere veenderijen, en ter voorkoming van misbruik van dien vrijdom. De verzoeken om vergunning, volgens art. 13 der wet van den 3osten December 1839, Staatsblad N°. 57), tot het veenen na 1 Julij of het steken tan turf na 31 Augustus, y. Het vervroegen of later doen beginnen van den omgang in de veenderijen. y. Het nemen van voorzieningen, ter regeling van de toepassing van den vrijdom van den accijns op de steenkolen, en ter voorkoming van misbruik van dien vrijdom. x. De verzoeken om teruggave van accijns, hetzij bij wijze vin gratificatie als anderzins, in de gevallen waarin, zoo de accijns niet voldaan was, krach, tens het Koninglijk rescript van den 22sten Maart 1833', N°.9o, de afschrij. ving door het Departement van Financiën kan worden toegestaan. Personeel en comptabiliteit der belastingen, o. Het vergoeden aan da controleurs, vin door hen betaalde belastingen op bet personeel, voor een in het belang van de dienst gehouden paard, betaald wordende uit het voorbehouden één zesde der leges en emolumenten, den ambtenaren der belastingen competerende. b. De verzoeken om, in bijzondere gevallen, af te wijken van art.34 van het Koninglijk beslBit van den 22Sten December 1819, N°. 59, betrekkelijk de over te leggen bewijsstukken, ter bekomiug van gelden, aan overleden ambtenaren aankomende. Registratie en Loterijen. n t'u verzoellen ora> iB bijzondere gevallen, af te wijken van het Koning, lijk besluit van den 22Sten Junij 1811, N°. 79, betrekkelijk het registreren van oude uiterste wilsbeschikkingen. b. Die, om verlenging van den termijn tot het doen van aangifte voor het regt van successie, ook voor zoo veel langer dan voor zes maanden uitstel worst gevraagden e. Die, om vergunning tot het houden van particuliere loterijen, wanneer de waarde der te verloten voorwerpen niet meer beloopt dan f 1000, alle» voorbehoudens onze regtstreeksche beslissing in bijzondere gevallen, of op! het vertoog der belanghebbenden. Onze Minister yan Financiën is belast niet de uitvoering van het tegen woordig besluit, waarvan afschrift aan dé Algemeene Rekenkamer zal wor. den gegeven. 's Hage den 22Sten Januarij 1841. Oet.j WILLEM, enz. De Staats Courant van Zatutdag bevat het volgend handelstraciaat (lts. ichén Nederland en Zwitserland gesloten, en waarvan de uitwisseling eer ratificatien den 24 December II, te Zurich heeft plaats gehad Zijne Maj; de Koning der Nederlanden en bet Bestuur van het Zwitsersché Bondgenootschap, door het verlangen bezield, om de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en Zwitserland bepaaldelijk te régelen, volgens dengeesc van het handelstlactaat den 21 Januarij 1839 gesloten tusschen Nederland én' de Staten van het Duitsche tolverbond, in aanmerking genomen hebbende de openingen, welke dienaangaande over en weder zijn gedaan, en willende van den uitslag dier onderhandelingen het onderwerp eener bijzondere overeen, komst) makenhebben ten dien einde tot hunne Gevolmagtigden benoemd, te weten: Zijne Maj. de Koning der Nederlanden, den heer Henri FaesyRidder der orde van den Nederlandschen Leeuw Hoogstdeszelfs Consul-Generaal bij het Zwitsersch Bondgenootschap, en het Bestuur van het Zwitsersch Bond. genootschap, den heer Huguste de GonzenbachSecretaris van Staat van het Bondgenootschap. Dewelke, na hunne volmagten te hebben uitgewisseld, welke in goeden vorm zijn b.evonden, de volgende artikelen hebben vastgesteld en geteekend: Art, i. Zijne Maj.de Koning der Nederlanden bewilligt den invoer toe te laten, zoo wel ter zee als te land en langs de rivieren, van de nagenoeinde voprtbrengselen van de Zwitsersche nijverheid, onder controle, en met be wijzen van oorsprong, sis: 1°. van zijden stoffen, waren en linten van allerlei aard, tegen twee gulden Nederlandsch het Nederlandsche pond (kilogramme 2°. van kousen en mutswerk (bonneterie,) kanten eri tullen, tegen vijf ten honderd van dé waarde; 30. van messenmakers-werk en kramerijen (volgenk de omschrijving van het bestaande Nederlandsche tarief,) tégen drie ten hon derd van de waarde. Men zal met gemeen overleg de maatregelen van controle, en de formali. teiten voor de certificaten van oorsprong bovengemeld, bepalen. De bevoegde Autori.ctten zullen dien ten gevolge van dé noodigé voor.' schriften worden vootzien. Art. 2. Zijne Maj. de Koning der Nederlanden zal de voortbrengselen van! den Zwitserschen grond en der nijverheid bij derzelver invoer in de Neder landsche koloniën al die voordeelen en begustigingen laten genieten, welke thans of in fit toekomn aan de voortbrengselen van den grond en der nijver heid van elke andere meest begunstigde Europesche natie toegestaan zijn ot zullen worden. Art. 3. net /.witserscn bondgenootschap bewilligt om de, zoo wel te land als te water uit de Nederlanden ingevoerde waren tegen betaling der tegenwoordige regten, en vrij van alle andere of hoógeredan de thans be. staande, toe te laten. Art. 4. De tegenwoordige overeenkomst zal tot aan het einde des jaars een duizend ach: honderd een en veertig van kracht zijn, en wanneer, zes maan den vóór het verloopën van dien termijn, noch de eens noch de andere der Hooge Contracterende partijen door eene officiële verklaring haar voornemen niet te kennen geeft om de werking daarvan te doen ophouden, zal de over eenkoinsc van kracht blijven gedurende een jaarna dien termijn, en alzo» vervolgens van jaar tot jaar. Art. 5. De tegenwoordige ovèreenkomst zal goedgekeurd, en de ratifica tien uitgewisseld worden te Znricb; binnen den tijd van drie maanden, of zoo mogeiijk vroeger Ten blijke hiervan hebben de bovengenoemde Gevolmagtigden dezelve ge. teekend, en met hun wapen bezegeld. -- Mén meldt uit 's GravCnhag- van den I2den February's Mén verzekert, dat de schouwburg dezer Residentie, welke tot dus Verre een stedelijke eigendom was, door Zijne Maj. van de stad zou zijn aangekocht en alzoo tot den eigendom des Konifigs zou zijn overgegaan. Men verzekert, dat er, op den 28sten dezer, ter gelegenheid van den verjaardag van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, bij Z. K. H. den Prins van Oranje wederom een luisterrijk bal zal wórden gehouden; 7, K. H. tie Prins van Oranje heeft aan den Directeur van het Handek- blad ingezonden eene gift van horderd guldenals bijdrage tot léniging van' deldiepe ellende, in welke dé arme huisgezinnen der werklieden aan de Haar. lemmermeer dezen wm'ter ziin gestort. Bij Koninglijk besluit is benoemd tot Militieraad voor het werk der Ugting vanl84l'jte Gouda, de Luitenant-Colonel vander SlootCommandant van het reserve bataljon der 4de afdeeling. Er zouden bij een Koninglijk besluit op nienw bepalingen zijn vastge steld, houdende aanmerkelijke vereenvoudigingen in de werkzaamheden bij onderscheiden departementen van algemeen bestuur. Bij besluit zijn voorzieningen genomen tot wering van misbruiken, dié zouden kunnen worden gemaakt door ter sluik brood of meel uit eene gead. modiëerde gemeente naar eene niet geadmodiëerde, over water, te vervoe ren. Tot dat einde is bepaald, dat art. 21 van het besluit van 13 Augustus 1833 Staatsblad N°. 56), waarbij een reglement nopens de heffing van den accijns op het gemaal bij wege van uitkoop is vastgesteld, moet worden, gelezen als volgt: „Ter regeling van den accijns zullen aan 100 ponden meel van belast graan worden geacht gelijk te staan too ponden ongebuild meel van tarwe óf van gepelde spelt, 77^ pond geboild meel van tarwe nf van gepelde spelts Pon(t meel van r0SSe ongepelde spelt, en T24 pond week brood van tarwe of gepelde spelt; terwijl, by uitbreiding van art 17 van hetzelfde reglement op de admodiacie, voortaan door dengene, die brood of meel nit eene geadmodiëerde naar eene niet geadmodiëerde gemeente, over water, verlangt te vervoeren, vooraf een behoorlijk gelei-of consent, biljet moet worden geligt ten kantore der afzending, en voor het bedrag van den accijns en den aankleve van dien borg gesteld; zullende van dezen borgtogt royement worden verleend bij het terug bezorgen van dat gelei- of consent-biljet, voorzien van een bewiji van veraccijnsing ter plaats van de bestemming op het niet geadmodieefde terrein." Zijne Exc. de Minister van Financien heeft bij eene dezer dagen ge. nomen resolutie, op aanzoek van Zijne Exc. den Directeur-Generaal varf Oorlog,' de vroeger aan de postbeambten gegeven voorschriften, opzigten»'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1