onder de rroepen van het garnizoen opmerkr. Hetzelve besraat nic omtrent 2000 man. De troepen, die in het klooster St. Frangois fijn gestationeerd, hebben hunne ontevredenheid reeds te bennen gegeven, uit hoofde van wanbetaling der soidij en de weinige rations, die het land hun mediene. Zij hebben de kreten: Mueran los fuerosViva la Regen'cïa doen hoor en. De provinciale deputatie, door dit oproer verontrust, te meer. daar zij stedb.es over 300 man marechaussë's konde beschikken^ moest den muiters toegeven, en liec aan han geld en rations uitreiken. DUITSCHLAND. Uit Berlijn meldt men, dat de som van 40,000 kroonen, door wijlen Zijije Maj. aan Hare Maj. de Keizerin van Rusland per testament vermaakt, door de Keizerin geheel ter dispositie van de stads-Overheid gesteld is; tot uit. oefening van werken van weldadigheid, te Tasdorf digt bij Berlijn, is den 3osten October brand ontstaan in de stallen van het logement, waardoor 20 paarden en 5 met goederen beli- den wagens eene prooi der vlammen zijn geworden. GROOT-BRITANNIE. Londen den 3den November. H. M. de Koningin is eenige dagen onge steld geweest, doch hare ziekte was van korten duur; spoedig zal zij zich naar haar paleis in de hoofdstad begeven, .zoodra de veranderingen, die er kan gemaakt worden, zullen afgeloopen zijn. Tot Kanselier van het Hertogdom Lankaster, in plaats van wijlen Lord Holland, heeft H. M. den Gratf Clarendon benoemd. De Russische Gezant, Prins Lievenis naar Petersburg afgereisd. De uitrustingen ter zee duren nog voort. Het linieschip Britannia van 110 stukken, en de groote oarlogs-stoomboot Hecate, waren naar de Mid. dellandsche zee vertrokken. Men zag mei ongeduld tijdingen uit China té gemoet, daar men in geen langen tijd berlgten ontvangen had. FRANKRIJK. Pakijs den 6den November. Nadat den 4den door de aanwezige leden der Kamer, welke een 400 bedroegen, eene voorloopige vergadering was gehou den, waarin vooreerst de bureaux zamengesteld zijn, is den volgenden dag de zitting der beide kamers door Z. M. den Koning met de volgende aan. spraak geopend: „Mijni Heeren de PairsI Mijne Hizren de Afgevaardigden o lk heb behoefte gevoeld, u vóór het gewone tijdstip van de bijeenroeping .der Ka mers rondom mij te vercenigen. De maatregeleriwelke de Keizer van Oostenrijk, dé Koningin van GrooL-Britanniede Koniflg van Pruissen en den Keizer van Ruslandin onderling overleg, genomen hebben, om dc hetrekkingèn te regelen tusschen den Sultan en den Pacha van ./Egypte, hebben mij zware pligten opgelegd. Ik neem de waardig heid, zoowel als de zekerheid en de rust van ons Vaderland, ter haf te. Volhardende in die gematigde en verzoenende staatkunde, van welke wij sinds 10 jaren de vruchten in- zamelen, heb ik Frankrijk in staat gebragt, om het hoofd te bieden aan de kansen, welke de loop der gebeurtenissen ln het Oosten zou kunnen doen ontstaan. De buiten gewone credietendie tot dat einde geopend zijn,.zullen onverwijld aan u worden onder worpen. Gij zult de beweegredenen er van op prijs stellen, lk blijf hopendat de al- gemcene vrede niet zal worden gestoord. Hij is noodig voor het algemeen belang van Europa, voor het geluk van alle volken, en voor den vooruitgang der beschaving. Ik reken op u om mij in zijne handhaving bij te staanzoo als ik op u rekenen zoude indien de eer van Frankrjjkg,en de rang, dien hetzelve onder de natiën bekleedt, ons nieuwe inspanningen teil pligt maakten. De vrede in het noorden van Spanje was herstelden wij juichten ons zeiven toe wegens deze gelukkige uitkomst. Wij zouden het niet leedwezen zien, wanneer de ram pen der regeringloosheid de ongelukken van den burger-oorlog kwamen vervangen, lk draag Spanje de opregtste belangstelling toe. Mogen de hechtheid des troons van Ko ningin Isabella II en der instellingenwelke hem schragen moetendit edele land voor de lange «n smartelijke beproevingen der omwentelingen bewaren „De voldoening niet verkregen zijnde, die wij van het Argentijnsche Gemeencbest gevorderd hebben, heb ik bevolen, dat nieuwe tnagt gevoegd wierde bij het smaldeel, hetwelk belast is in die wateren de achting voor onze regten en de bescherming van onze belangen te verzekeren, „In Afrika heeft eene gelukkige uitkomst verschillende belangrijke ondernemingen bc kroondin welke de dapperheid van onze soldaten heeft uitgeblonken. Twee tnijncf zonen hebben in hunne gevaren gedeeld. Nog zijn inspanningen noodig otn in Algerie de zekerheid en den voorspoed van onze vestingen te verzekeren. Mijn Gouvernement zal hetgeen wij ondernomen hebben weten te volbrengen. De stad Rouiogne is liet tooneel geweest van eene dwaze pogingdie toe niets anders gestrekt heeft dan om op nieuw de verknochtheid der nationale garde,, van het leger en des volks te doen uitblinken. Alle eerzuchtige woelingen zulten schipbreuk lijden op eene monarchiedie gegrondvest is en verdedigd wordt door het alvermogen van den natonalen wil. De wet van het budget zal eerlang ten onderzoek aan u worden voorgedragen. Ik heb de gestrengste zuinigheid in de vaststelling der gewone uitgaven voorgeschreven. De gebeurtenissen hebben ons onverwachte lasten opgelegd. Ik vertrouw, dat de openbare voorspoed, barer geheele ontwikkeling hergeven, ons veroorloven zal, die te dragen, zonder nadeel voor den staat onzer geldmiddelen. „Andere beschikkingen zullen u worden aangeboden, voor werken van openbaar nut, in het belang der letteren en van de vrijheid van het onderwijs. Mijne heeren! nooit heb ik met meer nadruk en met meer vertrouwen uwe krachtda dige medewerking ingeroepen. De magteloosheid heeft de driften, die regeringloosheid willen, nog niet ontmoedigd. Onder welke gedaante zjj zich vertoonen mogen, in ijn Gouvernement zalin de bestaande wetten en in de vaste handhaving der openbare vrij. heden, de noodige wapens vinden, om dezelve te bedwingen. Wat m\j betreft, te mid. den der beproevingen, die de Voorzienigheid mij oplegt, wil ik niets anders, dan Haar mijnen dank toebrengen voor de bescherming, welke Zij niet ophoudt mij te verleenen, mijn gezin en mij; en Frankrijk, door eene altijd klimmende zorg voor zijne belangen en voor zijn geluk, bewijzen geven van de dankbaarheid, welke de betuigingen van liefde mij iuboezemenmet welke het mij in deze wreede oogenblikken omgeeft." Zijne Maj. was van een sterk geleide ruiterij omgeven, toen hij zich, vergezeld van zijne zonen, naar de Kamers begaf en van daar terugkwam, en alle straten en pleinen, welke Z. M. moest passeren, waren met veel. vuldige manschappen der nationale militie en der troepen afgezet, zoodat geen particulier, dan op zekeren afstand, kon naderen. Met gejuich is Z. M. op zijnen weg en door de Kamers ontvangen. In de vergaderzaal was eene groote menigte aanzienlijke mannen en vrouwen op de tribunes bijeen; ook H, M. de Koningin, HH. KK. HH. de Hertogin van Nemours, en de Prinsessen Clementine en /fdalaïde waren in de zaal tegenwoordig. De eerste en laatste zinsnede der troonrede werd zeer toegejuichd, Het gerucht, dat geloopen heeft, als of de bevelhebber der nationale gardede Maarschalk Girard, z(jn ontslag had gevraagdis geheel bezijden de waarheid, Veelvuldig worden des avonds de kreten van: IPeg met de Ministers, gehoord en eenige ongeregeldheden hebben plaats. In den National leest men hieromtrent: Eenige weinig beteekenende ongeregeldheden hebben sedert twee dagen fn sommige wijken van Parijs plaats gehad. Hoewel die beroerten van geenen érhstigeiï aard waren, zijn zij op dit oogenblik gevaarlijk; zij zouden dit nog theer zijn, indien zij bleven voortduren; want wat van dien aard aanhoudt, vermeerdert; en indien de beweging ernstiger wierd, zou zij eene woedende beteugeling na zich slepen. Wij zullen het onophoudelijk herhalen en zijn zeker van de tolken te z(jn vin alle trouwe mannen onzer partij, als wij het zeggen: het Is van het hoog. ste Igewigt dit de patriotten zich van alle zamenscholing op de straat one. honden. Het Kabinet des vreemdeling» kan slechts door onlusten leven. Een oproer zou kracht daaraan geven; het heeft zoo iets noodig; het is Zijne staatkunde daarnaar te streven; het zal die volgen door een instinkt van zelfbehoud, het eenige, dat het bezit, gedreven. Wie zinneloos ge noeg is om zoo doende het spel onzer vijanden te spelen, is dns ten minste gewaarschuwd, dat hij het Kabinet des vreemdelings helpt handhaven, daar. toe door geweld te gebruiken aanleiding geeft en door zulke misslagen een stelsel laat voortduren, dat van zelve ten ondergang gaat. Men wil weten, dat de gewezen Regentes van Spanje niet naarNipels jou gaan, maar naar Parijs komen. MENGELINGEN. DE DARDANÈLLEN. Dit artikel, medegedeeld door een Fransch Hoofdofficier, paart, aan de belangrijkheid der beschrijving, de waarde eener bijzondere naauwkeurighetd. Hét kanaal der Dardanellen (Hellespont), dat de wateren der zee van Marmora in de Egelsche zee brengt, heelt van af de puilt der vuurbaak van de Europesche kust, tot aan de kaap Janitsaar, dertien zee-mijlen lengte, Desz,èlfs algemeene rigtihg is Noordoost. Deze rigting is dezelfde, van af den ingang van het kanaal, tot aan tie oude kasteelen, alwaar dezelve naar heL noorden en noord-noordwesten loopt. Op de hoogte van het punt van Na. gara, strekt dezelve naar het noordoosten, en begint het kanaal merkelijk breeder te worden. De middelbare breedte van het kanaal is van 3 kilojnètres 5 mètres (3005 Nederlandsche ellen); de wateren stroomen naar den Archipel. Op de smal ste plaats, tusschen de twee oude kasteelen der Dardanellen, kan de krachc van den stroom op drie tot drie en een halve knoop berekend worden. De tegenstroomen vindt men voornamelijk aan de Europesche kost, maar de talrijke ondiepten, waardoor deze kust beschermd wordt, maken er hec gebruik van onmogelijk voor groote schepen. Het noordèlijke gedeelte van het kanaal is geheel zonder verdediging; deszelfs breedte is echter minder dan een weinig boven den Archipel. Op omstreeks elf mijlen van het punt der Europesche vuurbaak, boven Galli. poli, vindt men het eerste fort. Zie hier de lijst der forten met derzelver wapening op het einde van 1831, wapening, welke slechts van 182 vuurmonden was in 1807, toen Sir John Duckworth den doortogt met geweld bewerkstelligde: Europesche Kust. Stukken, Mortieren Setil-Bahr (opening der Dardanellen)46. 3. Chahcuru-Kali..40. 2. Éski Hissarleq, 20. 3. Namasin, 48. Kiiit-Bahr48. Dighirwien21. Tchomli-Bournou17. Boaii39. 6. Aziatische Kust. StukkenMortieren, Koum Kali (Ingang der Dardanellen)103. 4. Qepez-Bournou. 16. Tchanaq Kali82, 4. Hadji Omer-Bournou26. 2. Kesse-Bournou. 29. Nagara Kali72'. 4. Totaal 607. 28. De meeste dezer forten zijn beheerscht, en kunnen aan de landzijde slechts weinig weerstand bieden. De voornaamste zijn die van Lctil-Bahr en Koum- Kaii, welke den ingang van het kanaal, tusschen de kapen Heili en Janit. saaren die van Kiiit-Bahr en Tchanaq-Kali, welke vier mijlen daarboven, op de smalste plaats van het kanaal zijn gebouwd. De beide kasteelen van den ingang worden, in tegenstelling tot de oude kasteelen der Dardanellen, nieuwe kasteelen van Europa en Azië genoemd; dezelve zijn in 1659 ge. bouwd geworden door Mohammed IK, om zich tegen de invallen der Vene- tianen te vetzetten. Setil-Bahr is op 2J mijl afstands van kaap Heili gele gen. Hetzelve heeft aan de zeezijde een dubbele vuur-linie en twee sprei derde batterijen. Onlangs heeft men een klein bastion bij de eerste linie gevoegd. Het wordt op een half kanonschot beheerscht door eenen kleinen heuvel, wsarvan Sultan Mahmoud den top door eene sterrenschans heeft doen bezetten. Koum Kali, op eenen afstand van 5 mijlen van het vorige gelegen, is een regthoektg lort, dat zich op de Aziatische kust verheft, aan het uiteinde van eene aan alle zjjden geopende zandvlakte; hetzelve is met torens en bastions voorzien, en heelt verscheidene gecasemateerde lage bat terijen. Een gedeelte der stukken, welke deze batterijen wapenen, is van eene buitensporige grootte, en zonder affuiten; men zonde zich er niet van kunnen bedienen zonder gevaar. Dit kasteel wordt niet beheerscht dan op eenen afstand van 1000 ellen, ten zuidwesten door het niteinde van ksap Janitsaar. De oude kasteelen, of eigenlijke Dardanellen, zijn op eenen afstand van 2080 ellen van elkander verwijderd; tegenover dezelve is de stroom bijzonder sterk. De bouworde dezer kasteelen, welke opklimt tot den tijd van Maho met II, is in den Turkschen smaak. Dezelve hebben aan de zeezijde eene sterke batterij op de gewone waterhoogte, aan de landzijde eenen muur met toreaa voorzien, en in het midden eenen hoofdtoren van sterk metsel werk. De ligging van Kiiit-Bahr is op eene vrij steile helling, vooral aan de zeezijde. Op 600 ellen afstand bevindt zich eene hoogtevan waar eene batterij weldra de werken aan de landzijde zoude vernield hebben. Hec kasteel van Azië 'Tchanaq-KaliJ Is op eenen zandgrond aan de monding van eenen kleinen vloed, de Xantus, gebouwd: de omstreken zijn zeer moeras sig; deze stelling zoude zeer sterk kunnen worden gemaakt. Het is de gewone residentie van den Facha, die het bevel voert over de beide oever» van den Hellespont. Rondom beide deze kasteelen zijn er twee vrij aan zienlijke vlekken; dat van Azië is het meest bevolkt, en dient tot markc aan een uitgestrekt gedeelte van het binnenland. Verscheidene batterijen, zoo als Qepez Bournou in Azië, zijn zeer goed gelegen, maar welke zorg men ook aan de versterking der Dardanellen be stede, zal de overmeestering van dit kanaal nooit eene vruchtelooze po» ping zijn, zoo men de naburige kusten, zoo in Europa als Azië, niet in Staat van verdediging stelt, daar het na gemakkelijk is in die omstreken re ontschepen, en de forten ter zijde aan te vallen. In Europa is het beste ontschepingspunt het diepste vin de golf Saros; dan daar zoude een troe. pen-corps, wiens bewegingen met die eener vloot in overeenstemming wa ren, door het schier-eiland heen, boven Gallipoli post gaan vatten. Op deze hoogte heeft dit schier-eiland slechts 4 a 5 mijlen breedte, en worde door eene keten heuvels doorsneden, waarvan men partij zoude kunnen trekken, om de hulp, welke te land van Konstantinopel konde komen, te onderscheppen. Het kanaal zoude op deze wijze bijna geheel geblokkeerd zijn: de weg, welken de Turken door de Aziatische zijde zouden kunnen volgen, is lang en biedt groote hinderpalen aan. In Azië is de landing op de Troyaansche kust. Maar om tot den aanval van het oude kasteel der Dsrdanellen te komen, zoude men een moeijelijlc en moerassig terrein moeten doortrekken. Overigens worden deze streken, welke vele Hulpbronnen opleveren, door eene zwakke bevolking bewoond, grootendeels zamengesteld uit raya's, die geenen weérstand aan een Europeesch leger zouden bieden. PROMOTIE aan' de tEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 6den Novemberde Heer j. Thooft, van Rotterdam, in de Regten, na bet vér- dedigen zijner Dissertatie: de Magno Concilio ordinum Belgii foederati anni 1651.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3