A*. 1841. L E YD S C H E 15. 'V) ,W COURANT. 3 FEBRUARÏJ. NEDERLANDEN. T U R K Y E. ZWITZERLAND, WOENSDAG, Levden, 2 February. Gisteren Is alhier de 33ste verjaardag van H. K. H. Prinses Frederik der Nederlanden op de gebruikelijke wijze gevierd. De Hooggel. Heer Mr. J. R. Thorbecki, zal de waardigheid van Reeter Magnificat der Leidsche Hoogeschool, gedurende dit Academie-Jaar door bem beltleed, nederleggen met het houden eener plegtige Redevoering, in het groot Auditorium der Universiteit, aanstaanden Maandag den 8sten Februari), ten twaalf ure. Men meldt uit 's Grarenhage van den isten Februari): Heden wordt de 33ste verjaardag van H. K. H. Prinses Frederik der Ne. derlanden met het uitstelten van vlaggen, het spelen van het klokkenspel enz., in deze Residentie gevierd. Heden morgen heeft er dejeuner bij Z. K. H. Prins Frederik en heden middag groot diner ten Hove plaats genad. Heden avond wordt er in het paleis in het Noordeinde een luisterrijk gala-bal ge houden, hetwelk zeer druk bezocht zal worden. Behalve de benoeming van de heeren IV. J. Piepen en R. Baron van Breugel tot lid en Secretaris bij den Raad van State, heeft Zijne Maj. ook nog tot lid benoemd den heer Mr. L. C. Luzac, lid van de Tweede Kamer der Siaten-Generaal; voorts bevat de Slaals-Courant van den isten dezer nog de volgende benoemingen: a. Bij den Raad van State: tot Referendaris van de eerste klasse, Mr. C. T. J. Baron de Constant Rebecque, thans Referendaris van de tweede klasse; tot Referendarissen van de tweede klasse, de Commiesen van Staat, Jhr. Mr. A. van der Goes, Jhr Mr. J. G. H. van Tets en Mr. A. Baron Mackaq, Kamerheer des Konings; tot Commies van Staat, Jhr. Mr. J. A. Singendonik, uitgevallen ambtenaar van de voormalige Staats-Secretariezijnde tevens be paald. dat de Commiesen van Staat,Jhr. Mr. IV. Boreel en Mr. IV. J. Baron d'Ablaing van Giessenburg, gelijktijdig met hunne functien bij den Raad van State, en ter vervanging van Jhr. A. van der Goes en Jhr. van Tets voor noemd, de dienst als Commies van Staat zullen waarnemen, te weten: Jhr. M. IV. Boreel, bij de Tweede en Mr. IV. J. Baron d'Ablaing van Giessen burg, bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal. b. Bij den Hoogen Raad van Adel: tot lid, den heer Mr C. A. van der Goes, thans Referendaris der eerste klasse bij den Raad van State; en tot Secretaris, Zijner Majesteits Kamerheer R. A. Baron van Hoivell, thans werkzaam bi) den Hoogen Raad van Adel. De Staatt-Courant van heden bevat het volgend besluit van 30 Januarij Wij WILLEM enz., Willende overgaan tot eene herziening der wetten op de Nationale Militie en de Schutterijen, ten einde dezelve onderling in meer bepaald verband te brengen, en daardoor tevens een volledig en samenhangend stelsel aan te nemen, met opzigt tot de gewapende magt, aan welke's Rijks verdediging moet worden toevertrouwd; Op de voordragten van Onzen Minister van Binnenland,che Zaken en van Onzen Directeur-Generaal van Oorlog van den 22 en sssten Januarij jl. r. 54. geheim, en litt. E. Kabinet, en van den agsten daaraanvolgende, N*. do, geheim, hebben besloten en besluiten: Art. 1. Aan eene Commissie van elf leden wordt bij deze de herziening der bestaande wetten op de Nationale Militie en Schutterijen opgedragen. Art. 3. Worden benoemd: Tot Voorzitter dier Commissie, Onze Minister van Binnenlandsche Zaken; tot leden derzelve: Onze Directeur-Generaal van Oorlog; de heer Mr. P. D. E. Macpherson, lid van den Raad van State de heer IV. A. Baron Schimmetpenninck van der Oije van de Poll, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; de heer E. iV. van Dans van Isseltlid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; de Schout-bij-Nacht titulair Arriens, Onze Adjudant in buitengewone dienstde Generaal-Majoor Nepveu, Onze buitengewone Adjudant, Chef van den generalen staf; de Generaal- Majoor Everts, Onze buitengewone Adjudant, commanderende de iste bri gade van de iste divisie infanterie, en Provinciale Commandant van Zuid- Holland; de Luitenant-ColonelCommandant van de dienstdoende schutterij Onzer Residentie, van der Oudernuulen, Onze Adjudant in buitengewone dienst; de Majoor Verstege, la suite van de 7de aldeelinginfanteriewerk. zaam bij het Departement van Oorlog, en de heer P. J. van MunsterRe. ferendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken en tot Ainanuen* »»s. derzelve, de heer H. A. IVierex, Commies bij het zoo evengeraeld departement. Art. 3. De Commissie zal zich voornamelijk ten doel stellen, om bij het herzien der bedoelde wetten, dezelve met elkander in een bepaald verband te brengen en daarin at die veranderingen en verbeteringen te makenwvlké door de ondervinding aan de hand zijn gedaan, of welke zullen kunnen strek, ken, om alles, wat tot de gewapende magt betrekking heeft, op eenen vasten yoet en tot een goed zamenhangend geheel te regelen. Art. 4. Bij de behandeling van de gewone plaatselijke dienst der schutterij en meer bepaaldelijk van het punt der schutterlijke tucht en regtspleging zal de Commissie kunnen raadplegen, en als consulent in dezelve doen op. treden, den Anditenr bij de dienstdoende schutterij te's Gravenhage, Mr. J. L. T. C. van OJdenbarneveldgenaamd fVitte TuUingh, die hiertoe, bjj deze, nu voor alsdan, tevens benoemd wordt. Art. 5. Na den afloop harer werkzaamheden, die uiterlijk 1 Augustus aanstaande zullen dienen ten einde gebragt te zijn, zal de Commissie Ons daarvan verslag doen, en Ons, het zij tot wijziging der bestaande wetten, pf wel tot het geheel vervangen derzelve door nieuwe wettelijke verordenin gen, zoodanige ontwerpen van wet, onder bijvoeging van daartoe behoo. rende metnorien van toelichting, aanbieden, alt, naar hare gedachten aan de beraerialagingen der Staten-Generaal zouden kunnen worden onderworpen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Onze Directeur-Generaal van Oorlog, zjjn belast met de uitvoering van dit besluitwaarvan afschriften gullen worden gezonden aan elk der ledenden consulent en den amanuensis Van de bjj deze ingestelde Commissietot informatie en narigt. Zijne Maj. besloten hebbende, dat er eene werving van vrijwilliger» «oor de afdeeling grenadiers in het Groothertogdom Luxemburg zal plaats hebben, zoo zijn doOr den Directeur-Generaal van Oorlog derwaarts een sergeant en een grenadier van dat corps gezonden, om in de verschillende gemeenten aldaar vrijwillige» san te werven. Dezer dagen heeft Zijne Maj. Hoogstdetzelfs toestemming verleend tot de oprigting van de navblgende.sfgescheidene Christelijke Hervormde gemeen, ten, als: te Aalst, Axel, Bolswaard, Gameren, Geesteren, Goes, Hattem, Herwijnen, Löchem, "Neuzen, Nieuwwial, Oud-Loosdrecht, Poederooien co Vuren, Voortaan zal, volgens Koninklijk besluit, wtnneer asn hun, die een boekwerk aan den Koning aangeboden, of zich in eenig opzigt verdienstelijk hebben gemaakt, eene medaille wordt geschonken, die medaille voor alles»-' van dezelfde grootte zijn, versierd met Konings borstbeeld en een gepast opschrift. Zijne Maj. heeft den Kapitein van de veld-artillerie C. H. C. Flugi en de kinderen van wijlen J. C.C.toenentot den adelstand erkend te behooren. Zijne Maj. de Koning heeft f 300. gegeven aan de nagelatene betrek, kingen der vuschers te Scheveningeii, die met de pink de Vsouw Pielernella verongelukt zijn. Door de inwoners van het eiland Schokland zullen geene opcenten op de grondbelasting In 1840 betaald worden, Te Rotterdam heelt den 3osten januarij een brand plaats gehad in de mouterij de Roosop den hoek der Sleuielsteeg; dezelve is spoedig geblusclu en heelt weinig schade veroorzaakt. Men meldt uit Dordrecht van den isten dezer het volgende: Door de op nieuw ingevallen vorst zich heden wederom veel jong drijfij» op de rivier vertoonende, is voor het oogenblik de scheepvaart wederoui belemmerd, en hebben verscheiden van beneden komende en naar Rotterdam met graan bestemde poonenin onze havens de wijk genomen. Intusschea is de stoomboot naar Rotterdam heden morgen nog op het gewone uur ver. trokken, terwijl andere scoombooten niet zijn gevaren. In de maand Januarij zijn op den Haarlemmer spoorweg vervoerd ge. worden 9,676 personen en is f 4,713.55 oncvangen. Den 3isten Januarij hebben te Amsterdam weder twee branden plaats gehad; een bij den tapper van Reenen, op den hoek van de St. Jakobsstraac en Dwarsstraat, en een bij den tapper P. van Vleuten, op de St. Anihonie- Bieeostraat; het eerste huis is geheel uitgebrand en er is bijna niets gered; van het tweede huis heeft men nog een groot gedeelte kunnen behouden. In de gemeente de Helder zijn in 1840 geboren 435 kinderen, als 303 zoons en 313 dochters; overleden 367 personen van het mannelyk en 337 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 404; gehuwd 147 paren. Uit Meppel senrijft men, dat aldaar nog bijna dagelijks talrijke koppels paarden doorkomen, welke in Groningen en Vriesland voor rekening der Franscne Regering zijn opgekocht. Te Muidelnurg zijn is het jaar 1840 geboren 566 kinderen, als: 370 zoons en 396 duchters; overleden 335 personen van het mannelijk en 337 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 463; gehuwd 147 paar. Uit Breskens wordt geschreven, dat Gods ondoorgrondelijke wijsheid eenen braven en arbeidzamen huisvader in den bloei des levens door den dood van zijnen vrouw en twaalf kinderen afnam, terwijl het dertiende hec aanzijn ontving op den dag van 's vaders begrafenis. De volslagendste ar. moede heersent in deze woning der diepste droefheid. De Burgemeester van Bresnens, de heer A. Lutein, en de Predikant aldaar, de heer C. Bat teke, hebben dit allerbeklagenswaardigsc huisgezin aan de bekende liefdadig, beid van de burgerij aanbevolen, in liet volle vertrouwen, dat deze hunne puging, ter verzachting der ellende, niet te vergeefs zal zjn. Het Oostenrijksch Regeringsblad bevat tijdingen uit Konstantinopel tot 13 Januarij, welke melden, dat de Sultan zou besloten hebben, om, indien Mehcmea-Aii zich inderdaad en geheel onderwerpt, hem de erfelijkheid van het Pacnaliek van lEgypte zal worden toegestaan; verder, dat dit besluit, van hetwelk een hitischeriff uitgevaardigd was, door den Sultan was geno. men op aanraden en ten gevolge van de beraadslagingen met de Gezanten der groote Mogendhedenen dat niet alleen om de Oostersche quaestie te doen ophouden, maar ook om een waarborg voor het behoud van den vrede te geven. Dit besluit zou tevens aan de Commissarissen der Porte gezonden zijn, die zich naar Alexandrie begeven hebben, om aan Mehemed-AII de voorscellen van den Sultan over te brengen. Uit Smyrna wordt gemeld, dat volgens verspreide geruchten, Ibrahim Pacha den over Syrië door de Porte aangestelden Pacha Zeekeria zou ver. moord hebben, toen deze zich te Datnaskus bevond, om het noodige wegen» de ontruiming van Syrië met hem te regelen. De Turksche magt, ter sterkte van 13,000 man, was uit Beyruth den 31 December naar Zahle opgerukt, alwaar zich een gelijk getal bergbewo. ners bij haar gevoegd had. Men meende, dat, zoo Damaskus door Ibrahim- 'Pacha nog niet ontruimd was, door die troepen eea aanvil op die stad zots gedaan worden. SPANJE. In de Gazeta de Madrid zijn twee besluiten van het Regentschap; het eerste artikel van het eene besluit bevat het volgende: Uit kracht van de magtiglng, aan het Gouvernement verleend, bij art. 5 der wee van 17 April 1838, en bij de 3de van art. j der wet van 31 Juntj 1840, zullen de interessen der geconsolideerde binnen- en bnitenlandsche schuld, die vervallen zijn in de halfjaren, voorafgaande aas den isten January van het loopende jaar, tot kapitaal worden gebragt, en de stukken, welke tot vervanging zullen worden uitgegevenzullen van dien dag af eene inte. rest genieten van 3 pCt. jaarlijks, die betsald zal worden, halfjarig, op dea 30 Junij en den 31 December van ieder jaar. Het andere besluit bevit een reglement op den verkoop vin nationale goederen. Het bealuit van den Regering van Aargau tot het verleenen van eene am. peacie, luidt als volgt: Nadat de Kleine Raad ons verslag gedtan heeft van de in sommige gedeel. ten des kantons voorgevallene oproerige volksbewegingen, waartegentor herstel der wettige orde,geweld van wapenen heeft moeten gebruikt worden; Zoo hebben wij Overwegende, dat verre weg de groote meerderheid dergenen, die aan het oproer deelgenomen of zich daaraan aangesloten hebben, daartoe door atrafbare kuiperijen en leugenachtige inblazingen van verschillenden aard over. gehaald en verleid zijn gewordenzonder dat bü hen volledig beasf van dn geheele uitgestrektheid hunner misdaad kan worden verondersteld; Overwegende voorts, dat het, na het herstel der wettige orde, met do waardigheid en grootmoedigheid van den Grooten raad overeenkomacig i», ua de verleiden en tfgedwialden vergiffenis te schenken jen daardoor de bezorgd# gemoederen geiust te «tellen en het wedeikeertg vertrouwen weder te trfc. vestigen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1