LEYDSCHE COURANT. A0. 18410. Atf« VRIJDAG, r.\ 4 «rwo"Sf \d '6 NOVEMBER. NOTIFICATIE. Oproeping der Verlofgangers voor de Nationale Militie. Burgemeester enWethouders der Stad Lbyden, roepen bg dezen op, inge volge eëiie aanschrijving van Zijne Exc. den Hoer Staatsraad Gouverneur van Zuid- Holland de Verlofgangers van de Nationale Militie, welke van hunne korpsen zijn terug gekomen, om te compareren aan het Boterhuis van de Stads Waag aan de Fischbrug 'ten einde, ingevolge art. i8i der wet op de Nationale Militie, van den 8 Januarij 1817, in verband gebragt met art 10 der wet, van den 28 Noveipber 1818, door den Heer Militie Commissaris te worden geïnspecteerd, voorzien van de kleeding- en kleine equi« peinent-stukken, welke zij van hun korps behouden hebben, alsmede van hunne livrets en verlofpassen, en zulks op Maandag den 9 November aanstaandes morgans ten elf ure. En geven Burgemeester en Wethouders voornoemd wyders bij deze kennis, dat, bijaldien zich thans in deze Stad ook Verlofgangers rilogten bevinden, tot andere G*- meenten of Districten behoorendedeze alsmede gehöüden zijnom ter voorschreven plaatse en tijd te compareren; Met vermaning aan alle Verlofgangers van de Nationale Militie, om^ naauwkeurig aan deze oprdep'lhg te voldoen; terwyl aan die genen, welke 2onder wettige, of door Burgemeester fen Wethouders aangenomene redenen, van de inspectie mogten weg blijvendoor den Heer Militie-Commissaris een arrest van twee tot zes dagen, in de naastbij gelegene militaire provoö'st' zal wofdën opgelegd. Zullende de attesten wegens ziekte, door Geneesheeren of Heelmeesters, aan Verlofgangers afgegeven, üit hoofde: van welke z\j belet mogten worden dè inspectie bij te vronen, op dien dag, des morgens vóór tien ureter Secretarie moeten worden ingeleverd; terwijl andere wettige redenen van verschooning, door de Verlofgangers op Donderdag den 5 November *s morgens ten elf ureaan H. H. Burgemeester en Wethouders zullen móeten worden voorgedragen, ten einde over dezelve te kunnen oordeelen. Zullende er door den Heer Kolonel Militie-Commissaris aan niemand vrijstelling worden verleend. Aldus'gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydenöp den 2 Nóvember 1840. J. G, BE Mey. Ter ordonnantie van dezelve, V. PüTTKAMMIR, NEDERLANDEN. Let den, 5 November. Men meldt uit 's Gravenhage van den 4 November: De plegtige bediening van den Heiligen Doop aan den jonggeboren Erf- prins van Oranje beeft heden in de Klooaterkerk alhier plaatj gehad. Reed» vroeg had zich in dat bedehuis eene talrijke schaar verzameld. Later namen de leden van het Corps Diplomatique, Zijner Majesteita Ministers, de leden der Staten-Generaal en van andere hooge Staatsligchamen, alsmede die van de stedelijke en kerkelijke Collegien de voor hen bestemde plaatsen in. Ten drie uré zag de verzamètde menigte, met een onbeschrijfelijk gevoel van liefde, eerbied en belangstelling, HH. MM. de Koning en Koningin, te ge. Ijjk met den eerbiedwaardigen Vorst, wien Nederland meer dan een vierde van eene eeuw als Koning heeft gehuldigd, en met HH. KK. HH.den Prins van Oranje en Zijne Gemalin, de Prinsen Alexander en Hendrik, Prinses Sephie, alsmede Prins Frederik der Nederlanden, Zijne Gemalin en de jeug dige Prinses Louisein het kerkgebouw verschijnen. De godsdienst-oefening begon met het zingen van Psalm 100, vera 1 en 4; waarna de Predikant van den Broek, met den hem eigen godsdienstigeit ernst en waardigheid, eene korte rede hield, waarin hij, naar aanleiding van Psalm 132, vers 12, vooral deed gevoelen, dat ware godsdienstigheid de hechtste steun is der Troonen en Vorstengeslachten, en uit de lotgevallen van het doorluchtig Stamhuia van Oranje en Nasaau, hetwelk zich thans in zulk eenen geheel buitenge, wonen zegen verheugt, het bewijs ontleende van Gods vaderlijke bescher. ming over dat den Nederlander dierbaar geslacht. Nadat de Leeraar eene treffende toeapraak aan HH. MM. den Koning en Koningin en Zijne Maj. Koning Willem Frederik gehouden had, werd de jonggeboren Prins, die met den stoet, in het programma omschreven, naar de kerk was geleid, plegcig. lijk te midden der Christelijke vergadering gebragt. Al de aanwezige leden van het Koninglijk Huis, als doopgetuigen optredende, plaatsten zich voor den predikstoel. De Leeraar rigtte zich nu meer bijzonder tot de Ouders van den Vorstelijken Doopeling, las het formulier voor, en diende dasrop aan den jongen Erfprins, Willem Nikolaas Alexander Frederik Karel Hendrik, die door zijnen Vader ten doop gehouden werd, dien Heiligen Doop toe. Met een hartelijk nagebed en het zingen van Gezang 96' nam deze godsdienstige plegtigheid een einde. Voorbeeldige orde en stilte heb. beu dsarbij geheerscht. Den 2den dezer hebben HH. MM. de Koning en Koningin en de ver. dere leden van de Koninglijke famielje bq Zijne Maj. Koning Willem Frede rik, Graaf van Nassau, gedineerd. Den 3den dezer heeft Zijne Maj. eene deputatie van de stad Luzem. burg toegelaten, gezonden om Zqne Maj. met Hoogstdeszeifs troonsbeklim. ming geluk te wenachen. De deputatie is door Zijne Maj. zeer welwillend ontvingen en dezelve heeft de eer gehad bij Zijne Maj. te dineren. De Luitenant-Generaal en Adjudant desKonings, A. Schuurmanheeft, pp verzoek, een eervol ontalag ontvangen all Directeur-Generaal van Oor. log en is tot die bediening benoemd de Generaal-Majoor, *s Koninga Ad. judant, List, De Generaal Schuurman is ad interim benoemd tot Bevelheb. ber der tweede afdeeling infanterie. Zijné Mij. beeft de Minister! van Binnenlandache Zaken en van Finan. eien gemagtigd, om voortaan, oj> verzoeken tot het oprigten van korenmo. lens enz., het plaatsen van iteenen in eenen molen ter maling van onbelast traan en löórtgeljjkeh onmlddélQk naar bewind van zaken te beschikken, té In geval van verschil fn meening tusschen de hoofden dier departementen Ife zaak aan de beslissing dea Koninga te onderwerpen. De'Minister van Financien Rochussen heeft bekend gemaakt, dat hem, doof tusschenkomst van een Roómsch-Katholijk geestelijke uit Belgie, 'iö,ooo fr, zqn overgemaakt, alt restitutie ten behoeve van de Schatkist. Naar gemeld wordt, heeft de Bruaaelsche maatschappij voor de volks- vljjk zich dezer dagen bij overeenkomst verbonden, tot de terugbetaling aan Nederland van twintig millioen, in vier jaarljjkiche termijnen, ieder van vijf miilióen. Men leidt daaruit af, dat de liquidatie met Belgie zoo goed als afgeloopen móet zijn; Immer!dat de beslissing over de kapitalisatie der ichiild niet zal worden vertraagd, door de handeling over uitstaande posten of rekeningen van bijzondere personenwelke het Belgisch iewind in com. p'ensatie wil hebben gebragt. Het saizoen van de groote avondvereenigingen is den 3den dezer geo. pend door een schitterend bal, voorafgegaan van een prachtig diner, gege ven door den Belgischen Gezant, Prins ie Chimaj, wasrbij de Ministers, I bet Corps Diplomatique en vele hooge Staatsbeambten zijn tegenwoordig geweest. Het bal heeft tot laat in den nacht geduurd. Uit Scheveningen meldt men, dat H. M. de Koningin gisteren de school voor vrouwelijke hanuwerken, waarop aan behoeftige Scheveningsche meis. jes onderwijs gegeven wordt, bezocht heeft. Een dezer meisjes is H, M., de opzigtster dezer school, te gemoet gesneld, heeft Hoogstdezelve toege. sproken en bedankt voor de bescherming, welke H. M. bq voortduring aan deze schooi verleent. De Koningin heeft deze toespraak op eene minzame wijze beantwoord, en op nieuw de aangename verzekering gegeven van het belang, hetwelk Hoogstdezelve stelt in eene inrigting, die zoo zeèr tot de beschaving der mindere klasse medewerkt en zulke goede uitkomsten oplevert. Het geheel dezer ontmoeting leverde een aandoenlijk schouwspel op. Van den e,ien November. Aan de leden van de Tweede Kamer der Sta- len-Generaai Is thans rondgedeeld de door Zijne Exc. den Minister van Finan. cien aan den Koning aangebodene rekening wegens de algemeene begrootiUr gen van de inkomsten en uitgaven over de dienstjaren 1834 en vroeger tot 1839, opleverende een algemeen overzigt van den toestand van 's Rijks Schat, kist op het tijdstip van 1°. Januarij 1840, en bevattende tevens afzonderlijke aanwijzing van de ontvangsten en uitgaven gedurende den jare 1839. Daaruit blijkt, onder anderen, dat op i°. Januarij 1840 het voordeelig slot van dé dienstjaren 1839 en vroeger, beliep 1,070,757.665. De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben, ni derzelver onderzoek van het ontwerp van wet, tot opheffing van het Amor. tisatie-Syndicaat, op heden een aanvang gemaakt met de overwegingen van het ontwerp van wet tot voorziening in de behoeften van 's Rijks geldmid. delen. Naar men verneemt heeft dat ontwerp tot veelvuldige en veelsoortigé aanmerkingen aanleiding gegeven en fijn deswege onderscheidene vragen aan de Regering onderworpen. Wat aangaat het voorstel om eene nieuwe geld. leening van achttien millioen uit te schrijven, meende men, dat er geene noodzakelijkheid bestond, om meerdere gelden toe te staan,dan volstrekt noo. dig geoordeeld worden, om in 's Rijks behoeften voor den jare 1841 te voor. zieohetgeen door de Regering slechts op 12 millioen is opgegeven. Hec voorstel om nieuwe schatkist-biljetten in omloop te brengen, vindt, naar men verzekert, over het algemeen weinig bijval. Men heeft de vraag gedaan, wat het haat aan de eene zijde schatkist-biljetten k 4 pCt. af te schaffen en aan den anderen kant, dergelijk papier, tegen 4J pCt. en alzoo tegen eene hoogere rente, weder in omloop te brengen. Het onderzoek zal morgen Worden voortgezet. Nabij Tilburg heeft in den avond van den itten dezer een zware brand de woning, schuur en allen winter-voorraad van den landman K. Kas. teren verteerd, waardoor die man, benevens zqne vrouw en 6 kinderen in de diepste armoede gedompeld zijü. Alleen een gedeelte van het woonhuis was verzekerd. Den 28 Junij II. is te Padang overleden de Chirurgijn der tweede klasse bij de Nederlandsche Marine J. Canter Alta, laatst gediend hebbende op Zijner Majs. fregat Bellona. W E S T - I N D I E. Een dagblad van Barbados meldt van den 3 September I. 1. dat de groote behoefte aan handenarbeid op de suikerplantaadjes op Tabago de wetgeving aldaar in tie noodzakelijkheid gebragt heeft, ernstige maatregelen te nemen tot voorziening. Er is dus eene leening bepaald van 30,000 St., welk geld gebruikt zal worden tot aanmoediging van landverhuizing derwaarts. Het geld zal in drie termijnen opgenomen worden, elk jaar 10,000 at., tegen 6 pCt; en zal er eene belasting van 4 shilling per acre op alle be. bouwde landerijen wotden geheven, om daaruit de interest en de aflossing dier leening goed te maken. Tot bevordering van de landverhuizing zal er een Commissaris, met een salaris van 1000 St., behalve reiskosten, naslr vreemde landen gezonden worden, om overal agentschappen daar te stellen, welke zich belasten zullen met het overzenden van geschikte daglooners en andere werklieden, waarvoor zij betaald zullen worden, half door het Gou. vernement en half door de planters, die de gezonden arbeiders aannemen. T U R K Y E. Konstantinopel den 14 October. De Sultan heefc bevolen, dat de gé- dachtenis van het tradtaat van Gulhaneh jaarlijks door een feest gevierd, de nacht|, die den dag van het teekenen van dat tractaat voorafgaatde nacht der geregtigheii genoemd en op het plein voor het serail, hetwelk ook hei plein der geregtigheii zal geheeten worden, een marmeren gedenkzuil zal worden opgerigt, waarin de woorden van genoemd tractaat zullen worden uitgebeiteld. Aan den Sultan is den loden dezer wederom eene dochter geboren, die den naam Naïme ontvangen heeft. De tijdingen, die den 24 October te Weenen ontvangen zjjn, gedag. teekend uit Konstantinopel van den I4den, zijn voorde Porte zeer gunstige dewijl daarin gemeld wordt, dat Emir-BeeAir, het opperhoofd der Druaen, zich aan den Sultan had onderworpen. De desertie onder de ./Egyptische troepen duurde steeds voort. De volgende telegraphische depêches worden door de Parqssche dag. bladen medegedeeld: Toulon, 31 October. Alexandrie den 17 October. De gebeurtenissen in Syrië zijn voor Mehe. med-Ali meer ernstig geworden. De Engelsch-Tnrkscbe troepen hebbetl Beyruth bezet. Zij versterken Saïda. De Emir-Bechir heeft zich aldaar overgegeven. Hij verlaac de zaak van Mehemed-Ali. De opstand maakt vorderingen in het gebergte. Ibrahim zal alle zijne krachten bijeentrekken. Toülon, 31 October. Maltha den 27 October. De Cyclope, stoomboot van het Engelsché escader, is dezen morgen alhier van Saïda aangekomen, van waar zijden anten vertrokken is. Aan haar boord bevindt zich de Emir-Bezé/r, mee 15 leden van zijn gezin, en 150 personen van zijn gevolg, die zich naar Engeland begeven. De Kapitein van de Cjclope heeft bevestigd, dat bijkans het geheele ge. bergte in opstand is. Uit andere berigten ia het bekend geworden, dat de vestingwerken varf Saïda in eenen geduchten staat van tegenweer gebragt worden.—De bergbe. woners van den Libanon hadden den 4den Osman-Pachadie aan het hoofd van 7,000 man stond, aangevallen, met dat gevolg, dat de Pacha geslagen is «n hij slechts met 1,000 man is kunnen terugtrekken ;|de meesten zqner man-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1