Ui' Rotterdam meMt men vsn den Pehraarlj: Nadat zich het ijs in de Maas voor deze stad, in den nacht tusscben Dingsoag en Woensdag, op nieuw gezet heeft, en wel zonder zoodanige wakken ais de vorige maal open gebleven waren, is weder eene baan voor iciiaatsrfjders op die rivier gema kt geworden. -«■ Uit Dordrecht meldt men van den 5den Februari): Het was de.< Vrijdags avonds van den apscen Januari), dat zich, in dezen geer opmerkelijken harden winter, voor het eene, na zoo vele dagen vap dool-weder, opnieuw vorst vertoonde, die echter, met afwisselende winden van het N, O. tot het O ten Z., gematigd bleef tot Maandag den :s;en de. zer, toen de wind meer vast N. O. werd met strenge vorst, welke sedert met steeds toenemende kracht aanhield, zoodat heden morgen ten 8 ure de thermometer, naar de schaal van Fahrenheit8 gr. boven nul, dus 34 gr. vorst aanwees, zi)nde de tot hiertoe dezen winter ondervonden felste koude. De rivier wordt thans weder als te voren door voetgangers en sehietschon» wen met goedeten beladen gepasseerd. Bij de peiling van heden is het ijs gebleken de volgende dikte te hebben: Buiten den Rtedijk 10, buiten het Melkpoortje 6jbuiten het Groothoofd loj, achter de Harmonie 10, buiten de Blaauwpoorc 10J, buiten de Mazelaarspoort 10, buiten de Vuiipoort 10, en buiten de Kalkhaven 10 Ned. duimen; nog te zwak voor bet uitleggen van planken. Uit Amsterdam wordt gemeld, dat het Y wederom op nieuw is toege. vrozen. Uit Nijmegen meldt men van den 5 Februarij; Het drijfijs in de rivier de Waal heelt zich, sedert onze laatste, zeer vermeerderd en is in dikte «terk toegenomen, hetzelve drijft, in groote schollen, langzaam, en schijnt gich spoedig te zullen vastzetten. De overvaart is zeer moeijeli)k. Ook van de Maas en den Rijn vernemen wij hetzelfde, hoewel het Ijs op de Isatste niet zoo menigvuldig is, hetwelk aan den noorden wind, welke tl het ijs naar de Waal afvoert, is toe te schrijven. Uit Kampen wordt van den 3den dezer berigt, dat de rivier, die sedert Maandag vol ijs had gedreven, zich Dingsdag nacht andermaal ge zet had. ITALIË. Men schrijft uit Rome vtn den 3osten Januarijdat, evengelijk er reeds vroeger vertoogen bij de Fransche Regering gedaan waren, ter zake van het ontslaan van Don Car/os nit Bourges, waar hij tot nog toe gehouden wordt, doch die tot dusverre vruchteloos waren, er thans weder op nieuw bij ge noemde Regering pogingen rot zijn ontslag zijn aangewend. Men vleit ztch dat deze met een beter gevolg zullen ondernomen worden,omdat de redenen van bezorgdheid, die toenmaals voor Frankrijk bestonden, thans opgeheven Zijn. Men hoopte atroo te Rome, dat Don Carlos eerlang naar Saltzburg zou vertrekken, welke atad hij tot zjjne toekomstige verblijfplaats vrijwillig gekozen had. ZWITZERLAND. De Pauaselijke Nuntins in Zwitserland heeft een officieel proteat tegen de af'Cr.sffing der kiooiteri ingediend, en gevorderd, dat het eedgenootschap pa-lijk bewind in dezen zou tusschen beiden komen, ten einde de bepalingen der bondsakre te handhaven. Uit Schwytz wordt van den a8sten Januarij het volgende geschreven: Als een bewijsdat in ons kanton eene beste sympathie voor de Jeiuiten- orde en voor het door die orde gestichte opvoedtngs-instituut heerscht, meld ik n, dat dezer dagen de eerste grondsteenen tot het nienwe klooster en collegie door een aanmerkelijk aantal landlieden en studenten, van eenen ca- meli)kcn afstand, met vreugde en zelfs geestdrift naar de plaata van derzei ver bestemming gevoerd, gelegd zijn. Zelfs de schoone kunne bleef hierbij niet ledig en gaf van hare levendige deelneming daardoor blijk, dat er een, verscheiden honderden centenaars zwaar, graniac-blok door eenen trein van Jonge meisjea aangesleept geworden ls. DÜITSCHLAND. Er worden in dit jaar in Oostenrijk 44,000 rekruten geiigt voor de Duit. sctie proviuclen en la,000 man voor Italië, dua te zamen 56,000 man, het geen a3,ooo meer is dan in 1840. Hongarije levert bovenden nog 38,000 man; vereer zallen er 17,000 paarden aangeschafc worden. De verlofgangers tjjn in Oostenrijk nog niet opgeroepen. Men meldt uit Berlijn van den a8sten Januarfl, dat de vereffening der geschillen met de Roomsche Kerk eerlang werd te gemoet gezien, zoodat, indien de uit zijn ambt verwijderde Bisschop van Keulen, niet als Kardinaal naar Icalie mogt gaan, hij, op dezelfde voorwaarden, als de Bisschop van Posen, in zijne bediening zou hersteld worden. Uit Keulen meldt men van den aden Februarij: Van de boorden van de Moezel wordt, onder dzgteekening van den 3psten Jannarij gemeld, dat dt hooge waterstand dier riyler, die den jong. iten ijsgang onmiddelijk gevolgd is en die de zeer buitengewone hoogte van 36 voet aan peil heeft bereikt, thans weder merkelijk gevallen en de rivier binnen hare bedding teroggekeerd is. Minder gunstig luidt het- gene onder de vroegere dagteekening van den 36 Januarij van de Rhiinoevers geschreven wordt; namelijk, dat het aan dien vloed gelegen Nassausche stadje Lorch zoo zeer door de jongste overstroomingen geteisterd is, dat gecne pen zulks vermag te beschrijven. Omstreeks de twintig huizen zijn door den ijsgang of reeds geheel weggeslagen, of op het punt van in te storten. De inwoners die bovendien, door het gering debiet hunner wijnen, reeds zeer verachterd waren, zijn hierdoor In de grootste ellende gebragt. Zonder woning, zonder uuzigr, zien zij zich de wanhoop ten prooi gegeven en spoedige hulp van meer gelukkige menschenvrienden is het eenige, het welk hen daaruit redden kan. Het opzetten van het water en van den ijsgang it zoo verbazend snel geweest, dac geene pogingen tot behoud van vee of cenig huisraad hebben kunnen baten, en alles is door den vloed verzwolgen. De scheepvaart op den Rhijn is ten gevolge der vernieuwde vorst we derom geheel gestremd. Het Keulache stoomschip Coekerillhetwelk van Kenlen naar Maintz zou vertrekken, ia even als de stoomboot de Ncdertan. der, moeten terugkeeren en eene veilige ligplaats te Keulen gaan zoeken. De overstroomingen van de rivier den Donau zijn ook weder du jaar zeer aanmerkelijk geweeac; men meldt daaromtrent uit Regensburg van den a6iten Januarij: De lijdingen nopens de overstroomde dorpen luiden met elk uur gedurig treuriger. De Donau schijnt zich in die streken een geheel nienw bed te willen graven. In zijnen loop door het alt een rotswand aan den grond vast zittend Ijs gestuit, Is die rivier bij Demling het land ingebroken en stroomt nn tusschen Frenkofen en Kruckenoerg door, eerst twee uren lager, bij Tlefenthal. in htir oude stroombed terugaeerend. Vele dorpen staan geheel of ten deele onder water. ,Bij al het ongeluk, hetwelk nu reeds de gemelde plaatsen getroffen heeft, is echter het ergste nog eerst met het aanstaande hooge water te verwachten. Demitng en Frenkofen zullen alsdan bezwaarlijk hunnen vollen ondergang ontgaanvooral wanneer de atroom ook weder jjs medebrengt, hetgeen waarscnijnlijk gebeuren zal, daar, naar men verneemt, hetzelve nog op verscheiden plaatsen boven Regensburg vast zit. Berigten uit Athene melden, dat de Porte, op aandrang van den Fran- schen Gezant, de uitvoering van de tegen den Griekschen handel bevolen piMtregrlen tot de maand Maart zou uitgesteld hebben. Men had hoop dat cegta dien ijjd eene minzame schikking zou plaata gehad hebben. GROOT-BRITANNÏE. Londen den 3 Februarij. Men meent dat de doopplegtigheid, die op den loden dezer bepaald was, wederom niet zal plaats hebben, omdat de Koningin der Belgen, die bij dezelve zou tegenwoordig zijn, dan niet in Engeland zou kunnen wezen. - Men verwacht ook den regerenden Hertog van Koburg, vader van den Gemaal der Koningin. De Koningin heeft van Sultan Abdul-Medjid eenen eigenhandigen brief ontvangen, waarin hij haar geluk wenscht met de geboorte van hare dochter. Men verzekert, dat die brief een meesterstuk is van Oosterschen Stijl, en een zeldzaam voorbeeld van die bloemrijke welsprekendheid alleen aan het Oosten eigen. De vorm is mede opmerkenswaardig. De volgende Mjv zonderheden zijn daaromtrent door een' geloofwaardig persoon medege deeld. De b/tef is nagenoeg 3 voeten lang en 4 i 5 duimen breed. Hij is me: zeer kleine, doch goed leesbare letters geschreven, en klaarblijkelijk met de meeste zorg opgesteld. De onderteekentng des Sultans is op den kant gesteld, waaronder alie de titels zijner voorgangers van sedert onheugelijke tijden her zijn geplaatst. Het papier is geëmailleerd en van betere hoedapig, beid dan hec velin de brief is in eenen omslag gesloten en met het groot, zegel vin Z. H. voorzien. Alles is te zamen in eene kleine tasch geborgen, gelijk aan die, welke de dames dragen, nit rijk met zjjde en goud gebor- duurd satijn vervaardigd. In de zitting van het Lager-Huis van den 2den heeft Lord Stanley zijne motie over de onwettige verkiezingen in Ierland weder ingebragt en tot be- handeling van dezelve is met 261 tegen 71 stemmen besloten. In deze zelfde zitting heeft de heer Hume aan het Bestuur inlichting ge» vraagd ten aanzien van het Oostersehe vraagstuk. Lord Russell heeft daarop verklaard, dat, dewijl de overeenkomst, welke de Commodore Napier met Mchcmed-Ali gesloten had, door den Admiraal Stopford vernietigd was, deze Admiraal later over een nieuw tractaat met dien Pacha had gehandeld, welk tractaat nu gesloten, door den Kapitein Franshawe aan den Sultan werd over. gebragt en door dezen aangenomen is, dat tevens door den Sultan aan Mehe. med-Ali eene mededeeling wss gezonden, waarbij aan denzelven het erfelijk bezit van zEgypte verzekerd werddat Syrië door de troepen onder Ibrahim- Pacha zou worden ontruimd, en daartoe schikkingen ook met Mehemed Ali waren getroffen, welke laatste tevens in de onmiddellijke teruggave der vloot had bewilligd. De Minister voegde er bij, dac al deze schikkingen en maat. regelen genomen waren overeenkomstig de gevoelens der vier groote Mo. gendheden. Sedert gernimen tijd heeft de zaak van Colonel Lord Cardigan, tegen wien zijne officieren menigvuldige klagten van onbehoorlijke behandeling in. bragten en op eenen van welken hij, b(j een tweegevecht, een pistool gelosc had op eene wijs, welke met moordaanslag gelijk gesteld werd, de aandacht van hec publiek bezig gehouden. Eene deswege bij het centrale geregtshof van criminele zaken ontvangen klagt is thans door de Kamers der Lords vo.or zich getrokken en Colonel Cardigan gisteren avond gevankelijk voor dezelve gebragt; hij is echter vervolgens onder borgtogt.van hem zeiven voor 10,000 en twee borgen, elk voor 5,000 St., ontslagen. Men is verleden week begonnen de Fransche Prorestantsche kerk in Threadneedle street af te breken, ten einde den toegang tot de nienwe beurs van die zijoe ruimer te maken. Den 3 Januarij I. I. is er voor het laatst dienst gedaan, bij welke ge egenheid de weleerw. C. Haup, naar aan. leiding van 1 Samuel 7: 13, gepredikt heeft. De kerk was 200 jaren oud, en zou binnen kor, aanmerkelijke herstelling veretscht hebben. Zoo wij wel onderrigt zijn, heeft de gemeente 7,000 st. voor schadevergoeding ont. vangen. De aienst wordt nu tn een ander daartoe gehuurd gebouw verrigt, tot dat men plaats en gelegenheid gevunden zal hebben, om eene nieuwe kerk re bouwen. Inmiddels worden de banken, kerksieraden, enz. in de ruime Hoilat.dsche kerk in Austinfriars bewaard. Na de herroeping van het edict van Nantes in 1685, toen er meer dan 13 000 Fransche vlugteltngen in Londen waren, had men hier 20 Fransche kerken. Du getal is nu tot op drie verminderd, waarvan er twee de Engelscne wijze van eerdienst hebben aangenomen. Uit de srad Carmarthen, in het Prinsdom Wallis, schrijft men her votgencfeï Laatstleden Zondag ochtend, tusschen drie en vier ure, gevoelde men in de srad een vrij sterken schok van aardbeving, verzeld van eene zeer zigt bare trilling van den grond en een rollend geluid, gelijk aan den donder in de verte. Hetzelfde werd te Pontantwn op dien zeifden ochtend waargeno. men; en de beweging schijnt voortgeloopen te zijn naar Llanstephan en de Ferrykant, daar er op elk dier plaatsen te gelijker tijd scnokken gevoeld zijn, waarvan de trillingen vrij aanmerkelijk waren, zoodat zij schrik en verlegen heid wekten bij hen, die dezelve vernamen. Dergelijke schuddingen werden reeds omstreeks de maana November II. in den omtrek van Llanstephan bespeurd, maar waren destijds zoo zwak, dat zij naauivelijks vermelding verdienden, Onlangs is het testament geopend geworden van zekeren Sir Gilbert-East van Firsfield, wiens nagelaten fortuin 300000 st. (ruim drie en een half mtltioen Hollandsch) beloopt. De vroome ntan heeft behoorlijk voor legaten van barmhartigheid gezorgd, zie hier onder anderen een uittreksel van hec hiertoe behoorend gedeelte: Ik legateer aan Maria East al de honden, die mij bij mijn overlijden zullen toebebooren, om het even op welke plaats zij zich ook moge bevinden. De legataris zal verpligt zijn dezelve te voeden met dezelfde zorg, met welke zij gedurende mijn leven gevoed zijn geworden. Zij 2al hun melk-, gersten-of havetmeel, versche waar enz. geven. De legataris zal 7 schel lingen (nagenoeg 4.20 Hollandsch) per week voor iederen hond ontvangen. Men zal een eerlijk en getrouw petsoon aannemen, om hen op te passen. In gevalle van ziekte zal er eene verhooging van onderstand, voor medicij nen, verleend worden. Men wil is, dat men nimmer een dier honden, hoe oud en gebrekkig zij ook mogen worden, onder voorwendsel van valsche barmhartigheid, doode enz. De beschikkingen, ten behoeve der paarden en papegaaijen van den teata. teur, zijn gelijksoortig en even omstandig. De legataris, die belast Is mee de verzorging van den favoriet-papegaai, zal hem elke twee jaar eene nieuwe kooi moeten koopen. De paarden zal men in volle vrijheid moeten laten ioopen in de weiden, die aan den testateur hebben toebehoord en des winters zal men zorgen, behoorlijk vuur te onderhouden in de schuren, in welke zjj den wijk zullen kannen nemen. Het legaat voor ieder paard is van 8 schel lingen (f 4.80 Hollandsch) In de week. In den Times vindt men een verzoekschrift, door de Oost-Indische Associatie te Glasgow aan Lord Palmerstcn ingeleverd, omtrenc de uitbrei ding, zooals gemeend wordt, van de bezittingen der Hollanders in Oost-Indië: De onderteekenaars van het verzoekschrift beginnen met de stukken, on langs bij het Parlement overgelegd en in den Times medegedeeld aan te ha len ala bewijzen van de nutteloosheid der pogingen van de Britiche Rege. ring, om de ware uitlegging van het verdrag van 1824 erkend te krijgen, terwijl zij beweren, dat de aanspraken der kooplieden op vergoeding van onregtvaardig geheven regten beschoowd moeten worden all hoofdzakelijk voort te vloeijen uit de onbestaanbaarheid der Bengaalsche tarieven met het genoemde verdrag van 1824, en als zoodanig strijdig met de regten van den Britschen handel op Java. Doch, behalve dat zij hun leedwezen over het verval van den handel op Java en andere Hollandsche bezittingen, voor zoo veel Gtoot-Britannie aangaat, te kennen geven, vestigen zij bijzonder de aandacht op de voortgaande uitbreiding van gebied en invloed door de Hol. landers in de onafhankelijke Staten der inboorlingen, en herinneren den Mi. nister, dat de handel in den Straat van Malacca voornamelijk afhangt van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2