T U R K Y E. schappij van 5.000,000, voftr renten en aflossing van hergene zij onder ultimo December 1839 van de Koloniale Administratie te vorderen had, ter zake van gedane voorscho ten op de Indische prodncten, en waarvan het saldo berekend is geworden 39,000,000 te bedragen." B. In de tweede plaats zijn vier staten overgelegd omtrent de pjederland. sche West-Indische Bezittingen over den jare 1840. De eerste behelst eene raming van de inkomsten en uitgaven der kolonie Suriname over 1840. Daaruit blijkt, dat de inkomsten geschat worden op 1,037,800 eh de uitgaven Oj) 1,027,100, waaruit alzoo blijkt, dar Suriname in zijne eigene behoefceil voorziet. De tweede is de begrootingsstaat der inkomsten en Uitgaven van de kolonie Curasao, Bonaire en Aruba, over het jaar 1840, waarvan de slotsom is, dat de uitgaven beloopen 402,336.885 en de inkomsten slechts ƒ155,847.76; zoodat de uitgaven de inkomsten overtreffen met ƒ246,489. l8|. De denle is de begrootings staat van St. Eustatius, voor het jaar 1840. De uitgaven bedragen f 24,704 cn de inkomsten 13,215; de uitgaven overtreffen derhalve de inkomsten met 11,489. De vierde is de begrootitlgs-Staat vari St. Martin, voor 1840. De uitgaven bedragen 22.301.51 en de Ontvang, sten 17,856.90; zoodat er een nadeelig slot van ƒ4,445.42 zal ontstaan. Derhalve wijst staat 4, voor Curafao en onderhoorigheden, een te kort aan van 246,489.18}; staat 3, voor Eustatius, 11,489, en staat 4, voor St. Martin, 4,445.42, te zamen 262,423.605. De Gouverneur-Generaal der West-Indische Bezittingen, onder wiens gezag die verschillende eilanden gesteld zijn, en aan wiens reserve de door de respective locale koloniale Besturen opgemaakte begrootingen mitsdien onderworpen zijn geweest, heeft in het algemeen de aanmerking gemaakt, dat de inkomsten te laag, de uitgaven daarentegen te hoog waren geraamd geworden; weshalve hij oordeelde, dat eene subsidie van 170,000 voor Curafao en onderhoorige eilanden, en van 15,000 voor de eilanden St. Eustatius en St. Martin, of te zamen 185,000, voldoende zou zijn. Op grond van dit een en ander en van de ondervinding van vroegere jaren is door den Koning bepaald geworden, dat voor het jaar 1840 aan de West- Indische Eilanden eene subsidie zal worden verstrekt van f 190,000, betaal baar uit de Oost-Indische geldmiddelen. C. Ten derde is overgelegd een staat Van inkomsten en uitgaven der Ne- derlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea, over het jaar 1840, Daaruit blijkt, dat de bedoelde bezittingen geene andere inkomsten dan die der re cognitie-kas hebben, ten bedrage van ƒ700; terwijl de uitgaven, op dien siaat aangewezen, met uitzondering van den daarop voorkomenden post van pensioenen de vaste aan het civiel en militair beheer dier bezittingen ver. bonden kosten zijn. Die gezamenlijke uitgaven beloopen 59,380, dat dus een nadeelig slot van f 58.680 oplevert. Tot bestrijding van die te kort dient eene bijdrage uit de Oost-Indische geldmiddelen. Van den pden November. Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Scaien-Generaal het onderzoek over de ontwerpen van wet, be. trekkelijk de Staatsbegrooting voor den jare 1841, voortgezet. Maandag zullen de afdeelingen derzelver overwegingen vervolgen. Ten elf ure heeft de centrale afdeeling eene conferentie gehouden met Zijne Exc. den Minister van Financiën, over de aanhangige financiële voordragten. Dezelve heeft tot bij twee ure geduurd. Ten twee ure heeft de Kamer eene algemeene zitting gehouden. De heer Tromp, thans hersteld zijnde, zoo zijn alsnu zijne geloofsbrieven door de vroeger daartoe benoemde Commissie, bestaande uit de heeren van den Mor. tel, van Rappard, Rinket, Bruce en Kniphorstonderzocht en in orde bevonden. Dienvolgens legt de heer Tromp de gevordende grondwettige eeden af en neemt zitting. Aan de Kamer is mededeeling gedsan van het Koningiijk besluit van den 27 October j!., waarbij am den Baron van Sijtxama, op deszelfs verzoek, eervol ontslag als lid van de Kamer is verleend. Aangenomen voor kennisgeving. Zijn ontvangen twee Koningiijke boodschappen, waarbij aan de Kamer twee ontwerpen van wet worden voorgedragen, welke van memoriën tot toelich ting zijn voorzien. Het eerste behelst wijzigingen in de wet houdende den accijns op de suiker; het tweede bevat wijzigingen in de wet van29Decem ber 1835, strekkende tot bevordering der belangen van den landbouw. De beide ontwerpen zijn ter overweging aan de afdeelingen verzonden. Is ontvangen een Koningiijk besluit, van den isten dezer, waarbij de Lui. tenant-Generaal Schuurman eervol ontslagen wordt als Directeur-Generaal van Oorlog en de Generaal-Majoor List in zijne plaats benoemd wordt. Aangenomen voor kennisgeving. Aan de Kamer is door haren Griffier hulde gedaan van een vervolg op het door denzelven zamengesteld werk, getiteld: de Antecedenten van de Tweede Kamer. Plaatsing in de boekerij. De Commissie tot herziening van het reglement van orde der Kamer doet, bij monde van den heer van Rappard, verslag over den haar opgedragen last tot het vaststellen van een rooster, waarnaar de leden der Kamer, uit het Hertogdom Limburg afgevaardigd, zullen aftreden. Zij stelt voor, dat er door het lot beslist worde, op welk jaar die leden znllen aftreden. De Kamer vereenlgt zich met dit voorstel. Er wordt mitsdien dadelijk tot die loting overgegaan, met dat gevolg, dat thans door het lot beslist wordt, dat Jhr. Keerens zal aftreden in 1841, de heer Miehiels Verdujnen, in 1844, en de heer Cornelie in 1843. Is ingekomen een verzoekschrift van een Med. Doctor uit Oostburg, hou dende bezwaren tegen de belasting op het Personeel. Hetzelve wordt ver zonden aan de Commissie tot de petitiën, die, bij monde van den heer van Hodin van Burgh, op twee in hare handen gestelde stukken, verslag doet; het eene heeft den landbouw ten onderwerp, het andere is van een ingezeten uit Rotterdam, die zich beklaagt over het drukkende der plaatselijke en pol. derlasten. Beide stukken zullen ter griffie worden nedergelegd. De vergadering wordt tot nadere bijeenroeping gescheiden. Aan de leden der Kamer is thans rondgedeeld een algemeene staat van vergelijking tusschen de raming van 's Rijks inkomsten over het dienstjaar 1840 en de opbrengst der Rijks inkomsten over de vier laatste maanden van 1839, met bijvoeging van de ontvangsten over de acht eerste maanden des jaars 1840, Daaruit blijktonder anderendat de werkelijke opbrengstgedurende dat tijdstip, beloopen heeft 54,449,649.39}, en dat dezelve geraamd waren op 51.776,484.93 zoodat de werkelijke opbrengst de raming heeft overtroffen met f 673,164 465. Er is, gedurende dat tijdvak, werkelijk ontvangengrondbelasting 8,781.53, personeel 4,830,000, patenten 1,647,500, inkomende- en uitgaande regten 4,035', 700.57, accijns en suiker 53,464.905, wijn 1,029,580.32'binnen- landsche gedisteleerd 3,902,546.65, buitenlandsch gedisteleerd ƒ266,734.63 geslagc 1,731,114.73, zout 1,426,917.445, zeep ƒ871,166.765, bieren en azijnen 319,390.65, turf 1,106,042.705, steenkolen 576,721.72ge maal f 2,910, 708.295, tien pCt. collectief zegel en vervoer-oiljetten 1,477,269.36, indirecte belastingen 7,269,372.24regt van waarborg op gouden en zilveren werken ƒ165,345.34, posterijen 1,429,059.99, lote- rijen 496,369.565, jagc en visscherij ƒ112,060.32, inkomsten der domeinen van Z. K. il. Prins Frederik der Nederlanden, overgedragen bij de wet van 25 Mei t8lö/ I9o,ooo,verkoopingen en verschillende ontvangsten 511,700.34, overschot der middelen over 1837 861,027.40, aanvulling uit hetgeen reeds gebleken is, dat de opbrengst der middelen over 1838, meerder heeft be dragen, dan over hetzelve is geraamd ƒ800.000, opbrengst van het kapitaal van 6,000,000werkelijke schuld, h 5pCt., volgens de wet van 30 De. cember 1839, ƒ5,926,284.015, te zamen, zoo ais hierboven is opgegeven 52,449,549.395. Meer dan de raming hebben opgebragt de inkomende regten 1,876,690.57, wijn 29,580.1-5ges'sgt 168,614.73zout 114,417.445, zeep ƒ83,665.765, turf 55,942.705, steenkolen 44,221.72, vervoer-biljetten 2,142.81, Indirecte belastingen 44,934.775, regt van waarborg op gouden en zilveren werken 25,34-. 34, loterijen 36,369.585 en )?SC en visscherij 17,060 30. Minder dan de raming hebben opgebragt suiker 196,545.095, binnenlandsch gedistelleerd 47,453. 35 buitenlandsch gedistelieerd f 45,765.37, bieren etl azijnen 21,159.345. gemaal 89,291.70}, collectief zegel 2,498.45 indirecte belastingen 17,562.53}, verlies op de geldleening 73,715.98}. Er is derhalve meerder ontvangen 756,170.53}, en minder 83,005.07. Zoodat bet meerdere het mindere heeft overtroffen met 673,164.46}. Uit officiële staten blijkt, dat op i°. October jl. zich 111 leven bevon. den de volgende gepensioneerden: Gepensioneerden. Geheel teloop der pensioenen. Gewone pensioenen2251; 665,686. Tweede Bijboek2498. - 703,254. Voormalige getierceerde kerkelijke 7. - 2,064. Buitengewone pensioenen 2381. - 590,508. Bijboek der buitengew. pensioenen 196. - 67,296. 73 33. 2,028,808. De oudste der gepensioneerden is in het jaar 1733 geboren. Dezelve geniet slechts 130. Het Algemeen Handelsblad van heden meldt, dat de inhuldigingspleg. tigheid van HH. MM. acht dagen is uitgesteld en eerst den 28sten dezer zou plaats hebben; den vorigen dag zouden HH. MM. te Amsterdam aas. kom-n en den 5 December vertrekken. Verder wordt in dat blad gemeld, dat Z. M. Koning JVillem Frederik Graaf van Nassau binnen eenige dagen zich naar Berljjn zal begeven en aldaar drie maanden vertoeven. Uit Arnhem schrijft men van den 5 November: De stoomboot Drusus, toebehoorende aan de Rijn- en IJssel-Stoombooc* maatschappij, Zondag middag zwaar beladen van hier vertrokkenis, naar men verneemt, 11. Maandag, een uur boven Dusseldorp, door het aanvaren tegen de Dusseldorpsche stoomboot Victoriagezonken. Gelukkig was de stand der rivier zoo laagdar gezegde boot op den bodem der rivier neérge- komen zijnde, geen water op het dek heeft bekomen, zoodat de passagiert en equipage, met uitzondering echter van twee personen, zijn gered. Volgens een berlgt uit Konstantinopel van den i5den October des avonds, zou de door Frankrijk beproefde bemiddeling tuaschen de Porce en Mehemed- Ali niet zijn aangenomen. De heer fValcwikj, die mee dat oogmerk naar Konstantinopel gezonden wat, was zelfs door de Porte niet eens erkend, maar aan den Franschen Gezanc, den Graaf Pontoit, was te kennen gegeven, dat de Porte alleen in overleg met de vier verbondene Mogendheden kon handelen en Frankrijk dus aan de Gezanten dier Mogendheden zijne openin. gen moesc doenen dat er duszoo als Frankrijk verlangdegeen stilstand in de krijgaverrigtingen op de Syrische knst kon plaats hebben. Over Weenen heeft men het betigt per renbode uit Konstantinopel, den 30 October, ontvangen, dat het/Egyptisch leger eene |nieuwe neder* laag had geleden en Ibrahim-Ptchx aan doodengekwesten en overloopers meer dan 2,000 man verloren had. Voorta was de standaard van Ibrahim- Pacha genomen, en door den Engelschen Colonel Hodges, die overdeveree' nigde troepen bevel voerde, naar Konstantinopel opgezonden. Uit een ander berigt verneemt men, dat dit gevecht bij de stad Bey. rnth heeft plaats gehad, alleen Turksche soldaten den aanval cegen Ibrahim- Pacha hebben gedaan, en wegens de nederlaag door hem geleden, Beyruth in handen der Verbonden Mogendheden gevallen is. Het gevecht heeft den II en 12 October plaats gehad. Ibrahim, die met eenige honderde rniteri ontvlngt was, werd achter nagezet. De onderhandelingen|over eene leening, tusschen de Porte en het buis van Rothschild aangeknoopt, zonden eenen gunstigen uitslag gehad hebben. Er zou eene leening van 5,000,000 i 80 pCt. gesloten zijn, en de Oblige1 tien zouden 6 pCt. rente geven. RUSLAND. Z. M. de Keizer heeft bij bevelschrift van 24 October bepaald, dat hét hnsaren-regiment Print van Oranje, voortaan huiaren-regiment Koning der Nederlandenen het garde-regiment Erfprins van Oranje, voortaan garde regiment Prins van Oranje zal genoemd worden. Uit Petersburg wordt gemeld, dac de door de Keizerlijke famieljc voorgenomen reis naar Moakau vooreerst uitgesteld was, zoo als ook die van den Keizer en den Grootvorst Troonopvolger naar het Zuiden des Rjjlts. Men wilde weten, dat dit ten gevolge der Europesche staatkundige omstaa, dignenen geschiedde. SPANJE. Nadere berigten omtrent den incogt der jonge Koningin van 10 jaren t! Madrid, melden, dat de reden, dac er zoo weinige kreten waren opgegaan, was om de Koningin niet te doen verschrikken. De geestdrift, wordt ge meld, was zeer groot, doch het ongunstige weer gaf aan den intogt eee droevig aanzien, terwijl ook de Koningin mer hare zuster zeer droefgeesiij waren. De weg, langs welken de beide Vorstinnen reden, werd door jong! meisjes met bloemen bestrooid. De proclamatie,bjj welke de provisionnele Junta van Madrid hare be trekking heefc nedergelegd, zoo all wij in een onzer vorigen gemeld hebbes, en daarvan aan de bevolking heefc kennis gegeven, is de volgende: Aan de bewoners der provincie Madrid! De Junta zsu, nu zij hare betrekkingen als besturend ligchaam, die ij tot nu toe door den wil des volks vervuld heefc, nederlegt, meenen aan dn pligc der erkentelijkheid te kort te doen, zoo zij niet aan de heldhaftige bt volking van Madrid, aan de dappere nationale garde en aan de moedige bt zetting hare dankbaarheid en bewondering becuigde voor de onverschrokkei heid, standvastigheid en overeenstemming, waarmede zij tot de roemrijks beweging, die in de staatkundige geschiedenis der volken is opgeteekem! hebben medegewerkt. Hec staat ons niet te bellissen of de leden dier Juni al dan niet aan hec vertrouwen hunner brave medeburgerste midden <1 hagcheljjke omstandigheden, hebben beantwoord. De feiten bestaan; 1 spreken luide; geheel de natie heefc ze gezien, en wij onderwerpen ons 11 hare onherroepelijke uitspraak. Hoewel de Junta er niet aan twijfelt, i de mannen, die geroepen zijn, om het lot des vaderlands te regelen11 hun eervol vroeger gedrag getrouwhec werk onzer staatkundige wederp boorce, dac zoo gelukkig begonnen is, zullen bekroonen, zsl zij nietten voortgaan om bijeen te komen, ten einde de regten des volks te bewskt tot het oogenblik, dat hec door hec Ministerie aangenomen programmal alle zijne deelen zal zün vervuld. Madrid, den assten October 1840. Espartero schijnt zich tegen mogelijke lagen, die hem zonden kum« gelegd worden, zeer in acht te nemen. Hij verschijnt zelden in het optf baar en zijne lijfwacht omringt hem steeds in zijn hotel. Hij heeft 20,00» man rondom de hoofdstad bijeen getrokken, en begint de troepen, die M meest tot de laatste revolutie hebben bijgedragenuit de hoofdstad te vd wijderen en door die der garde, die hem zeer getrouw is, te vervangen. Uit Bayonne wordt van den 3osten October gemeld: Volgens brieven uit Bilbao van den 24sten dezer, achijnc men aldaar b» ducht te zijn voor de gevolgen van de stemming tot wanorde, die fl|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2